Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Ze is nog niet zo lang in het woonzorgcentrum. En ze kan maar moeilijk wennen. Dat is niet zo abnormaal bij mensen die nog maar pas in de instelling zijn komen wonen. Maar Amelietje heeft een bijkomend probleem. In haar beleving is ze nog heel wat jaartjes jonger. En ze is wanhopig op zoek. Op zoek naar een beetje liefde, van de andere kunne weliswaar. Maar in het vijvertje waarin ze nu vissen kan, vindt ze haar gading niet. Niet meer gehinderd door enige fatsoensnorm of remming klaagt ze te pas en te onpas haar nood tegen iedereen die door de kamer loopt. "Hier ga ik gene vrijer vinden hé! Hoe kan ik hier nu iemand vinden?" De mannen die er wonen vindt ze allemaal véél te oud. "Allé, ze ze hier nu zitten...!" snibt ze genadeloos als ze de mannelijke leden van het duttende groepje overschouwt. Op een moment als ik naast haar kom zitten, geeft ze weer volop lucht aan haar frustratie. Een ogenblik buigt ze zich naar mij toe en fluistert samenzweerderig: "Den dieje daar in den hoek, dat ziet er mij maar 'n een lepe uit!" Even later verzucht ze weer, ongeremd hardop: "Allé, ziet dat hier nu zitten. Ze weten al niet meer of dat em staat of dat em hangt!" De dommelende voorwerpen van haar spottende opmerking zijn zich nergens van bewust. Maar in de ogen van al wie op de dienst verzorging biedt of op bezoek is, flikkeren ondeugende pretlichtjes. Er klinkt zacht onderdrukt gegrinnik. Amelietje is weer weg. Eén van haar kinderen heeft zich over haar ontfermd en weer in huis genomen, omdat ze zo moeilijk wennen kon. Of haar grote wens nog eens in vervulling gaat, gaan we nu niet weten. Maar Amelietje met haar ongeremde praat, liet wel even een luchtig windje waaien doorheen het zorgcentrum.
De poes van Jongste, een witvoetige zwarte kater, was vorig jaar plotseling verdwenen. Precies op dierendag zagen we hem voor het laatst. Bijna een jaar geleden dus. Zondag kreeg Jongste, als verjaardagsgeschenk van zijn meter, een nieuw poesje. Een schattig knuffelig tijgertje. Even was er nog twijfel rond het geslacht van het beestje. Maar na nader, zij het niet al te deskundig, onderzoek tussen de achterpootjes van de nieuwe huisgenoot, menen we dat het om een vrouwelijk poesje gaat. Jongste was op die avond van zijn verjaardag moeilijk naar bed te krijgen. En eenmaal in bed kwam hij maar niet in slaap. Zat nog helemaal vol van het hele feestgebeuren. En van spijt omdat het weeral voorbij was. Daarenboven had hij nog geen naam kunnen vinden voor zijn verse huisdier. Ook al een zorg om van wakker te liggen. Zonder de zekerheid hoe hij zijn poesje noemen moest kon hij de slaap niet vatten. Dus kwam hij ver na tien uur 's avonds nog overleggen over een naam. Ik zocht het voornamenboekje uit de kast, gaf het hem en stuurde hem terug naar bed. Een kwartiertje later stond hij er alweer. Hij had zijn keuze gemaakt. Zijn nieuwe aanwinst heet nu voortaan "Emilie". Voor de laatste keer die avond kroop hij weer tussen de lakens. Nu was hij gerust. In een mum van tijd lag hij, onze kerel van elf, eindelijk lekker te slapen.
Een druk verjaardagsfeest-weekend achter de rug. Zo druk zelfs dat ik te moe ben voor enige verslaggeving. Onze Jongste is elf jaar geworden. Elf jaar al, ook hier is al sprake van een flink stukje levensgeschiedenis. Bij de verjaardagen van de kinderen komen telkens een heleboel herinneringen boven. Aan die van de geboortedag uiteraard. Maar ook andere herinneringen. Lieve, dierbare, al eens verdrietige, vaak tedere. Zoals deze, die ik zowat negen jaar geleden in een tekstje goot:
hij speelt met zijn schaduw kleine vent van twee
loopt vooruit, achteruit, draait zich om, kijkt achterom, bukt zich, schuift een kist opzij om zijn schaduw door te laten
ziet dan mij hoe ik glimlachend naar hem kijk en ineens daarom verlegen verbergt zijn gezichtje
ik til hem op, knuffel, kietel, en hij gooit schaterend het hoofdje achterover
dan plots ernstig wijst naar boven "kijk"! we kijken samen naar wolken hoog en wijds waarvan het langzaam over drijven hem zo boeit
"daar, dat zijn wolken!" zeg ik en hij "daa wokke..."
zo leer ik hem de woorden terwijl hij mij, opnieuw, verwondering leert... jb
Om twee keer per week naar school te gaan, neem ik gewoonlijk het openbaar vervoer. Eerst moet ik een eindje met de fiets, dan stap ik op de bus die me tot vlak voor de schoolpoort brengt. Ik rij wel graag met de bus. Dat komt natuurlijk ook omdat "mijn bus" zich, als hij de halte waar ik op moet stappen aandoet, nog dicht bij het begin van de reisroute bevindt. Daardoor kan ik altijd wel een zitplaatsje bemachtigen. De weg náár de bus is soms evenwel puur lijden. Gewoonlijk heb ik een drukke ochtend achter de rug. Moet ik op het laatste moment nog naar iets op zoek (waar zit die gsm toch alweer?) of moet ik gauw gauw nog iets regelen of klaarleggen of pakken. Terwijl de tijd genadeloos verder tikt. Dan, enkele minuten later dan gepland, spurt ik naar buiten met mijn zware tas, pluk mijn fiets uit de garage en vat de tocht aan naar de bushalte. Stevig doortrappend, in grote angst dat ik de bus net zal missen. Het is niet eens zo ondoenlijk ver, dat stuk fietsen. Anderhalve kilometer. Of om precies te zijn 1464 meter volgens Routeplanner. Maar op die ochtenden dat ik me in zeven haasten naar de bushalte spoed, lijkt dat mijlenver. Dan probeer ik puffend het tempo nog wat op te drijven. Als ik dan eindelijk aan het einde van de straat gekomen ben spring ik van mijn stalen ros, slinger hem tegen telkens dezelfde lantaarnpaal, diep zenuwachtig het slot uit mijn fietszak, bevestig die snel om de paal heen aan de fiets, gooi mijn tas op de schouder, en ren, met de fietssleutel nog in de hand naar de hoek van de straat. Dan pas kan ik zien of er een bus naderbij komt. En bijna altijd volgt er dan een grote zucht van opluchting. De bus is er nog niet. Of nog zo ver weg dat ik rustig het stukje tot de halte kan wandelen. Dan daalt er een grote rust in mij neer. Dan begint het ontspannende deel van mijn tocht. Een ietsje later stap ik op en zoek me een plaatsje. Daar nestel ik me, zet de tas op mijn knieën en rits hem open. Stop mijn fietssleutel en buskaartje weg. En dan haal ik mijn boek tevoorschijn. En moet gewoonlijk mijn aangeslagen leesbril nog schoonvegen. En dan...een diepe zucht en... stressloos genieten. Ochtendspits, omleidingen, mist, alle lichten op rood? Zal me worst wezen. Laat de chauffeur zijn werk maar doen. Ik lees.
Al "school" wat de klok slaat hier. Mijn eigen opleiding is weer volop op gang. Ik heb in het volgende niveau twee vakken bijgenomen, zodat ik nu anderhalve dag per week school loop. Jongste en Middelste Zoon zijn, zoals alle scholieren, op 1 september gestart. En vandaag was het dan de beurt aan Oudste Zoon. Hij heeft de unief ingeruild voor de hogeschool: ondanks een verder succesvolle "tweede-zittijd" heeft hij het zware wiskunde-onderdeel niet kunnen bolwerken. Vandaag is hij van start gegaan gegaan in een gelijkaardige, maar lichtere richting op een nieuwe school.
"School" doet weer denken aan die eerste maanden in de klas van de basisschool. Waar is de tijd gebleven dat ze nog leerden lezen, onze kroost. Hoe aandoenlijk dat dit prille kunnen was. Zoals toen Middelste Zoon net die vaardigheid onder de knie begon te krijgen. Overal probeerde hij de woorden en letters te ontcijferen. Zo ook van de verpakking van speculaas die op de tafel lag. "500g" stond er op het pakje. "Ik weet wat daar staat!" verkondigde Zoon trots en hij las: "Vijf oog"!
Weet je... in onze buurt staat een heel speciale boom. Wat er zo speciaal is aan die boom? Wel, hij draagt een bijzondere vrucht. Geen appel, geen peer, geen vijg of kers. Neen, deze vrucht is helemaal anders. Op de hele grote wereld bestaat er maar één boom met zo'n vrucht! Wie de vrucht vindt, mag hem plukken! Dus...ik wil wel graag op zoek naar die speciale boom. Jij ook? Wil jij mee helpen zoeken?
Dan hoop ik dat je komt op mijn verjaardagsfeestje...
Het verjaardagspartijtje van Jongste. Vanavond ruilde ik "blogtijd" in voor het maken van de uitnodiging. Jongste wil deze keer een spannende zoektocht! Hopelijk klinkt bovenstaande aanhef spannend genoeg om de genodigden nieuwsgierig te maken. Nu nog zorgen voor een bol uit piepschuim en een heleboel snoep om die unieke vrucht in elkaar te knutselen. Volgende zaterdag is zover. Dan is het oogsttijd!
"O, zie! Kijk daar eens!" wees Jongste, toen we net in de auto zaten om naar school te vertrekken. Ik zocht met mijn blik in de richting van zijn wijsvinger. Zag niks bijzonders aan de muur tegenover ons. "Hoe, wat is er dan?" vroeg ik, terwijl ik wat verstoord de sleutel in het contact stak. "Daar op de ruit, een sterretje!" Mijn blikveld verengde zich van enkele meters naar een zeventig centimeter van mij vandaan. En ja, daar zag ik het ook. Voor de neus van Zoon, een sterretje in de ruit. Of liever, een nogal uit de kluiten gewassen ster. Ik zuchtte diep. De Carglass-reclame indachtig, besloot ik zo meteen maar contact op te nemen met het desbetreffende bedrijf. "Is de ster groter dan een stuk van 2 Euro mevrouw?" vroeg een vriendelijke stem even later aan de telefoon. "Eh... ik geloof van niet. Maar het zal erom houden, vrees ik." Ik kon diezelfde voormiddag nog langskomen. Het zou een kleine 100 kosten om de beschadiging te repareren, en ik zou zowat vijfenveertig minuten op de auto moeten wachten. Een deel van mijn voorgenomen poets-tijd zou ik dus die dag besteden aan die klus. Daar aangekomen bleek bij inspectie de ster toch te groot om te kunnen repareren. Een nieuwe voorruit dan maar? Met een bezwaard hart informeerde ik naar de prijs van een nieuwe ruit. Na wat tikwerk op de computer: "Tja, voor uw wagen zal het vervangen van de ruit op 611,87 komen." Ik slikte. Besloot dit eerst met Echtgenoot te overleggen. Wat later in de auto keek ik beduusd naar de ster. Wat als we de ruit nu eens niet lieten vervangen. Als we zo zouden blijven doorrijden? Er doemde een spookscenario op. Eén van de sterpunten die, bij een hobbel in de weg, plots zou doorscheuren tot voor het blikveld van de bestuurder. Het raam dat bij een schok ineens in kleine stukjes deels op mijn schoot zou belanden. Echtgenoot en ik besloten toch maar tot het vervangen van de ruit. Dat kon maandag al. En zo besteedde ik maandag een deel van mijn strijk-tijd aan het heen en weer rijden naar de plek van het gebeuren. Peddelde ondertussen met een knalgele Carglassfiets naar huis en later weer terug. Want voor deze klus moesten we de wagen drie uren missen. Ik slikte een dikke krop weg toen ik, bij het ophalen, de bankkaart in de gleuf stak. Omwille van de financiële aderlating.
Zonet bracht ik Jongste weer naar school. Op deze zonovergoten ochtend. De kleuren buiten leken zo fris, de wereld zo helder. Het bracht meteen een blije atmosfeer in de auto. Zou dat door die nieuwe ruit komen? "Het hangt er maar vanaf door welke bril je kijkt!" hoor je weleens zeggen. Geldt dat ook voor een voorruit? Als dat zo is, tja, dan kan ik er maar net zo goed van genieten!
De Zoon-die-zich-niet-kan-haasten, Jongste dus, dreigt te laat op de muziekschool te komen. En Mevrouw Stresskonijn, ik dus, kijkt meermaals angstvallig op de klok en spoort Zoon tot enige haast aan. Niet al te uitdrukkelijk, want, weet ze uit ervaring, dat werkt meestal averechts.
Hij geniet nog van een warm bad en tatert honderduit. Ik ben bezig een was in de machine te stoppen en kijk vanuit een ooghoek toe hoe hij vordert. "Waar ligt Venlo eigenlijk?" vraagt hij en: "Reed er in 1900 al een trein in Venlo?" Hij steekt zijn voet uit boven het water, en wrijft er met het washandje over. Wat een rare vragen, denk ik ongeduldig. Maar ik antwoord rustig dat ik het eigenlijk niet weet. Dat er in 1900 al wel treinen reden, maar dat ik niet weet of dat ook in Venlo was. "Waarom vraag je dat eigenlijk?" wil ik toch weten. "O, ik heb er een stukje over gelezen heb bij "begrijpend lezen" op school." Ondertussen is ook de tweede voet gewassen. "Ben je nu klaar? Dan je vlug afdrogen hé!" Weer probeer ik mijn stem rustig te laten klinken. Even later wurmt hij zich in z'n kleren. Begint ondertussen een aftelrijmpje te zingen: "Tien kleine negers, die liepen door de regen..." Hier en daar stopt hij en lacht om de bizarre wendingen in de avonturen van de zwarte mannetjes. Ik haal diep adem.
En ik luister. Ik hoor zijn heldere zangstem. Het ritme van het liedje. Z'n vrolijke gebabbel. Ik ben me bewust van zijn blije energie. En ik glimlach.
Als huiswerk voor één van onze vakken op school, moeten wij een schriftje aanleggen. "Zelfzorg" heet het, en de bedoeling is om elke dag een aantal minuten stil te houden, en bewust "in het nu" iets te doen, of niets te doen. Een moment in te passen van "gewaar zijn". Een mooie uitdrukking vind ik dat, "gewaar zijn". Bewust zijn van wat je op dat moment voelt en beleeft. Daarnet met Jongste, is het me, ondanks de druk van te weinig tijd, toch zowaar even gelukt.
Een pluim voor mezelf. Want halt houden en "gewaar zijn" is niet makkelijk voor een stresskonijn!
Dat er zigeunerkinderen op de school en de schoolbus zitten, daar heeft Jongste wel al iets van opgevangen. Maar hoe dat nu precies zit met zigeuners, dat snapt hij niet helemaal. Zo vraagt hij een keer: "Mama, AROMA-zigeuners, wat zijn dat eigenlijk?"
Pa is ondertussen, eigenlijk eind augustus al, jarig geweest. Hij werd 79.
"O, bent u 79 geworden?" vraagt hem een dame enkele dagen na zijn verjaardag "Dat gaat dus volgend jaar een groot feest worden!" En dan, een beetje benauwd denkend over "die hoge leeftijd": "Hoe voelt dat om al negen-en-zeventig te zijn? Vindt u dat niet erg?" Pa haalt zijn schouders op. "Och, ik weet niet, eigenlijk niet echt..." meent hij gelaten. "Bovendien, ik heb ze allemaal zelf opgeleefd!"
In de muziekschool hadden de kinderen die eerste dag nog niet echt les. Wel konden ze hun boeken komen ophalen en afrekenen. Zelf kon ik er niet om, die namiddag, omdat ik al ergens heen moest en verder nog een hele rits boodschappen had af te werken. En ik oordeelde dat Jongste dat best zelf kon: even op en neer rijden met de fiets om bij de juf zijn boek op te gaan halen. Voor ik vertrok legde ik het geld klaar en vertelde Jongste wat hij moest doen. Alleen sprak ik vaag over "deze namiddag" en vergat het uur te vermelden waarop hij daar ten laatste terecht kon. En "deze namiddag" duurt bij Jongste nu eenmaal tot aan het avondeten. Gevolg was dat hij erg laat aankwam op de muziekschool en de juf al naar huis was gegaan. Hij had ook wel veel pech gehad, vond hij. Bij de heenweg had hij heel lang aan de overweg van de spoorlijn moeten staan. "Wel drie treinen hé, kwamen er na elkaar!" De slagbomen waren een keer terug open gegaan, de mensen begonnen al over te steken en ineens begon het rode licht weer te knipperen. Jongste had, misschien gelukkig maar, niet over gedurfd zoals de andere mensen. Dan, in de muziekschool, had hij zijn juf niet kunnen vinden. "Wel een úúr heb ik daar staan wachten!" Ik probeerde het mij voor te stellen. De onzekerheid en verlorenheid waarmee hij daar had gestaan. Eén keer had hij een mevrouw gezien die volgens hem heel erg leek op zijn juf. Tenminste, gezien langs achteren. "Langs de achterkant hé, dan was dat precies juf Lotte. Maar alleen maar langs achteren. Want toen ik haar zag van opzij, zag ik dat het juf Lotte niet was. En weet je hoe ik dat zag? Ik zag het aan haar kin. Haar kin was niet hetzelfde als bij de juf. Haar kin stak veel meer naar voren als bij juf Lotte..!"
Dat mensen met autisme anders denken weet ik natuurlijk al lang. Toch kan ik er bij Jongste niet altijd de vinger op leggen. Maar met een uitspraak als deze wel. Dan valt de andere denkstijl, en het detaildenken op. Ook wij menen wel eens iemand te herkennen, die die bepaalde persoon niet blijkt te zijn. Maar op het moment dat we dat opmerken flitsen er heel snel een heleboel kenmerken tegelijkertijd binnen, die we oppikken, zonder ze misschien te kunnen benoemen. Jongste pikte er hier één detail uit. En het vroeg van hem heel wat "denkarbeid" eer hij zijn conclusie kon trekken.
Het werd een hele ervaring voor hem, dat "eventjes zijn muziekboek ophalen". En dan kwam hij nog thuis zónder. Maar wel fijn dat hij het zo verwoorden kon. Daardoor daagt er in mij weer eventjes iets van zijn manier van denken.
Gisteren heb ik afscheid genomen. Nogmaals. Afscheid genomen van mijn oude beroep. De meeste jaren van mijn leven heb ik in de tuinbouw gewerkt: vroeger op het ouderlijk bedrijf, later op het bedrijf van Oudste Broer. Vorig jaar kwam dat bedrijf, zoals veel land- en tuinbouwbedrijven, in slechte papieren te zitten. Broer kon niet anders dan zijn personeel ontslaan. Ik ben toen op zoek gegaan, en ben uiteindelijk begin dit jaar gestart met de opleiding Animator voor Bejaarden. Maar tuinbouwers zijn taaie doorzetters. Broer en Schoonzus hebben hun activiteit in het huurbedrijf gestopt. Maar in het eigen bedrijf startten ze een nieuwe teelt op. Ze hebben de kans gekregen om onder bepaalde prijsgaranties mee te werken aan de teelt en de promotie van puntpaprika's. Een variant op de gewone paprika die iets heeft van reusachtige pepers. Alleen zijn ze niet pikant van smaak, maar lekker zoet. Heerlijk om in fijne ringetjes te snijden in een slaatje. Of om soep van te maken, of op te vullen met gehakt. Dankzij deze mogelijkheid ziet het er nu weer rooskleuriger uit voor Broer en Schoonzus. En deze zomer, toen het wat mijn opleiding betreft ook grote vakantie was, heb ik dus een tijdje deel mogen hebben aan het project. Maar deze week is ook voor mij "de school" weer begonnen en stap ik weer verder op de nieuw ingeslagen weg. Nu nog even op mijn stekje promotie voeren voor een lekkere, kleurrijke en gezonde groente!
Een spannende dag gisteren, die eerste september. Vooral voor wie voor de eerste keer...
...het kleuterklasje binnen stapten, zoals Silke. ...als kleuter-af naar de eerste klas van de basisschool gingen, zoals Tibe. ...naar de middelbare school vertrokken, zoals Hanne en Joren. ...zich naar hun werk begaven, zoals Robin en Yenzo.
Aan wie zo een grote stap heeft gezet, en sowieso aan al wie begin september (opnieuw) van start is gegaan, aan alle juffen en meesters en schoolpersoneel...
Zes jongeren van achttien jaar, vijf jongens en één meisje, waaronder Middelste Zoon, hebben dus hun eigen festival georganiseerd. En, enkele organisatorische mankementen daargelaten, hebben ze dat schitterend gedaan. Wel hadden ze heel veel pech. Het weer zat hen lelijk tegen. Een uur voor de start zagen we hoe twee partytenten door een rukwind werden opgetild en meters verder in de wei belanden. In allerijl werden ze met vereende krachten weer in elkaar gemonteerd en stevig verankerd. Erger was het gepruttel van de gehuurde generator. In het begin was hij al enkele keren uitgevallen. Daarna lukte het een aantal uren prima. Tot 's nachts om kwart over twaalf, toen ondanks de regenvlagen het feest in volle gang was, hij plotseling weer uitviel. Gevolg: geen muziek meer en geen licht. Het euvel raakte maar niet opgelost, terwijl de regenvlagen elkaar steeds dichter opvolgden. Natuurlijk dat veel verkleumde jongeren het voor bekeken hielden en huiswaarts trokken. Een hardnekkige kern feestvierders bleef. Zorgden dan maar zingend zelf voor ambiance. Na ruim een uur zenuwachtig speurwerk lukte het pas om de muziek weer op te starten. Er moest evenwel gefeest worden bij wat summiere verlichting: door het vele vocht bleek er daar ergens een kortsluiting te zijn. Een uur later viel de stroom weer helemaal uit, terwijl het op dat moment ook onophoudelijk begon te gieten. Einde feest dus.
Maar toch... Toch zat de sfeer er een tijdlang stevig in. De opkomst was naar omstandigheden heel behoorlijk. De gasten lieten zich niet van de wijs brengen. Telkens bij een stortvlaag troepten ze met velen samen onder een groot stuk zeil. Een heleboel vrijwilligers, waaronder de meeste ouders, verleenden assistentie. Hielpen bij de tap, bij het verkopen van de bonnetjes, bij het bakken en inpakken van de hamburgers. Het concept van het festival was weldoordacht, het podium indrukwekkend. "Ja," blonk een fiere mama van één van de jonge organisatoren " ze hebben het toch maar gefixt. Nog maar achttien en dit al in elkaar gebokst!"
En zo is het inderdaad. Een hechte groep vrienden zijn hun droom achterna gegaan. Ze hebben er ongelooflijk hard aan gewerkt. Hebben verbazend goed samen gewerkt aan de organisatie en de opbouw van hun evenement. Door slechte omstandigheden werd het misschien geen onverdeeld succes. Maar het zat er wel in. "Dizwit" had het potentieel om een prachtig gebeuren te worden, geschoeid op de leest van jongeren. En ook hier telt dat de weg naar het doel misschien belangrijker was dan het doel zelf.
En ... ze hebben een verhaal. Misschien nog het kostbaarste van al, bedenk ik met een glimlach. Ze hebben een verhaal dat ze zullen meedragen en vertellen, al dan niet hier en daar wat aangedikt. Ze hebben een verhaal tot ver in hun oude dag!
Middelste Zoon en zijn kompanen, allemaal fervente festivalliefhebbers, hebben een waanzinnig plan opgevat. Ze organiseren zelf een mini-festivalletje. Ze noemen het gebeuren "Dizwit", een verbastering van het Frans voor achttien, dix-huit. Dit omdat ze dit jaar allemaal achttien worden of geworden zijn. Ze hebben de hele doening zelf in handen genomen: gezocht naar DJ's, sponsors, materiaal. Gezorgd voor vergunningen en veiligheid. Morgen, zondag, is het zover. Het terrein voor het evenemant is volop in opbouw, zoals te zien op de foto's. De jongeren kamperen er al enkele dagen om het materiaal te bewaken. Nu maar hopen dat het lukt. De weergoden zouden hen niet zo goed gezind zijn. Maar we duimen toch dat ze het een beetje droog mogen houden, dat er voldoende bezoekers komen en dat er de ambiance zal zijn waarvoor ze het allemaal doen. Hun festival, voor moederlijke zenuwen is het allemaal een beetje te veel. Ongelooflijk opgelucht zal ik zijn als het allemaal voorbij en zonder noemenswaardige ongelukken verlopen is. Nog een paar dagen, dan zal ik het weten te vertellen.
Enkele dagen geleden is Luk overleden. Vandaag is zijn uitvaart. Zelf heb ik Luk niet goed gekend. Hij schijnt een vaste waarde geweest te zijn bij allerlei activiteiten van Autisme Vlaanderen. Hij nam tot voor kort, bij gezinsweekends en uitstappen, de begeleiding op zich van kinderen met autisme, en van de "brusjes"groep, de broers en zussen van de kinderen met autisme. Luk moet een warme en grappige mens geweest zijn. Bij het laatste gezinsweekend zat hij in een rolstoel: een vreselijk iets had zich in zijn hersenen genesteld en hem op non-actief gesteld. Hij kon niet meer meedoen zoals hij gewend was, maar hij was er wel bij. De ziekte heeft hard en onverbiddelijk toegeslagen. Luk, nog geen 37 jaar oud, is overleden. Hij laat een lieve vrouw achter, Els, die één van de drijvende krachten is van Autisme Vlaanderen. En ook twee jonge kinderen, Siebe en Auke, moeten het nu stellen zonder hun papa.
Net op hetzelfde moment dat ik dit bericht kreeg, was er ook een mailtje van Stephanie, (één van de meisjes in Canada), waarin ze me onderstaande tekst cadeau deed. Hij is van de hand van een optimistische levensgenieter: Mattie Stepanek, een jongen met een erfelijke spierziekte, die op veertienjarige leeftijd is gestorven.
Deze tekst wil ik jullie graag delen. Op deze dag, een dag om stil te staan bij het immense lijden dat een afscheid mee kan brengen. Het afscheid van schitterende en véél te jonge mensen. Het afscheid van Luk. In gedachten aanwezig vandaag, wens ik Els, Siebe en Auke héél veel sterkte toe!
A champion is a winner, A hero... Someone who never gives up. Even when the going gets rough. A champion is a member of a winning team... Someone who overcomes challenges even when it requires creative solutions. A champion is an optimist, A hopeful spirit... Someone who plays the game, Even when the game is called life... Especially when the game is called life. Ther can be a champion in each of us, If we live as a winner, If we live as a member of the team, If we live with a hopeful spirit, For life.
Mattie Stepanek, 1999, in "Journey through Heartsongs"
Op de avondmarkt aan de zeedijk had ik een spin voor hem gekocht. U weet wel, zo'n pluizig reuze-exemplaar met grote griezelige poten. En een slangetje met zo een pomp-balletje eraan. Telkens je daarin knijpt, springt de spin een eindje verder. "Een fop-spin! Dat is een echte fopspin hé mama, daar kan je mensen echt mee doen schrikken!" Eventjes later zette hij de griezel boven op mijn hoofd. "Ha, ha, ha," schaterde hij "nu heb je je blog op je hoofd!"
Waar gaan volgens Neefje Xander hulpbehoevende oude mensen wonen? In een be-haard-en-tehuis!
Dat Jongste weer terug is na een weekje kamp zullen we geweten hebben. Hij babbelt en vraagt soms aan één stuk door. Grote en kleine vraagstukken passeren zo de revue. "Mama," zo vraagt hij een keer "in Egypte, werken ze daar nu nog met farao's?"
"Gek toch dat met het ouder worden je benen zoveel langer worden...!" zucht Pa. "Worden je benen dan langer?" vraag ik verbaasd. Dat had ik nog nooit gehoord. Wel dat je met het ouder worden enkele centimeters zou "krimpen". Maar dat je benen dan in verhouding langer zouden worden? "Ja," verklaart Pa "want de laatste tijd kan ik steeds moeilijker aan mijn voeten om mijn kousen aan te trekken!"
Ik zong het mee uit volle borst. Het overbekende liedje van Gérard Lenormand dat speelde op de radio: "La ballade des gens heureux." Met dat meezingen bezorgde ik niemands oren overlast, want ik stond een eind van de werkplek van de anderen vandaan. Waar dat plotse geluksgevoel nu toch vandaan kwam, vroeg ik mezelf af. Was het misschien omdat het met Jongste meegevallen was op het kamp? Of om de zon die plots doorbrak? Of die olijke gele kleur van de paprika's die ik op dat moment aan het oogsten was? (*) Een poos later liep ik nog te denken over die blije stemming. Mijmerde ik over wat "geluk" eigenlijk is. Niet het ontbreken van zorgen alleszins. Misschien gewoon je niet laten ringeloren door die kommer en zorg. Weigeren jezelf zielig te vinden. En openstaan voor die heerlijke geniet-momentjes. Daar moest ik daarnet ook aan denken, toen ik, hier aan zee, bij het vallende duister samen met "meneertje Kwebbel" nog op blote voeten langs de vloedlijn liep.
Morgen nog een volle dag zee-vakantie...
* Tijdens de zomervakantie ben ik weer tijdelijk ingelijfd in het tuinbouwbedrijf van Broer.
Monter stapte hij van de bus. "Hallo mama!" Ik monsterde hem. Mijn "kleintje", die ook al zo groot geworden is, zag ik weer. Verder: vuile kleren en vuile oren. Maar voor de rest helemaal in orde. Ik vond nog een paar bekende sokken en twee onderbroekjes tussen "de verloren voorwerpen" die te grabbel waren gelegd op het asfalt. Ik zocht de bagage bij elkaar. Waar ik achteraf, God weet hoe, weer een zak van vergeten bleek te hebben. We dankten de twee jonge monitoren en trokken toen huiswaarts. Onderweg stond zijn mond niet stil. File-lange verhalen. Ja, "het viel wel mee", het kamp. Geen grote euforie, maar dat kon ook moeilijk als allerlei leuke dingen letterlijk in het water vielen. Als de "deathride" bijvoorbeeld net voor je neus gesloten werd, wegens te gevaarlijk door de plotse stortbui. Als je tijdens de tweedaagse door het slijk moest baggeren en kamperen in de gutsende regen. Als dan ook, net tijdens die tweedaagse afwezigheid, pizzabuffet op het menu had gestaan in het hoofdgebouw, en jij daardoor je lievelingsgerecht bent misgelopen. Een behoorlijke portie pech dus. Maar we kregen geenszins een emotioneel verhakkeld kind thuis. Hij had zich staande gehouden. Hij was kennelijk aanvaard geweest in de groep, had zich tijdens heel wat activiteiten kostelijk geamuseerd. De moni's hadden goed geanticipeerd op hetgeen vooraf verteld was geweest: Jongste kreeg iedere dag een "dagschema" op een papiertje, hij mocht zich terugtrekken wanneer het hem te druk werd. Hij kreeg een apart "taakje" toen hij een spel in grote groep dreigde niet aan te kunnen.
Zijn papa en ik zijn dik tevreden dat het zo is verlopen. We durven al aarzelend aan een "volgende keer" te denken. Ontzettend dankbaar voel ik me ook. Om de ploeg van jonge mensen die zo goed hebben begeleid. Die hetgeen ze wisten over ons kind, ter harte hebben genomen. Verder nog dank aan al die lieve familieleden, die zorgden voor een heleboel post voor Jongste. Heel wat kaartjes, en zelfs een paar heuse stripverhalen, heeft hij er ontvangen.
Dus aan jullie allemaal: van harte dank u wel! Mee door jullie is dit kamp, wat we aanvoelden als een riskante onderneming, toch een succes geworden!
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek