Ik ben alweer één mysterie armer. De oplossing is gevonden. De verwarring is uit de wereld. Al was er nooit sprake van een echt probleem. Uiteraard niet. In het stukje over mijn ReVox A77 had ik ook een foto geplaatst (uit 1973) van de Radio Atlantis-studio in Oostburg waar twee dergelijke recorders zijn te zien.
Zelf dacht ik dat dj Fred Van Den Bosch op de foto stond. Rudi Van Vlaanderen was de eerste die dacht dat het evenwel om Peter Vandam ging. Waarna meer mensen zich in de discussie mengden. Eric Hofman, Bart Picard, Luc van Kapellen, Bert Ree, Ed Koorevaar... Om niet iedereen te noemen! De balans helde niettemin duidelijk over in de richting van Peer.
Het verlossende antwoord kwam uiteindelijk uit Rotterdam van oud RadioVisie-collega Ron Shultz. Hij weet zich niet meer precies te herinneren wanneer, maar hij kreeg of kocht ooit enkele fotos van Menno Dekker (Radio Lucas, Unique FM en Radio Waddenzee). Hij was op bezoek geweest in de Atlantis-studios om er een reportage te maken. Kort na de start van deze zeezender.
Enkele fotos van het setje waren ooit in Geluwe beland, andere opnames waren dan weer in 'Rotjeknor' gebleven. Tot nu Voor eens en voor altijd is hierbij het bewijs geleverd dat het wel degelijk Peter Vandam is die noest aan de arbeid was in de Oostburgse productiestudio van Radio Atlantis.
Aanstaande zaterdag, 26 augustus, wordt Flanders Music Radio Day in Gistel afgesloten door de Free Radio Road Show (met Gino De Simpelaere). De muzikale drive in die van 1975 tot halfweg 1977 gelieerd was met de Vereniging voor Vrije Radio (RadioVisie). In die periode traden vaak gast-djs op. Los uit het blote hoofd denk ik daarbij spontaan aan Ton Schipper, Pierre Van Gent, Phil Players en Peter van Dam.
Maar zie, lang voor die periode had deze laatste reeds aan de knoppen van de FRRS staan schuiven. We moeten terug naar 1971. Ene Peter Nijdens wint in Antwerpen een grote dj-wedstrijd. De man zijn talent wordt opgemerkt en hij wordt gevraagd om radioprogrammas te gaan maken vanaf de MV Mi Amigo. Het zendschip is net uit de haven van Amsterdam ontsnapt om als thuisbasis te dienen voor Radio 199.
Peter kiest voor een nieuwe familienaam en heet vanaf dat moment Peter Brian. Na enkele strubbelingen en andere mankementen wordt 199 plots Radio Caroline. Peter blijft ook daar nog even hangen, maar verdwijnt dan weer uit de ether. Intussen is hij opgemerkt door Walter Galle, de bezieler van de Free Radio Road Show. Vanaf dat moment gaan beide heren vaak samen de hort op in Vlaanderen. Voor de Free Radio Road Show en/of voor de Caroline Road Show.
Tot Radio Atlantis in juni 1973 opduikt met ene Peter Vandam als dj in het team. Als dat onze Peter Brian van weleer niet is! Deze radiomaker 'pur sang' heeft voor een minder Engelse naam gekozen. Niet onverstandig, uiteindelijk is Atlantis een Vlaams station. Na enkele weken verdwijnt Peter bij de zender om vanaf januari 1974 weer te verschijnen bij Radio Mi Amigo. Zelfde dj, zelfde zendschip, zelfde frequentie, andere organisatie.
Als hij in januari 1977 ook dit station, dat inmiddels in het Spaanse Playa de Aro was neergestreken, verlaat is hij net op tijd terug in België om enkele keren gast-dj te zijn bij de Free Radio Road Show. Alles komt inderdaad terug!
Dit verhaal begint in Oostburg, in de studios van Radio Atlantis. Het is eind oktober 1973 als Theo Vandevelde (Guy Broeckhove) mij uitnodigt om te praten over een club die ik net heb opgericht. Free Radio Promotion moest een platform worden dat steun zou bieden aan vrije radio
Het was de eerste, echte radiostudio die ik van dichtbij zag. Ik maakte er kennis met de ReVox A77. Het werkpaard zonder franje. De Rolls Royce onder de bandopnemers. De Rolex van de recorders. Niet zo heel veel later zag ik het toestel opnieuw, dit keer in de thuisstudio van Pierre Van Gent (Pierre Deseyn), waar we een reeks programmas voor Radio Mi Amigo zouden gaan opnemen.
De A77 dook opnieuw op bij Walter Galle, Alfons Jagtman (Rob Ronder) en toen ook mijn beste schoolvriend Roland Bucket er een kocht, wist ik het zeker, ooit zou ik er zelf één bezitten. Maar die dingen waren ontzettend duur in België. Daarnaast waren ze ook nog moeilijk te vinden. In de Kortrijkse Budastraat waren ze te koop voor ruim 40.000 Bef. Ongeveer duizend euro, midden jaren 70. Ga er maar aanstaan!
Intussen was ik samen met Frans Schuurbiers gestart met de Vereniging voor Vrije radio. Mijn compagnon zag al snel het nut in van een persoonlijke studio en was op zoek gegaan naar dé ReVox. In Rotterdam, in een dumpingshop waren ze te koop, omgerekend van Gulden naar Belgische Franken, voor net geen 30.000 BEF.
Eindelijk, ik had er één! Mijn eigen werkpaard zonder franje werd gekoppeld aan de Marantz geluidsinstallatie. Fijn om hebben, fantastisch om te horen en een pure 'eye catcher' voor wie op bezoek kwam. Het apparaat klopte menig overuur en omdat er toen nog flink gerookt werd ten huize JLB, begon na enkele jaren trouwe dienst, de A77 enigszins vervuild te raken.
Geen nood, radiocollega Herman Vervaeke kon het apparaat laten reinigen bij een gespecialiseerd bedrijf in Brugge. Uiteindelijk moesten ook koppen, frictierubbers, snaren en ander fraais vervangen worden. Kostenplaatje, afgerond 12.000 BEF. Je kon er een nieuwe Philips of Akai recorder voor kopen, maar hey, hier ging het dus wel om een ReVox A77! Net voor Kerstmis 1978 draaide het ding weer op volle toeren in Geluwe.
Het laatste deel van dit verhaal speelt zich af op de Noordzee. Radio Caroline was op 15 april 1979 een zoveelste comeback begonnen. Naar aloude gewoonte was er een latent gebrek aan financiën en werd de inner crowd om hulp gevraagd. Daar hoorde ik dus ook bij. Geld kon ik niet doneren, maar ze mochten wel mijn A77 gebruiken, op voorwaarde dat er goed voor werd gezorgd en ik het apparaat terugkreeg.
Het leek me wel wat om later tegen iedereen te kunnen vertellen dat mijn ReVox ooit vanaf de MV Mi Amigo was gebruikt door Radio Caroline. Een flinke meerwaarde voor de recorder. Niet uit te drukken in centen, wel in emoties. Er werd een tijdstip en een plek afgesproken voor de overhandiging. Het werd de Grote Markt van Antwerpen. De precieze datum weet ik niet meer, wel dat het in de lente van 1979 was. Boudewijn Dom (nog steeds als redacteur actief bij Offshore Echoes) was de 'go between'.
Daar ging mijn ReVox, richting Noordzee. Aan boord werd hij vooral gebruikt in de productiestudio. Het gaf me een goed gevoel. Caroline was geholpen, de vrije radio voer er wel bij en ik deed iets wat niet mocht van de overheid. Ik was een tevreden jongeman tot 20 maart 1980. Die dag brak de MV Mi Amigo los van zijn ankers, kwam op een zandbank terecht en raakte lek. Een aantal uren later zonk het schip.
Sindsdien ligt het op 51°35′00″N 1°17′20″E. Incluis mijn opnameparel. Het epiloog van dit stukje laat ik volledig aan je eigen fantasie over. En wie m ophaalt/opvist mag m hebben!
Naar aanleiding van het overlijden van Joey op 22 juli jl, neem ik als eerbetoon aan deze unieke illustrator van alle uitgaves van de Vereniging voor Vrije Radio en RadioVisie, af en toe een duik in de archieven. In nummertje 17 van 23 april 1979 stak een gratis mini poster (A4 formaat) van Ad Visser. Met een handgeschreven groet en gesigneerd.
Ad Visser kende ik nauwelijks van de radio, wel van televisie. Ik zag m voor het eerst aan het werk bij AVROs Toppop in 1972. Op een witzwart televisie als de weersomstandigheden mee zaten. Omdat de Vlaamse televisie eigenlijk weinig voorstelde en mijn ouders ook niet echt van Franse tv hielden (die was loepzuiver te ontvangen in Geluwe), hadden we een tien meter hoge mast op het dak van ons huis laten plaatsen, met draaibare richtantenne. (Er bestaan fotos van, maar die heb ik nog niet teruggevonden).
Daarmee konden we in één ruk veel meer zenders ontvangen. Althans in theorie. Het Nederlandse tv-signaal kwam uit Goes, een afstand van zon 150 kilometer. Het hoeft weinig uitleg om duidelijk te maken dat de weersomstandigheden nogal wat invloed hadden op de beeldkwaliteit. Soms was er fading, dan weer teveel sneeuw en af en toe was er ook stabiel beeld.
Maar we deden het ermee. In 1974 kreeg Geluwe voor het eerst kabeldistributie en verhuisde de antenne naar een landelijk gelegen boerderij in Poperinge. De buren hadden een paar jaar eerder een kleuren-tv gekocht, ten huize Bostyn keken naar een tweedehands witzwart tv, gekocht bij Roger (zie ook het stukje Rosy, Radio en Roger). Gerard en Clementine hadden maar al te graag dat ik op vrijdagavond bij hen naar Toppop ging kijken.
Het werd een wekelijkse, gezellige bedoening met een hapje en een drankje. Gerard keek vooral naar de meisjes van het ballet van Penny de Jager. Clementine bleef enkel zitten als er Nederlandstalige, Franse of Duitse liedjes te horen waren. Engels is een lelijke taal', fulmineerde ze. Of; 'Het zijn net wilden'. Ik genoot van het totaalpakket, Toppop, de sfeer, de buren, de commentaar, de gezelligheid en daarmee bedoel ik ook de glaasjes wijn uit hun meer dan voortreffelijke wijnkelder.
Ad Visser was de extra gastheer op vrijdagavond in Lourdesstraat 15. Joey vereeuwigde hem op een groot formaat tekening. VVVR-medewerker Antonino Condina (Johnny Player), bracht die persoonlijk, op een maandag in de winter van 1978/79, naar het Mediapark in Hilversum. Ad zette er zijn 'krabbels' op. De tekening ging terug mee. Na het drukken van RadioVisie werd ze dit keer per post verstuurd naar Ad. Op de redactie behielden we enkel een supergave kopie.
Waar was ik tijdens de 'summer of love?' Dat vraag ik me nog vaak af. Veertien jaar jong, middenin de zomervakantie. Veel opties dus. Omdat ik me niet alles kon herinneren, ben ik daarom opnieuw in de foto-archieven gedoken. Steeds sterker spookte immers de naam van Rosy door mijn hoofd En de datum van 14 augustus, beter bekend in radiokringen als 'Black Monday'.
Rosy haar pa was een stiefbroer van mijn grootmoeder. De man baatte een radio- en tv-winkel uit in Zeebrugge. Jaarlijks brachten mijn ouders en ikzelf er enkele vakantiedagen door. Unieke dagen, want er werden foto's gemaakt. Roger was niet zomaar een verkoper, hij knutselde zelf zenders in elkaar. Ademloos had ik als kleine jongen zitten luisteren naar zijn verhalen over de rijkswacht die langskwam, over inbeslagnames en veroordelingen.
Zijn Sierra-winkel, de merknaam in België voor Philips, was voor mij een soort snoepwinkel. Blijkbaar ook voor mijn ouders, want ze kochten er in 1959 hun eerste nieuwe radiotoestel. Voordien hadden ze het moeten doen met wat andere familieleden niet meer nodig hadden. Roger bracht het gloednieuwe apparaat zelf aan huis. Wij reisden toen immers nog met de trein en lampenontvangers waren niet alleen zwaar en groot, maar ook kwetsbaar. Roger had een auto Toen al.
Op een zondag in december werd de nieuwe ontvanger gebracht en meteen was de hele familie meegereisd. Het moet een gedenkwaardig moment geweest zijn, want er werd... een foto genomen. Roger had immers een 'kodak'. Nog zoiets waar wij toen enkel van konden dromen De oude radio-ontvanger werd in een kartonnen doos gestopt en veilig opgeborgen op zolder. Om later aan mij te geven. (Hij staat nog steeds op een prominente plaats in mijn mancave, werkend).
Midden jaren 60 nam Roger een merkenvrije winkel over in Kortrijk. Dat was een stuk dichter bij Geluwe, waardoor ik er al eens vaker langsging, met de fiets, om me te vergapen aan al dat beeld- en geluid. In diezelfde periode had ik immers ook de muziek gevonden (en Rosy opnieuw ontdekt). Hoog tijd dus om mijn eigen transistorradio aan te schaffen. Het was eind 1966.
Bakker Durnez in Geluwe, een volle neef van mijn vader, kon altijd extra krachten gebruiken tijdens de drukke eindejaarsperiode en ik mocht de hele kerstvakantie een handje toesteken. Afwassen, schoonmaken, ontvetten en opruimen. Met de extra nieuwjaarsgiften van ooms, tantes en iedereen die me lief had, spaarde ik bijna voldoende bijeen om een Loewe Opta portable radio (model T48) te kopen. (Ook dat toestel overleefde en staat in de mancave).
Weliswaar net boven mijn budget, maar familie heeft altijd een streepje voor. Roger was tevreden met een (veel) kleinere winstmarge. Ik kreeg ook een lijstje met daarop de golflengtes van de bijzonderste radiostations; Caroline, Veronica, London, 270 De man was immers altijd een beetje piraat gebleven en wist bovendien ook maar al te goed waar dochter Rosy naar luisterde. En hebben youngsters niet allemaal dezelfde smaak? Eenmaal terug thuis werd een foto genomen.
Helaas, al na een paar maanden werden tal van mijn favoriete zenders opgedoekt door de Britse overheid. Hét moment waarop Radio London uit de lucht ging, kan ik me nog steeds niet herinneren. Misschien zat ik in mijn eentje op mijn kamer? Vergeten te luisteren? Niet thuis of met wat anders bezig? Toen s anderendaags bleek dat Radio Caroline wel nog in de lucht was, ben ik op mijn fiets gesprongen en naar Kortrijk gereden omdat ik wist dat Roger één en ander had opgenomen met een cassetterecorder. Eenmaal een early adapter, altijd een early adapter
Dat ik zo snel weer naar Kortrijk fietste, misschien, mogelijk en hoogstwaarschijnlijk had Rosy er ook iets mee te maken. t Zou kunnen. Hoe we later samen de kaping van de Mebo II, het zendschip van RNI, beleefden, dat vertel ik een andere keer.
Ik heb het al eerder gehad over Lüdenscheid en mijn deeltje van de militaire activiteiten bij de 6TTR. Ik was toen ook nogal begaan met het 'radioniveau' van mijn mede-strijdmakkers want, samen met enkele gelijkgestemde zielen, bouwden we alternatieve ontvangertjes waarmee je naar o.a. het net gestarte Radio Atlantis kon luisteren. Big deal? Natuurlijk wel, want de uitzendingen kwamen vanaf een schip in de Noordzee, wij woonden verplicht ruim driehonderd kilometer verder. Maar dat verhaal heb ik dus al eerder verteld.
Vorig weekend kreeg ik een berichtje van Lucrèce, een Vlaams meisje dat ik in Lüdenscheid had leren kennen (haar pa was er beroepsmilitair). Ze had mij en mn onlangs gestarte radio-avonturen ontdekt op de sociale media. De niet essentiële elementen voor het vervolg van dit stukje, laat ik achterwege. Feit is dat onze lokale postbode onlangs een enveloppe bracht met daarin een vijftal strookjes fotonegatieven. Nog zelden te zien. Twintig jaar geleden gemeengoed, nu zo zeldzaam als Venusaur, een Pokémon die nauwelijks te vinden en te vangen is. Om je een idee te geven
Negatieven hebben is één, er bruikbare beelden van maken is weer iets anders. Ik heb geen idee of er betere methodes bestaan, maar Germain, een oud radio-buddy me ter hulp. De man woont, ook anno 2017, zowat in zijn donker kamer. Hij ontwikkelde met een vlotheid eigen aan die hards, de negatieven. Vreemd om in één keer 45 jaar terug in de tijd gekatapulteerd te worden. Niet dat ik me alles nog herinnerde, maar bij momenten doken toch weer andere ABL-beelden op. Een mechanisme is in gang gezet, dat kan enkel nog meer worden.
Enkele van die militaire fotos heb ik deze ochtend onder de scanner gelegd en bij deze aan het wereldwijde net toevertrouwd. Je maakt kennis met de mannen van kamer 11 Compagnie 6TTR, die niet enkel hun vaderland dienden, maar Radio Atlantis mee introduceerden in Lüdenscheid en omgeving. En er een klein zakcentje mee verdienden. Maar dat zijn weer andere verhalen.
Stan Haag hoorde ik voor het eerst midden jaren 60 toen hij voor Radio Luxemburg werkte. De zender uit het Groot Hertogdom stond meestal op bij mijn ouders. Hij was de favoriet van pa Bostyn. Stan kwam bij de mensen langs. Hij praatte tegen hen. Het was alsof hij bij jou thuis met een bakje koffie aan tafel zat. Niet enkel wat hij zei charmeerde, zeker ook de manier waarop hij de dingen bracht. De kunst van het radiomaken is de luisteraar het gevoel geven dat je tegen hem of haar persoonlijk bezig bent. Niet tegen een massa. Stan Haag beheerste die kunde tot in het kleinste detail. Hij vertelde, entertainde, charmeerde.
Toen heer Haag Luxemburg verruilde voor Radio Veronica verdween hij ietwat uit beeld. De ontvangst van de zeezender liet in Geluwe vaak te wensen over. Zeker na 16:00 uur, toen er nog werd uitgezonden op 192 meter. Na de verhuis naar 538 meter kon een paar uur langer geluisterd worden. Op die manier stond zijn verzoekprogramma Juke Box ook weer regelmatig op. Toen hij het team van Radio Mi Amigo vervoegde eind 1974, was hij weer helemaal terug in Geluwe. Twee keer per dag zelfs. Een uurtje in de voormiddag en eentje 's avonds.
Stan ontmoette ik voor het eerst in Playa de Aro in april 1975. Het Mi Amigo-team had er een soort enclave van waaruit men rustig radio kon blijven maken zonder de bemoeienissen van de overheden in de Lage Landen. We interviewden hem voor Baffle. Net daarom vroeg ik Joey om een cover-illustratie te maken van hem. De babbel werd gebruikt voor een documentaire over twee jaar Mi Amigo die Pierre Deseyn, Frans Schuurbiers en ikzelf in elkaar staken en die werd uitgezonden door Radio Mi Amigo op zondag 4 januari 1976 (16:30-17:00 uur).
Ik zou Stan nog vaak zien in Spanje. Ik schreef ook zijn eerste teksten voor het zondagse praatje dat hij hield. Klokslag 12:00 uur sprak hij in naam Van Mi Amigo de luisteraars toe. Na een poosje maakte Stan die boodschappen zelf en evolueerde het nieuws over het verbannen radioteam in de mini enclave tot een column. Ernst werd humor. In 1978 keerde hij uit Spaanse ballingschap terug. Hij ging in het Limburgse Diepenbeek woonde en presenteerde zijn Juke Box voor diverse lokale radiostations.
Ik zag hem pas terug in Zoersel op 1 oktober 2000 tijdens de Mi Amigo revival, georganiseerd door kabelradio Magdalena. Ik was er, net zoals Stan, één van de vele genodigden. Ook Peter Vandam, Marc Jacobs, Bart van Leeuwen, Johan Visser, Bert Bennett, Norbert, Will vander Steen en vele andere oud-medewerkers waren van de partij.
Stan was fysiek een flink stuk ouder geworden, maar had nog steeds dat typische gevoel voor humor, zijn gave om met woorden te spelen en om van het leven te genieten. Een borrel sloeg hij bijgevolg nooit af. Maar dat zag zijn vrouw Lut net iets minder zitten. Met enige aandrang werd ik gevraagd of ik Stan die dag kon begeleiden. Het werd niet met zoveel woorden gezegd, maar ik begreep dat ik er vooral op moest letten dat er geen wittekes werden geschonken en gedronken.
Het liep niet helemaal volgens plan. Uiteraard ging ik overstag. Wie kon Stan iets weigeren? Het was maar één keer feest en wie was ik om hem dat plezier te ontzeggen? De borrel werd netjes gecamoufleerd in een glas cola. Lut keek af en toe in onze richting en dacht dat het goed ging. Stan genoot van de belangstelling, danste ondanks zijn 80 jaar nog op een tafel en deelde handtekeningen uit met zijn breedste glimlach.
Het zou de laatste keer zijn dat ik hem zag. Op 1 december 2001 overleed hij.
Met de grootste letter G die ik kon vinden, was het tijdens de grote vakantie geniéten bij Radio 1 (VRT). Zaki presenteerde er deze zomer drie uur lang de Summer of 67 op de zaterdag. Wat werd er toch fantastische muziek gemaakt veertig jaar geleden. Myriam Makeba, Fift Dimension, The Pebbles, Tommy James & The Shondelles, The Beatles, The Greatful Dead, Ramses Shaffy, The Herd, Rolling Stones, Cream Ah, ik noem er slechts een handvol. Bekijk zelf de playlists op de website van Radio 1, of herbeluister de uitzendingen via radioplus.be en geef me dan eens ongelijk!
1967 dus. Swingend, optimistisch, melodieus waar nodig, rockend indien gewenst, indringend op de juiste momenten. Met af en toe een oude jingle als bindmiddel en zelfs de stem van Emperor Rosko (Radio Caroline). Jacky Dewaele presenteert het programma met de precieze hoeveelheid informatie op de juiste momenten. De muziek staat centraal, de presentator is enkel de gids. Radio zoals het moet.
Uiteraard ben ik bevoordeeld want 1967 was mijn 'debuutjaar' in de muziek. Ik was veertien en ontdekte volop wat de wereld te bieden had. Ik maakte kennis met de rest van de swingende jaren zestig. Ik weet niet of ik hier kort door de bocht ga, maar nooit meer is er zoveel geweldige muziek gemaakt die moeiteloos de tand des tijds heeft doorstaan.
Je vult niet alleen drie uur op de zaterdagnamiddag met de sound of the sixties, maar een compleet radiostation. Kijk maar eens naar onze buren. In Wallonië is Classic 21 en Radio Nostalgie, net zoals in Frankrijk (en niét vergelijkbaar met de Vlaamse variant), Nederland heeft Radio 10 Gold, NPO Radio 5, Duitsland voorziet een generatie via WDR4, het UK geniet van Gold En ik vergeet er nog heel wat.
Mag ik terloops vragen waarom frisse vijftigers, leuke zestigers en andere fitte zeventigers in Vlaanderen, mijn generatie dus, daar nog steeds van verstoken blijft? Van een radiostation voor ons? In de nieuwe radioplannen van minister van Media Sven Gatz, worden we nog maar eens smadelijk over het hoofd gezien.
Want het hertekende radiolandschap dat volgend jaar ingaat, wordt nauwelijks anders. Alle nationale zenders blijven doen wat ze nu doen, op precies dezelfde plek. SBS werd gematst (ten nadele van de goede frequenties voor de echte lokalen) en VBRO komt erbij, een project met uitsluitend Vlaamse muziek en/of Belgische producties.
Als je dan toch de eigen muziek wil promoten, doe dat niet op één enkel kanaal, want dan komen daar alleen mensen langs die zich toch al voor het fenomeen interesseren. Zorg ervoor dat die muziek ook op andere zenders te horen is. Desnoods met quota, enkel op die manier zoek en vind je een ruimer en nieuw publiek. Deze Vlaamse radio wordt een niche product. Net zoals Klara, de klassieke omroep dat is. En verder zie ik vooral veel van hetzelfde, radio voor jonge luisteraars, nog jongere mensen en bij uitbreiding ook nog eens voor younsters.
Ik heb geen idee waar we JOE FM Nostalgie en Radio 2 moeten positioneren. Uiteraard zijn er op internet enkele goed bedoelde initiatieven te vinden die mijn generatie aanspreken, maar webradio is verre van ingeburgerd. Er is enkel de theoretische bereikbaarheid, in de praktijk blijft het om verwaarloosbare aantallen luisteraars te gaan. OK, er zijn lokale projecten in Vlaanderen die aan mijn verzuchtingen voldoen, maar moet ik daarom verhuizen? En waarom heeft dan niet iedere Vlaming die de juiste/foute leeftijd heeft, recht op een zender die helemaal voor hem bedoeld is?
Neem de Summer of 67 van Radio 1 als blauwdruk, bouw er een station rond en je doet een hele generatie een ontzettend plezier. Een generatie, dat meld ik even terloops, die er ook nog financieel het best aan toe is. Maar dat geloven de marketing boys niet. Jammer, ze laten evenveel kansen liggen als er hits werden gemaakt in de sixties. Ontelbaar dus!
Een hele generatie die veertig jaar geleden moest knokken, vechten en beuken tegen de gevestigde orde omdat er toen geen aandacht was voor de verzuchtingen van de ... jonge garde, ziet dat de geschiedenis zich herhaalt. Nu we aan het andere eind van de tijdlijn staan, worden we alweer geconfronteerd met het totale negeren. Minister Gatz, u laat ons in de kou staan. Alweer
Struinend door de stapel RadioVisie-tijdschriften die ik samen met collega hoofdredacteur Frans Schuurbiers uitbracht, botste ik op een aantal vaste rubrieken over landpiraten, kortegolfstations en DX-ing. In een groot aantal had ene Herbert Visser een flinke vinger in de pap. Ik zou de jongeman voor het eerst ontmoeten in 1981 toen ik een soort (circus)directeur was bij het lokale Radio Gemini. Opererend vanuit Moeskroen, maar met uitzendingen die vooral bedoeld waren voor het zuiden van de provincie West-Vlaanderen, regio Kortrijk.
Herbert had het plan opgevat om bij Gemini een nieuwsdienst op te richten. Wie was ik om daar nee tegen te zeggen. Trouwens, wie zegt ooit nee tegen Herbert? Op een ochtend stond hij bij mij op stoep in Geluwe. Een rugzak vol potten pindakaas torsend, want in die tijd was het broodsmeersel nauwelijks verkrijgbaar in België. Zijn plan nam een goede start. Sindsdien bleef ik contact houden met hem. Er werd heel veel getelefoneerd. Meer dan eens bleek hij een fantastische informant. Hij bleef ons bevoorraden met radionieuws, zeker toen RadioVisie een online mediakrant was geworden. Maar nu ga ik te snel. Het verhaal dat ik wil vertellen gaat immers terug naar 1986.
Heer Visser was in de tweede jaarhelft op de Ross Revenge beland. Hij presenteerde er de ochtend voor Radio Monique. In die jaren werkte ik op het postkantoor van Menen als chauffeur. Om 05:00 uur begon ik een brievenbusronde. Zoals het woord het zegt; met de auto van brievenbus naar brievenbus rijden, openmaken en de inhoud in een grote postzak kieperen, naar kantoor brengen om te sorteren en voor verzending klaar maken. Een ochtendlijke rit die toch algauw een uur in beslag nam.
Ik had de collegas zover gekregen dat ze naar de zeezender luisterden in plaats van naar de nationale omroep. Die ene dag, ik kwam net het kantoor binnengewaaid, vertelde een andere postman me dat er een plaat voor mij was gedraaid, met een heleboel groeten er bovenop. Jammer maar helaas, ik had het niet gehoord. Ik wist dat Herbert aan boord was en dat hij het ochtendprogramma voor zijn rekening nam. Al had ik het zelf niet gehoord, ik was er wel blij mee. Het is een blijft een raar gevoel als iemand vanaf de Noordzee aan je denkt.
We spoelen door naar 2001. Hans van Dijk en Harm Koenders starten de downloadclub. Whats in a name? Het idee was even eenvoudig als hartverwarmend voor zeezenderfans. Opnames van offshore stations werden verzameld en op een grote server gezet, waarna de leden van de club die uitzendingen konden downloaden. Een fantastische manier om snel en eenvoudig een verzameling programmas uit te breiden. Uiteraard was ik lid en haalde ik zowat alles binnen wat er werd aangeboden.
Heel snel ging het om vele uren, waarvan ik af en toe een opname beluisterde, meestal tijdens het samenstellen van de dagelijkse RadioVisie. Al naargelang ik er zin in had, koos ik er een station uit. Inmiddels was het... 2005 en beluisterde ik in het voorjaar alles wat ik bezat van Radio Monique. Een vriend die helemaal wild was geweest van het station, was jarig in de maand mei en ik wilde hem verrassen met een cd, boordevol opnames van zijn favoriete zender.
Eenmaal de cd helemaal vol, wilde ik de kwaliteit testen. Het schijfje ging in de speler en helemaal toevallig hoorde ik de stem van Herbert Visser. Zonder er verder bij stil te staan, bleef ik luisteren Tot mijn eigen stomme verbazing hoorde ik hem mijn naam noemen, groetjes volgden en een plaat werd gedraaid. Ook voor alle mensen die zo vroeg in de ochtend op het postkantoor van Menen druk aan het werk waren.
Na ruim acht jaar had ik eindelijk de boodschap gehoord die vanaf de Ross Revenge kwam. De wonderen der techniek zijn oneindig, maar dat was nog veel meer het wonder van het toeval. Of heet dit karma? Voorbestemd? Het lot?
Gisteren kreeg ik een vriendschapsverzoek van Dalinda Steinmeier. Er rinkelde een heel klein belletje. Toen ik via Messenger een foto binnenkreeg, kwam het weer helemaal terug. Dalinda was de dochter van hoteluitbaters net buiten Lüdenscheid. De Duitse stad in Noordrijn Westfalen waar ik samen met de mannen van de 6TTR en de rest van het Belgische leger, het gevaar uit het oostblok eigenhandig tegenhield. Negen maand lang.
Ik had Dalinda leren kennen via de dochter van een beroepsmilitair waarmee ik nogal bevriend was geraakt. In het hotelletje logeerden vaak Nederlanders en Belgen. De uitbaters vonden het jammer dat ze hun gasten Radio Veronica niet konden aanbieden. Of die nieuwe Vlaamse zender Radio Atlantis.
De Vlaamse piratenzender, gestart op 15 juli 1973, was een instant succes. Eindelijk concurrentie voor de slapende openbare omroep. Ook in onze kazerne wilden we luisteren. Maar dat lukte niet echt. De Leie lag ruim driehonderd kilometer van het zendschip, de MV Mi Amigo vandaan. De radiofanaat in mij zag het met lede ogen aan. Eindelijk gebeurde er nog eens iets in radioland, maar ik kon daar weinig van horen.
Gelukkig bestaat er voor ieder probleem een oplossing. Het duurde dan ook niet lang of in de kazerne en iets later op andere plaatsen in Lüdenscheid, luisterde men wél naar Radio Atlantis. De 6de TTR, een compagnie van transmissietroepen, was opgeleid in alle mogelijke verbindingen via telex, telefoon en... radio. Dat hield in dat er naast voldoende kennis, ook heel wat technisch materiaal aanwezig was waarmee flink kon worden geknutseld.
Nauwelijks enkele weken na de start van Atlantis kon een eerste soldatenkamer in De Leie redelijk probleemloos luisteren. De ontvanger zag er niet uit met z'n speciaal gewikkelde spoelen in een soort sigarenkistje gestopt, terwijl ook de antenne van een buitenaardse lelijkheid was. Ellenlange koperen draden (253 meter om precies te zijn, de golflengte waarop Atlantis uitzond dus), waren in een bepaald patroon tussen de hoge bomen naast het compagniegebouw gespannen.
Kamer 11 werd al heel snel beroemd. Logischerwijze werden gelijkaardige constructies gevraagd en gefabriceerd voor andere kamers en compagnies. Steeds werden ze verfijnder, werd er beter materiaal 'gevonden' in de onderdelendepots. Na een poosje begonnen de ontvangers zowaar weer op echte radiotoestellen te lijken. Ook buiten de kazerne verschenen de merkwaardige 'kastjes'. De beroepsmilitairen die in Lüdenscheid woonden, wilden ook maar al te graag naar dat nieuwe Vlaamse radiostation kunnen luisteren.
Rik, Franky en ikzelf, het triumviraat bestaande uit een planner, een bouwer en een leverancier, dat spontaan was ontstaan, kon de toestelletjes, waarop vaak enkel Atlantis was te ontvangen, niet snel genoeg fabriceren en bezorgen. De Belgische beroepsmilitairen hadden vaak Duitse kennissen. Hun kinderen Duitse vrienden. Zo kreeg ook Dalinda het verhaal van dat wonderlijke bakske te horen van haar Belgische vriendin Lucrèce. De rest laat zich raden.
De uitbaters waren in de wolken. Enkele weken later logeerden mijn ouders in het bewuste hotelletje, ze waren op bezoek tijdens de bataljonsfeesten. Mijn schoolbuddy Roland was ook weer van de partij. Iedereen werd in de watten gelegd en moést op de foto. Die foto kreeg ik gisteren van Dalinda. Eigenlijk had ik m nooit eerder gezien.
Het bijzonderste aan dit verhaal is uiteraard het feit dat dit kleine avontuurtje in Lüdenscheid laat zien welke enorme impact Radio Atlantis had. Het station draaide veel Vlaamse muziek en verzorgde zelfs dagelijks een 'soldatenuurtje' met Tony Houston. Voor militairen in den vreemde was dat een nieuwe, uiterst sympathieke band met het thuisland. Een radiostation met herkenbare muziek en verstaanbare deejays.
Alhoewel niet specifiek voor militairen bedoeld, zoals het alom aanwezige American Forces Netwerk en British Forces Broadcasting Services dat wel waren, was Atlantis een meer dan welkom geschenk. Vlaanderen had z'n eigen Radio Veronica! En Lüdenscheid...
De voorbije dagen ben ik opnieuw bezig geweest met het uitspitten van de RadioVisie-archieven en vooral met het opnieuw inrichten van mijn werkruimtes. Drie door mezelf genomen fotos zijn inmiddels op groot formaat afgewerkt en in passende kaders gestopt. Ze sieren één van de ruimtes waar mijn archief wordt ingericht. Met het ophangen van de posterkaders, kwamen ook de herinneringen weer terug aan hét moment waarop ik die fotos nam. Ze bieden het antwoord op een vraag die ik wel meer krijg. Hoe ik in de radiowereld verzeild ben geraakt?. Voorbestemd? Misschien. Een beetje in die richting geduwd door vrienden? Waarschijnlijk wel. Maar vooral door het maken van een boottocht!
We waren drie jonge scholieren uit hetzelfde dorp die tijdens de zomer van 1968 een beetje boos en treurig waren. Onze Radio Caroline was als laatste Britse zeezender uit de ether verdwenen. Tijd om zelf de handen uit de mouwen te steken dus. We fietsen de vijftien kilometer van Geluwe naar Kortrijk, legden ons zakgeld samen en kochten er in de Amerikaans Stock in de Doorniksesteenweg een oude legerzender. De verkoper had ons verzekerd dat het ding prima werkte. Na een eerste test vloog hij in de fik. Weg radio-ambities, weg zakgeld. Tijd voor een andere bezigheid. Maar het eerste stapje was gezet. Al besefte ik het toen nog niet...
Drie jaar later vroeg mijn beste schoolbuddy Marc Gryson of ik zin had om illustraties te maken voor een nieuw radioblad. Ik had aardig wat talent en bracht zowat al mijn vrije tijd al tekenend en al luisterend naar de radio door. Het nieuwe magazine bleek een project te zijn van de Commercial Radio Organisation, bedacht door Pierre Deseyn uit Ledeberg. Ik zei niet nee en verzorgde enkele covers en een stripje voor Beatwave International. Als je de dingen goed wil doen, dan moet je uiteraard weten wààr je mee bezig bent. Dus begon ik me te verdiepen in het medium. Radio Noordzee Internationaal beleefde vanaf het zendschip de Mebo II, op dat moment een woelige start. Boeiend! Ik zette alweer een stapje in de 'juiste' richting.
In Nederland was ene Hans Verbaan, de sterke man achter de Free Radio Campaign, net begonnen met het organiseren van boottochten naar de zendschepen van Radio Veronica, RNI, Caroline/Seagull en het inmiddels verlaten REM-eiland waar ooit de uitzendingen van radio- en tv Noordzee vandaan kwamen. Marc zijn vader bracht ons naar Scheveningen, de Dolfijn voer een grote enthousiaste bende het havengat uit. AVRO-televisie was aan boord voor een reportage. Heel snel dook de Norderney van Radio Veronica op. Wat een adembenemend zicht. Daar vandaan kwam het geluid waar ik zo vaak naar luisterde. Onwezenlijk!
Midden op zee sloeg het virus definitief toe. Alsof ik getroffen werd door . de bliksem? Het was meer dan dat. Liefde op het eerste zicht komt dichter in de buurt. Definitieve liefde. Het beeld van dat scheepje zou ik nooit meer van mijn netvlies krijgen. Als een foto die in een beeldscherm is ingebrand. Fototoestellen lieten hun klikkend geluid horen, cameras snorden. Mensen werden stil en tegelijk razend enthousiast. Er werden ruikers bloemen overhandigd aan de bemanningen. Daar en nergens anders is mijn liefde voor radio definitief en onvoorwaardelijk geworden. De fotos die ik toen nam, sieren nu mijn archiefkamer. De herinnering aan toen, vastgespijkerd aan een muur. Voor het geval mijn geheugen het ooit niet meer zou doen. De definitieve stap was gezet.
Jàren later, het was inmiddels 2001, lag de Norderney in Antwerpen in het Kempisch dok. De Vlaamse kabelzender Radio Magdalena verzorgde er iedere eerste zondag van de maand een live uitzending. Ik was er te gast (met Fred Bekky en de Silhouettes) en moest wat vraagjes beantwoorden. Presentator Diederik Vanderveken vroeg me naar mijn mooiste herinnering ooit. Ik vertelde hem het verhaal van toen ik de Norderney voor het eerst zag. Waarop hij plagend vroeg of het mooiste wat ik ooit zag dan toch niet mijn vrouw was. Mijn antwoord voldeed blijkbaar niet aan de juiste voorwaarden, want terug thuis moest ik alle zeilen bijzetten om mij te verantwoorden.
Roland Bucket zou jaren later voor de BRT gaan werken, Gerdy Decroix startte Radio Vrie in Ieper (en overleed in augustus 2006), Pierre Deseyn werkte voor Caroline, RNI, Mi Amigo, Hans Verbaan is overleden op 16 juli 1988 (44 jaar jong). Marc Gryson werd nooit actief in radioland. En ik, ik deed mijn ding. Nog steeds. Met grote en kleine stapjes.
Radio 227, de Vlaamse landpiraat, was in vele opzichten een apart geval. Vooral omdat het fenomeen in België in jaren 70 nauwelijks aan de orde was, dit in tegenstelling tot in Nederland waar zowel AM als FM overspoeld werden door dit fenomeen. Ik daal daarom nog een laatste keer af in de kelders van het Dentergemse fenomeen.
Van alle presentatoren waren Gerard Bruin (Ton Schipper) en ikzelf de enige die geen studio hadden. We moesten dat ingenieus en met veel hulp oplossen. Roland Bucket, mijn beste vriend vanuit de lage school al, huurde sedert 1976 een woonstudio in de Aalbeksesteenweg in Kortrijk. Als electro-technicus had hij een mengpaneel in elkaar geknutseld. Bovendien beschikte hij over een ReVox A77. Ik bezat een platenspeler en een microfoon. Schipper had veel platen en ook een pick-up. Iedere zaterdagochtend verzamelden we bij Roland, zetten alles in elkaar en namen ieder ons programma op.
We maakten er telkens iets extra gezelligs van. Suzy, toen nog mijn vriendin, kookte het middageten in dezelfde ruimte. Roland, die we voor de gelegenheid Paul Vincent hadden gedoopt, ontpopte zich vooral tot stoorzender en grappenmaker. Maar zorgde ook voor hapjes en drankjes. Eenmaal de programmas opgenomen en gegeten werd alles weer afgebroken. Vandaar ging het naar Dentergem met de Mitsubishi Lancer. Bij Walter Galle, waar de zendinstallatie stond opgesteld, werd de programmaband in een ton gedropt. Hij was er zelf meestal niet wegens onderweg met de Free Radio Road Show. De opnames van de overige medewerkers waren in de dagen voordien met de post bij mij thuis bezorgd. Die gingen ook in de ton.
Sneller dan verwacht kwam er een einde aan het project. In Assenede waren de collegas van Radio 245 opgepakt. We waren op onze hoede. Toen er eind juni klachten kwamen over storingen op de luchtvaartfrequenties van het vliegveld van Sint-Denijs Westrem, kozen we eieren voor ons geld. We hielden ermee op. Hoofdzakelijk sneu voor Gerard Bruin, want die had net een extra voorraadje programmas opgenomen. Hij zat toen nog op school en had geanticipeerd op de examens door flink vooruit te werken.
227 was heel snel flink in de belangstelling gekomen. En dat hadden we te danken aan de openbare omroep, BRT. Al na enkele weken waren we ontdekt door de collegas van BRT 1. Uiteraard hadden we, uit veiligheidsoverwegingen geen echt adres, we melden dat de post mocht worden gestuurd naar de vrienden van RadioVisie. En er kwamen brieven! Bij de openbare omroep kenden ze het telefoonnummer van RadioVisie. Kortom, ik werd gebeld of ik meer wist over die piraat, want ze wilden er een stukje over maken voor hun ochtendprogramma. Gevaarlijk, dat wel, maar toch zegde ik ja.
De studio van Pierre Deseyn, omdat die het meest professioneel was, werd uitgekozen als decor. Er werd een ontmoeting geregeld aan het Sint Pietersstation in Gent. Daar zou ik de reporter met dienst ontmoeten. Wat ook gebeurde. Ik schudde de hand van een jonge, frisse journalist die vooral opviel door zijn grote Amerikaanse auto. Het ijs was meteen gebroken. Het bleek Guy Depré te zijn die toen als een soort vliegende reporter voor de BRT werkte. Waarna we naar Ledeberg togen en er een fantastische namiddag beleefden. Ter plekke moesten we heel wat improviseren om niet al teveel van onze identiteit prijs te geven. Het item haalde een dag later de ether. Ik heb er nog een opname van, het is enkel een kwestie om ze terug te vinden. Even geduld dus.
Tot slot wil ik deze opmerkelijke bijkomstigheid aan de eeuwigheid van het internet toevertrouwen: vanaf het eerder geciteerde vliegveldje vertrok meer dan eens een toestel om de MV Mi Amigo te bevoorraden. Daardoor kende Walter enkele leden van de vliegclub. Van één van hen had hij, very hush hush, vernomen dat er gerechtelijke stappen zouden worden ondernomen als 227 nog langer doorheen hun boordradio bleef knallen.
227 maakte toen gebruik van een 10 kW zware zender, waarvan het vermogen evenwel was teruggebracht tot 3000 Watt. De T-antenne was niet lang genoeg. Vooral uit veiligheidsoverwegingen. Een minder lange draad, viel sowieso minder op. Er waren nog meer mankementen, de stroomvoorziening was niet ideaal, terwijl ook de aarding te wensen overliet. Maar wie kon het eigenlijk wat schelen.? Het ging toch grotendeels om de kick. En die was er. Bij de luisteraars en bij ons.
Radio Gemini huisde slechts een achttal maanden in Dottignies. Gestart in het naburige Herseaux in 1979 was men nog tijdens diezelfde winter uitgeweken naar een andere locatie. Naar een vrij vervallen huisje, maar wel gelegen op het hoogste punt uit de regio, met vrij zicht op Kortrijk. Gemini moest immers, noodgedwongen, de zeezendertruc toepassen.
In Vlaanderen werden de vrije radios zwaar op de huid gezeten door de overheid, terwijl er in Wallonië een gedoogbeleid was ontstaan. Dus ging Gemini net over de taalgrens in de regio Moeskroen wonen, antennes gericht naar Zuid-West-Vlaanderen. Toch werd de zender in oktober 1980 in beslag genomen. Dit pure politieke verhaal hou je nog te goed (met totaal nieuwe info trouwens!).
Het Dottignies-pand had in 1980 al zijn beste tijd gehad. 31 jaar later (25 juni 2011) wilden Dielis Bergen (Frans Schuurbiers), Charles Dupont (Tom de Graaf) en ikzelf wel eens zien wat er van die locatie was overgebleven. De fotos hoeven verder geen uitleg. De twee andere personen waren toevallige voorbijgangers, waar we mee aan de praat geraakten.
Het deed ons wel terugdenken aan de miserabele omstandigheden waarin we mee de basis hebben gelegd voor vrije radio. Vechten, vallen, opstaan en weer doorgaan. Een strijd die we maar beter nooit vergeten. Respect voor allen die in gelijkaardige omstandigheden mee geprobeerd hebben om dit land een ander radiobeleid te bezorgen.
Groningen Moeskroen. Afstand 420 kilometer. Het is 6 augustus 1980. Journalist Henk Binnendijk van het regionale Radio Noord rijdt die afstand, in het gezelschap van radiofan Hans Knot, om een reportage te maken over vrije Radio Gemini. Diezelfde dag gaan ze nog terug. Ruim 800 kilometer uit liefde en nieuwsgierigheid voor het medium. Ga er maar aan staan.
Op 1 april 1981 zendt de Nederlandse publieke omroep een documentaire uit over datzelfde Gemini. Op zondagmorgen 5 juli 1981 vindt er een verbinding plaats met Hilversum 1. Nieuwe Nederlandse belangstelling is er op 20 juni 1983. Tussen 20:00 en 21:00 uur mag Gemini van de Veronica Omroep Organisatie een uur lang radio maken tijdens De Grote Verwarring via de antennes van Hilversum 2. Het programma wordt ook op AM- uitgezonden en is daardoor in half Europa te beluisteren.
Hoe is die grote belangstelling van bij de noorderburen voor een alles-bij-elkaar toch klein, lokaal radioproject in België te verklaren? Akkoord, Gemini was de eerste vrije radio in België die niet in studentikoze middens was ontstaan. Wie het eerst komt, het eerst maalt. Maar in diezelfde jaren timmerden toch ook Radio Contact, Maeva, Seven al flink aan de weg. Maar het was Gemini die met de Hollandse aandacht ging lopen.
Eigenlijk had het veel, zo niet alles te maken met het team achter Gemini. Gestart als landpiraat met zeer onregelmatige uitzendingen in 1979, klopten initiatiefnemers Geert Vandijk, Ferry Vanloon en Tommy Degroot bij RadioVisie aan. Misschien konden we iets doen?. Na jaren schrijven over het medium, leek het me geen slecht idee om er ook eens middenin te gaan staan. Ik zei ja.
Dankzij mijn vele contacten in het milieu, bij elkaar gekregen via de Vereniging voor Vrije Radio en nadien RadioVisie, slaagde ik er al snel in om een eerste team samen te stellen. Het zou nooit meer stoppen. Frans Schuurbiers, toen hoofdredacteur voor Nederland, zette mee zijn schouders onder Gemini. In iedere editie van het magazine stond een artikel. Net op dat moment was Radio Mi Amigo ermee opgehouden. Zij kenden ons, wij kenden hen. Marc Jacobs, Frank vander Mast, Rob Ronder om het bij dit trio te houden, maakten hun opwachting bij Gemini.
RadioVisie had in die periode een oplage van zon vierduizend exemplaren en werd niet enkel gelezen door luisteraars, maar ook door mensen die beroepshalve bezig waren in de media. Dat en het feit dat Frans in de voorbije jaren ook een flink netwerk had weten uit te bouwen ten behoeve van ons tijdschrift, zorgde ervoor dat de naam Gemini prima circuleerde in Nederland. De reputatie oversteeg voor een deel de werkelijkheid.
Dat is ook te horen in de reportage van Radio Noord die op 30 augustus 1980 werd uitgezonden. Het was de allereerste keer dat men uit Nederland naar Vlaanderen kwam om Gemini door te lichten. Ik wist wat ik kon verwachten en had daarom het gewone programmaschema aangepast. Staf de VI (Stefaan Six) werd, omdat hij toen één van de betere presentatoren was, gevraagd om een dagje school over te slaan om een live uitzending te verzorgen. Geert Vandijk, Suzy en ikzelf namen de honeurs waar.
Terecht waren zowel Hans Knot als journalist Henk Binnendijk van Radio Noord kritisch. Gemini verkocht zichzelf als een lokale radio (we wilden een licentie en moesten dat luid van de daken schreeuwen), maar waren eigenlijk een popstation. Voor dat ene bezoek moesten we dus doen alsof. Maar dat lukte niet helemaal, zoals je kan horen. Nederlanders, je bent er nooit mee klaar...
Gemini huisde toen in Dottignies, in een erg vervallen woning (omdat die op het hoogste punt van de hele regio stond) en maakte gebruik van allerlei bij elkaar geschraapte apparatuur. Het leek eigenlijk nergens naar. Gelukkig ging het om radio en zag niemand het. En in Nederland bestond het fenomeen vrije radio helemaal niet. Dat zorgde voor krediet. Die ene reportage leidde tot nieuwe belangstelling. Niet enkel radio en televisie, maar ook de geschreven pers ontdekte en volgde 'ons'.
In België begon men zich inmiddels af te vragen waarom de noorderburen toch zoveel belangstelling hadden voor die lokale radio uit het Kortrijkse. Conclusie: ook zonder dure marketingcampagne, maar door optimaal gebruik te maken van je eigen kracht, je netwerk en je enthousiasme, kan je heel wat bereiken. Ook daarin blonk RadioVisie uit. Het Gemini-project profiteerde maximaal en zou de volgende maanden en jaren kunnen uitgroeien tot een professionele lokale omroep. Tegelijk zorgde de opgang van de lokale zender voor het einde van RadioVisie. Maar dat is weer een ander verhaal.
(Met dank aan Theo van Halsema)
De Noord-Gemini reportage kan je bij YouTube, via onderstaande url beluisteren.
Na twee weken 'bloggen' begin ik er steeds meer zin in te krijgen. Het gaat bovendien hard. Mensen die ik al heel lang niet meer had gezien, gehoord of ontmoet, maakten weer hun opwachting. Na al die tijd met pensioen, doet het goed om terug te zijn. De interactie is nieuw voor mij. Snel, direct en inspirerend. Aan verhalen geen gebrek natuurlijk. Het valt me trouwens pas nu op hoeveel avonturen ik heb beleefd in bijna vijftig jaar aanwezigheid in radioland. Uiteraard eerst als luisteraar, daarna, voorzichtig startend, opererend middenin het medium. Om steeds nieuwe dingen mee te maken.
De eerlijkheid gebiedt me om te zeggen dat ik altijd één of meerdere compagnons had. Veel collegas en medewerkers. Af en toe was het de kunst om de juiste personen eruit te pikken. Nu en dan boden ze zichzelf aan. Het resulteerde in projecten als de Vereniging voor Vrije Radio, Radio 227, Baffle, RadioVisie, NeTTies, Radio 19. En het moeilijkste, het tot op heden onafgewerkte initiatief; een film over Sylvain Tack. De man achter de Suzy wafels, het weekblad Joepie, muziekuitgeverijen (Start, Gnome) en uiteraard Radio Mi Amigo. Iemand die tussen 1970 en 1980 een media- en muziekimperium in Vlaanderen had uitgebouwd om een hele forse U tegen te zeggen.
Eigenlijk had hij voorgedragen moeten worden om op de shortlist te staan voor de Grootste Belg aller tijden in 2005. De keuze viel uiteindelijk op Pater Damiaan. Niks mis mee natuurlijk. Dat Sylvain niet eens genomineerd werd, is uiteraard ook mijn fout. Ik had hem dan maar zelf moeten voordragen. De klok kunnen we niet terugdraaien. Een film draaien wel. Dacht ik. Het oorspronkelijke idee kwam eigenlijk van Noël Cordier (o.a. Radio Kompas, Xtra Gold, Radiodag Gistel,Flanders Music Radio Day). Dat is te moeilijk, was mijn eerste gedachte. Maar wie niet waagt, niet wint. Ik stapte mee in het avontuur.
Een eerste scenario werd geschreven door West-Vlaams acteur en scenarist Rudy Blomme. Serge Haderman en ikzelf zorgden voor de aanvoer van gegevens. Het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF), dat voor een deel van de subsidies zou instaan, was evenwel niet te vermurwen. Erik Lamens, de man achter de veelbesproken film SM-rechter werd bereid gevonden om een ander verhaal te schrijven. Samen trokken we op onderzoek, tientallen gesprekken met oud-medewerkers van Sylvain volgden. Dossiers werden uitgespit. Er kwam een tweede scenarist bij; Pieter Degraeve. Gepokt en gemazeld met tv-series als Rang 1, De Bunker en het uiterst succesvolle Eigen Kweek (eerste seizoen).
Dit keer werd het scenario wel goedgekeurd door het VAF. Wim Coryn (in de radiowereld bekend als Wim Vossen) vervoegde het team via zijn Wild Cherry bedrijf. Een zoektocht naar extra budget kon beginnen. Productiemaatschappij PrimeTime met Nino Lombardo aan het hoofd en bekend van o.a. Wolven, Ventoux, Blinker en Sailors dont cry stapte mee in de boot. Alweer niet de eerste de beste. Wie al eens op een radiobijeenkomst in de Benelux was, zag het duo tekst en uitleg geven over de vorderingen van hun Koning van België (zo zou de film heten). De pers liet zich niet onbetuigd. Zowel kranten, tijdschriften, radio én televisie, hadden er aandacht voor. Er werd extra kapitaal gezocht in Wallonië, Nederland en Luxemburg. Maar het budget kwam niet rond.
Het verhaal over en rond Sylvain Tack is een epoque-film. Een story die zich afspeelt in verschillende decennia, wat inhoudt dat er heel veel decors, kostuums en dito materiaal nodig is. En dat maakt het allemaal duur, heel duur. Prime Time gooide zopas, na enkele intense jaren, noodgedwongen de handdoek in de ring. Alle pistes waren bewandeld, alle middelen opgebruikt. Dé film, in dit concept komt er dus niet. Betekent dit het definitieve einde? Ook niet. Er is al teveel geïnvesteerd, er is al teveel gerealiseerd. Noël en ikzelf staken de koppen onlangs wederom bij elkaar en bewandelen op dit moment andere pistes.
TOCH IETS OM NAAR TE KIJKEN!
Toen het nieuws over dit filmproject bekend raakte in 2009, was Radio Mi Amigo (nog maar eens) van start gegaan via de 94.0 MHz. De zender die beroep deed op o.a. Peter Vandam, Ton Schipper, Frank van Mee, Eric Meerschaert, Rudi Van Vlaanderen, Emiel Mulder en Gerwin Naeles, was in West- en delen van Oost-Vlaanderen te beluisteren. Het ging om een project van Reggy Devos. Hij zag een cross over tussen zijn zender en de film wel zitten. Spontaan liet hij een soort trailer maken waarin een oproep werd gedaan naar bedrijven die mee wilden investeren via het systeem van Tax Shelter.
In het wervingsfilmpje hoor je de stem van Rudi Van Vlaanderen. Het ging om een goed bedoeld initiatief, niet direct bruikbaar, maar wel leuk. Een filmpje voor de archieven dus. Het is eerder nooit vertoond, noch gebruikt. De oproep is ook niet van toepassing. Niet bellen dus!
Devos zijn filmpje liet evenwel nogmaals zien dat Mi Amigo een geweldige indruk en dito sporen heeft nagelaten. Uiteindelijk zal dat zijn vruchten afwerpen. Hopen we. Erin blijven geloven is de boodschap. Erik Lamens en Nino Lombardo moeten nu evenwel verder met hun eigen en nieuwe projecten. Dat is wat zij doen. Hun brood op de plank. Hun inzet noopt zeker een laatste keer tot grote dank en nog meer bewondering. Merçi heren!
Vandaag gaat het roer even om. De voorbije dagen ben ik vooral in de piratenarchieven gedoken; Radio 227, Mi Amigo en andere zenders die er eigenlijk niet mochten zijn van de overheid. Die hielden (en houden) graag een vinger in de pap over wie zich mag laten horen en zien.
Landpiraten, zeezenders, vrije radio daar liggen uiteraard mijn roots en daardoor ook die van RadioVisie. Toen we in 1998 als dagelijkse mediakrant online verschenen, werden de kaarten anders geschud. Het radiolandschap was intussen duchtig herschapen. De vrije radio was gelegaliseerd, commerciële zenders met landelijke dekking waren verschenen in de ether.
Al was het aanbod veel groter geworden, toch bleef de aandacht voor het medium in het modale perscircuit, pover, minimaal en bijna verwaarloosbaar. Meer nog, terwijl er tal van trofeeën bestonden voor auteurs, acteurs, films en tv-programmas, moest de radiowereld het doen zonder.
Op een redactievergadering in Geluwe ergens in 2003, de ruggengraat van RadioVisie werd toen gevormd door Guy Mampaey, Dirk Vanoirbeek en mezelf, besloten we in te grijpen. De RadioPersoonlijkheid werd in het leven geroepen. We keken daarbij een heel klein beetje naar Nederland waar diverse organisaties garant stonden voor de Radioring(en), de Marconi Award en de NTR Radioprijs.
In 2003 was het zover, de lezers van RadioVisie kozen in vele categorieën hun favorieten. Toenmalig minister van Media Marino Keulen werd de allereerste Vlaamse RadioPersoonlijkheid. Nadien volgden nog Greet op de Beeck, Wim Oosterlink en drie keer na elkaar Peter Van de Veire. Daarnaast waren er tal van nevencategorieën voor o.a. beste stem, beste programma, beste item, beste lokale radio, beste reclame...
Na zes edities hielden we ermee op. De belangstelling en aandacht bleef onveranderd groot, de organisatie maar vooral de uitreiking van de trofeeën bleek te belastend geworden voor de redactie. Toch heeft RV-medewerker Geert Vandevelde nog geprobeerd om een nieuw project, de Vlaamse Radiosterren te koppelen aan de jaarlijkse Vlaamse TV-Sterren. De praktische haalbaarheid bleek evenwel te groot.
Enkel de eerste overhandiging van de oorkondes van bekwaamheid gebeurde zonder bijhorend (groot) feest. Daarna waren achtereenvolgens taverne Dick Martens (van Luc Degroot in Aalst), de Norderney (toen voor anker in Antwerpen), het Feestpaleis in Beervelde en het Wijnigem Shopping Center het decor van zeer druk bijgewoonde radiofeesten.
Uit al die shows heb ik een selectie fotos gemaakt.
Het geheugen is een raar ding. Een foto brengt niet alleen herinneringen terug aan dat ene bewuste moment, maar fungeert vaak als een eerste dominosteen. Gisteren, bij het bovenspitten van Gerard Bruin aka Ton Schipper, zag ik ook weer Serge Haderman terug. Ik ontmoette hem het laatst op de RadioDag in Gistel (2016), waar ook Ton Schipper van de partij was. Alweer was de cirkel rond.
In Gistel zat ik in een panel waar over radio werd gepraat. Moderator Serge Haderman wilde dat ik nog eens vertelde over de weg die de VVVR-programmas aflegden. Van studio tot in de ether op Radio Mi Amigo. Het is inderdaad een opmerkelijk verhaal. We gaan terug naar juli 1975 en blijven er tot februari 1977.
Iedere zondagnamiddag mocht onze club, toen de Vereniging voor Vrije Radio (VVVR), een halfuur zendtijd invullen. De zender bevond zich aan boord van de MV Mi Amigo, voor anker in de monding van de Thames. Hun studios waren in Playa de Aro, Spanje. Wij namen onze programmas op in achtereenvolgens Ulvenhout (Nederland), Ledeberg en Dentergem (België). Toch lukte het meestal om alles in elkaar te passen.
Een volle programmaband (Agfa Gevaert, 28 centimeter), met telkens twee uitzendingen, werd eerst naar Breda gebracht om er verpakt te worden in een grote enveloppe van de bank waar collega Frans Schuurbiers toen werkte. Het pakje werd als bedrijfspost aangetekend en Per Express naar Playa de Aro te sturen. Als bestemmeling zetten we niet in grote letters Radio Mi Amigo op het pak, maar gewoon Bea Wijfjes, de vrouw van toenmalig dj Bert Bennett. Een kwestie om zo weinig mogelijk sporen na te laten die naar ons zouden kunnen leiden.
Zowat drie dagen later was de tape in Spanje, waarna studiotechnicus Maurice Bokkebroek aan de beurt was om alles op cassette over te zetten. Omwille van het transport gebruikte Mi Amigo geen grote banden zoals Veronica en Noordzee dat eerder hadden gedaan, maar cassettebandjes. Op die manier stopte men de programmering van een hele week in een schoenendoos. Die kon minder opvallend getransporteerd worden.
Uiteraard hadden wij net zo goed de VVVR-programma's rechtstreeks op cassette kunnen opnemen, maar ondanks er op AM werd uitgezonden, bleven wij koppig geloven in de veel betere kwaliteit van 'gewone' tape als geluidsdrager. En een band is ook makkelijker manipuleerbaar. Maurice Bokkebroek moest al eens een extra jingle of commercial in 'onze' programma's monteren. Iedereen die zelf dat soort werk heeft gedaan, weet dat zoiets makkelijker kan met een tape. Een kwestie van spoelen, stoppen, mikken en correct plakken dus.
Wekelijks werden de VVVR-programma's, samen met de shows van de deejays in Playa de Aro, naar de Europabus gebracht. Die pendelde van Antwerpen naar Barcelona, Gerona en weer terug. Met die bus ging ook de voorraad Mi Amigo-tapes mee. (Soms werd beroep gedaan op de diensten van een bevriende vrachtwagenchauffeur). In Antwerpen werd de lading opgehaald door een Mi Amigo-medewerker, waarna de hele handel naar de Belgische, Franse of Nederlandse havenplaats verhuisde van waaruit de bevoorrading van het zendschip werd georganiseerd.
Na een trip die ruim een halve dag duurde, waren de cassettes eindelijk ter plekke. De reis was lang, erg lang Achtereenvolgens; Ledeberg (bvb), Breda, Playa de Aro. Om na een paar dagen het volgende traject af te leggen; Playa de Aro, een Vlaamse stad, een Franse, Nederlandse of Belgische haven en tot slot de MV Mi Amigo in de monding van de Thames. Als iemand wil uitrekenen hoeveel kilometer dit is, ga je gang.
Ik krijg al eens de vraag wààrom ik over een bepaald onderwerp, persoon of gebeurtenis schrijf. Eerlijk? Daar bestaat geen uitgewerkt plan voor. Alles kan een aanleiding zijn. Zoals de foto die ik gisteren poste van de Free Radio Road Show waar Ton Schipper op te zien is. Meer is er niet nodig om de machine in gang te zetten.
Ton Schipper ontmoette ik voor het eerste in 1976. Op een dag stond hij aan mijn deur, samen met zijn bijna-buurman Maarten Broekman. Beiden hadden een abonnement op Baffle (de voorloper van RadioVisie), woonden vlakbij elkaar in Kortrijk en kwamen een namiddag kennis maken en bijpraten over radio Het duo is sindsdien een constante variabele (wat een contradictie!) gebleven.
Samen met Ton maakte ik mijn allereerste radioprogrammas voor de uit Dentergem opererende landpiraat Radio 227. Ook voor hem was het de eerste keer dat zn stem de ether veroverde. Al deed hij dat in dat gezegende voorjaar van 1977 nog onder de naam Gerard Bruin. Voor de gelegenheid noemde ik mezelf Tom Bremer.
227, genoemd naar de AM-golflengte waarop werd uitgezonden, was enkel op zondag te horen van 09:45 tot 16:00 uur. Naast de eerder genoemde protagonisten waren ook Paul Vincent (Roland Bucket), Jeremy Bender (Pierre Deseyn), Lex Vosselaer (Walter Galle), Maarten Broekman (Frank Catry) en Rob Ronder (Alfons Jagtman) betrokken bij het project. De eerste uitzending vond plaats op 1 mei, maar na een zestal weken werd het project, na klachten van storing bij de luchtvaart, gestopt.
Niet zo heel veel later nam Ton een proefprogramma voor Radio Mi Amigo op, bij mij thuis in een geïmproviseerde studio. Enkele weken nadien verruilde hij zijn studentenkamer in Kortrijk voor een appartement in Playa de Aro, waar hij de vervanger werd van Stan Haag bij Radio Mi Amigo. Hij zou de laatste dj worden die in Spanje programmas op tape zette voor de zeezender. In 1978 keerde hij terug naar Vlaanderen, waar hij betrokken was bij de start van enkele vrije radios, zoals Radio Contact, Seven en S.I.S.
Ton en ikzelf werkten af en toe nog eens samen. Zo werd hij, samen met Serge Haderman, één van de vaste presentatoren van diverse publieke acties die RadioVisie organiseerde. Ik herinner mij de uitreiking van de Vlaamse RadioAwards in Beervelde (2007) en Wijnegem (2008). Bescheiden als ik ben, toch twee van de mooiste en meest geslaagde radiofeesten in Vlaanderen.
Onderaan de foto's vind je een url terug, die je naar YouTube leidt, daar hoor je het eerste programma van Gerard Bruin bij Radio 227.
(Met dank aan Walter Galle, Dirk Desmet van Theo van Halsema)