Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Zes jongeren van achttien jaar, vijf jongens en één meisje, waaronder Middelste Zoon, hebben dus hun eigen festival georganiseerd. En, enkele organisatorische mankementen daargelaten, hebben ze dat schitterend gedaan. Wel hadden ze heel veel pech. Het weer zat hen lelijk tegen. Een uur voor de start zagen we hoe twee partytenten door een rukwind werden opgetild en meters verder in de wei belanden. In allerijl werden ze met vereende krachten weer in elkaar gemonteerd en stevig verankerd. Erger was het gepruttel van de gehuurde generator. In het begin was hij al enkele keren uitgevallen. Daarna lukte het een aantal uren prima. Tot 's nachts om kwart over twaalf, toen ondanks de regenvlagen het feest in volle gang was, hij plotseling weer uitviel. Gevolg: geen muziek meer en geen licht. Het euvel raakte maar niet opgelost, terwijl de regenvlagen elkaar steeds dichter opvolgden. Natuurlijk dat veel verkleumde jongeren het voor bekeken hielden en huiswaarts trokken. Een hardnekkige kern feestvierders bleef. Zorgden dan maar zingend zelf voor ambiance. Na ruim een uur zenuwachtig speurwerk lukte het pas om de muziek weer op te starten. Er moest evenwel gefeest worden bij wat summiere verlichting: door het vele vocht bleek er daar ergens een kortsluiting te zijn. Een uur later viel de stroom weer helemaal uit, terwijl het op dat moment ook onophoudelijk begon te gieten. Einde feest dus.
Maar toch... Toch zat de sfeer er een tijdlang stevig in. De opkomst was naar omstandigheden heel behoorlijk. De gasten lieten zich niet van de wijs brengen. Telkens bij een stortvlaag troepten ze met velen samen onder een groot stuk zeil. Een heleboel vrijwilligers, waaronder de meeste ouders, verleenden assistentie. Hielpen bij de tap, bij het verkopen van de bonnetjes, bij het bakken en inpakken van de hamburgers. Het concept van het festival was weldoordacht, het podium indrukwekkend. "Ja," blonk een fiere mama van één van de jonge organisatoren " ze hebben het toch maar gefixt. Nog maar achttien en dit al in elkaar gebokst!"
En zo is het inderdaad. Een hechte groep vrienden zijn hun droom achterna gegaan. Ze hebben er ongelooflijk hard aan gewerkt. Hebben verbazend goed samen gewerkt aan de organisatie en de opbouw van hun evenement. Door slechte omstandigheden werd het misschien geen onverdeeld succes. Maar het zat er wel in. "Dizwit" had het potentieel om een prachtig gebeuren te worden, geschoeid op de leest van jongeren. En ook hier telt dat de weg naar het doel misschien belangrijker was dan het doel zelf.
En ... ze hebben een verhaal. Misschien nog het kostbaarste van al, bedenk ik met een glimlach. Ze hebben een verhaal dat ze zullen meedragen en vertellen, al dan niet hier en daar wat aangedikt. Ze hebben een verhaal tot ver in hun oude dag!
Middelste Zoon en zijn kompanen, allemaal fervente festivalliefhebbers, hebben een waanzinnig plan opgevat. Ze organiseren zelf een mini-festivalletje. Ze noemen het gebeuren "Dizwit", een verbastering van het Frans voor achttien, dix-huit. Dit omdat ze dit jaar allemaal achttien worden of geworden zijn. Ze hebben de hele doening zelf in handen genomen: gezocht naar DJ's, sponsors, materiaal. Gezorgd voor vergunningen en veiligheid. Morgen, zondag, is het zover. Het terrein voor het evenemant is volop in opbouw, zoals te zien op de foto's. De jongeren kamperen er al enkele dagen om het materiaal te bewaken. Nu maar hopen dat het lukt. De weergoden zouden hen niet zo goed gezind zijn. Maar we duimen toch dat ze het een beetje droog mogen houden, dat er voldoende bezoekers komen en dat er de ambiance zal zijn waarvoor ze het allemaal doen. Hun festival, voor moederlijke zenuwen is het allemaal een beetje te veel. Ongelooflijk opgelucht zal ik zijn als het allemaal voorbij en zonder noemenswaardige ongelukken verlopen is. Nog een paar dagen, dan zal ik het weten te vertellen.
Enkele dagen geleden is Luk overleden. Vandaag is zijn uitvaart. Zelf heb ik Luk niet goed gekend. Hij schijnt een vaste waarde geweest te zijn bij allerlei activiteiten van Autisme Vlaanderen. Hij nam tot voor kort, bij gezinsweekends en uitstappen, de begeleiding op zich van kinderen met autisme, en van de "brusjes"groep, de broers en zussen van de kinderen met autisme. Luk moet een warme en grappige mens geweest zijn. Bij het laatste gezinsweekend zat hij in een rolstoel: een vreselijk iets had zich in zijn hersenen genesteld en hem op non-actief gesteld. Hij kon niet meer meedoen zoals hij gewend was, maar hij was er wel bij. De ziekte heeft hard en onverbiddelijk toegeslagen. Luk, nog geen 37 jaar oud, is overleden. Hij laat een lieve vrouw achter, Els, die één van de drijvende krachten is van Autisme Vlaanderen. En ook twee jonge kinderen, Siebe en Auke, moeten het nu stellen zonder hun papa.
Net op hetzelfde moment dat ik dit bericht kreeg, was er ook een mailtje van Stephanie, (één van de meisjes in Canada), waarin ze me onderstaande tekst cadeau deed. Hij is van de hand van een optimistische levensgenieter: Mattie Stepanek, een jongen met een erfelijke spierziekte, die op veertienjarige leeftijd is gestorven.
Deze tekst wil ik jullie graag delen. Op deze dag, een dag om stil te staan bij het immense lijden dat een afscheid mee kan brengen. Het afscheid van schitterende en véél te jonge mensen. Het afscheid van Luk. In gedachten aanwezig vandaag, wens ik Els, Siebe en Auke héél veel sterkte toe!
A champion is a winner, A hero... Someone who never gives up. Even when the going gets rough. A champion is a member of a winning team... Someone who overcomes challenges even when it requires creative solutions. A champion is an optimist, A hopeful spirit... Someone who plays the game, Even when the game is called life... Especially when the game is called life. Ther can be a champion in each of us, If we live as a winner, If we live as a member of the team, If we live with a hopeful spirit, For life.
Mattie Stepanek, 1999, in "Journey through Heartsongs"
Op de avondmarkt aan de zeedijk had ik een spin voor hem gekocht. U weet wel, zo'n pluizig reuze-exemplaar met grote griezelige poten. En een slangetje met zo een pomp-balletje eraan. Telkens je daarin knijpt, springt de spin een eindje verder. "Een fop-spin! Dat is een echte fopspin hé mama, daar kan je mensen echt mee doen schrikken!" Eventjes later zette hij de griezel boven op mijn hoofd. "Ha, ha, ha," schaterde hij "nu heb je je blog op je hoofd!"
Waar gaan volgens Neefje Xander hulpbehoevende oude mensen wonen? In een be-haard-en-tehuis!
Dat Jongste weer terug is na een weekje kamp zullen we geweten hebben. Hij babbelt en vraagt soms aan één stuk door. Grote en kleine vraagstukken passeren zo de revue. "Mama," zo vraagt hij een keer "in Egypte, werken ze daar nu nog met farao's?"
"Gek toch dat met het ouder worden je benen zoveel langer worden...!" zucht Pa. "Worden je benen dan langer?" vraag ik verbaasd. Dat had ik nog nooit gehoord. Wel dat je met het ouder worden enkele centimeters zou "krimpen". Maar dat je benen dan in verhouding langer zouden worden? "Ja," verklaart Pa "want de laatste tijd kan ik steeds moeilijker aan mijn voeten om mijn kousen aan te trekken!"
Ik zong het mee uit volle borst. Het overbekende liedje van Gérard Lenormand dat speelde op de radio: "La ballade des gens heureux." Met dat meezingen bezorgde ik niemands oren overlast, want ik stond een eind van de werkplek van de anderen vandaan. Waar dat plotse geluksgevoel nu toch vandaan kwam, vroeg ik mezelf af. Was het misschien omdat het met Jongste meegevallen was op het kamp? Of om de zon die plots doorbrak? Of die olijke gele kleur van de paprika's die ik op dat moment aan het oogsten was? (*) Een poos later liep ik nog te denken over die blije stemming. Mijmerde ik over wat "geluk" eigenlijk is. Niet het ontbreken van zorgen alleszins. Misschien gewoon je niet laten ringeloren door die kommer en zorg. Weigeren jezelf zielig te vinden. En openstaan voor die heerlijke geniet-momentjes. Daar moest ik daarnet ook aan denken, toen ik, hier aan zee, bij het vallende duister samen met "meneertje Kwebbel" nog op blote voeten langs de vloedlijn liep.
Morgen nog een volle dag zee-vakantie...
* Tijdens de zomervakantie ben ik weer tijdelijk ingelijfd in het tuinbouwbedrijf van Broer.
Monter stapte hij van de bus. "Hallo mama!" Ik monsterde hem. Mijn "kleintje", die ook al zo groot geworden is, zag ik weer. Verder: vuile kleren en vuile oren. Maar voor de rest helemaal in orde. Ik vond nog een paar bekende sokken en twee onderbroekjes tussen "de verloren voorwerpen" die te grabbel waren gelegd op het asfalt. Ik zocht de bagage bij elkaar. Waar ik achteraf, God weet hoe, weer een zak van vergeten bleek te hebben. We dankten de twee jonge monitoren en trokken toen huiswaarts. Onderweg stond zijn mond niet stil. File-lange verhalen. Ja, "het viel wel mee", het kamp. Geen grote euforie, maar dat kon ook moeilijk als allerlei leuke dingen letterlijk in het water vielen. Als de "deathride" bijvoorbeeld net voor je neus gesloten werd, wegens te gevaarlijk door de plotse stortbui. Als je tijdens de tweedaagse door het slijk moest baggeren en kamperen in de gutsende regen. Als dan ook, net tijdens die tweedaagse afwezigheid, pizzabuffet op het menu had gestaan in het hoofdgebouw, en jij daardoor je lievelingsgerecht bent misgelopen. Een behoorlijke portie pech dus. Maar we kregen geenszins een emotioneel verhakkeld kind thuis. Hij had zich staande gehouden. Hij was kennelijk aanvaard geweest in de groep, had zich tijdens heel wat activiteiten kostelijk geamuseerd. De moni's hadden goed geanticipeerd op hetgeen vooraf verteld was geweest: Jongste kreeg iedere dag een "dagschema" op een papiertje, hij mocht zich terugtrekken wanneer het hem te druk werd. Hij kreeg een apart "taakje" toen hij een spel in grote groep dreigde niet aan te kunnen.
Zijn papa en ik zijn dik tevreden dat het zo is verlopen. We durven al aarzelend aan een "volgende keer" te denken. Ontzettend dankbaar voel ik me ook. Om de ploeg van jonge mensen die zo goed hebben begeleid. Die hetgeen ze wisten over ons kind, ter harte hebben genomen. Verder nog dank aan al die lieve familieleden, die zorgden voor een heleboel post voor Jongste. Heel wat kaartjes, en zelfs een paar heuse stripverhalen, heeft hij er ontvangen.
Dus aan jullie allemaal: van harte dank u wel! Mee door jullie is dit kamp, wat we aanvoelden als een riskante onderneming, toch een succes geworden!
Eergisteren was het "Moederkesdag" in en rond Antwerpen.
Bij het middageten vond ik een pakje op mijn bord. Vast een boek, raadde ik, toen ik het nieuwsgierig bevoelde. "Ik hoop maar dat je er blij mee zal zijn..." aarzelde Dochter. "Oh," vond Oudste Zoon "voor ons mama is dat gemakkelijk om een boek te vinden. Als het over ouderen gaat, of over autisme of dementie, dan zit je altijd goed." Ik deed het pakje open en haalde het boek tevoorschijn. "Hersenschimmen" van Bernlef. Voor de eerste keer al uitgegeven in 1984 en nu aan de negenenveertigste druk toe. Het handelt inderdaad over één van de genoemde onderwerpen: het is een roman, geschreven vanuit de beleving van een dementerende man. "Ik denk wel dat je het mooi zal vinden." glimlachte Dochter "Ik heb het zelf ooit gelezen. Ik vond het een schitterend boek." "Ha, natúúrlijk gaat ze dat goed vinden." orakelde Oudste Zoon "Echt iets voor ons mama!"
De eerste bladzijden heb ik ondertussen al gelezen. De rest bewaar ik. Voor het het einde van de week als ik, samen met Jongste, enkele dagen ga logeren bij Pa. Dan zal ik wel tijd vinden om me, nieuwsgierig en leergierig, onder te dompelen in wat dit boek verhaalt.
Made up, het animatiefilmpje dat Dochter vorig jaar maakte, en dat een poosje geleden genomineerd was voor het Festival d'animation d' Annecy, is dat nu ook voor het Animatie Festival "Klik" in Amsterdam. Toch maar eens een linkje ernaar op mijn blog? ...Ah ja...! Dus.... klik en zie hier, genomineerd in de categorie "International Student Competion" voor "KLIK": Made Up!
Onze Jongste hanteert nogal eens een wat "gezwollen" taalgebruik. Zo ook vorige week. Hij vertelde een pijnlijk voorval van enkele jaren geleden op school. Het moet diepe sporen hebben nagelaten, want de tranen kwamen hem nog in de ogen. "En toen hé..., toen had ik zo'n gevoel..." Even zocht hij naar woorden om zijn gevoel te beschrijven. En vervolgde dan ietwat pathetisch: "...Ik had het gevoel dat de zon explodeerde op de plaats waar mijn hart zit!"
Vanmorgen is hij op kamp vertrokken. Hij is met de elfjarigen mee op een vakantie van de mutualiteit. Ik ben er niet gerust op. De groep lijkt me nogal groot. De begeleiders zijn gemotiveerd, maar nog zo jong. Hoe gaat ons kind, met zijn ASS-problematiek, zich daar kunnen redden? Natuurlijk, de moni's zijn goed ingelicht. Jongste gaat mee onder de noemer: "Jongere met bijzondere aandacht". Het is niet zonder voorbereiding gegaan. En we willen hem uitdagingen aanbieden, hem de kans geven grenzen te verleggen, hem niet te veel beschermen, toch? Jawel, maar nu. 't Is toch heel wat voor dit kind. Vreemde plek, vreemde kinderen, vreemde begeleiding. Heeft dit kans om te lukken? Het lijkt me een dubbeltje op zijn kant.
Een zekere beklemming, dat is het wat ik voel. Niet dat dat gevoel te vergelijken is met de zon die explodeert, zoals bij Jongste. Maar de plek waar mijn hart zit, ja, daar ergens situeert het zich wel!
Net voor sluitingstijd struikelde ik binnen. Zocht eerst met vlugge ogen het standje af. Ja, hier lagen ze. Neen, neen, deze was te klein, schatte ik. Ik opende mijn handtas, diepte het op om even te passen. Besloot de grotere te nemen. Dan haastte ik me naar het loket. Hij raakte maar moeizaam door de gleuf van het raampje. "Kan u mij ook zeggen hoeveel er op moet?" vroeg ik aan de mevrouw erachter. "Mag ik het even om te wegen?" vroeg ze, wijzend naar het wat smoezelige textiel in mijn hand. Ik stopte het in het luikje. Ze pakte het er aan haar kant uit en legde het mee op de weegschaal. En na een momentje gespannen stilte waarin ze het getal van het gewicht aflas: "Er moeten er drie op!" Ze wendde zich weer naar mij: "Als u ze met tien gelijk koopt, zijn ze goedkoper!" Ik twijfelde even: "Ja, doet u maar! Dat is nooit verloren." "Als u het daar even klaar maakt," zei ze met een hoofdknik naar het tafeltje "dan kan het zo meteen nog mee!" Ik glimlachte dankbaar en ging zitten. Ik pakte en plakte, greep naar de pen aan het koordje en schreef met haastige letters. De mevrouw wachtte geduldig en glimlachte begrijpend, toen ik het afgewerkte pakje bij haar afleverde. "Tja, een kind kan dat moeilijk missen hé!"
En nu is het dus vertrokken voor een lange reis. Het knuffeltje van Neefje, dat hij gisteren hier vergeten was. Het versturen met de post leek me de snelste manier. Met wat geluk heeft hij zijn onmisbare slaapvriendje morgen weer terug.
Ik ging nog maar eens naar de slaapkamer om ze aan te manen nu toch maar te gaan slapen. En toen was er dit tafereeltje: Jongste en het Neefje-logeetje broederlijk bij elkaar in bed. De oudste, onze Jongste dus, die de jongste, het Neefje, voorlas uit een stripverhaal. Dit kon ik moeilijk verstoren, toch?
Jongste komt in de keuken, waar ik net met Pa aan het telefoneren ben. Als Pa en ik ons kenbaar hebben gemaakt, vraag ik hem hoe het ermee gaat. "Och," zegt hij "ik leef nog!" Ik grinnik om die uitdrukking. Ik zou dit antwoord nogal onrustwekkend somber vinden klinken, moest ik niet weten dat Pa op deze manier één van zijn zoons imiteert, die steevast en voorspelbaar ook dit antwoord geeft op de "hoe-gaat-het-ermee-vraag". "Ach zo, je leeft nog!" reageer ik dan ook gemaakt verbaasd "Fijn om dat te horen! Tja, in het andere geval zou het niet eenvoudig geweest zijn om de hoorn op te nemen hé....." Terwijl Pa en ik, aanvankelijk wat over en weer grappend ons gesprek verder zetten, loopt Jongste ineens snel naar de woonkamer. Met één oor hoor ik hij hoe hij daar, in volle ernst alsof het héél belangrijk nieuws betreft, meedeelt aan Oudste Zoon: "Broer, moet je weten! Opa lééft nog!"
Verdorie, dat ik het nu vergeten was. En ik was het nog zo van plan. Wat jammer toch. Dat vertelde ik daarstraks ook aan tafel. Dat ik het zo jammer vond dat ik vergeten was om een taartje te kopen. Dat vanmorgen het idee was opgekomen om bij het avondeten als nagerecht taart te serveren. Een taart met één kaarsje op. "Hoe, maar er verjaart toch niemand?" vroeg Echtgenoot niet-begrijpend. "Neen..., maar mijn blog bestaat vandaag precies één jaar!" Echtgenoot hief de ogen ten hemel. Bij iets, wat hem betreft, zonder pardon gerangschikt kon worden onder de noemer "Flauwekul". Hij heeft het sowieso niet op met blogs of andere toestanden, waarin mensen hun sentimenten vrijelijk de wereld insturen. En dan nog taart omdat zo'n blog precies één jaar oud is. Dat staat volgens hem in onnozelheid gelijk aan "puppyborrels" of het huwelijk vieren tussen je hond en je kat, zoals een excentrieke dame in onze buurt laatst uitbundig gedaan had. Ze had er zelfs de krant mee gehaald. Maar toch, zo'n blog een jaartje volhouden op regelmatige basis, dat is toch al een kleine prestatie. De moeite om te vieren vind ik zelf. Mijn blogje is maar een bescheiden stekje. Niet wat je noemt een grote lezer-trekker. Maar wel een aantal getrouwen die graag al eens komen kijken. Meer hoeft dat niet te zijn. De eerste verjaardag is dan ook een mooie gelegenheid om het u te zeggen: hoe fijn ik het vind dat u mijn schrijfseltjes komt lezen. En wat de blog-verjaardagstaart betreft: u misschien zin in een stukje?
Vandaag, precies op de dag dat Dochter weer zal landen in Zaventem, vertrekken de vijf Vlaamse studentes, waaronder Nichtje Stéphanie, voor twee maanden naar Canada. Van hun grote avontuur, en over wat ze daar zullen zien en leren, gaan ze ook een blog bijhouden. Die ga ik zeker en vast mee volgen. En aan wie ook graag eens een kijkje neemt: de link heb ik er hier links bij gezet. Ook van hieruit wil ik de vijf Belgische meisjes een deugddoend en leerrijk verblijf toewensen!
Ik vind het een gezellig geluid, dat "krakkelen" van het dekbed, waarmee ik de strijd aanga om het in de overtrek te stoppen. Als dat gelukt is spreid ik het mooi over het bed, stop de achterflap in en trek de heleboel netjes recht. Ik bekijk op een afstand het resultaat. Ziet er goed uit. Een beetje saai misschien, dat maagdelijke ecru tegen de muur van bijna dezelfde kleur? Ik kies een rozerode kussensloop voor het éne kussen dat nog over is, doe het er omheen en zet het op het bed. Ziezo, dat geeft een beetje kleur. Met het dekken van het bed heb ik de laatste hand gelegd aan de kamer van Dochter. Dinsdag komt ze weer terug van haar reis naar India. Vermoeid wellicht van de vele indrukken, van de terugreis langs stoffige wegen, van de hitte en de lange vliegreis. Zal deugd doen, denk ik met een glimlach, om terug thuis te komen. Om zich weer te kunnen nestelen in een opgeruimde en gepoetste kamer. Om na een verfrissende douche weer lekker tussen het frisse linnen in haar eigen bed te kruipen. Ik kan die sensatie zelf bijna voelen terwijl ik met het karweitje bezig ben. Normaliter staat ze zelf in voor de reinheid van haar kamer en het tijdig wisselen van beddengoed. Maar als ze een poosje van huis geweest is, tja dan beschouw ik het als een zaak van moederlijke eer om haar te verwelkomen in een schone kamer.
Zo doe ik het voor elk van onze kinderen. Benieuwd of ze dat later nog gaan weten. Later als ik een stokoud vrouwtje geworden zal zijn of erna. Of ze er dan, met dezelfde glimlach als ik nu en met dezelfde warmte, wel eens aan zullen terug denken.
Jongste en ik kijken samen naar het nieuws. De nieuwslezer vertelt hoe op dezelfde kampplaats nu al voor de tweede keer deze zomer een heleboel kinderen ziek zijn geworden. Op de beelden zie je op de bewuste plek de ambulances af en aan rijden. Op een moment zegt de reporter dat de ziektesymptomen vooral tijdens de vorige nacht waren opgedoken en dat de begeleiders bijgevolg een vermoeiende, slapeloze nacht achter de rug hadden. Dan neemt de camera één van die begeleiders in beeld voor een interview. Jongste schijnt te vinden dat die man er inderdaad ongelooflijk moe uitziet, vooral dan in het gebied rond de ogen. Want roept hij ontzet naar mij: "Amaai, wat een wallen! Die zijn nog groter dan die van u!"
De prille volwassene van ons gezin heeft vandaag een "volwassen" daad verricht. Middelste Zoon heeft zijn rijbewijs gehaald! Achttien jaar en negen dagen oud is hij. Fantastisch toch? Ja, eigenlijk wel. Maar op dit ogenblik zit ik met een grote knoop in mijn maag. En een angsthart dat uit z'n voegen barst. Zoals verwacht trok Zoon onmiddellijk met het bewijs van de positieve examenuitslag naar het districtshuis, om de felbegeerde licentie meteen in ontvangst te nemen. Hij was er niet toen ik daarstraks om zes uur thuis kwam. De auto ook niet. "Of hij thuis zou zijn voor het eten?" telefoneerde ik. Eh neen..., dat zou niet gaan, hij zat met een kameraad in Kortrijk. "In ... Kortrijk?" Jawel zeg, dat had hij toch met zijn vader besproken? De onrust joeg door mijn lijf. Wijzelf wonen in de rand van Antwerpen. Kortrijk is een heel eind weg. En zo heel veel heeft hij nog niet geoefend op de autostrade. En dan een jonge passagier mee, andermans kind. Hij moest straks op de terugweg maar dubbel voorzichtig zijn, drukte ik hem op het hart. Een poos later stond hij voor me, gezond en wel, met opgetogen en fiere blik. Hij had het plan opgevat om vanavond met z'n drieën een hapje te gaan eten. In "t stad"! Of hij met de auto mocht? Wederom beukte het schrikgevoel. Met de auto naar hartje Antwerpen? Zeg, met al dat gezaag! Of ik nu niet een beetje trots op hem kon zijn? Natuurlijk ben ik trots, apetrots zelfs. Maar nu komt het me voor of we nooit, nooit meer gerust zullen zijn. Allerlei doemscenario's, die verschrikkelijk genoeg dagelijkse realiteit zijn, spoken door mijn hoofd. Waar haalden we in hemelsnaam dat absurde idee vandaan om hem zo vroeg al te leren autorijden? Mocht het me nog te doen staan, hij zou moeten wachten tot hij vijfentwintig was. Minstens! Ondertussen viert Middelste Zoon zijn nieuw verworven zelfstandigheid. Als geheelonthouder, ja natuurlijk. Ik hoop in stilte dat hij het ten diepste beseft: dat de nieuw verworven zelfstandigheid tegelijkertijd een nieuw verworven verantwoordelijkheid betekent. Intussen heb ik, terwijl ik dit zit te tikken, al minstens tien keer mijn oren gespitst. Hoor ik daar niet het geluid van de automotor? Is hij weer terug? Neen nog niet... De ontspanning van een tussentijds gevoel van algehele opluchting zal ik nog eventjes moeten uitstellen...
Gisteren namiddag trok ik samen met Jongste naar het gezin van Broer en Schoonzus in Oost-Vlaanderen. Jongste en Neefje amuseerden zich met elkaar en met Jipsy, een superschattig pupje, dat nog maar een weekje in de familie is opgenomen. Broer was nog aan het werk en wij, de dames, wijdden ons aan urenlange "vrouwenklap", compleet met koffie en taart.
Ook Nichtje kwam er een poosje bij zitten. Nicht vertrekt binnenkort, met een groep van vijf Vlaamse studentes, naar Canada. Als ik het goed begrepen heb is het daar vooral de bedoeling om mee te werken aan een project om mensen met een beperking meer kansen te geven in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Nichtje vertelde hoe bijvoorbeeld in Canada "inclusief onderwijs", onderwijs waar kinderen met een beperking gewoon zijn opgenomen in het reguliere onderwijs, een normaal gegeven is. De bedoeling is dus onder meer om uit te zoeken hoe dat daar wordt georganiseerd en die ideeën mee naar België te brengen. Uiteraard wekt dat bij mij een grote belangstelling. Ik heb zelf een kind in het Buitengewoon Onderwijs. Langs de éne kant zie ik welke voordelen dat dit heeft op gebied van gespecialiseerde opvang en opvang op maat. Anderzijds heeft het iets heel onnatuurlijks. "Kinderen met een productiefoutje" er van bij het begin al "uit" sorteren, om ze samen te brengen in een aparte groep, is niet echt bevorderlijk voor de integratie van mensen met een beperking. Hoe dat in een land als Canada wordt aangepakt, gaan we dus de volgende weken mee kunnen volgen bij Nichtje.
En zo zaten we dan met z'n drieën bij elkaar. Om beurten vertellend over onze ideeën en ervaringen. Want ieder van ons is ergens bezig met "kwetsbare" mensen in de maatschappij. Nichtje, als toekomstige orthopedagoge met kinderen met een beperking. Schoonzus door haar vrijwilligerswerk bij een telefonische crisisopvang met mensen in acute nood. En ik zelf, in een wereld die pas nog voor mij open kwam, met heel oude mensen, mensen in de "laatste leeftijd". Het gaf een fijn gevoel, daar zo met z'n drieën, elk van ons aangestoken en begeesterd door, en met vuur vertellend over onze zorg voor mensen.
We hadden een leuke namiddag. Praten over "koetjes en kalfjes", over kinderen en pupje, over de eigen zorgen en vreugden. En over ons bezig zijn met mensen dus. Wij, drie vrouwen, heel verschillende persoonlijkheden, elk vanuit een andere invalshoek. Maar met éénzelfde bewogen zijn, wat een zekere verbondenheid gaf en geeft. Dat te ervaren, was wel het allerfijnste van de, overigens lang uitgelopen, bij-praat-namiddag!
"Waar wilt u graag gaan zitten? Hier, in deze stoel?" vraag ik het demente dametje. "Ja, hier is het goed." vindt ze en gaat zitten. Als ik aanstalten maak om weg te gaan beveelt ze: "Gij moet hier ook gaan zitten!" "Moet ik hier gaan zitten? Wilt u dat ik bij u kom zitten?" "Gij moet hier bij mij komen zitten, want anders...., anders ... ga ik lopen!" "Gaat u anders lopen?" glimlach ik "En waar zou u dan wel naartoe lopen?" "Naar de hemel!"
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek