Dat las ik gisterenmorgen op de papieren zak waarin de zondagse bakker mijn broodjes had gestopt. In het land waar het surrealisme tot staatslogica is verheven (Johan Sanctorum), hoeft de personificatie van een broodzak geen opschudding te verwekken. Wij werden in de loop der jaren al zo vaak blootgesteld aan de absurdistische bijdragen van de reclamesector, dat onze wenkbrauwen niet de minste poging meer ondernemen om over te gaan naar de opgetrokken toestand. Nu is de slogan "U rijdt links, want uw voorouders komen uit Engeland?" of "Ustaat op de pechstrook want uw banden moeten rusten?" afkomstig van de huisvlijt van iemand onder ons. Minister Peeters van Openbare Werken had een wedstrijd uitgeschreven om zoveel mogelijk oneliners te verzinnen die de snelweggebruiker tot beter rijgedrag zouden aanporren. Voorwaarde was wel een hoog absurditeitsgehalte. Want in Magritte-land is een pipe geen pipe, en als je rechts bedoelt zeg je best links. Onze stand-up comedians gaan zo ver in hun zoektocht naar nadrukkelijke absurditeiten, dat hun mislukking toch weer enig gelach uitlokt. Maar genoeg gezeurd, ik wil een eigen bijdrage leveren:
Ik ben een aanslagbiljet Ik beneem u waarschijnlijk de adem Ik kom uit een milieu waar vriendelijkheid niet aan de orde is
Toen ik als titel voor de lotgevallen van Wouter 'De rand' koos, dacht ik aan het begrip 'marginaal'. Voor de zoveelste maal heeft bij deze keuze mijn intuïtie weer de bovenhand gehaald op mijn verstand. Gisteren las ik een lezersbrief in DS Online met de hoofding "Paus Ratzinger schaftLimbus af". Mijn kennis van het Latijn is niet geüpdated (mijn Roomse kennis evenmin), en daarom bezocht ik even Wikipedia:
Het Voorgeborchte (Latijn: limbus of limbo, "rand, zoom"), is in de Rooms-Katholieke theologie een aanduiding van het verblijf van de zielen die na het sterven niet toegelaten worden tot de hemelse glorie van Christus en ook niet naar de hel of het vagevuur gezonden worden. Zij wonen aan de rand van de hemel of de hel.
Zeg nu zelf, een intuïtieve voltreffer. Verslaafden in behandeling, heen en weer geslingerd tussen hemel en hel. Te slecht voor een beloning, te goed voor een straf, aan iedereen de beurt om op dit thema nog wat door te emmeren. Nu Wouter geparkeerd is in de observatieafdeling van een ontwenningskliniek, laat ik hem even met rust. Als ik de draad weer opneem, zal dat misschien onder de titel 'In Limbo' gebeuren. De Limburgers zijn hiermee gewaarschuwd: ik heb niets tegen hen, net zo min als tegen die van Aantwaarpen.
06-10-2006 om 17:49
geschreven door Raf
05-10-2006
De rand (3)
Wouter werd wakker van geroezemoes in de gang. Hij voelde zijn hart kloppen in zijn hoofd en sleepte zich in tweestrijd tot bij de wasbak. De spiegel toonde onbarmhartig de vreemde glans in zijn ogen, dat verraderlijke en altijd aanwezige stigma. Meer dan een kattenwas zat er niet in. Hij verliet zijn kamer, en zocht met onzekere passen de eetzaal. Er zaten nog wat late ontbijters, die nauwelijks opkeken. Wouter ging zitten, en begon traag en met tegenzin te eten. Na enige tijd stelde de man naast hem zich voor, en Wouter noemde zijn naam. Daar bleef het een beetje bij, tot zijn begeleider verscheen. In het glazen lokaal werd bloed afgenomen. Wouter sloeg bleek uit bij de prik en moest even blijven liggen. Spijt begon te knagen. Ja, natuurlijk was hij uit vrije wil gekomen, maar hij had niet veel te kiezen gehad. Voor zijn arts was het duidelijk: een snelle opname of een overdosis. Niemand kiest voor een overdosis, maar als het spul niet meer werkt, wat doe je dan. De begeleider zei dat hij de rest van de dag maar moest rusten. Op zijn kamer wierp hij een vlugge blik in zijn map. Typische taal, voorzichtig en toch dwingend. Languit op zijn bed probeerde hij zich in te leven in een verse portie. Een gevecht tussen wegkwijnende hoop en een sluipend begin van diepe neerslachtigheid. Gelukkig bracht een lichte sluimer hem op onbewuste paden.
05-10-2006 om 21:23
geschreven door Raf
04-10-2006
Offweken
In de aanloop naar 0810 is de pers niet te genieten. Ik blader 's morgens bij het ter hand nemen van mijn lijfblad direct door naar mijn geliefkoosde Sudoku's. Ook de buis kan mij nauwelijks bekoren. Als ik al kijk, zap ik wat op en neer tussen de drie Nederlanden en National Geographic. Van Bracke moet ik krabben (ja, een woordspeling), en als ik naar Crabbé kijk, zie ik blokken op het behang (nu is de vrije associatie helemaal op hol geslagen). Ik wacht dus af, en sla ook de week na 0810 maar over, because al die deskundige ellendelingen, die na zelf gestemd te hebben, zich ook nog eens gaan moeien met hoe al de anderen gestemd hebben. Internet is op deze zenuwpeesdagen ook niet alles. In de fora wordt een schot van een luchtbuks meteen beantwoord met een Kanonenschuss. Of op een eerbare oprisping volgt een complete vuurspuwersdemonstratie. Er wordt met veel venijn op de man (of de vrouw) gespeeld, de bal zie je niet eens. Een van de meest gebruikte uitdrukkingen is de volgende: het kot zou te klein zijn. Dit zinnetje sluit meestal een korte argumentatie af, want hierna hoeft niets meer te volgen. Iedereen die de gedachtegang gevolgd heeft staat perplex in de lucht te happen, er van doordrongen dat de waarheid soms zo simpel kan zijn. Om terug even de draad op te nemen van het internet: er komt naast grove ook wel zogenaamd geestige taal aan bod in de fora. Ik heb mij voorgenomen op deze blog en in mijn reacties op medebloggers niet die toer op te gaan. Moest ik dat wel doen, het kot zou te klein zijn.
04-10-2006 om 00:00
geschreven door Raf
02-10-2006
Autodafe
een gloeiende gedachte zo teugelloos verwekt dringt stap voor stap naar binnen op gloeikousvoeten en laat de sporen na van schroeipijn in de ringen van de jaren
------------------------ uit 'Vrije val' door R.Vijzel
02-10-2006 om 07:36
geschreven door Raf
01-10-2006
De rand (2)
De kamer was sober ingericht, bijna voor een monnik. Op het tafeltje naast het raam lag een map met de gebruikelijke verwelkoming en het huisreglement. Wouter ging op het bed zitten en zijn vrouw draaide de stoel in zijn richting en nam plaats. De begeleider gaf de uren van de maaltijden, het slapengaan en het wekken. Hij nam de bloeddruk en vroeg hoe hij zich voelde. 'Moe', zei Wouter en hij opende de koffer en nam een pyjama. Zijn vrouw pakte hem vast en begon te huilen. Hij huilde even mee en de begeleider liep discreet naar de gang. Zij droogde zijn tranen en hij de hare. Zonder een woord liep ze naar de deur, draaide even haar hoofd en forceerde een korte lach. Ze was mooi en jonger dan ooit doorheen de tranenmist. Slapen wou hij nu, slapen. Hoeveel nachten had hij gemist, drie, vier? Hij kleedde zich uit, rommelde alles wat in de kast en legde zich neer. Hij probeerde alle lichtknopjes boven het bed, maar één lamp bleef er branden. Dan maar het deken tot boven de ogen en proberen weg te komen. Hoewel, het middel zat nog in zijn bloed, hij vocht nog met een restant van het effect. Toen hij bijna gewonnen had, kwam de begeleider binnen en gaf hem een tablet met een glas water. De stem die zei dat hij mocht slapen zolang hij wou, begon heel langzaam weg te ebben.