Gisteren op Canvas zag ik de zalige absurditeiten van Monty Python. Een aap gooit achteloos een bot in de lucht, en we zien een botvormig ruimteschip met bijhorende wals van Strauss. Kubrick's 2001 schitterend geparodieerd. Hier leg ik de link tussen Strauss en Strauss, tussen Richard, die van 'Also sprach Zarathustra' uit 1896 en vrij naar Nietzsche als begintune van de film, en Johann, die van de wals als schitterende vondst bij het ruimtewiel, met een knipoog naar het Riesenrad op de Weense Prater. Overigens geen familie van mekaar. De filosoof Nietzsche is door het misbruik en de vervorming van zijn theorie over de Übermensch in een negatief daglicht komen te staan. Door een muziekstuk direct op Nietzsche te baseren èn door zich aanvankelijk doodleuk aan te sluiten bij de Reichsmusikkammer (een soort Orde van Musici, die de macht had om tegendraadsen te royeren of het verdict 'Entartete Kunst' uit te spreken), was de figuur van Richard Strauss in sommige ogen verdacht. Hij schopte het tot voorzitter van de Kammer maar diende in 1935 terug te treden omdat hij joodse vrienden had. Verder blijkt hij op politiek vlak eerder naïef en onnozel te zijn geweest, een kwalificatie die ook geldt voor heel wat Vlaamse kunstenaars met een repressieverleden. Alleszins is het eenzijdige negatieve beeld van de man intussen gecorrigeerd, en noemt (bijna) iedereen hem een belangrijk componist. Zijn laatste werk is in mijn ogen ook zijn beste: de 'Vier letzte Lieder' uit 1948. Voor drie van deze liederen (Strauss gaf geen aanduiding over de zangstem, maar het was duidelijk dat hij de stem van zijn vrouw Pauline, een sopraan, in gedachte had) ging hij uit van gedichten van Hermann Hesse. Het derde lied heet 'Beim Schlafengehen' en Hesse schreef het tijdens de Eerste Wereldoorlog, nadat hij getuige was geweest van het geestelijk instorten van zijn vrouw en hijzelf een grote emotionele crisis doormaakte. Het verlangen naar de dood is duidelijk en Strauss' zetting is haast bovenaards. De derde strofe heb ik proberen te vertalen. Het lijkt gemakkelijker dan het is. Tussen haakjes, in dit stukje is te merken dat Hesse iets had met het boeddhisme. De ziel die vrij gaat zweven legt dan weer de link naar het zwevende ruimtewiel van Kubrick. En zo is wat mij betreft de cirkel gesloten.
Und die Seele, unbewacht, Will in freien Flügen schweben, Um im Zauberkreis der Nacht Tief und tausendfach zu leben
en de ziel wil onbewaakt, in een vrije vlucht gaan zweven, om in de nacht die tover maakt diep en duizendvoud te leven
|