Ik borduur nog even verder op de inbeslagname van Radio Scorpio op 20 februari 1980, waarover ik het eergisteren had. Diezelfde dag werd immers ook Studio 17 opgepakt in Leuven. Waar bij Scorpio het studiomateriaal ongemoeid werd gelaten, verdween alle apparatuur van 17 wél in de combis van de BOB. Niet alleen Leuven stond op zijn kop, ook in Brussel was dat het geval. In de hoofdstad werden de vrije zenders immers met rust gelaten, de solidariteit en verontwaardiging waren bijgevolg enorm.
Dat was ook journalist, radio- en tv-maker Jan Van Rompaey niet ontgaan. In zijn zondagse programma Ronde Tafel op BRT2 (Omroep Brabant) van 24 februari 1980, voerde hij daarom een discussiegesprek over vrije radio met o.a. Ugo de Clerck van Radio Scorpio en voorzitter van de Vereniging ter Bevrijding van de Ether, plus Minister van Vlaamse Cultuur Rika De Backer. Ook de directeur van de technische dienst van de BRT, Michel Gewillig werd aan het woord gelaten. Helaas bleek die zeer slecht op de hoogte te zijn van frequenties Volgens hem moesten de vrije zenders maar opgedoekt worden omdat het zonde was die nuttige frequenties daar voor te besteden. Hij stelde ook nog voor om die vrije zenders een plek te geven op de AM-band.
Kijk eens aan. De tijden veranderen (niet). Sinds enkele jaren zijn er diverse partijen die aan de opeenvolgende Ministers van Media (Marino Keulen, Geert Bourgeois, Ingrid Lieten, Sven Gatz) gevraagd hebben om op die middengolf een project te mogen beginnen. Al dan niet tijdelijk. En er zijn dit keer wel degelijk frequenties beschikbaar. De openbare omroep gebruikt er immers geen enkele meer. Nee daar beginnen we niet meer aan, klinkt het nu op het ministerie. Er is blijkbaar weinig nieuws onder de zon. Mensen die radio willen maken worden nog steeds van het kastje naar de muur gestuurd. Paraplus gaan open. Voor het toeteren van onzin schaamt men zich nog steeds niet.
Mevrouw De Backer vertelde bij Jan Van Rompaey ook over haar plan om vrije radio toe te laten via de BRT. Dit door een wekelijkse ontkoppeling van het regionale BRT2 omdat die per provincie een afzonderlijke zender hebben. Ik vroeg me in RadioVisie 26 (van 14 april 1980) af of dat wel in goede aarde zou vallen van BRT2 zelf. En hoe maak je lokale radio via zenders van vijftig kiloWatt? De VEBE schoot het plan meteen af. In de dagen en weken na de bekendmaking van hét plan De Backer, kwam niemand opdagen om de zaken uit te werken. Er is nadien nooit nog iets van vernomen.
Klik op onderstaande link om naar een bijzonder merkwaardig filmpje te kijken.
Bladerend doorheen de stapel tijdschriftjes die de VVVR/RadioVisie uitgaf, zag ik weer dat we vanaf boekje 10 snel evolueerden. Dankzij het groeiende aantal lezers beschikten we over meer budget en konden we overschakelen van stencil- naar offsetdruk. In het eerste geval was enkel tekst mogelijk, in het tweede behoorden ook fotos en illustraties tot de mogelijkheden. Hét moment moment om Joey in te schakelen. Het was voorjaar 1975.
De allereerste tekening die Joey ooit maakte voor het blad was een karikatuur van Rob Ronder (Alfons Jagtman). Als kop bij zijn maandelijkse column. Tot en met editie 25 (maart 1977) zou hij trouw zijn stukjes blijven schrijven. Eerst over zijn persoonlijke radio-avonturen, later over radio in een breder perspectief. Twee maanden later transformeerde Baffle tot RadioVisie en hadden we minder aandacht voor het zeezenderfenomeen, waardoor Rob als publicist verdween. Hij bleef wel medewerker van de stichting.
Rob Ronder ontmoette ik voor het eerst in april 1975 in Playa de Aro, aan het zwembad van de eerste Mi Amigo-pleisterplaats, op de flanken van de Mas Nou. Hij was rechtstreeks van het zendschip naar het badplaatsje gereden om er zijn loon op te halen en te genieten van een week vakantie die hij van Sylvain Tack had gekregen. Het station had nog geen eigen plek en logeerde tijdelijk in de ruime villa van een met Sylvain Tack bevriende zakenman.
Ronder was zijn carrière begonnen tijdens het tweede leven van Radio Atlantis, toen in de lucht vanaf MV Jeanine. Zijn show Drop of dr onder behoorde tot het betere werk van de zeezender. Hij viel des te meer op omdat er tijdens deze tweede periode van het station tal van mindere goden aan het werk waren. Toen er een einde kwam aan de avonturen van de Vlaamse piraat, verdween ook Ronder uit beeld. Een paar maanden later was hij terug, alive and kicking, dit keer aan het werk voor Radio Mi Amigo.
Eind 1974 was het radioteam halsoverkop naar Spanje moeten uitwijken. De BOB was de Mi Amigo-organisatie, die toen niet meer vanaf Nederlandse bodem mocht opereren, op het spoor gekomen. Een nieuw, goed draaiend team moest worden opgezet. Tot de studios in Playa de Aro helemaal op punt stonden werd daarom beroep gedaan op extra mankracht die live aan boord van de MV Mi Amigo wilden gaan werken.
Rob werd gevraagd of hij er Peter Vandam wilde gaan vervangen. Die was, nadat hij werd opgepakt door de BOB in de verborgen studio in Opbrakel en ook even had vastgezeten, halsoverkop vertrokken naar het zendschip. Na enkele weken moest de man vervangen worden. DJs die hun stiel kenden en ook nog eens enkele weken op een zendschip wilden gaan zitten, lagen niet voor het grijpen. Rob zag dat soort avontuur wel zitten
Het lag in de bedoeling dat Peter en Rob elkaar live aan boord zouden afwisselen. Maar omdat de technische omstandigheden te slecht waren, werd dit plan uitgeteld en moest Peter naar Spanje gaan, Rob werd overbodig. In Playa werd hem door Sylvain gezegd dat, vanaf het moment er opnieuw live programma's vanaf het schip zouden komen, hij opnieuw zou gecontacteerd worden. Wat effectief gebeurde, maar toen had Rob al andere engagementen.
Het toeval wil dat ik voor de eerste keer, in april 1975, op bezoek was in het Mi Amigo-hoofdkwartier in Playa de Aro, toen Rob er ook was. Voor Baffle en de VVVR was ik samen met mijn collega Frans Schuurbiers naar Spanje gevlogen om de sfeer op te snuiven en om kopij te verzamelen voor ons blad. Wat klopte nu eigenlijk van al die wilde verhalen in de kranten? Algauw bleek dat Rob en Frans bijna buren waren. De ene woonde in Breda, de andere in Ulvenhout. Een boogscheut van elkaar.
Het gevolg was dat beide heren wel eens vaker bij elkaar over de vloer gingen en dat kwam Baffle/VVVR goed uit. Rob ging akkoord om een maandelijkse rubriek te schrijven. In augustus 1975 werd hij ook ingeschakeld om de eerste documentaire programmas die we maakten voor de zeezender - Mi Amigo duikt in de radiogeschiedenis - op te nemen. In augustus 1979 deden we alweer beroep op hem. Rob produceerde de eerste edities van de nieuwsservice RadioInfoon, het recentste radionieuws via een automatische telefoonservice.
Maar daar hield het niet bij op. Toen ik voor Radio Gemini ging werken, eind 1979, toog ik op zoek naar extra djs. Het lag voor de hand dat ik daarbij direct aan Rob Ronder dacht. Nadat hij eerst uitsluitend tijdens het weekend was te horen, verkaste hij eind 1980 naar de weekdagen, waar hij van maan- tot en met vrijdag te horen was met een drive time programma tussen 16:00 en 17:00 uur. Hij zou dat jarenlang blijven doen.
Driemaal is scheepsrecht. Driewerf helaas ook. Om in de terminologie te blijven. Na Veronica-medewerker Han Vastenburg en muzikant/jinglemaker Cees Bergman meldt Hans Knot nu ook het overlijden van de Nederlandse radio-dj Gerard Smit. (Zie gedeeld bericht hieronder). Eén van mijn jeugdhelden. Toén en ook nu nog kijken mensen me verbaast aan als ik zeg dat ik een reuzefan was van iemand die voor de radio werkte
Als je zeventien jaar bent, in mijn generatie was je dat nog piepjong, dweepte je met voetballers, wielrenners, zangers, popgroepen Van die laatste had ik ook wel posters hangen in mijn kamer... naast die van de Mebo II, het zendschip van Radio Noordzee Internationaal (RNI). Alhoewel de zender in het zuiden van West-Vlaanderen nauwelijks te ontvangen was dweepte ik er mee. Het feit dat ik aangewezen was op hun kortegolfzenders (31- en 49-meter band), maakte het luisteren extra spannend voor mij. Soms was de ontvangst uitstekend, dan weer een pak minder. Of af en toe helemaal niet, want de zenders werden niet altijd ingezet. Het droeg allemaal bij aan het avontuur.
Ik was het station beginnen volgen vanaf het prille begin in 1969. Tenminste, in dat jaar doken de eerste berichten over de komst van een nieuwe zeezender op in de kranten. Ik bleef vanaf dat moment nauw hun belevenissen volgen. En daar was zeker geen gebrek aan. Hun uitzendingen werden gestoord door de Britse overheid, ze wijzigden hun naam in Radio Caroline, er was een poging tot kaping van een ontevreden directeur en er was de bomaanslag van concurrent Radio Veronica op het zendschip. Ik had ook al snel contact gezocht en gekregen met het RNI-hoofdkwartier in Zürich en bouwde een leuke correspondentie op met Eva Phister, de secretaresse van Mebo Ltd, de organisatie achter RNI. Toen was ik uiteraard totaal verkocht en verknocht.
Maar bovenal bracht RNI een nieuw, fris geluid. The sound of a young Europe. Jonger, frivoler, gedurfder dan andere radiostations. En de keuze was al zo beperkt begin jaren 70, naast Radio Veronica, Hilversum 3 en BBC Radio 1, gaapte het grote niets voor mijn generatie. Mijn absolute lievelingsprogrammas van RNI waren Driemaster, Buitengaats en Doorsnee Noordzee, allemaal live vanaf het zendschip. Ik luisterde ademloos naar de avonturen van Leo van der Goot, Hans ten Hooge, Mark van Amstel, Dick de Graaf en Gerard Smit. Het hoeft dan ook geen betoog dat ik heel veel later apetrots was dat ik Dick de Graaf, in 2014 kon overtuigen om Driemaster nieuw leven in te blazen bij Radio 19, waarvan ik op dat moment projectleider was.
Na de close down van RNI heb ik de heren nog vaak teruggehoord, zeker Gerard Smit. Ik was in de nadagen van 31 augustus 1974 verwoed opnames van het station gaan verzamelen. Wat ik eerder had gemist aan uitzendingen, kon ik alsnog beluisteren. Vaak programmas die via de FM-band in de regio Scheveningen waren opgenomen. Nooit eerder had ik het station in die bijzondere kwaliteit gehoord. Ik heb ze nog allemaal, tegenwoordig gedigitaliseerd en wel. Ik luister er nog vaak nog. Eerder deze week hoorde ik Marc van Amstel aan het werk. Ik had hem enkele weken eerder nog ontmoet in Gistel tijdens Flanders Music Radio Day. Meer alibi had ik niet nodig om de man uit het archief te halen.
Ik ga straks eens wat opnames van Gerard Smit op een rijtje zetten. Dat soort eerbetoon is het minste wat ik kan doen.
Wie ooit de originele A Team-reeks (1983-1987) heeft gezien zal zich ongetwijfeld de gevleugelde woorden van Kolonel John "Hannibal" Smith herinneren; I love it when a plan comes together. Zo lijkt het een beetje omdat ik je net deze week een reeks Topradio Gemini-jingles kan aanbieden. Met dit grote verschil dat er van een echt plan helemaal geen sprake was. Toeval des te meer
Topradio was de voorbije weken meer dan ooit in het nieuws. Het wààrom hoef ik alvast niet meer uit te leggen. Anderzijds kon je op deze FB-pagina ook niet naast de aandacht kijken die ik had voor Radio Gemini. Omdat ik er ooit mijn actieve radiocarrière, die ik overigens nooit ambieerde maar er toevallig in terecht kwam, ben begonnen.
Via Facebook kom je algauw oude bekenden tegen, herinneringen komen boven, verhalen worden opgediept die tegenwoordig al heel snel hun weg vinden naar de sociale media.Wat enkele personen leuk vinden, zal voor meer menen het geval zijn. Die achterliggende gedachte dus. Bovendien is ook maar de geringste vorm van egoïsme me onbekend. Ik deel graag. En uiteindelijk is dit het basisidee van FB en consorten. Ja?
Maar eerst even een stukje geschiedenis. Radio Gemini was een uiterst succesvol radiostation maar kon die inspanning niet consolideren. Via enkele tussenstappen en minder gelukkige allianties werd de zender uiteindelijk een filiaal van Topradio. Tot 1987 was de Kortrijkse zender helemaal onafhankelijk. Toen trad men toe tot Optimedia - Vijf Sterrenradio, een initiatief van het toenmalige VUM, met Zaki aan het roer. Gemini deed het vooral om nieuws binnen te halen.
VUM was de Vlaamse Uitgeversmaatschappij, de uitgever van De Standaard, het Nieuwsblad en De Gentenaar. Zij stonden in voor het nieuws op hun radios. De aangesloten zenders behielden de eigen naam maar moesten het logo op affiches, stickers en dergelijke zetten. Een jingle van Vijf Sterrenradio moest worden geïntegreerd. Er werden ook syndicated programmas geproduceerd door de VUM die moesten werden uitgezonden (o.a. een hitlijst).
Zenders die zich aansloten kwamen allemaal uit de grotere steden; Radio Antigoon (Antwerpen), Radio Go (Gent), VBRO (Brugge), Radio Caroline (Aalst), Radio Sinjaal (Leuven), Radio Andromeda (Oostende), Radio 94 (Tienen), Radio Alpine (Roeselare), Radio Reflex (Mechelen), Radio 77 (Sint-Niklaas), Uniek FM (Turnhout), Stadsradio Halle (Halle), GRK (Genk), Radio Centraal (later RCL, Hasselt), Radio CRD (Brussel) en Radio Gemini (Kortrijk).
Maar ook aan deze samenwerking kwam een einde. De aandeelhouders vonden Gemini veel te duur worden en toen ook de Kortrijkse Hallen de zender liever kwijt dan rijk waren, werd uitgekeken naar een overnemer. Serge Allaert van het bedrijf Allaert Aluminium legde het geld op tafel en er werd verhuisd naar de Schaapsdreef in Kortrijk. Eerst werd nog gepoogd door o.a. Bart Pieters, Steven Caulier, Luc Sierens en mezelf om het originele Gemini te reanimeren met een concept dat gebaseerd was op dat van de Nederlandse Sky Radio en Radio 10 Gold.
Helaas werden de financiële afspraken niet nagekomen door de nieuwe eigenaar en viel het team snel uit elkaar. Net op het moment dat ook sterkhouders van weleer als Jan Steen, Herman Vervaeke, Jacques Derijker, en Dielis Bergen hadden toegezegd om weer mee te doen. Eind 1994 besliste de nieuwe eigenaar om te gaan samenwerken met Radio Swing (Brugge) en S.I.S (Gent) onder de naam Dansradio Vlaanderen. In 1996 werd een volgende stap gezet en ontstond het samenwerkingsverband Topradio. Goed voor een nieuw pakket jingles en het definitieve einde van Gemini.
BETOGING VOOR VRIJE RADIO UIT ELKAAR âGESPOTENâ
- Demonstranten werden in de val gelokt
Gisteren kreeg ik een reactie van Rudy De Saedeleir op mijn stukje over het Vlaamse radio-maanlandschap. Hij herinnerde zich ook een betoging ten gunste van vrije radio in Leuven. Samen met Geert Vandijk (Radio Gemini) was ik toen één van die demonstranten. Ik schreef er een artikel over dat verscheen in de gedrukte RadioVisie (nummer 26) van 14 april 1980. De originele fotos die ik maakte heb ik slechts voor een deel kunnen terugvinden. Ergens heb ik nog alle negatieven, maar voorlopig zijn ze nog niet opgedoken. De beelden van mindere kwaliteit zijn gereproduceerd uit het originele magazine.
WIE GAF HET SIGNAAL OM GEWELD TE GEBRUIKEN?
We beginnen dit verhaal op 20 februari 1980, de dag dat de Leuvense Radio Scorpio werd opgepakt. Via een noodcassette had de studentenzender opgeroepen om te mobiliseren. Het was iets na 08:00 uur. Ruim vierhonderd studenten blokkeerden meteen de gangen van het t Stuc, waardoor BOB en Rijkswacht niet verder konden. De hulp van een extra brigade rijkswachters bracht geen zoden aan de dijk. Pas toen er werd beloofd om niks in beslag te nemen, ging iedereen weer naar huis. Wel werd de studio verzegeld. Het was intussen al na middernacht geworden.
Op maandag 25 februari was de studentenradio terug in de ether via de zenders van Radio Plus (vanaf de Campus van de VUB in Brussel) en LLN (vanaf de campus van Louvain La Neuve). s Woensdags, een week na de gedwongen close down was er een betoging in Leuven. Een vreedzaam bedoelde optocht ten gunste van vrije radio en Scorpio. Een half uurtje voor de start liet de Rijkswacht al zien dat ze ook aanwezig was. Met een indrukwekkend aantal overvalwagens reden ze rond het startplein van de betoging. Waarna ze zich terugtrokken in enkele zijstraten.
Een gewone agent wist me te vertellen dat er 150 betogers waren, ik had er minstens al het driedubbele geteld. Toen de stoet vertrok waren het er zeker duizend geworden. Ze waren uit alle hoeken van het land gekomen. De sfeer was prima. Er waren veel witte ballonnen, er werden slogans geroepen ten voordele van vrije radio en Scorpio. Minister van Cultuur Rika De Backer kreeg er wel van langs. De betogers scandeerden Barabas of De Backer.
Op het Fochplein bleef de sliert plots stilstaan. De politie die voorop reed om de weg vrij te maken had de betoging van het vooropgestelde parcours afgeleid. Plots lieten ze weten dat de stoet te laat was vertrokken en daarom direct moest worden ontbonden. Inmiddels had zich aan de staart van de betoging de Rijkswacht opgesteld. Iedereen zat als ratten in de val. Prompt gingen een aantal demonstranten op de grond liggen en schreeuwden Geen geweld, geen geweld!. Het bleek olie op het vuur te zijn.
De Rijkswacht chargeerde, de waterkanonnen werden ingezet, er vielen rake klappen. Ook mensen die op de grond lagen maakten kennis met de wapenstok. De betoging werd uiteengedreven. BRT TV die aanwezig was filmde het hele spektakel. Diezelfde avond was er al om 20:00 uur een reportage te zien in het Journaal, waarbij het uit de hand lopen van deze manifestatie terecht in de schoenen van de Rijkswacht werd geschoven. Van enige subjectiviteit kon je de openbare omroep zeker niet beschuldigen. Diezelfde dag nog om 20:00 uur was Radio Scorpio via de eigen zender terug in de lucht. Het vermogen was slechts vijf Watt, maar door de hoge opstelling van de antenne, was het signaal toch nog in een rui gebied te ontvangen.
Die dag voelde ik voor het eerst dat er iets niet klopte aan deze gang van zaken. De betoging was aangevraagd en toegelaten, maar werd in de val gelokt. Niemand van de demonstranten was agressief geweest. Ludiek is wel een perfecte omschrijving. Het was duidelijk dat iemand politie en Rijkswacht had geïnstrueerd om mild geweld te gebruiken. Zon signaal kon enkel vanuit politieke hoek komen. Ik gebruikte al eerder het woord paranoia. Dat moet haast wel. Waar was de overheid in s hemelsnaam zo bang voor?
- Eerste (en enige?) filmpje van de Moeskroense periode
Radio Gemini is hier al vaker de revue gepasseerd. Gisteren en eergisteren nog blikten we terug op de startperiode in Herseaux aan de hand van heel veel fotos. Ik rond vandaag deze Waalse trip (voorlopig) af in Moeskroen. Want die plek is tot op heden minder uitvoerig belicht.
Eerder, op dinsdag 19 september wees ik immers ook al op het bestaan van een interessant filmpje over Radio Gemini in de Kortrijkse Hallen. Die opnames dateren uit de tweede helft van 1984. Ruim een jaar eerder was er verhuisd vanuit Moeskroen.In het kader van het streven naar enige volledigheid op naar de Stationsstraat in postnummertje 7700 dus.
Het gezellige kelderpand bij de firma VANO werd in april 1983 verlaten. Nog eerder, ter gelegenheid van de tweede verjaardag van het station, op 23 december 1981, werd een korte video-opname gemaakt.
Als je heel snel kan kijken zie je achtereenvolgens Tom Bremer (JL Bostyn), Fredo Vanpoort (Frits Gevaert), Eddy Delaere (Johan Debouverie), Theo Vandeplas (Jacques Derijcker) en Pat Verhaeghe (Patrick Maes).
Klik op onderstaande link om het filmpje te bekijken.
- Extra hoofdstukje rond Minister van Cultuur Rika De Backer
In mijn artikeltje over de houding van de Vlaamse politici tegenover de vrije radios (zie gisteren), vanaf het prille begin tot nu, ben ik één politica vergeten. De eerste die met het fenomeen vrije radio geconfronteerd werd en meteen de toon zette. We moeten terug naar 1979 toen het allemaal begon. Op dat moment was Rika De Backer Minister van Cultuur (CVP). Het departement dat verantwoordelijk was voor alles wat met media te maken had. (Vlaanderen kreeg pas in 1995 voor het eerst een echte Minister van Media. Die taak ging toen naar Eric Van Rompuy).
Onder het bewind van de De Backer werd er vooral gepalaverd tussen haar christen-democratische partij, de socialisten (SP) en de liberale familie (PVV). Behalve vergaderen en praten gebeurde er verder niks constructiefs. Vooral de VEBE (Vereniging ter Bevrijding van de Ether) zette de minister onder druk om de lokale radio te erkennen. Maar zij stond daar, net als haar collega van PTT Herman Decroo (PVV) en de BRT zeer afwijzend tegenover.
De openbare omroep was vooral bezorgd dat door de komst van de lokale zenders de eigen radio-activiteiten, op dat moment BRT1, BRT2 en BRT3 , niet verder zou kunnen worden uitgebouwd. De Backer was bang voor het feit dat er een etherchaos zou losbarsten na een erkenning. Maar misschien nog belangrijker was haar vrees dat de lokale radios in handen van extreme groepen zouden vallen. Woorden die ze zelf gebruikte.
Dat lijkt verdacht dicht in de buurt te komen van een zekere paranoia. Toch was De Backer best een progressieve minister, getuige haar nooit aflatende inzet voor vrouwenaangelegenheden en cultuur. Zo ijverde ze onder meer voor de afschaffing van het verbod op voorbehoedsmiddelen en had ze een actieve inbreng in het abortusdebat.
In 1978 voerde ze het bibliotheekdecreet in, daarmee ingaand tegen velen in haar eigen partij. Dit decreet luidde het einde in van het katholieke bibliotheken. Een minister die toch niet bang was uitgevallen dus. Waar komt die angst voor vrije radio dan vandaan? Ook bij al haar opvolgers. Gevoed door een machtig extern blok? En welk zou dat dan kunnen zijn? Of is dit een open vraag?
* Dit stukje zal later toegevoegd worden aan het eerste artikel.
In het stukje hieronder lees je over de niet zo vanzelfsprekende verpopping van de BBC Light Programme tot BBC Radio 1 & 2. De Britten hadden als geen ander begrepen dat de miljoenen luisteraars van de zeezenders in een zwart gat dreigden te verzeilen, na de verplichte close down van hun super populaire offshore radiostations. Het pleit voor de overheid en de starre publieke omroep dat ze voor een alternatief zorgden. In deze compilatie hoor je hoe het openingsprogramma van Tony Blackburn klonk.
Klik op onderstaande link om naar een compilatie van dit openingsprogramma te luisteren
- Bazen bevreesd voor de komst van vrouwelijke djs
Komend weekend bestaan BBC Radio 1 en BBC Radio 2 een halve eeuw. One was de ontegensprekelijke opvolger van Radio London. Een gelijkaardig format, tal van djs die uit de offshore radiowereld werden geplukt en jingles die naast het befaamde Big L-pakket hadden gelegen. Waarmee de Britten het in alle opzichten beter deden dan de Lage Landers die na het verbieden van hun zeezenders niét voor een alternatief zorgden.
Maar in tegenstelling tot wat wordt gedacht verliepen de oprichting en de beginperiode van BBC Radio 1 niet echt van een leien dakje. Groeipijnen door beperkte financiële middelen en een strenge controle op de creativiteit waren serieuze obstakels voor erkenning bij het grote publiek. Een terugblik op een woelige omschakeling van zee naar land, zowat een halve eeuw geleden.
VAN OUD NAAR NIEUW
Het legale antwoord als alternatief op de uiteindelijk verdreven zeezenders was het gevolg van een nooit eerder geziene herstructurering bij de Britse openbare omroep. Het eerdere light programme, dat bestond uit een samenraapsel van verschillende stijlen van jazz, musical, swing en een beperkt aanbod popmuziek, werd in de nacht van 29 op 30 september 1967 door Roger Moffat definitief afgerond. Meteen werd een punt gezet aan de oubolligheid van de BBC. De daarop volgende dag werden er ter vervanging twee stations, BBC Radio 2 en BBC Radio 1 geïntroduceerd. Paul Hollingdale effende als allereerste ochtendpresentator het pad voor Tony Blackburn die met Flowers in The Rain van The Move om 08:00 uur (Benelux-tijd) het verlengstuk van de zeezenders uitzette. Aan belangstelling en nieuwsgierigheid was er geen gebrek.
AANKLOPPEN BIJ DE VIJAND
Ofschoon deze radiorevolutie breed in de media werd uitgesmeerd, beseften weinigen dat de BBC tijdens de voorbereiding een heel gebrekkige kennis had van het reilen en zeilen van Caroline, Big L, 270 en co. Vandaar dat Johnny Beerling op pad werd gestuurd om de geschikte djs te vinden. Zijn speurwerk leidde hem naar Radio London. Er werden onmiddellijk onderhandelingen met de populairste jocks aangeknoopt. De daarop volgende auditie, waarop zich 120 sollicitanten meldden, leverde het voorspelbare resultaat op: tien medewerkers van Big L waaronder Ed Stewart en twee mensen van Caroline North, Mike Ahern en Emperor Rosko, voldeden aan het gewenste profiel. Een jingle-pakket van PAMS uit Dallas en een thema gecomponeerd door de ooit geboycotte producer van de Beatles George Martin zorgden voor een flitsende vormgeving.
STRENGE REGELS
Wie van de nieuwkomers dacht dezelfde losse stijl van presenteren te kunnen hanteren, keek zeer raar op. Keith Skues, die al één en ander gewend was, bestempelde de verplichting om vooraf geschreven scripts als een enorme belemmering. De aanpak van de eindregisseur met tijdsgebonden interventies leverde bizarre taferelen op. Een volledig contrast dus met weleer toen de djs zelf het verloop van de shows bepaalden. Anderen behielden hun piratenbloed en leefden zich ongedwongen en tot algemeen jolijt wèl volledig uit. Naarmate BBC Radio 1 evolueerde werd dit rigoureuze beleid gelukkig afgezwakt en ontstond er een grotere vrijheid.
SEKSISTISCH
De BBC had overigens nogal wat vooroordelen. Zo overheerste de angst over de mogelijke komst van vrouwelijke collegas. Men vreesde voor de luistercijfers. Journaliste Annie Nightingale trok meermaals tegen deze verregaande vrouwonvriendelijkheid van leer. Haar klachten verdwenen niet in dovemansoren en leidden in 1970 tot de toevoeging van femels aan het team. De komst van Janice Long, Jackie Brambles, Zoë Ball, en Sarah Cox bevorderden het evenwicht in het personeelsbestand.
DE VERKEERDE VERSCHUIVING
De liberalisering van de FM-band in de jaren 80 was de start van meer uitbreidingsmogelijkheden. Naast de gevestigde waarden als Simon Bates en John Peel kregen aanstormende talenten als Bruno Brookes, Simon Mayo en Marc Goodier doorgroeimogelijkheden. Voldoende namen dus om met een volledige programmering de klok rond uit te zenden. Door deze explosieve groei verwaterde echter de hoofdopdracht van BBC Radio 1 namelijk de promotie van de hedendaagse popmuziek. Deze ergernis mondde in de bekende schoonmaakoperatie van 1994 uit Maar dat is een ander verhaal.
- Een verhaal van decennia lang politiek geklungel
Huidig Vlaams Minister van Media Sven Gatz (Open VLD) is de laatste tijd aardig in beeld geweest omwille van het hertekende radiolandschap waarvan hij de vaandeldrager is. De man zet een traditie verder; eentje van polarisatie, ongenoegen en heel veel boosheid. De Vlaamse ether kreeg alweer een schoonmaakbeurt, maar of men daarvoor de juiste producten heeft gebruikt? Ik durf het te betwijfelen.
Het na- of voordeel van ouder worden, is dat je steeds meer bagage meedraagt. Er is telkens meer om je te herinneren. Met het liquideren van de netwerkradios vanaf 2018 ga je als vanzelf terugblikken. Hoe zaten eerdere herschikkingen van het radiolandschap ook al weer in elkaar? Ik onwaar één constante; de liefde tussen de politiek en de sector is nooit groot geweest. Een eufemisme. De redenen zullen steeds in vage nevelen gehuld blijven. Al blijft het een feit waar je niét naast kan kijken. Het ontij is nog steeds niet gekeerd.
Ik schreef het al eerder, het is van meet-af-aan fout gegaan. De Vlaamse radiowereld is op wankele fundamenten gebouwd. Enkele muren opnieuw rechtzetten of een verdieping extra ondersteunen levert niks op. Het is en blijft een scheve constructie. Terwijl in Wallonië de vrije radio's reeds sinds 7 juli 1981 een wettelijk statuut kregen, bleef men in Vlaanderen achterophinken tot in 1982. Het was toen vooral een politiek spel tussen twee strekkingen VEBE (Vereniging ter Bevrijding van de ether) en VEBORA (Vereniging van de Belgische Onafhankelijke Radios).
VEBE was voorstander van lokale radio's gericht op ontspanning, lokale informatie, en socioculturele vorming. VEBORA was voorstander van echte concurrentie voor de toenmalige BRT. Op 6 mei 1982 kwam er een decreet op basis van een ontwerp van de liberale Gemeenschapsminister Karel Poma (PVV). De vrije radio's werden voortaan lokale-radio's genoemd. Het vermogen werd beperkt tot 100 Watt (ERP, vermogen op antenne) met een antenne-hoogte van dertig meter. Goed voor een zendbereik van ongeveer acht kilometer, in praktijk blijkt dat eerder vijf kilometer te zijn. En zou je dit in VRT-ontvangstnorm zetten dan is het vermoedelijk niet meer dan drie kilometer. Deze modaliteiten zijn vastgelegd in het Decreet Willockx (Freddy Willockx, SP-signatuur). De eerste slag aan de sector is toegebracht.
Er werden 803 aanvragen ingediend. In eerste instantie bleven er 677 over. Uiteindelijk kregen 370 projecten een gunstig advies. Vervolgens werd deze lijst doorgespeeld naar de RTT die een frequentieplan moest opstellen. Na onderzoek van de PTT en na nieuw advies van de Raad van Niet-Openbare Radio's werden de erkenningen definitief toegewezen. Het probleem was dat er in de grote steden zoals Antwerpen en Gent te veel gunstige adviezen waren.
Om iedereen tevreden te stellen werden frequenties in stukken gedeeld. Onder andere in Antwerpen werden heel wat halve frequenties verdeeld. De ene radio mocht vier dagen uitzenden, de andere de overige drie. Andere regelingen zoals een 1/3 frequentie; enkel een dag. Enkel een weekend en enkel week waren er ook. Het gevolg was dat vergunde initiatieven nooit een licentie aangevraagd hebben. Waar eerder enkel de band tussen 100.0 en 104.0 MHz was voorbehouden werd die nu uitgebreid tot 108 MHz.
Op 5 juni 1985 besliste toenmalig Minister van PTT Herman De Croo dat publiciteit werd toegelaten. In de twee volgende jaren werden de niet-erkende radio's uit de lucht gehaald. De eigenlijke, maar nog steeds voorlopige' zendvergunningen werden uitgereikt in 1987. In 1988 volgden de technische keuringen. Pas daarna werd een definitieve zendvergunning afgeleverd. Maar toen was het dus alweer tijd voor een nieuwe erkenningsronde want de voorlopige vergunningen hadden maar een duur van vier jaar.
Eén van de grote kosten werd het betalen van de driemaandelijkse factuur aan SABAM. De minimumbijdrage bedroeg toen een 50.000 BEF (1250) per jaar. Radiostations begonnen daarom bijdrages te vragen aan hun medewerkers, daar waar die eerder (soms) betaald werden voor hun werk. Sommige lokale projecten slaagden erin om subsidies los te weken van de gemeente. Enkele bedrijfjes begonnen syndicated programmas te maken. Commerciële belangengroepen zoals grote krantenbedrijven zagen de kans om VZW's over te nemen of hun frequentie te huren.
Netwerken ontstonden. Eerst was er Radio Contact geleid door Francis Lemaire die begon met een franchise-systeem. Lokale radio's verbonden zich met elkaar en begonnen een gelijksoortig programma-aanbod uit te zenden. Eerst werden de syndicated programs verdeeld via band of cassette, daarna via satelliet of audiolijn. Naam en jingles werden gedeeld. Ook werden sommige programmas gezamenlijk gemaakt. Maar in de diverse studios in het land was er overal nog live radio voor eigen de streek te horen.
Niets op aan te merken zou je zeggen. Tot ze te groot werden. De alweer nieuwe Minister van Media, Eric Rompuy (CVP) vond dat de overheid veel te laks optrad tegen de ketens. Omdat hij toch een nieuw mediadecreet schreef, vooral bedoeld voor een vernieuwde openbare omroep, implementeerde hij meteen ook enkele hoofdstukken voor een herziening van de vrije radios. Het resultaat was dat er in 1991 een einde kwam aan Radio Contact als franchiseorganisatie. Een paar maanden later startte Radio Donna. Met een format dat wel erg hard leek op dat van Contact met eveneens nieuws op het halve uur. In 1992 verving het decreet Van Rompuy het decreet Willockx.
In 1998 deed dezelfde politicus de opening van Topradio op VTM. Geen probleem blijkbaar want toen was de eigenaar de overkoepelende moedermaatschappij VMMa. Ook keerde radio Contact terug als franchiseorganisatie en startte VTM met netwerkradio Mango. In hetzelfde jaar riep de overheid dat er geen frequenties zijn in een proces dat gevoerd wordt door kabelradio Flandria. Nee er zijn geen frequenties en als er al frequenties zijn dan maximaal voor één zender en we kunnen natuurlijk geen monopoly gaan creëren. Twee jaar later bleken de frequenties toch niet zo schaars. Qmusic en 4FM ontstonden.
Radio Contact dat ook in de running was voor een nationale commerciële licentie greep tot ieders verbazing naast de prijzen. Qmusic (uit de VMMa-stal) en het op papier betere 4FM gingen lopen met de prijzen. De jaren nadien startte een ware koehandel met deze tweede winnaar, eigendom van Think Media. Eerst werden de aandelen verkocht aan de Waalse groep Deficom, die ze op zijn beurt wou verkopen aan de Luxemburgse groep RTL.
Maar daar stak de directie van 4FM een stokje voor. Gedelegeerd bestuurder Jan Caerts knoopte discreet onderhandelingen aan met Talpa van de Nederlandse mediatycoon John de Mol, die het station overnam. in 2004. Drie jaar later kocht de VMMa op zijn beurt het station van de Nederlander. Dit dankzij een wetswijziging die Minister van Media Geert Bougeois (NVA) doorvoerde. Grote mediagroepen mochten plots wel meerdere radiostations bezitten, terwijl dat eerder verboden was.
Maar nu terug naar 2002. Er was alweer een nieuwe Minister van Media, de liberaal Marino Keulen. Onder zijn beleid werd het complete lokale radiolandschap alweer hertekend. Het gevolg was dat onder andere Radio Contact bij de erkenningsronde van 2003 de helft van zijn lokale dekking kwijt raakte. De lokalen moesten aan een inhaalrace beginnen. Maar er was niet enkel de blauwe dolfijn dat gehandicapt moest opereren. Geen enkel samenwerkingsverband kreeg nog een volledige dekking in Vlaanderen. Idem dito voor Topradio.
Nu zijn we dertien jaar verder. Opnieuw springen enkele zaken in het oog. De lokale radio mag blijven uitzenden op FM, heet het bij Minister Gatz. Nu gefeliciteerd hoor. Eigenlijk moet je in het nieuwe decreet lezen; de lokale radio mag niet meedoen in de digitalisering of mag met ruime achterstand mee gaan doen. Het vermogen van de DAB+-zenders is heel beperkt, met alle gevolgen van dien voor de ontvangst binnenshuis. Het fenomeen klinkt bekend in de oren.
En uitgerekend Topradio valt naast de prijzen. Je moet geen wiskunde hebben gestudeerd om te weten welke kansen dit netwerk had kunnen hebben. Vandaag bereikt men in goede kwaliteit vooral Oost en West-Vlaanderen. Projecteer de luistercijfers op een beter zendcomfort en Topradio is in staat om op relatief korte tijd drie procent marktaandeel te veroveren. De keuze om dat niet door te laten gaan zou zomaar een politieke keuze kunnen zijn. Want is het toeval dat de geschiedenis zich steeds herhaalt? Ik begin er langzaamaan te twijfelen. De waarheid wat oprekken is dus echt van alle tijden.
* Dit veelzeggend filmpje kan je op YouTube bekijken.
Donderdag 21 september bracht ik nog eens bezoekje aan de eerste Radio Gemini-studios in Herseaux. Virtueel weliswaar. Je was er getuige van. Nostalgie alom. Ik vermeldde toen ook dat we al onmiddellijk na de start van Radio Gemini op 23 december 1979, flink gevolgd werden door de pers. We waren echt nauwelijks begonnen toen de West-Vlaamse krant Het Wekelijks Nieuws een nogal verwarrend artikel over Vlaamse radio vanuit Wallonië publiceerde. Onmiddellijk gevolgd door een reportageteam van BRT TV. Een regisseur, een cameraman en zijn assistente filmden een halve namiddag in en om het Gemini-pand.
Wij maakten op onze beurt een fotoreportage van hun activiteiten. De cameraman was Kortijkzaan Roland Lammens, zijn echtgenote assisteerde. Het echtpaar was niet enkel beroepshalve geïnteresseerd in Radio Gemini, maar ook puur privé. Dat bleek meer dan ooit toen een jaar later hun dochter Els voor Radio Gemini programmas ging presenteren. Daarmee was zij één van de eerste vrouwelijke medewerkers. Ze debuteerde in de eerste maanden van 1981 toen we alweer eens verhuisd waren. Van Rue du Bornoville naar de Stationsstraat in Moeskroen.
In april 2004 bezochten Frans Schuurbiers (Dielis Bergen), wijlen Tom de Graaf (Charles Dupont) en ikzelf (Tom Bremer) nog eens deze allereerste Gemini-locatie. Een tijdlang was het een jaarlijkse gewoonte om samen te komen en dan de diverse Waalse uitzendlocaties te bezoeken; Herseaux, Dottignies en Mouscron. Mijn Nederlandse vrienden vulden dan gelijk hun voorraadje vinylplaten aan. Tom hield van het Franse chanson en dat was alom aanwezig in de stad van de Hurlus.
In 2004 was het voor het eerst in langere tijd dat we elkaar nog gezien hadden. Ons jaarlijks uitstapje naar dé locaties was een flinke tijd geleden. Het was bijgevolg nogal schrikken om te zien dat niet enkel het radiohuisje in de Rue de Bornoville was verdwenen, maar de hele rij woningen. Enkele nieuwe villas met tuin waren in de plaats gekomen daar vlak achter het kerkhof. De fotos maken het duidelijk.
En om het hoofdstukje Herseaux helemaal af te ronden; ik kreeg onlangs van Theo van Halsema de allereerste Gemini-sticker toegestuurd. We zullen het een jeugdzonde noemen. Wie m ontworpen heeft, weet ik niet meer. Ik denk dat ik mijn exemplaar in een doos heb zitten gelabeld; Enkel openen na mijn dood.
De online editie van RadioVisie verscheen, met twee onderbrekingen weliswaar, tussen 1998 en 2014. Laten we afronden op veertien jaar. Vermenigvuldig dit met telkens 365 dagen, dan gaat het om ruim vijfduizend dagen. Laten we ervan uitgaan dat er dagelijks tien berichtjes gepubliceerd werden, dan weet je meteen om welk een ongelooflijk aantal nieuws- en andere artikeltjes het gaat.
Maar er werden nog veel meer stukjes, reportages en verhalen gemaakt. Af en toe verscheen er eentje niet. Om wat voor reden dan ook. Vaak gewoon uitgesteld omdat er al teveel nieuws was, omdat er nog moest aan worden gewerkt of omdat we ze gewoon vergeten zijn. Tijdens het opruimen en op orde brengen van de archieven, vond ik onlangs nog een map met enkele (op een schrijfmachine getypte) verhalen terug met artikeltjes die nooit werden gepubliceerd. Ik heb er eentje afgestoft We gaan diep terug in de tijd, naar het prille begin van de 80s.
RADIO CONTACT WERD HEEL EVEN TV CONTACT
Door het relatieve gedoogbeleid in 1979 en 1980 in Brussel vermenigvuldigen de vrije radios zich in sneltreinvaart. Terwijl de meeste initiatieven op puur amateurisme teerden, bekende Radio Contact meteen kleur. De strakke programmering, inclusief het Top 40-format waren professioneel. En dat wisten ze. Geen wonder dat de ambitieuze initiatiefnemers naar extra publiciteit zochten. Zo ook tijdens de spectaculaire tweede fannacht op 20 september 1980.
Gedreven door nieuwsgierigheid en uit bewondering van de anti-conformistische wijze van radio maken druppelen zevenduizend fans Vorst Nationaal, de hoofdstedelijke concerttempel, binnen. Op zoek naar de gezichten zich achter de radiopresentatoren. De meesten stemmen waren inmiddels vertrouwd en bekend. Luc De Groot, Danny De Bruyn, Ton Schipper, Rudi Van Vlaanderen en Ben Van Praag hadden deels hun sporen in het zeezendermillieu verdiend. Wiet Van Bever en een aantal minder bekende lokale talenten, volgden in hun kielzog.
De opmars van Radio Contact was ook een gouden zaak voor de Belgische muziekindustrie. Lio, Mino, Lou & The Hollywood Bananas en vele anderen zagen hun bekendheid zienderogen stijgen. In ruil voor de nodige promotie werd één en ander geregeld en zo stonden ze allemaal op de affiche van het tweede concert van de vrije radio, waarvan de blauwe dolfijn het symbool was.
De tune Disco Special van Discothèque, deed het enthousiasme van de aanwezigen tot een eerste hoogtepunt stijgen. Wat aan de aandacht ontsnapte waren de discreet opgestelde cameras. De verrassing werd algemeen toen bleek dat deze vedettenparade ook via de televisie, in kleur, via het tijdelijke en regionaal uitzendende Contact Télé werd uitgezonden.
Een stunt van formaat die de koppen van alle kranten haalde. Ook al omdat de aanwezigen in Vorst Nationaal een eerste voorzichtige vuist tegen de verouderde staatsomroepen maakten. Het verlangen naar commerciële media werd iets later een schreeuw die via de befaamde Shownachten van Radio Maeva een vervolg kreeg.
DE FOTO UIT 1980
En nog een Contact-foto uit het gezegende jaar 1980 om het helemaal af te leren. Mocht ik niet de hulp hebben ingeroepen van Rudi Van Vlaanderen (RVV), dan was ik klaar geweest met het noemen van twee namen. Maar dat zou dan weer niet eerlijk geweest zijn tegenover alle andere medewerkers.
Kortom en daar gaan we: aan raam met snor, Eddy Verney. Daarnaast met bril Patrick Vanderieck. In de hoek staat toch nog een onbekend iemand. Dan zien we Jan 'Dhaese. Het meisje is Rita Van Neygem. Naast haar, met de baard in front Hugo De Markies. Achter hem staat de eerste programmaleider Ward De Man. Hij bleef niet lang want de rest van het team maakte hem namelijk het leven onmogelijk. En zo hoort dat ook, met onkundigen, dixit RVV.
Vorige week maandag was er tijdens de IBC2017 Conferences in Amsterdam, het jaarlijkse feestje van al wat met broadcasting verband houdt, opnieuw een WorldDAB Session. De afgelopen jaren bleken dat telkens zeer boeiende uiteenzettingen over de actuele stand van zaken van DAB+ wereldwijd en dat was dit keer niet anders. DAB+ groeit als kool, met de Europese landen in een leidende rol en met België in het vakje van de developing countries. Je kunt de video herbekijken via onderstaande link. Een warme aanrader voor wie zijn algemene kennis over DAB+ wil bijspijkeren.
Vooral de eerste vier uiteenzettingen zijn de leerrijkste. Zo hoor je Patrick Hannon, grote baas van WorldDAB, zeggen dat er al vijftig miljoen DAB+ toestellen werden verkocht, verkrijgbaar vanaf 20,00 euro (dus Sven Gatz zat er maar 5 euro naast...), en waarvan al twaalf miljoen autoradios. DAB+ is dus geen nicheproduct meer, maar een volwaardig massaproduct. In de UK luisteren zeventien miljoen mensen dagelijks naar een digital-only station. De twee grootste commerciële radiogroepen in de UK (Global en Bauer) konden de voorbije tien jaar dankzij deze nieuwe mogelijkheden elk hun marktaandeel opkrikken met vijf procent (naar respectievelijk 20 en 15 %).
Zijn belangrijkste boodschap was echter voor de Europese Unie: stop nu onmiddellijk met het verkopen van toestellen met analog-only. Vermijd geldverspilling bij de consument, versnel de digitale transmissie en beperk de kost voor de radiostations om al te lang te moeten simulcasten op FM en DAB+. Elf Europese landen (waaronder België) dienden een verzoek in die zin in bij de Europese commissie.
Graham Dixon, hoofd van de EBU, breekt vooral een lans voor de blijvende noodzaak aan terrestrial radio, met DAB+ als dé nieuwe standaard die economisch en maatschappelijk wordt verantwoord. Het internet zal om tal van redenen altijd onvoldoende betrouwbaar zijn, plus het is gewoon te duur, voor de radiostations, aldus Dixon.
Bekijk ook zeker de derde uiteenzetting, over de volop aan de gang zijnde FM-afschakeling in Noorwegen. Gek verklaard door de rest van de wereld, maar lang niet zo gek als je eens duidelijk uitgelegd krijgt hoe Noorwegen die digitale ommezwaai uiterst efficiënt en consequent doorvoerde.
Met 5,5 miljoen Noren en vijf nationale producten op FM verschilde de Noorse markt trouwens niet zo fel van de Vlaamse situatie. Ook daar beheerst de openbare omroep de luistercijfers. Hét verschil zit m vooral in de woondichtheid: veertien inwoners per vierkante kilometer in Noorwegen, tegenover 462 in Vlaanderen. Dat Noorwegen bewust de periode voor de digitale transmissie beperkte in de tijd heeft dus alles te maken met de enorme kostprijs van de FM-parken in dit uitgestrekte land. Die vele duizenden FM-zenders zijn nu vervangen door duizend veel efficiëntere DAB+-zenders. Enkel de lokale radios mogen nog enkele jaren op FM blijven uitzenden.
In Noorwegen vonden publieke en private radios elkaar en nu hebben de Noren keuze uit 29 nationale producten via DAB+, verspreid over 13 radiospelers. Het is ook niet meer nodig om frequenties te veilen (zoals Noorwegen deed voor commerciële omroepen), want er is nu voldoende plaats voor alle potentiële gegadigden. Ook een nuttige les voor Vlaanderen: bij de gefaseerde FM-afschakeling, regio per regio, loopt de openbare omroep telkens twee maand voor op de commerciële zenders. Dat neemt meteen de scepsis weg van de commerciëlen om luisteraars te verliezen.
De luistercijfers worden zorgvuldig gemonitord. Zo blijkt er al bij al slechts een lichte terugval in het dagelijkse totale radiobereik (momenteel 2,86 miljoen t.o.v. 2,99 miljoen vorig jaar). Wel opmerkelijk: 28 procent van de luisteraars kiest dagelijks al voor één van de nieuwe digitale producten (11 procent in 2014). Op weekbasis hebben de nieuwe stations samen al een bereik van bijna 50 procent, of 2,6 miljoen Noren. De grotere keuze zorgt er dus ook voor fors wijzigende luistergewoontes.
Tot slot laat Marcello Lombardo van de EBU zijn licht schijnen op de kostprijs van FM, DAB+ én streaming via internet, gebaseerd op reële cijfers in de vijf grootste Europese radiomarkten. Die berekening bevestigt dat de kostprijs van uitzenden via DAB+ slechts 10 procent bedraagt van wat uitzenden via FM kost. Streamen via internet is minstens vier keer duurder, waarbij dan ook nog eens werd rekening gehouden met het feit dat er via internet gemiddeld slechts 17 minuten per dag naar de radio wordt geluisterd.
Als iedereen evenveel via internet zou luisteren als er momenteel op FM het geval is (gemiddeld 80 à 90 minuten per dag), dan kost dat de omroepen tot anderhalve keer de prijs van FM en tot vijftien keer de prijs van DAB+. Of anders gesteld: voor de prijs om 24 uur/dag uit te zenden via DAB+ kun je iedereen maximaal 1,7 minuten per dag laten streamen.
In de toekomst kijken is voor de meesten van ons een onmogelijke opgave. Terugblikken zoveel te makkelijker. En af en toe kunnen we beide combineren. Zoals nu. Omdat Topradio drijft op de capaciteiten van twee sterke mannen, stofte ik ook nog even dit interview met Youri Beaumont af. Sofie Vander Donckt sprak met hem in het voorjaar van 2004 voor RadioVisie.
Zaterdag 23 september haalde ik Beaumont's partner in crime Bruno Heyndrickx nog eens uit de archieven. Omdat de babbel met Youri op dezelfde dag werd opgenomen, op dezelfde plek en het telkens over hun Topradio ging, heb je nu een compleet beeld van wat beide heren dachten dat de toekomst voor hen in petto had. Voor de volledigheid haal ik de tekst die toen bij het interview verscheen, ook nog eens boven. Die vind je in het stukje hieronder.
* Dit interview werd voor het eerst te beluisteren bij RadioVisie op 12 juni 2004.
Interview: Sofie Vander Donckt, Productie: FCP Media
Op de 192 videostream was een week lang een verslag van ruim één uur te zien van de "Zeezender Radio Veronica Dag" die op 31 augustus werd gehouden in het Museum RockArt (Hoek van Holland). Met beelden van de live uitzending van de Tineke Show op NPO Radio 5.
Er waren ook interviews met Ad Bouman, Karel van der Woerd, Hans Becker, Ferry Maat, Wim van de Water, Atze Veenstra, Hans Becker, Peter Jager, Ad Roland en Serge Haderman. Plus optredens van Michel van Dijk, Ferdinand Bakker en de Wannebiezz.
Deze bijzondere uitzending heeft intussen een plekje gevonden bij YouTube, voor iedereen die het programma heeft gemist en zeker voor de Vlamingen die dit kanaal niet kunnen bekijken in eigen land. Het is meer dan een tip voor offshore-fans, zeezenderfanaten en voor iedereen die deze bijzondere periode uit de radiogeschiedenis een warm hart toedraagt.
Nu ik deze reportage zelf heb bekeken, valt me één dag extra hard op; 'Wat hebben we toch een unieke periode meegemaakt in de geschiedenis van de radio. Blij, héél blij dat ik er (een beetje) bij was!' De videobeelden dragen bovendien de onmiskenbare kwaliteit van het label Alex van den Hoek.
De gedrukte RadioVisie, ik blader er nog af en toe eens door. Met heel veel nostalgie, een brok heimwee en een flinke portie trots kijk ik terug op onze tijdschriftjes. Niet in het minst omdat we toen met heel weinig middelen, zowel op technisch als op financieel vlak, bergen creativiteit moesten ten toon spreiden om het blad aanvaardbaar te maken en het tot bij de lezer te krijgen. Zelfs na al die tijd kan ik me alle nummers nog zonder meer herinneren.
Eén editie blijft me bovendien als geen ander bij. RadioVisie 10 (31/07/1978) werd immers, ei zo na, in beslag genomen. Niet door het gerecht, noch door de Bijzondere Opsporingsbrigade (de beruchte BOB), maar door de douane. Dat het toch niet gebeurde is puur toeval. Af en toe moet het ook eens meezitten. Nu ik erover nadenk, in de hele geschiedenis van de Vereniging voor Vrije Radio én Baffle, reisde de juiste engelbewaarder altijd met ons mee. Mijn grootmoeder Rebecca zou het als volgt uitgelegd hebben: Je moet niet knap zijn om geluk te hebben. Al was zij wél knap!
Een goed doorspekte kas hebben we nooit gehad. Dus moesten Frans Schuurbiers, mijn Nederlandse evenknie, en ikzelf vooral handig zijn. Zowel Baffle (het blad van de Vereniging voor Vrije Radio), als de opvolger RadioVisie, waren grensoverschrijdend. We schreven voor één taalgemeenschap omdat de grote radiostations toen ook grensoverschrijdend beluisterd werden. Om een juridische paraplu boven ons hoofd te hebben werd RadioVisie in 1977 een Nederlandse stichting. Frans, Alfons Jagtman, Tom de Graaf en ikzelf vormden het bestuur.
Stichtingen hebben een aantal financiële voordelen. Zo kon er tegen verminderd BTW-tarief een blad worden gedrukt in Breda. Terwijl je in België in een veel hogere schaal terechtkwam, kon dat in Nederland voor slechts zes procent. Het hoeft geen verder uitleg wààr we ons blad lieten drukken. RadioVisie kon je enkel mits een postabonnement krijgen. Maar hier dook dan weer een financieel Nederlands probleem op. Tenminste de Nederlandse post was abominabel duur voor het verzenden van drukwerk. Onze tijdschriftjes zaten in gepersonaliseerde enveloppes, A5 formaat en waren dik en zwaar
Via de Nederlandse post versturen kostte één gulden per exemplaar. Ooit waren er vierduizend abonnees. Je begrijpt dat dit onbetaalbaar was voor een organisatie die 300 BEF of 15,00 gulden vroeg voor een jaarabonnement. Gelukkig was daar de Belgische post. Die hanteerde een speciaal tijdschriftentarief. De inhoud van de publicatie moest aan een aantal voorwaarden voldoen, maar één keer je de procedure had doorlopen, mocht men via steeds hetzelfde verzendkantoor, de boekjes versturen aan het waanzinnig lage tarief van 80 cent in Belgische franken.
Het hoeft alweer geen bijkomende uitleg dat we voor het versturen beroep deden op de diensten van de Belgische PTT. Al lijkt eenvoudiger dan het was. Want in de jaren 70 spraken de dieren nog, hadden we het over de E3 (nu E17) en waren er grenzen. Met tolhuisjes en douane. Al kon je meestal zonder gecontroleerd te worden van België naar Nederland rijden en vice versa. Dit kaderde dan weer in een Benelux-unie. Tientallen edities van Baffle/RadioVisie werden dan ook tussen de buurlanden gesmokkeld. Invoerrechten betalen? Ben je gek!
Van de drukker in Breda werden de magazines naar Geluwe gebracht waar ze in enveloppes werden gestopt. Adres en postzegel erop, goed voor verzending vanuit het postkantoor van Menen. Omdat ik er toen zelf werkte, hadden mij collegas er geen omkijken naar. Ik bracht postzakken en de noodzakelijke labels mee naar huis en stopte alles in de juiste zakken. Vaak ging het om tientallen exemplaren. Ze werden in de koffer van mijn auto geladen en s anderendaags begon ik een half uurtje vroeger te werken op kantoor.
Maar die ene julimaand van 1978 liep het fout. Bijna toch. Het was mijn beurt om de meest recente editie van RadioVisie in Breda op te halen en naar Geluwe te brengen. Het was een flink stuk in de zaterdagnacht toen ik de grenspost van Meer naderde. De schrik sloeg me om het hart, er was douanecontrole. Mijn kleine VW-Scirocco was afgeladen met RadioVisies. Enkele duizenden exemplaren, verdeeld over tientallen dozen. De bodemplaat van de auto sleepte net niet over de grond!
Douanecontrole meneer! Hebt u iets aan te geven? Ik antwoordde dat ik ervan uitging dat dit niet het geval was. De man monsterde de achterbank, zag dat er dozen tot aan het dak stonden en monsterde mij om naar de parking te rijden om de kofferbak open te maken. Vluchten kon niet meer, ik volgde gedwee de bevelen, stapte uit, deed de achterklep omhoog, waarna de douanier een doos openmaakte en tegen honderden RadioVisies aankeek.
Op de cover van nummer 10 stond een peuter die een taart uitblies. Het was immers een feestnummer. Onze eerste verjaardag als RadioVisie. Porno was het alvast niet. Blijkbaar werd ook dat gesmokkeld tussen 'Holland' en België. De man bladerde in het tijdschrift, woelde in de doos, haalde er een ander exemplaar uit en zag dat het allemaal dezelfde boekjes waren. Hebt u daar een uitleg voor?. Het bleek een retorische vraag te zijn. De douanier begon eerst te glimlachen, daarna echt te lachen. Je hoeft me geen details te geven hoor. Maar wel nog eens jouw autopapieren.
Hij zag mijn naam en begon alweer te lachen. Jij kent mij niet, ik jou eigenlijk wel. Ik ben een fan van Radio Mi Amigo. Eigenlijk nog meer van Radio Caroline. Mijn broer heeft nog in het Caroline-huis in Amsterdam gewerkt. Ik ben al héél lang geabonneerd op jullie blad. Fantastisch wat jullie doen. Als ik nu mijn exemplaar krijg, dan ben ik alvast de eerste die de nieuwe uitgave zal lezen. Hij knipoogde. Ik graaide drie exemplaren uit de bovenste doos, bedankte hem, deed de achterklep weer naar beneden en maakte dat ik wegkwam.
Ach, zijn reguliere exemplaar hebben we alsnog via de post verstuurd. Hoe zou je zelf zijn? Die ene 80 cent maakte nu toch ook niet het verschil? Hoe deze douane-abonnee heette, ben ik nooit te weten gekomen. Voor de nummer 11 van RadioVisie (04/09/1978) , heb ik Joey gevraagd een karikatuur te tekenen van de man. Hij sierde dan ook de cover van het bewuste nummer. Weken later kregen we op ons Geluwe adres een prentbriefkaart van het douanekantoor in Meer. Op de achterkant stond Vele groeten. Dank voor het langskomen en de tekening. Tot nog eens?
De maanden nadien ben ik nooit nog de grens gepasseerd in Meer. Tenminste toch niet met een nieuwe lading tijdschriftjes. Vanaf dan heb ik iedere sluipweg goed leren kennen.
Eeklonaar Christophe Moens, de sterke man achter ClubFM en FamilyRadio, is gisteren met spoed opgenomen in het ziekenhuis AZ Sint Jan in Brugge met hartklachten. Zijn entourage heeft het over een teveel aan stress dat de voorbije dagen werd veroorzaakt door alle beslommeringen die zijn ontstaan na het verlies van zijn radionetwerken.
Als gevolg van het nieuwe Vlaamse radiodecreet zijn vanaf 1 januari 2018 alle netwerken verboden. Een naaste medewerker formuleert het als volgt: Onnodig te vertellen dat het afnemen van een miljoeneninvestering ten voordele van een louter papieren dossier hier iets mee te maken heeft.
- Vlamingen, Walen, Fransen en Nederlanders; één zender
Radio Gemini heeft heel wat locaties gehad vooraleer het station helaas, definitief verdween. De enkele occasionele uitzendplaatsen rekenen we gemakkelijkheidshalve niet mee. Er werd pas echt begonnen op 23 december 1979 vanuit Rue du Bornoville in Herseaux, vlakbij het kerkhof. Het gehuurde huisje was klein en kouwelijk. Er moest nog verwarmd worden met een kolenkachel. Vaak hing er zoveel rook dat we alsnog alle ramen en deuren open moeten zetten om het mengpaneel en de platenspelers te zien
Bovendien lag het straatje in een soort put. Verre van ideaal dus als je van daaruit de Kortrijkse regio te bereiken. In vogelvlucht algauw een tiental kilometer. Toch denk ik met heel veel warme gevoelens aan die paar maanden terug. Niet alleen omdat alles toen nieuw en één groot avontuur was, maar ook omwille van de vriendschappen die er ontstonden. We hadden een gezamenlijk doel voor ogen en gingen voor elkaar door het vuur.
Op zondag werd het helemaal gezellig. Om de beurt kookten onze echtgenotes of de toenmalige vriendinnen voor de hele groep. Met een aperitiefje vooraf. Die weekends waren ook kom-maar-binnen-dagen voor de buren en iedereen die ons wel eens aan het werk wilde zien. De buurt had er een attractie bij. Het was weer eens wat anders dan de gebruikelijke stoeten kerkhofbezoekers. Onze Waalse buren kwamen trouwens zelden langs zonder dat ze taart, een drankje of een ander cadeautje bijhadden. Velen brachten ook hun platen mee.
Toen we ooit enkele tvs in de buurt stoorden, werd niet de politie gebeld, maar gingen we samen op zoek naar een oplossing. Van enig communautair probleem was geen spoor te bekennen. Zeker niet toen we besloten om uit te breiden met enkele uren Franstalige programmas. Maar niet alleen Vlamingen en Walen maakten het mooie weer. Algauw doken ook vanuit Frankrijk de eerste medewerkers op; Robert de la Lys, Michel de Tournay, Nounours Algauw aangevuld met een eerste continent Nederlanders. Allemaal medewerkers van de Vereniging voor Vrije Radio, de voorloper van RadioVisie. Rob Ronder (Alfons Jagtman) was de eerste, Charles Dupont (Tom de Graaf) en Jaak vinden Broek volgden in zijn spoor.
Er waren ook gastdjs. Peter Vandam kwam live programmas maken, net als Laurens van Reijen. Zangers, zangeressen en groepjes vonden de weg naar Rue du Bornoville. Vooral artiesten uit de stal van het toen populaire Monopole, kwamen zichzelf promoten op de zondagnamiddag. Zoveel bijval op slechts enkele weken hadden we niet echt verwacht. Vandaar dat we versneld beslisten om op zoek te gaan naar een betere locatie. In de lente van 1980 vonden we die op het hoogste punt van Dottignies. Een nog kleiner en nog meer vervallen huisje in Rue de Quevaucamps. Geen nood, wij maakten radio, geen televisie, het kon ons geen zier schelen hoe het eruit zag.
Zoals je altijd de mooiste herinneringen bewaart aan je eerste vriendin, zo is het ook met deze radiobasis in Herseaux. Met veel plezier en enige weemoed kijk ik terug op deze selecte fotos van een avontuur dat alweer 37 jaar geleden begon. Maak voor jezelf de oefening, vergelijk deze nieuwe selectie met de fotos die ik vorige week online zette van de Gemini-stek in de Kortrijkse Hallen. Eén en al charme tegenover één en al professionaliteit.
Meer foto's vanuit de Herseau-periode van Radio Gemini, vind je in deel 2.
- Misschien niet, maar ik word er altijd vrolijk van
Radioreclames, ze waren en zijn een noodzakelijk kwaad. Het gros is (helaas) om heel snel te vergeten. Af en toe zijn er die voor de eeuwigheid blijven hangen. Goudhaantje, Martini, Coca Cola, Gamma En de half commerciële boodschappen die in de jaren zestig en zeventig werden gecreëerd door de Amerikaanse National Association of Broadcasters en het Radio Advertising Bureau. Ze behoren tot mijn absolute favorieten, ik word ze nooit beu, ik kan er altijd met evenveel plezier naar luisteren.
Ik heb er enkele online gezet. De eerste in het rijtje van vier ken je omdat deze 'commercial' in Europa geïntroduceerd werd door de zeezenders. Nadien is deze boodschap veelvuldig gebruikt door zowat alle radiostations in Europa. Productreclame is het niet, wel radiospots die radio promoten! Het was de tijd dat draagbare toestellen, de transistorradio's erg populair waren. Deze promos en jingles zijn geproduceerd door toptalenten, waaronder de creatieve geest van Stan Freburg. Gewoon onthouden Neem een levendige metgezel waar je ook heen gaat, neem een draagbare radio mee! " En waarom denk ik steeds weer aan de Flintstones als ik deze promos hoor?
De National Association of Broadcasters is de organisatie die alle radio- en televisiestations van de USA overkoepelt. Als voornaamste vakvereniging voor omroepen behartigt de NAB de belangen van de leden bij de federale overheid en de industrie. Het RAB bedient ruim 6.000 radiostations in de VS en heeft meer dan 1.000 leden waaronder netwerken, representatieve bedrijven, verkopers en internationale organisaties. RAB leidt en participeert in educatieve, onderzoeks-, verkoop- en voorspraakprogramma's die radio als een primair reclame-medium promoten en bevorderen.
De voorbije twee dagen heb ik mijn persoonlijke mening gegeven over het nieuwe Vlaamse frequentieplan. De reacties logen er niet om. Radioland is niet tevreden. Veel potentiële luisteraars zijn geschrokken. Onrust, vertwijfeling, boosheid, zijn de sleutelwoorden. Dat is steeds een gevolg van een dubbele oorzaak. De overheid biedt niet de juiste mogelijkheden en het bestaande aanbod voldoet niet.
De minister van Media, Sven Gatz, heeft een poging gedaan om daar iets aan te doen. Vernieuwing? Ja. Verandering? Ja. Verbetering? Tja Wat hij er zelf van vindt en wat hij precies heeft gedaan, dat las je misschien al elders. Voor de volledigheid zet ik het bericht dat hij de wijde wereld instuurde ook nog maar even op de paginas.
Zo heb je alles dicht bij elkaar staan en kan je in detail zelf bekijken wat de diverse nieuwe licentiehouders in hun dossiers moesten beloven/waarmaken/doen. Hou het bij en evalueer over een jaar zelf wat er van is gerealiseerd.
Ook vandaag stem ik nog even af op de middengolf. Ik ben ermee opgegroeid, dat zal dus voor een deel mijn liefde voor deze 'radioweg' verklaren. En ik ben zeker niet alleen. Fiets maar even rond op FaceBook en je vindt tal van groepen die iets met deze omroepband te maken hebben.
Er is uiteraard het nadeel van de mindere geluidskwaliteit, helemaal juist, maar het grote voordeel van de AM is het grotere ontvangstgebied. Waar je FM-signaal niet over de horizon geraakt, heeft de middengolf daar nauwelijks moeite mee.
Ik maak een voorbeeld wat dit zou kunnen betekenen in Vlaanderen. Daarbij borduur ik inderdaad nog even verder op het feit dat in Nederland AM-frequenties wél ter beschikking worden gesteld van wie daar interesse in heeft, terwijl in het laagste der Lage Landen dat nog steeds onbespreekbaar is.
We nemen, het is uiteraard een hypothetisch voorbeeld, Ingelmunster als radiosite waar we een zender van (slechts) 100 Watt neerpoten. Kijk dan eens op onderstaand kaartje welk ontvangstgebied je bestrijkt. Eentje van liefst 16.800 km². Te horen tot in Brussel. Ga dr maar aan staan met een FM-zender.
Uiteraard zal de ontvangst er zwaar gestoord zijn. Tegenwoordig moeten elektrische apparaten niet meer voldoen aan een stevige ontstoringsnorm, er is de invloed van computers, van andere draadloze data en er rijden trams. Klopt als een bel, maar de theorie is mooi. Dromen is ook heel mooi.
En daarmee moeten we het doen. Voorlopig nog. Want misschien wordt iemand op de juiste plaats in Brussel alsnog wakker? Of we kunnen zelf een handje helpen. Kijk, dat lijkt me wel wat om te doen tijdens een koud weekend. Krijg je het warm van.
Als notoir stripliefhebber lag ik aan de basis van de vele prachtige tekeningen, illustraties en karikaturen die de gedrukte tijdschriften Baffle en RadioVisie sierden. Er was zelfs een vaste figuur die in iedere editie opdook, Piet Peuk. Ik het m bedacht voor het blad Beatwave, een uitgave van de Free Radio Organisation. Het magazine was evenwel geen lang leven beschoren.
Toen we met de Vereniging voor Vrije Radio, van gestencilde uitgaves naar offset druk konden overschakelen, zag ik de kans schoon om meneer Peuk te reanimeren. Er was intussen een veel betere tekenaar opgestaan in onze rangen, Joey nam het figuurtje van me over. Het dook overal op. In titelbalken, als verbinding tussen twee artikelen (lees: om een blanco gat op te vullen) of gewoon daar waar we hem nodig hadden om de layout op te krikken. Noem hem onze eigen versie van Guust Flater.
Ik wilde ook graag een echte strip in ons blad hebben. De kans diende zich aan toen onze Franse collegas van Offshore Echoes de avonturen van Radio Caroline verstripten. Een huzarenstukje van François Lhotte. Hun tekstballonnen waren uiteraard in het Frans, het was iedere keer een hele klus om daar een Nederlandse versie van te maken. Eerst moest een erg goede fotokopie genomen worden van de originele pagina. De ruimte voor de nieuwe teksten werd daarna zorgvuldig opgemeten, blanco papiertjes werden op de juiste maat geknipt, met een uiterst fijne stift bracht ik daarop de nieuwe Nederlandstalige tekst aan, waarna het papiertje over de originele tekst kon worden geplakt.
Eén keer slechts, ik had er meer willen hebben, plaatsten we een eigen stripje. (RadioVisie 23 van 24 december 1979). Gebaseerd op een origineel idee van de Nederlandse tekenaar/kunstenaar Dick Matena, lieten we daarin zien hoe het er achter de schermen van een commercieel radiostation aan toe ging. Joey leefde zich als nooit tevoren uit. Ik had gehoopt dat we vertrokken waren voor een hele reeks avonturen, maar een nijpend tijdsgebrek van onze tekenaar besliste daar helaas anders over. Op deze Joeydag laten we dit eenmalig avontuur van Piet Peuk alsnog los op de wijde wereld. Geniet ervan!
* Het opnieuw zien van dit stripje deed me terugdenken aan de Amerikaanse oervader van de moderne dj, Alan Freed. De man raakte betrokken bij diverse omkoopschandalen. Hij liet zich betalen voor het draaien van bepaalde platen. In Amerika is dit fenomeen bekend als payola. Over Freed zijn diverse films gemaakt. Ik haalde gisterenavond nog eens 'American Hot Wax' uit mijn collectie. Tot wat dat weer leidde lees je in een eerder stukje op deze blog.
Eén ding valt mij en anderen heel hard op in een interview dat Newsmonkey had met de Minister van Media Sven Gatz, daar waar hij zegt dat het hem 'verbaast dat mensen veel geld willen betalen voor een smartphone, maar geen vijftien (15!) euro voor een DAB+-ontvanger'. (Laatste hoofdstukje van deze reportage)
Los van het feit dat ik niet direct een winkel ken waar ze voor die prijs een degelijke DAB+-ontvanger verkopen, blijf nog het feit dat we meestal maar één smartphone hebben, maar wel meerdere radiotoestellen. Ik heb er zelfs eentje in mijn auto...
Om het interview bij Newsmonkey te lezen, klik op onderstaande link.
De dramatiek inzake de nieuwe radiolicenties in Vlaanderen krijgt binnen afzienbare tijd een vervolg. Als de wind goed zit, er niet teveel regen valt en het niet glad is op de weg worden de laureaten van een lokale zendvergunning binnen straks (rekbaar begrip) bekend gemaakt. Daar waar in bepaalde regios meer dan één kandidaat was, moest ook een radiojury van de Vlaamse overheid dossiers beoordelen. Op hun namen is het nog heel even wachten.
Omdat je misschien niet echt uit het blote hoofd weet, wààr er wèlke FM-frequenties te verhapstukken waren, maak ik nog eens een linkje naar Belgisch Staatsblad editie 55520 van 09 mei 2017. Als je het archaïsch taalgebruik even terzijde laat, kan je er precies lezen hoe één en ander technisch en praktisch in elkaar zit. Voor heel Vlaanderen, in iedere regio, iedere sector. Uiteindelijk draait het enkel om plaatsnamen en frequenties. En die zijn wel vrij duidelijk.
Heb je soms ook het gevoel dat je geheugen een soort domino-effect heeft? Ik verklaar me nader. Ook vandaag werd ik wakker weer gemaakt door het nieuwsbulletin van Radio 1. Sofie Vander Donckt was de nieuwslezer met dienst. Naar haar luister ik altijd extra goed, want Sofie werkte in 2004 voor RadioVisie.
Ze zat in haar laatste jaar op Erasmus Brussel en vond dat ze bij ons nog wat extra werkervaring kon opdoen. De studente ontpopte zich algauw tot een prima interviewster. Oerdegelijke voorbereiding, de juiste vragen en een zeer goed taalgebruik. RadioVisie als visitekaartje? Het hielp, want algauw kon ze bij de nieuwsdienst van 4FM aan de slag, daarna kwam ze terecht bij de VRT.
Mensen waarmee je prettig hebt samengewerkt, die volg je altijd op een andere manier. Bart de Raes (MNM) en Mathieu Deblauwe (VBRO), zijn andere voorbeelden. Tenminste wat RadioVisie betreft. Uit het Gemini-tijdperk zijn er nog veel meer meer; Stefaan Six (Focus/WTV), Diederik Decraene (productiehuis Brandy) en Ingnace Crombé (BV tout court). Om ook enkel dit drietal te vermelden.
Maar ik wijk af. Ik had het over een domino-effect. Toen ik Sofie het nieuws hoorde lezen, dacht ik als vanzelf aan Topradio en aan Bruno Heyndrickx. Niet onlogisch dat die namen snel opdoken, want ze waren de voorbije dagen nauwelijks uit de actualiteit te branden. In het voorjaar van 2004 trok ik met Sofie naar Gent, naar de thuisbasis van Topradio om zowel Bruno als zijn compagnon Youri Beaumont te interviewen.
Het leek me niet onaardig om nog eens naar dat gesprek te luisteren. Hoe beoordeelde Bruno, toch alweer dertien jaar geleden, het Topradio van toen? En hoe zag hij de toekomst? Let vooral op wat hij zegt over netwerken.
Interview: Sofie Vander Donckt - Productie: FCP Media
Ik zeg nooit nee tegen aan goeie film. Af en toe maak ik daar tijd voor. Als de prent dan ook nog eens radio én muziek als thema heeft, dan moet alles daarvoor wijken. Zo ook gisteren. Ik koos voor 'American Hot Wax' (uit 1978). Een prent die draait rond de Amerikaanse oervader aller deejays, Alan Freed. Tijd om kennis te maken met de man die de rock-n'n-roll op de radio introduceerde en daarmee het medium definitief zou wijzigen.
Alan Freed, geboren op 21 december 1933 in Salem (Ohio), start na een mislukte muzikale loopbaan, zijn radiocarrière in 1942 bij WKST in New Castle (Pennsylvania). Het jaar daarna wordt hij sportverslaggever voor WKBN in Youngstown (Ohio). In 1945 komt hij terecht bij WAKR in Akron (Ohio) en etaleert hij voor het eerst zijn grote interesse voor jazz en populaire muziek.
Maar pas in september 1954, als hij een baan krijgt bij WINS radio in New York, wordt hij nationaal bekend. Freed waagt het om R&B, traditioneel gezien als 'zwarte' muziek te spelen op dit 'blanke' radiostation. De populariteit van WINS en de presentator stijgen zienderogen. Hij is verantwoordelijk voor de ontdekking van artiesten als Bo Diddley, La Vern Baker en Jackie Wilson. Zij maken allen muziek waarvoor hij de term 'rock and roll' bedenkt.
Freed speelt enkele filmrollen en in 1957 krijgt hij bij ABC zijn eigen televisieprogramma. Hij trekt het hele land door met een live show die hij heel toepasselijk 'The Rock -n- Roll Show' doopt. Hij wordt een jet set figuur, nog voor het begrip is uitgevonden. Hij frequenteert in de hoogste kringen en gaat om met de verkeerde mensen. Hij wordt beste maatjes met een maffia-baas en wanneer de vriendschap bekoelt, wordt hij in november 1959 beschuldigd van het draaien van platen tegen betaling. Een begrip dat in de VS 'payola' wordt genoemd en iets dat er ten strengste verboden is. Hij ontkent, maar wordt toch ontslagen bij WINS en ABC.
Daarna is 'The King of Rock and Roll' nooit meer dezelfde. Hij heeft nog enkele banen als deejay onder ander bij KDAY in Los Angelos (van dezelfde eigenaar als WINS) en WQAM in Miami, waar hij schuldig pleit naar aanleiding van... commerciële omkoping. Het gaat van kwaad naar erger en Freed slaagt er niet in een come back te maken. Verslaafd aan alcohol sterft hij op 20 januari 1965, amper eenendertig jaar jong.
* Wie van een goede radiofilm houdt moet zeker eens gaan kijken bij mijn persoonlijke filmvoorkeuren op mijn FaceBook-pagina. Je klikt op Info en scrollt dan naar beneden. Je vindt er heel veel films met radio, djs en/of muziek als thema.
Februari 1977. Na tweeënhalf jaar Baffle en Vereniging voor Vrije Radio (VVVR) besloten Frans Schuurbiers en ikzelf om een volgende stap te zetten. Er waren 25 edities van ons blad verschenen, we hadden het uitgeven intussen aardig onder de knie. Van fotokopieën, al over gestencilde nummers tot offset druk. We hadden een behoorlijke weg afgelegd. Van enkele tientallen exemplaren naar ruim 4000 abonnees. Het was hard gegaan.
Met de VVVR zaten we in een alternatieve hoek, die van de zeezenders en de landpiraten, we wilden ons aanbod uitbreiden. Uiteindelijk draait het ook in de radiowereld vooral om de mensen die de programmas maken. Onze aversie voor landelijke omroepmonopolies was er niet minder om geworden, maar dat kon je de presentatoren, de producers en de technici bezwaarlijk kwalijk nemen. Niet zij verdienden het om scheef aangekeken te worden, wel de politici die verantwoordelijk waren voor een rampzalig radiolandschap. Begin '77 trokken we stekker uit de vereniging om ons te herbronnen.
Tijdens een korte werkvakantie in Geluwe, bedachten we het concept van een nieuw magazine. We zouden over alle vormen van radio gaan schrijven, waarbij vooral de mensen centraal stonden. Het vinden van een nieuwe naam voor het tijdschrift verliep minder makkelijk. Uiteindelijk werden we het eens over RadioVisie. In iedere uitgave zouden we voldoende paginas voorbehouden voor een centraal interview. In editie 1 praatten we Ad Roland, toen aan de slag bij Hilversum 3. Maar zie, de link naar de zeezenders was toch niet ver weg. Ad had immers ook voor Radio Mi Amigo gewerkt onder de naam Ad Petersen.
Omdat we voor zowel een Nederlands als een Vlaams publiek wekten, wisselden we de babbels af. Joost den Draaijer, Zaki, Vincent van Engelen, Peter Vandam, Peter Koelewijn En zo kwam het dat redacteur Antonino Condina en ikzelf, in maart 1979 binnenstapten bij BRT 2 Omroep West-Vlaanderen, aan het Kortrijkse Conservatoriumplein om Jo met de Banjo (Jo Declercq) te interviewen.
Hij presenteerde er op zaterdag de Vlaamse Top 10 en op zondagnamiddag het programma Westpoint. Jo was populair, niet in het minst omdat hij eerder deel had uitgemaakt van de beruchte popsectie van BRT 1 (van producer Jan Schoukens), waar hij in een team zat met Mike Verdrengh, Zaki, Daniël Thielemans, Erik Dillens en de Nederlanders Krijn Torringa en Felix Meurders. We zijn inmiddels een halve eeuw verder, maar ik denk nog steeds met ontzag en weemoed terug aan die periode.
Het werd een leuk gesprek, Jo was een perfecte gastheer en bij de BRT legden ze ons geen strobreed in de weg. Het aureool van piratenblad hadden we na zestien nummers van RadioVisie van ons afgeschud. Missie geslaagd. Maar wat mij behalve het interview steeds is bijgebleven is de manier waarop Jo zijn programma moest inblikken.
Hij werkte inderdaad niet live, maar reed doordeweeks van Leuven waar hij woonde, naar Kortrijk om alles op te nemen. Vreemd. Om kostenbesparend te werken, zou het logisch geweest zijn dat hij zijn shows opnam in Brussel waar BRT2 diverse studios had in het omroepgebouw aan de Reyerslaan. Maar dat mocht niet. De diverse regionale omroepen waren immers compleet onafhankelijk entiteiten en deden ieder hun ding. Dat was zo overeengekomen met de vakbonden. Die hadden trouwens nog veel mee vingers in de pap.
Het zondagse Westpoint duurde anderhalf uur. Jo zat in de spreekcel, aan de andere kant van het glas bevond zich het technische gedeelte van de studio, waar twee technici alles in goede banen leidden. Er werd gewerkt met Studer-recorders die een snelheid ontwikkelden van 76 centimeter per seconde. Ondanks de grote van de spoelen (zonder bovendeksel), kon maar 45 minuten opgenomen worden. Halfweg de opname werd dus even gepauzeerd, waarna men aan deel 2 begon. Tot zover lijkt als vrij logisch. Maar dat was het eigenlijk niet.
Op zondag moesten dus twee tapes de ether in. Als na 45 minuten deel één van het Westpoint ten einde liep, moest de tweede tape naadloos aansluiten. Zo moeilijk kon dat niet zijn, gewoon een kwestie van timen en op de juiste knop te drukken. Iedere medewerker van de omroep die zich op zondagnamiddag in gebouw bevond kon dat doen, desnoods met de ogen dicht, doen. Maar dat was buiten de waard, in dit geval de vakbond gerekend.
Tijdens de complete duur van Westpoint waren twee studiotechnici aanwezig. Eentje van iedere grote vakbond. Dat was zo overeengekomen in de CAO. Veel meer dan samen wachten op de bandenwissel hoefden ze eigenlijk niet te doen. Alleen wij keken daar vreemd van op. We kwamen uit een wereld waar radio selfsupporting was, waar op de kleintjes werd gelet, waar efficiënte voorrang had op vakbondsregels. Jo, die niet in vaste dienst was bij de BRT, dacht er ook het zijne van. Als losse medewerker kon hij zich een eigen mening permitteren.
We noteerden dan ook het volgende: Het hele systeem van de BRT is verouderd. Er zijn een heleboel banen die in dit verouderde radiosysteem niet goed opgevangen worden. Daarom zijn de mensen die het werk doen bij de BRT uitgerekend losse medewerkers. Dat zijn de werkbijtjes, terwijl een heleboel andere jobs nog dateren uit het vroegere radiobestel, wat eigenlijk niet meer kan. Efficiënt wordt er dus bij de BRT niet gewerkt. En met veel te veel mensen, wat dan wel de consequentie heeft dat er doelloos met poen wordt gesmeten.
Op radiovlak lopen we tussen de twintig en de vijftig jaar achter. We zouden een tussenformule moeten hebben van het Amerikaanse en het Nederlandse systeem. Nu zitten we met de situatie dat er bij de BRT totaal geen programmering is. Het zijn allemaal verouderde structuren. Er is geen controle op, er is geen concurrentie, ze doen maar wat. Het is een oud instituut dat uitgegroeid is tot een doolhof. Het is toch grote onzin dat er zon duizend mensen werken in zon klein land als het onze. En we hebben alles dubbel, één keer voor de Vlamingen, één keer voor de Walen.
Dat kost een ontzaglijk pak poen, zonder dat daar ook maar iemand verantwoordelijk voor is. Dan vraag ik me toch af wat er gebeurt? Maar het is allemaal politiek. Alle partijen zijn goed vertegenwoordigd en de koek is dus mooi verdeeld. Erover zwijgen en maar aanrommelen! Er gebeurt ook niks nieuws bij de BRT. Er komen weinig jonge mensen aan bod. Hier waait een trage, luie wind. Een revolutie moet je bij de BRT nooit verwachten...
* Het complete interview met Jo Declercq verscheen in RadioVisie 17 van 23 april 1979.
Een paar dagen geleden vroeg ik me nog af waarom er in Vlaanderen geen AM-piraten zijn, terwijl die in Nederland welig tieren. Ik trek de lijn nog even door. Waarom zijn er in Vlaanderen geen vergunde zenders op de middengolf nadat de openbare omroep die had verlaten? Omdat het niet voorzien is in de wet. Waarom niet? Geen idee. Ze weten het ook niet de #Vlaamse Regulator voor de Media (VRM).
Nochtans is er belangstelling voor die omroepband. Om maar één voorbeeld te noemen; de groep achter Mi Amigo 40 probeert al enkele jaren een tijdelijke vergunning te krijgen voor een zomers evenement. Maar ze botsten telkens weer op een stevig njet. Rijk zou de overheid er niet van worden, maar de beschikbare frequenties zouden toch vergund kunnen worden? Heel tijdelijk of voor een langere periode. Het is onduidelijk of er (veel) kandidaten zijn, maar als je de mogelijkheid niet ter beschikking stelt, dan weet je het zeker niet.
De koopmansgeest is Nederland is duidelijk sterker. Want daar verhuren ze hun AM-frequenties wel. En er is belangstelling voor. Bij Agentschap Telecom zijn de afgelopen dagen 52 aanvragen binnengekomen voor een vergunning voor nieuwe middengolffrequenties. Sinds 31 augustus zijn er vier beschikbaar gesteld voor uitzendingen met laagvermogen. Het gaat om de 675, 1224, 1332 en 1584 kHz. De zenders kunnen in grote delen van het land worden ingezet met vermogens die variëren van 1 tot 100 Watt.
De frequentie 675 kHz was tot 1 september eigendom van Radio Maria. Het katholieke station heeft evenwel besloten de vergunning in te leveren. De programma's blijven wel nog te beluisteren via DAB+ en internet. Op de frequenties 1224, 1332 en 1584 kHz waren tot 1 september de uitzendingen te horen van Radio Paradijs. De vergunningen, in het bezit van Quality RTV B.V., werden door het Ministerie van Economische Zaken niet verlengd. Radio Paradijs is momenteel ook te horen via internet.
Inmiddels zijn ook al de eerste vergunningen uitgegeven op de nieuwe frequenties. Eén voor de 675 kHz, één voor de 1224 kHz, twee voor 1332 kHz en één voor 1584 kHz. De 675 kHz is vergund aan Broadcastparts B.V. te Emmeloord. De 1332 kHz is uitgegeven in Emst (Radio De Witte Bizon) en Creil. De 1224 kHz in Neede (United AM). Antenne Domstad gaat uitzenden via 1584 kHz in Utrecht. Alle frequenties kunnen meerdere keren worden vergund zolang de afstand tussen de zendlocaties zestig kilometer is.
Hoe ouder je wordt, hoe sneller de tijd gaat. Ik hoor het mijn ouders, grootouders, ooms en tantes nog zeggen. Ik dacht er toen het mijne van. Iedere dag heeft 24 uur, hoe oud of jong je ook bent. Toch? Mijn familie was en is gezegend met gezond boerenverstand. Dat blijkt maar weer nu ik zelf de senioren-leefijd heb bereikt. Ze hadden gelijk, de tijd gaat sneller. Zo percipiëren mijn leeftijdsgenoten en ikzelf de uren, dagen, weken, maanden en jaren.
Met die wetenschap in het achterhoofd, wordt het een kwestie van anticiperen. Gaan ze sneller de uren, dan moet je er meer in een dag proppen. Moeilijker is het niet. En wat dat betreft, ik ben gelukkig gezegend met het feit dat ik een kortslaper ben. Geef me zes uur en ik kan er weer tegenaan. Minder mag ook. Af en toe. De radiowekker begint er dan ook steevast aan om 06:00 uur. Tegelijk met de eerste live programmas van Radio 1 (VRT). Meestal ben ik zelfs al wakker zodat ik het eerste verse nieuwsbulletin dan ook makkelijk verteer. Wat volgt is één van mijn favoriete programmas De Ochtend. Tenminste, doordeweeks.
Op zaterdag en zondag slapen ze een uurtje langer bij de VRT. En omdat ik geen fan ben van nonstop muziekradio (als er niet gepraat wordt dan is het geen radio), kies ik tijdens de weekends vaak voor BNR Nieuwsradio of Streaming Soundtracks (SST). Een Amerikaanse nonstop webradio met muziek uit films, tv-series en games. Ik weet, maar ook bij mij bevestigt de uitzondering de regel. SST is het enige station waarvan ik de nonstop muziekstroom wel kan smaken! Ik ben een filmfan en ik hou van instrumentale muziek. Combineer beiden en dan kom je vaak uit bij soundtracks. Vorige zondag was de keuze weer eens gevallen op SST. Nauwelijks een kwartier ver kwam How the West was won voorbij. Mijn dag kon niet meer stuk.
Een stuk filmmuziek met een flinke link naar de zeezenders. Het nummer werd gecomponeerd door levende legende Ennio Morricone voor de gelijknamige epische western uit 1962. In 1976 werd deze compositie onlosmakelijk verbonden met offshore radio. Zij het in de versie van Geoff Love. Een Britse musicus, arrangeur en componist die vooral succesvol was met zijn eigen versies van easy listening muziek en filmthemas. Toen de Vereniging voor Vrije Radio (VVVR) in 1976 een tweede reeks documentaire uitzendingen over zeezenders mocht produceren voor Radio Mi Amigo, moesten we een nieuwe tune kiezen. Zo ging dat toen.
Voor deze reeks, De geschiedenis van de zeezenders opteerden we voor How the West was won, van de hand van de Engelse orkestleider. Zijn versie was krachtig, stak boordevol dramatiek en ethos. Wat de sfeer van de odyssee van de radiopiraten extra in de verf zette. Liefst 34 afleveringen van een half uur werden uitgezonden waarbij steevast de stem van presentator Pierre Deseyn het programma inleidde op het voortstuwende geluid van deze filmtune. Dat nummer in de ochtendlijke uren horen was meer dan voldoende om mijn zondag fluitend te beginnen. Nog meer genietend van ieder uur. Edoch, ook deze dag vloog weer voorbij.
Met de hulp van mijn vaste hulpjes Theo van Halsema en Dirk Desmet, heb ik de laatste aflevering (nummer 34 van 29 augustus 1976) van deze unieke reeks op YouTube gezet. Naast tachtig jingles van alle zeezenders is er een hoofdrol weggelegd voor de bewuste tune. Aan het einde van het programma hoor je een montage die perfect weergeeft wat we toen dachten van overheid, publieke omroepen en andere machthebbers. Niet enkel hoor- maar ook voelbaar. Kippenvel. Voor mij toch.