Vandaag onze laatste dag in Cuzco. Een laatste
keer het ontbijt met broodjes en confituur op het dakterras. De groep wordt
opgesplitst, William, Bart en ik besluiten om nog enkele zaken te bezichtigen in de stad. Christel, Debbie, Arif, Anna en Mira gaan hun eigen chocolade maken in het museum voor chocolade. We hebben geen haast dus we trekken eerst nog samen naar dat museum. Het chocolade maken vindt plaats tussen 11 en 13 uur. Met z'n drieën gaan we eerst een aantal winkeltjes af. Op zoek naar een leuk voetbalshirtje. Dat van de Peruviaanse nationale ploeg valt in de smaak, maar wanneer William ergens de nationale outfit van Angola vindt is Bart meteen verkocht. Daarvoor kom je immers toch voor naar Peru. Pogingen om een muziekhandel te vinden draaien op niets uit. Dus ik weet niet of ik er in zal slagen de gevraagde muziek mee te brengen. We hebben nog een kans in Lima.
Vervolgens trekken we naar het Inca-museum. Daar krijgen we een mooi overzicht van enkele pre-Inca culturen maar het gaat uiteraard in hoofdzaak over de Inca's. Veel terracotta, mooi textiel, foto's van Hiram Bingham, mummies uiteraard. Eigenlijk hadden we het museum beter bezocht vóór we naar Machu Picchu trokken, maar geen nood. Op de binnenplaats zitten enkele lokale vrouwen te werken aan hun weefgetouw. Op een rek liggen enkele prachtig geweven stukken. De grote doeken zijn erg prijzig. terecht ook want elk stuk is uniek. Op kaartjes kan je niet enkel de kostprijs zien maar ook wie het stuk heeft gemaakt en in welke stijl. Het geeft een extra kwaliteit aan de stukken. De grote doeken zijn niet voor mijn portemonnee maar ik laat me maar wat graag verleiden tot aanschaf van een prachtige sjaal in 100% alpaca.
Het is ondertussen bijna 13 uur dus tijd om naar onze chocoladeliefhebbers te gaan. Eens daar blijkt dat die nog duchtig bezig zijn. Het is duidelijk dat ze zich goed amuseren. Debbie won bvb een zak chocoladethee (jawel dat bestaat blijkbaar). En het is lekker ook. dat stellen we zelf vast wanneer we spontaan een kopje aangeboden krijgen. Rond half twee kan de chocolade in de koelkast. Voor half zes moeten we die gaan ophalen. We zijn benieuwd naar de kinderen hun creaties. Aangezien we gisteren niet in het museum van natuurwetenschappen zijn geraakt haasten we ons daar nu naar toe. Dat draait echter uit op een teleurstelling want ook vandaag staan we voor gesloten deuren. We zijn een half uur te laat. Dat vinden we toch wel jammer. Ok, het gaat grotendeels om opgezette dieren maar we zouden zo een mooi overzicht krijgen van de fauna in de jungle.
Veel enthousiasme om nog iets anders te bezoeken is er niet meer. Enkel Debbie en ik willen nog een bezoekje brengen aan het klooster van La Merced. De anderen gaan de chocolade halen. We hebben alvast geen spijt van ons bezoekje. We komen op een bijzonder mooie kloostergang terecht. Rijk versierd met houten plafonds en schilderijen. De tuin is ook prachtig en op de koop toe krijgen we bezoek van een bijzonder mooie kolibri die zich maar wat graag laat fotograferen. Jammer voor Christel en Bart, die toch bekend staan als de grootste vogelliefhebbers.
In het chocolademuseum blijkt de chocolade nogal naar de fondantkant uit te vallen. En daar zijn de kindjes niet zo zot van. Maar toch leverden ze uitstekend werk af. Zo hebben we nu hopen donkere chocolade. Op het San Blasplein gaan we nog iets drinken en in de late namiddag trekken we naar de Ierse pub van Paddy. Daar kunnen we immers de tijd doden en ons avondeten nuttigen. En op groot scherm toch een beetje naar de Olympische Spelen kijken. Een beetje beachvolley, basketbal, zwemmen. Maar geen Belgen. Buiten Van Snick hebben we nog niet te veel gepresteerd blijkbaar.
Oh ja voor alle duidelijkheid. Vanavond trekken we met de bus naar Puerto Maldonado. Wanneer je de kaart van Peru bekijkt zal je vaststellen dat die stad in geheel ander landschap ligt dan Cuzco. We trekken naar de jungle. Temperatuur aldaar: 34 °C. Vanuit Puerto Maldonado trekken we naar een lodge midden in de jungle. 3 uur varen op de Tambopata rivier. We kunnen nu al met zekerheid zeggen dat we een aantal dagen niet zullen bloggen wegens geen internet. Toch even melden. We willen niet dat jullie op het thuisfront denken dat ons iets is overkomen. Van zodra het kan zijn we terug online.
Om 21 uur vertrekken we dan uit Cuzco. Met de nachtbus naar Puerto Maldonado. In het pikdonker kijk ik uit het raampje van de bus. Ik zie niks, maar mijn oren vertellen me dat we flink aan het dalen zijn. Meer nieuws vanuit Puerto Maldonado van Christel. We vermoeden toch dat we daar nog internet zullen hebben.
Vandaag wordt het een korte overgangsetappe in onze Tour de Peru. Een etappe met één licht euforisch moment. Vanuit Pisac reizen we terug naar Cuzco. In Pisac stappen we in een collectivo (= busje voor 12 tot 20 pers.) en verlaten definitief de heilige vallei. Na een korte rit nemen we opnieuw onze intrek in Hostel Resbalosa. We doen onze vuile was binnen en relaxen. We zien een Noord-Koreaan Olympische kampioen worden in het gewichtheffen. Via de sporza website kunnen we de sportprestaties van onze jongens volgen.
Na een korte wandeling naar de Plaza de Armas ondernemen we een zoveelste poging om via de bankcontact ons geld uit die muur te krijgen. Hip hip hoera, Christel doet een vreugdedansje en de handjes gaan in de lucht. Er komt weer geld uit!! (een voorlopig einde aan de episode: Lenen bij Mevrouw Nys is lenen bij een vriendin). Met dat geld eten we broodjes en kopen nog wat souvenirs voor de familie.
Met onze boleto turistico bezoeken we het museo popular (niet veel soeps) en gaan nog langs in het centre of native art. Dit centre is in feite een zaal met podium waarop traditionele muziek en dans wordt opgevoerd. Best wel leuk.
Daarmee hebben we voor de laatste keer onze boleto gebruikt ("No more boletooooooooooooooo's")
Ondertussen is het 22u30 en dus bedtijd voor Bonzo.
Uitslapen is er in Peru gewoon niet bij ofwel is er al
vroeg lawaai, ofwel moeten we vroeg op omdat we nu eenmaal een druk programma
voor de boeg hebben, ofwel komen ze lossen en laden vlak onder mijn raam, zoals
vandaag. Maar dat is geen probleem, het weer ziet er schitterend uit, dus ik
kan niet langer dan tot tien voor acht blijven liggen luisteren naar wat er
buiten gebeurt.
De kinderen mogen uitslapen vandaag en die schijnen nooit
eens last te hebben van wat er buiten gebeurt. Ondertussen kan ik wassen,
douchen, oprommelen. Tegen negen uur zitten we wel met zn allen aan het
ontbijt. Een Americano deze keer dat betekent voor iedereen twee gepocheerde
eieren (ik denk dat we deze maand al allemaal veel te veel eieren gegeten
hebben- goe om allemaal nen arekop te krijge). Daarna is het tijd om te gaan
metten. In Pisac is het drie keer per week markt en niet geheel toevallig voor
ons ook op zondag. We besluiten om de
volledige voormiddag met zn allen souvenirs voor ons eigen en voor neefjes en
nichtjes te gaan kopen. Ik leen geld bij de bank = Debbie. De enige die hier
makkelijk geld kan afhalen (we hopen op beterschap na het weekend in Cusco).
Het hele marktplein en een aantal straatjes rondom zijn
verbouwd tot markt. Het aanbod is divers en immens (Ik ga uiteraard niet
verklappen wat we voor diverse familieleden aanschaffenJ). Maar voor elk van ons is er
wat wils. Thomas voegt zich later bij ons hij wil eerst wat bloggen en fotografeert en fotografeert
mensen, stoffen in alle formaten en kleuren, groenten en fruit. Tegen de middag
houden we het even voor bekeken; we eten in een vegetarisch eethuis vlak bij
ons Hospedaje. We moeten immers wat bijtanken vooraleer we de ruïnes van Pisac
gaan bezoeken. Maar vooraleer we vertrekken willen Debbie en Bart toch nog even
terugkeren naar de markt. Ze willen een tafelkleed kopen of tenminste een lap
die daarvoor zou kunnen dienen. Ze twijfelen lang over het formaat en over het
doel van de lap stof. Doeken in overvloed en allemaal erg mooi, maar waarvoor
gebruik je zon ding? Als tafelloper, als doek om over de zetel te hangen, of
hang je zoiets tegen de muur? Na veel overleg en afdingen gaan ze voor het
zetelformaat iedereen die wel eens bij hen op bezoek gaat zal er weldra kunnen
tegen leunen of hangen.
Ondertussen is het voorbij enen en wordt het tijd richting
ruïnes, alias the citadel te trekken. Normaalgezien kun je te voet naar de
ruïnes die 700 meter hoger en een dikke 90 minuten klimmen verderop liggen.
Maar gezien het voorbije klimwerk op Machu Picchu en in Ollantaytambo met
stijvigheid is sommige van onze kuiten tot gevolg besluiten we ons naar boven
te laten voeren door een taxi om dan later te voet af te dalen.
Al gauw blijkt dat het leven van de taxichauffeur niet
simpel is in Pisac. Je hoort bij de club of je hoort er niet bij. In het
laatste geval word je weggejaagd door de taxichauffeurs die wel in de club
zitten. En als je er dan al bijzit, krijg je stress omdat er plots 8 toeristen
vervoerd moeten worden en er maar 4 in je auto gaan. Stel dat je dan geen
belkrediet hebt om een collega te bellen, dan moet je snel een publieke
telefoon zoeken om te kunnen bellen en heb je weer stress omdat een ander met
je clientèle aan de haal zou kunnen gaan. En als er dan eindelijk een collega
opdaagt, blijkt dat er al andere mensen in zijn taxi zitten. Je probeert het
clientèle te overhalen om toch in de auto te stappen; desnoods duwen we er wel
eentje in de koffer maar dan is de maat vol. Wij het clientèle - houden voet
bij stuk, en eisen dat de gestresseerde chauffeur ons in twee keer naar boven
brengt we maken duidelijk dat we zeker zullen wachten en dat zn tweede
vrachtje niet zal gaan lopen. Een 45 min later zijn we allemaal eindelijk boven
hé, hé.
De citadel blijkt een enorme stad te zijn (geweest), langs
de verschillende flanken van de puntige bergen rond Pisac. Eens je boven bent
zie je overal waar je kijkt de restanten van huizen, immense Incaterrassen. In
de rotachtige wanden aan de overkant van de vallei zien we honderden gaten in
de rotsen. Hier begroeven de Incas hun mummies door de verrekijker ontwaren
we zelfs nog een schedel en een ribbenkas.
Als je één pad volgt en denkt dat je het eenmaal gehad hebt,
blijkt er na de volgende helling nog een stukje stad te liggen. Machu Picchu
was in vergelijking echt maar een buitenverblijfje (maar dan wel eentje in een
schitterende omgeving). We genieten van prachtige panoramas en volgen de
pijlen die ons uiteindelijk naar de andere kant van de berg brengen om
uiteindelijk terug te kunnen afdalen naar Pisac. Daar breken de marktkramers
hun kraampjes op en wordt de Plaza stilaan weer een leeg plein vol afval en
viezigheid. Wij voelen ons ook vuil en vettig van de wandeling. Er stond
daarboven een stevige wind en we plakken bijgevolg vol stof een douche doet
echter wonderen en een dik uurtje later zitten we alweer gezellig aan tafel
met een lekkere Alpacasteak, een Aji de Gallina of een zalmforel met
passievruchtensaus. We drinken een Pisco Saur con Maracuja op jullie ginder in
het verre België en op geweldige dag - schol!
Zoals gezegd na 2 nachten Ollanta, vertrekken we naar de
andere kant van de heilige vallei, richting Pisac, bekend voor zijn grote
inka-ruine en voor de grote markten 3x per week.
Gisteren was een rustige dag en we zouden toch graag nog
proberen onderweg te stoppen aan de Salinas de Maras de bekende zoutpannen
en de site Moray. Misschien wat moeilijk te organiseren met al onze bagage,
maar we zien wel.
We zijn onze straat nog niet uit en krijgen al een aanbod
(als je met 8 door de straat loopt met rugzakken op en handbagages, loop je wel in de kijker en bieden ze je
allerlei trips aan) ; voor 250 soles naar de beide sites met een busje hij
wacht telkens een half uur tot 1 uur tijdens ons bezoek en rijdt ons dan naar
Pisac. We laden in en opeens wordt het
300 soles; na wat gediscussieer houden we het op 270 en vertrekken rond 10u.
Na 3 kwartier rijden door de vallei is het even verschieten
je weet wel dat je er bijna bent, aan die zoutpannen, maar toch, na een bocht
word je opeens verblind door een witte vallei : 4000 terrasjes waar nog
steeds aan zoutwinning gedaan wordt door de bevolking, indrukwekkend. Als je
goed begint te kijken, is het zeker niet allemaal wit, maar hebben de
verschillende terrasjes verschillende kleuren, van lichtbeige over donkerbruin,
gelig, groenachtig, en op enkele terrasjes zijn bewoners bezig met zout te
scheppen en in zware zakken te laden. We wandelen er even rond en kopen enkele
zakjes zout als aandenken.
Onze chauffeur brengt ons wat verderop naar de site Moray
een bizar zicht : 3 putten die bestaan uit concentrische cirkels van
terrassen. Blijkbaar verbouwden de incas op elk terras verschillende gewassen en
dit op verschillende hoogtes zodat ze konden testen op welke hoogte welke gewas
het beste groeide . We wandelen er rond en enkelen zelfs helemaal naar beneden
ik niet aangezien mijn kuiten nogal pijnlijk zijn na de wandeling op Wayna
Picchu J
De 2 sites waren in elke geval nog de moeite om te bezoeken!
Na nog een uurtje rijden arriveren we in Pisac we hebben
hier nog geen verblijf, dus trekken de hoofdstraat in waar we al direct aan
aanbod krijgen. We gaan even kijken maar gaan toch voor iets vlakbij, Kinsa Cocha, gezellig met een binnentuintje.
Naar dagelijkse gewoonte weer op zoek naar een geldautomaat
waar we weer niets kunnen afhalen probleem aangezien we niet veel cash geld
meer op zak hebben. Met mijn visa lukt het wel, maar het hangt iedereen zijn
keel stilaan uit : soms gaat het wel, dan weer niet als je het nodig hebt ik
zou toch andere reizigers aanraden om, goed verstopt, meer dollars mee te nemen naar peru!
De inwoners liggen er niet wakker van vandaag het is
nationale feestdag! Op het plein zie je mensen in groepjes zitten : elk groepje
heeft zijn totem, er wordt in het midden van de groep gedanst, elke groep
verschilt in kledij en elke groep heeft een hoge stapel bierbakken staan met
flessen van 1 liter! Ben benieuwd hoe
lang dat hier gaat duren en wat wij hier morgenvroeg op straat gaan vinden.
We besluiten de dag met eten in Horno traditional hier
hebben ze cuy de peruviaanse cavia die Christel, Bart en William willen
proeven. We hadden het in een vorig restaurantje al eens gezien maar persoonlijk
vind ik dit niet zo appetijtelijk een geroosterde cavia met kop en tandjes en
al op je bord! De 3 peuzelen en zoeken naar vlees veel is er niet aan en besluiten dat het de
textuur heeft van kip, smaak moeilijk thuis te brengen. In elk geval niet zon
succes en we gaan nog een dessertje eten in een nabijgelegen koffiebar.
Na alle pracht van gisteren besluiten we het vandaag heel
rustig aan te doen. Slechts vier van ons halen het ontbijt van half negen, de
anderen slapen verder. Ontbijt dus voor Bart, Christel, Arif en ikzelf. We
installeren ons daarna in de tuin. Tijd om wat aan de blog te werken, een
beetje lezen, voetjes omhoog in het zonnetje. Ondertussen zoeven kolibries
voorbij en doe ik ampele pogingen om die snelle vogeltjes te fotograferen. Ze
zijn letterlijk vliegensvlug en schieten van de ene bloem naar de andere. De
voormiddag passeert op aangename bedaarde wijze.
Tegen de middag zijn ook de andere expeditieleden wakker.
Debbie, Mira, William en Anna gaan ontbijten aan de overkant van de straat.
Lunch annex middagmaal dus. Eens dat achter de kiezen besluiten we een
wandelingetje te maken in Ollantaytambo zelf. Het stadje werd door de Incas
gebouwd om dienst te doen als administratief centrum en heeft een plattegrond
dat gebaseerd is op een maiskolf. Het was de poort naar het Amazone-gedeelte
van het Inca-rijk. Na Ollantaybo wordt de vegetatie subtropisch. Dat hebben we
gisteren zelf vastgesteld in Machu Picchu.
Uiteraard waren hier al beschavingen voordat de Incas
arriveerden. Niet vergeten dat Peru echt wel meer te bieden heeft dan alleen de
Incas. Vele volkeren hebben over het ganse grondgebied tal van prachtige
steden nagelaten. Hier in Ollantaytambo zijn dat de Chanapata (800 300 v
Christus), de Qotacalla (500 900) en de Killki (900 1420). Ok, die Incas
zijn er dan in geslaagd dat immense rijk te stichten. Van Quito in Ecuador tot
in het zuidelijke Chili. En veel van hun geschiedenis is beschreven door de
Spanjaarden. Vandaar hun allesoverheersende bekendheid.
In Ollantaytambo leden de Spanjaarden een van hun zeldzame
nederlagen in hun veroveringstocht tegen de Incas. De rebellerende Inca Manco
trok zich hier terug naar een onsuccesvol beleg van Cuzco in 1536 - 1537. Hij
werd achterna gezeten door Hernando Pizarro, broer van Francisco. Deze werd
vergezeld door zon 70 ruiters, 30 voetsoldaten en groot contingent inlandse
krijgers. Toen ze hier arriveerden ontdekten ze niet alleen dat Manco een
rivier had omgelegd, waardoor de vallei onder het Inca-fort ontoegangkelijk
werd maar dat de Inca-stijdkrachten massaal werd uitgebreid met troepen uit de
jungle. Na ontelbare pogingen het fort in te nemen dropen de Spanjaarden
stilletjes af onder dekking van de nacht. Een knappe overwinning voor Inca
Manco
Helaas kwamen de Spanjaarden later dat jaar terug met 4 keer
zoveel manschappen en Manco moest vluchten om uiteindelijk in het beroemde Vilcabamba, een vesting in de jungle, nog
stand te houden en guerilla te voeren.
Het fort laten we even links liggen en we wandelen naar de
Urubamba, de rivier die Ollantaytambo doorkruist. Het is al namiddag en te laat
om Moray of de Salinas (zoutmijnen) te bezoeken. We lunchen op het plein en
enkel Debbie en Christel zien het nog zitten om het fort te bezoeken. Bart,
William en Arif kopen op de markt een voetbal en begeven zich naar een
voetbalterrein, waar ze een matchke 5 tegen 5 spelen. Ik keer terug naar het
hotel met Mira en Anna. Daar stellen we vast dat de openingsceremonie in Londen
op tv te zien is en we gaan er lekker voor zitten.
s Avonds een hapje eten, plannen voor morgen (vroeg
opstaan, pakken, vervoer regelen naar de Salinas, Moray en Pisac) en onze
rustdag zit erop.
Donderdag 26 augustus: Machu Picchu / Soundtrack: iets van âLos Hijos del solâ
Laten we hier maar met de deur in huis vallen: Machu Picchu
is één van de hoogtepunten van onze reis.
Ja, het kost geld en veel moeite om er te geraken (geen
wonder dat die Spanjaarden niet tot daar boven geraakten), maar het gaat hier
dan ook om één van de belangrijkste archeologische sites in de wereld en één
van de klassieke 7 wereldwonderen. Ondertussen staat MP ook op de lijst van
bedreigde sites. Niet dat er een Inkavloek op rust , wel dat de site wordt bedreigd
door zn eigen succes (ondanks de beslissing om het aantal toeristen per dag te
beperken tot 2400).
Hoe er te geraken?
Door de grote belangstelling voor een bezoek aan MP is het
eerst en vooral een kwestie om op voorhand ingangstickets te kopen. Nog vóór we
één voet op Peruviaanse bodem hadden gezet, hadden we onze tickets al gekocht
(met dank aan onze Edegemse-Peruviaanse connectie/ Muchos gracias a Luc, Violetta
e Ruby). We kochten tickets voor een beklimming van de Huayna Picchu en een
bezoek aan MP zelf.
In Peru zelf begint de voorbereiding al 2 dagen voor het
bezoek aan MP zelf. We moeten daar zien te geraken. In Cuzco kopen we treintickets
van Ollantaytambo tot in Agua calientes bij Incarail (de uren zijn interessanter
dan bij Perurail). MP is alleen te bereiken via trein (of helicopter). De
exploitatie van deze treinverbinding is
in handen van (monopolie) enkele maatschappijen. Ze hebben het monopolie en
vragen dus eigenlijk wat ze willen of wat de consument (wij dus) bereid is te
betalen voor een bezoek aan MP.
Gisteren vetrokken we dus met een busje van Cuzco naar
Ollantaytambo (ong. 2 uur rijden). Vanuit Ollanta vertrok onze trein naar Aguas
Calientes (1u30m) en vandaag staan we in Aguas Calientes klaar om per bus naar
MP te vertrekken. Een dag op voorhand is handig, want dan kan je vroeg arriveren
in MP en heb je de ganse dag om de site te bezoeken. Aan de bushalte staat om 6u15 al een lange rij
Mp liefhebbers. Blijkbaar gaan er vandaag 2500 bezoekers toegelaten worden.
Bussen brengen ons in 30 minuten naar boven. We klimmen met
de bussen steil naar boven (de haarspeldbochten lijken een beetje op Alpe dHuez)
langs een nog onverharde weg, maar te midden van een subtropischer vegetatie dan
we tot nu gezien hebben (palmbomen, bananenbomen, veel bamboe, ).
Wij geraken met onze picnic en flesjes en rugzakken door de
controle en stappen door (er was overal aangekondigd dat je niet met flesjes
drank, eten en grote rugzakken binnen mocht). Deze namiddag nemen we de tijd om de site grondig te
bezoeken, maar eerst-stappen we in snel tempo door de site om aan de andere
kant te geraken tot aan de voet van de Wayna Picchu (Huayna Picchu). Daar begint het eerste deel van ons bezoek.
(Wayna Picchu is de berg die je op alle fotos
van MP ziet. Het is de berg die hoog oprijst achter de site). Je kan bij
de aankoop van je tickets enkel kiezen voor de site Machu Picchu of ook toegang
en wandelen op de Wayna Picchu wat wij dus via Violetta gekocht hadden.
Op weg naar de Wayna Picchu krijgt de rug van Debbie nog
bezoek van een Atlasmot. We klimmen omhoog via uitgehouwen trappen en langs
steile afgronden. Best wel lastig op deze hoogte. Iedereen klimt of kruipt
(Gollem? Smeagol?) naar boven. Het laatste stukje loopt via een nauwe spleet in
een grot en boven vormen een aantal willekeurig op elkaar gegooide rotsblokken
de top. Van hier heb je uitzicht op MP, maar ook op de weider omgeving en een aantal
besneeuwde topen van de Andes. Je hebt
hier ook uitzicht op een Chileense vrouw die gedurende een halfuur de
toprotsblok kronkelend in beslag neemt. Ze kirt en vindt zichzelf redelijk fantastisch
en wij overwegen haar ego een duwtje te geven. Ze lost zichzelf op. Gracias.
We beslissen om er nog een goeie lap op te geven en kiezen
voor een extra wandeling naar een grot. Die wandeling loopt in eerste instantie
opnieuw naar beneden om dan rond de Wayna Picchu terug te komen. Stevige wandeling, maar koekjes, belegde
sandwiches zorgen voor een stimulans. Na een wandeling van nog eens 2 uur komen
we opnieuw in het zicht van MP zelf.
Na een sanitaire stop en een drankje starten we met het
bezoek aan de archeologische site zelf. MP is geen ceremonieel centrum geweest,
geen landingsplaats voor ETs, maar eerder een buitenverblijf voor de
inkakoning Pachacutec en zn gevolg.
Het bestaat uit een hoger en lager gelegen wijk. Wij
beginnen onze wandeling bovenaan. Het is van hieruit dat alle klassieke,
iconische panoramafotos van MP worden getrokken. Waarom is MP nu zo speciaal en zijn mensen
bereid om veel geld en tijd te besteden om het te zien?
Het is een uitgestrekte site gelegen op een fantastische
plek, omgeven met groen steile bergen /rotsmassas. Er doen ook veel mythische
verhalen de ronde. Iedereen heeft wel een interpretatie klaar. Maar vaak neemt
de fantasie het over van de realiteit. Kortom: MP spreekt tot de verbeelding.
Soit, we doen de grote wandeling op de oude berg en
wandelen doorheen de volledige site. We blijven tot laat in de namiddag ter plaatse
en de grote massa is ondertussen ook al huiswaarts gekeerd. We zien nog een
chinchilla en besluiten om naar Aguas Calientes terug te keren. De familie
Peleman-Nys neemt de bus, de familie Smeulders-Poelemans wandelt terug.
In Aguas calientes eten we nog iets, ontmoeten er nog oude
bekenden (zie foto), halen onze bagage op en stappen op de trein naar
Ollantaytambo. Daar checken we in in hospedaje Munay Tika. We zijn moe en gaan slapen.
Ter info: een bezoek aan MP (en Wayna Picchu) kost voor 1
volwassene: 150 euro. (inkom- trein-bus).
We spenderen een laatste halve dag in Cusco, voor we richting Ollantaytambo zullen reizen. We staan voor de gelegenheid iets vroeger op - anders is de voormiddag er dadelijk door en kunnen we beter meteen naar het busstation rijden. Ik maak Anna als eerste wakker - een erg gevaarlijke onderneming (enkel op eigen risico), omdat ik vind dat ze een keer moet douchen. Dat wordt hier wel eens uitgesteld, wegens te koud water, te heet water, te slaperig 's avonds. Gevolg - er zit er nadien eentje met een serieus ochtendhumeur aan tafel. We eten in de 'orangerie' van het hostal :) ons ontbijt en nadien stockeren we onze baggage in het achterkot van het hostal.
Bart, Debbie en Thomas willen graag de kathedraal aan de Plaza de Armas gaan bezoeken. 't Steekt er naar 't schijnt vol schatten en krijgt in de verschillende gidsen 'een de moeite waard' gequoteerd. Ik ben niet in een kerkenstemming en stel voor om met (kinder)liefhebbers naar het plaatselijke chocolademuseum te trekken. Uiteindelijk gaan alle kinderen met me mee. Het kleine museum is gevestigd op de tweede verdieping van een mooi koloniaal huis met een plankenvloeren loopgang aan de Calle Garcilaso. In het museum worden we verwelkomd met een chocoladethee - lekker! We mogen het museumpje zelf rondgaan. Ik vertaal voor de kinderen de belangrijkste zaken: De Maya's dronken hun chocolade gemengd met water en koud en liefst erg pikkant. De Azteken veroverden de Maya's en leerden op die manier chocoladebonen kennen. Zij vonden het zo'n fantastisch product dat ze het verwerken ervan perfectioneerden (om te kunnen vervoeren over een grotere afstand) en ze gebruikten de bonen zelfs als betaalmiddel. De Spanjaarden ontdekten (Columbus zelfs nog in Honduras) chocolade op hun beurt begin 1500... Azteken moesten al hun bonen aan hen geven. Via de Spanjaarden kwam chocolade naar Europa. Zij mengen de drank voor het eerst met suiker, voegden ook gember en kaneel toe (maar hielden het nog steeds pikkant). Pas in 1600 is ene Hans...en nog iets er melk gaan bij doen en werd de chocolademelk geboren. Daarna werd chocolade vervoerd naar andere delen van de wereld waar het ook verbouwd kon worden. Pas in de 20ste eeuw is chocolade een product voor de massa geworden...
In de keuken van het museum kun je een workshop volgen. Van het pellen van de bonen - tot je eigen stukje chocolade. De les begint om 11 u; jammer genoeg moest je op voorhand inschrijven, en duurt de cursus ook 2 uur. Anna en Mira zouden erg graag meedoen en vragen of ze niet mogen inschrijven voor de dag dat we terugkomen naar cusco. Het is 50 soles voor een kind. Ik zeg dat ik het zal bespreken met Debbie. Aan het einde van ons bezoek kiezen we 3 stukken chocolade (prijs zal ik maar niet vermelden) - een donker stuk met coca erin verwerkt, melkchocolade met zout van de Salinas de Maras en een gewoon stuk melkchocolade.
Het is ondertussen half twaalf voorbij, dus neem ik de kinderen terug mee naar het hotel, waar we om twaalf u afgesproken hebben met Bart, Debbie en Thomas. W proeven allemaal van de chocolade op het dakterras van hostal Resbalosa en genieten nog heel eventjes van het uitzicht over Cusco. Dan is het tijd om op te stappen - we stappen de de steile trapjes af naar de Plaza, nemen een taxi naar de plek waar we een kleine collectivo kunnen nemen naar Ollantaytambo. Daar staan de busjes gewoon te wachten. Er is nog net plaats voor 8 op één van de collectivos. Voor 10 sol elk mogen we mee - de rugzakken worden snel op het dak gesmeten (sommige met, en andere zonder badge tegen de regen) de man van de bus vindt de badges maar onnozel... 't gaat toch niet regenen vandaag'.
Op de bus krijgen we tips van een oudere Peruaanse dame (Sonja)... over eten in Aguas Callientes; over waar we water en eten moeten kopen om mee te nemen naar Machu Picchu en over wat er te zien is in de dorpen en stadjes onderweg. Naast Thomas zit een Argentijns koppel die een korte citytrip naar Cusco en Machu Picchu doen... zij moeten inderdaad maar 4 u vliegen naar Lima natuurlijk. Ze denken er even over om een trektocht naar Choquequirai te doen, maar we leggen uit dat dit vanuit Abancay moet en een tocht van 65 km is over verschillende dagen. Misschien toch niet doenbaar op een tiendaagse trip. Next time dan maar. Onderweg zien we het landschap veranderen - 't wordt steeds groener en de beplanting meer en meer tropisch. Het gebied van de heilige vallei is immers grotendeels subtropisch. Uiteindelijk rijden we Ollantaytambo binnen, een klein stadje met een bescheiden plein en kleine straatjes, waar dan al de bussen doormoeten met toeristen die de trein willen nemen naar Aguas Calientes. Fijn voor dat dorp :) We worden afgezet aan het treinstation, waar we allemaal koeken (zonder cacao) eten. De kinderen hebben reuzenhonger. Thomas en ik gaan - we hebben toch nog een uurtje de tijd - even op zoek naar een verblijfplaats in Ollantay voor de 26ste en de 27ste. We doen er niet te lang over. In Hotel Munay Tika hebben ze nog 2 tripples en een matremonial - we reserveren voor twee nachten. De rest van de tijd wachten we in een klein café-eethuis aan het station en werken snel nog wat empanadas naar binnen.
Dan is het moment aangebroken om onze dure treinticketten te gebruiken. Incarail komt netjes op tijd. Het is een gedrum van jewelste op het perron - al die toeristen hé. Onze grote rugzakken moeten op het perron blijven staan - die worden achteraf in de trein gezet. Er is echt geen plaats om die grote zakken tussen onze benen te plaatsen. De trein vertrekt en rijdt door een ongelofelijk mooi landschap. Bergen foto-graferen lukt jammer genoeg niet, daarvoor schudt de trein te veel. We houden ons dan maar bezig met het raden van de nummers die instrumentaal gecoverd werden met een panfluit...; en we krijgen koffie en sapjes van de stuard en stuardess. Chique:)
Het Perron in Aquas is nog een grotere troep. Het staat vol met gillende mensen van hostals op zoek naar welbepaalde toeristen. Ook Angie van Supertramp staat ons op te wachten. Ze neemt ons mee door Aguas naar het hostal... niks anders dan winkeltjes, en kraampjes, zoals we wel verwacht hadden. We krijgen een dormitory voor 8 op de tweede verdieping - ziet er wel in orde uit. We zullen hier ook maar een korte nacht doorbrrengen. Iedereen kan nu nog aan een ding denken... iets gaan eten en dan gaan slapen. We eten in restaurant Treehouse... een beetje duurder, maar met de ganrantie op lekker en proper bereid eten. Eenmaal terug in de dorm, zetten we alarmen en sporen we kinderen aan om snel te slapen... de wekker staat op 5 u 15, want Machu Picchu staat op het programma.
In Cuzco zelf zijn er op zich niet veel grote
Inca-overblijfselen, buiten verschillende muren verspreid over de stad. Buiten
Cuzco zijn er wel een aantal te bezichtigen en aangezien die allemaal in onze
dure boleto turistica inbegrepen zitten en ze echt de moeite zijn volgens de
gids, gaan we hier een hele dag aan besteden. Na een lekker ontbijt we hebben
zelf wat vlees, fruit en yoghurt gekocht om eens iets anders te eten dan
broodjes confituur nemen we 2 taxis op de plaza armas en laten we ons 8km
hoger buiten de stad afzetten ,aan de hoogste site Tambomachay. Zo hadden ze
het in de gids aangeraden: de 4 sites liggen allemaal achter elkaar langs de
baan naar Pisac, dus laat je afzetten aan de bovenste en wandel naar beneden
terwijl je alles bezoekt.
Tambomachay dus: een badplaats buitenverblijf voor de
Inca-koningen. In het voor hen heilige water werd ritueel gebaden; de gidsen
verschillen wat hier. Mooie terrassen en ruïnes en met wat fantasie zal dit wel
een mooi buitenverblijf geweest zijn. Wat verderop, 200m, langs de baan, ligt een kleinere site Puka
Pukara, het rode fort, een verdedigingsvesting geweest en opslagplaats voor
Tambomachay. Na een kilometer verder wandelen langs de baan, worden er tot
grote vreugde van de kinderen paardenritten aangeboden. Ze waren ervoor een
offensief begonnen tegen de ouders om nog eens iets leuks te doen en met dit
aanbod konden we hier toch al aan tegemoet komen. De kinderen en Bart voor 30
soles per persoon dus met de paarden naar de volgende site Qenko. Een leuk
tochtje, de 3 anderen al fotograferend ervoor en achter hollend, een mooie
wandeling langs de heuvels ipv langs de baan. De kinderen vonden het in elke
geval heel plezant, Anna had een briesend paard!
Qenko (labyrint) is dan weer iets speciaals: niets
spectaculairs gebouwd door de Inca deze keer maar een religieuze tempel
uitgehouwen in de rotsen. Op de terrassen van Qenko hebben we dan even gerust
en uno gespeeld om dan aan de laatste en grootste site te beginnen
Sachsahuaman. Pachutec heeft hier dit grote verdedigingsfort laten bouwen. 2
lange zigzaggende muren waarvan de voorste steen van elke zigzag een gigantisch
blok was van wel 3 ton! Er konden hier tot 1500 mensen in wonen, er was een groot plein waar de koning naar
wedstrijden en parades keek, maar waar de Inca een bloederige nederlaag hebben
geleden tegen de spanjaarden. Een prachtig zicht op Cuzco. We
zakken vanuit deze site nog wat af langs
de weg en wandelen de stad terug in naar ons hostal. We beslissen om terug te
gaan eten waar het gisteren zo goed was. Een fijne dag, morgen vertrekken we
naar Aguas Calientes!
Na de vermoeiende reis van gisteren doet het deugd om eens wat langer te slapen. Het nieuws dat het ontbijt tot half 10 wordt geserveerd werd gisteravond goed ontvangen. Tijdens een vakantie zoals wij ze momenteel beleven is er niet altijd gelegenheid tot uitslapen. We hebben al vele kilometers afgelegd en vaak moeten we vroeg opstaan.
Vandaar dat we om 10 uur nog op het terras aan het ontbijt zitten. Er moeten wat tafeltjes bijgezet worden, we zijn immers met z'n achten. Prachtig zicht op de Plaza de Armas en het zonnetje schijnt. Maar toch is het zo'n zeldzame dag, zo'n dag die je slechts 1 keer hebt in die lange reis die je samen maakt. Iedereen een beetje moe en iedereen wat kribbig. Kinderen mopperen en volwassenen niet al te best gehumeurd. Des mensen he.
Reizen zoals wij het doen impliceert ook dat er tijdens de reis nog dingen moeten worden geregeld. We zijn hier niet met een all-in formule en vandaag willen we de trein van Ollantaytambo naar Aguas Calientes in orde krijgen. Dat betekent eerst geld afhalen, ons dagelijks ritueel, inlichtingen inwinnen bij het toeristisch informatiebureau. Vervolgens lang aanschuiven bij Peru Rail om daar te horen dat er geen plaats meer is. Dan wachten bij Inca Rail om daar uiteindelijk erg hoge prijzen te krijgen voor de treintickets. Ter informatie Aguas Calientes is de laatste halte voor Machu Picchu. Het is geen bijzondere plek. Slechts een verzameling hotels en restaurants, maar je moet er nu eenmaal heen als je naar Machu Picchu wil. De treintickets zijn erg duur en jammer genoeg moeten Anna en William ook de volle pot betalen. Het is echt wel even slikken, maar we hebben onze entree voor Machu Picchu al betaald vanuit België. Dus even door de zure appel heen en gaan betalen.
Terwijl wij zitten te vitten over die hoge prijzen loopt een demonstratie over de Plaza de Armas. Politie met schild en knuppels zijn prominent aanwezig en zien toe op een betoging van studenten en arbeiders, vakbonden. Er heerst duidelijk ontevredenheid over het eerste jaar van Ollanta, de huidige president (voor 5 jaar verkozen). Hij deed veel beloftes en veel Peruanen zijn ongeduldig en willen vooruitgang zien. Ollanta wordt tijdens de demonstratie herhaaldelijk een leugenaar genoemd.
Na alle administratieve poespas kunnen we eindelijk beginnen aan onze geplande stadswandeling. Die brengt ons door de drukke starten van Cuzco. We doen even de markt aan en kopen naast voor ons bekend fruit ook pepito's. Smaakt naar meloen en ze worden met enthousiasme onthaald door de kinderen. Cuzco is een mooie stad omringd door bergen. En het is natuurlijk de Inca-hoofdstad. Vandaag zijn we daar getuige van. Heel veel fundamenten van koloniale gebouwen zijn immers van Inca makelij. De Spanjaarden zorgden ervoor dat de Inca-tempels bedekt werden met kerken om zo de Inca-cultuur te muilkorven. Desalniettemin zie je hier heel veel straten en steegjes die bestaan uit originele Inca-muren. Hoe die Inca's die stenen op elkaar kregen blijft bijzonder, geen metselwerk en elke steen gaat naadloos (nou ja) in elkaar over. Indrukwekkend. Uiteraard zie je in die steegjes de obligatoire vrouwen in klederdracht met een lama. Sommigen onder hen worden zelfs door de stad betaald om te poseren voor toeristen. Vele anderen vragen een kleinigheid wanneer je hen op de foto wil zetten. Overal zie je ook mensen die typisch Peruviaanse waren aan de man willen brengen. Veel truien, sjaals, mutsen, wanten, al dan niet van baby alpaca. Vrouwen nestelen zich dan op de stoep en hopen zo al breiend hun breiwerk te slijten. Veel meer dan elders in Peru word je aangesproken met de vraag een kleinigheid te kopen.
De wandeling brengt ons naar het Koricancha paleis (Zie foto), eerst een belangrijke plaats voor de Wari (pre-Inca) en later voor de Inca-koningen. De Spanjaarden roofden eerst het paleis leeg en bouwden er dan een klooster annex kerk op. Koricancha betekent gouden omwalling. Toen de Spanjaarden in Cuzco arriveerden konden ze hun ogen niet geloven. Het enorme bouwwerk had muren die bovenaan volledig met goud bedekt waren. Bovendien bevond er zich in het complex een zonneschijf, uiteraard ook weer in puur goud. Onder het tempelcomplex was er een artificieele tuin die bestond uit gouden planten, bloemen, lama's, bomen. Alles gemaakt in goud en zilver en bedekt met edelstenen. Hongerig naar goud waren de Spanjaarden er als de kippen bij om al die rijkdom te plunderen. Voor de Inca's had goud een andere betekenis. Ze vonden het gewoon een mooie kleur hebben.
In een straat verderop vinden we de beroemde Steen der Engelen, een enorme steen met 12 hoeken. Een knap staaltje van Inca-architectuur. Heden ten dagen de plek om een foto te nemen en bewaakt door een 'Inca' die gromt wanneer je de steen durft aan te raken.
Stilletjes aan eindigt onze wandeling bij de Plaza San Blas. Maar eerlijkheidshalve doen we wel erg lang over het laatste stukje daarnaartoe. Er zijn immers leuke winkeltjes en we geven onze ogen de kost. En we houden het uiteraard niet enkel bij windowshopping. Altijd is er wel iets leuk om te kopen. Zo koop ik een prachtig geweven doek. Geen idee wat ik daar mee ga doen, maar ik kon niet weerstaan aan het vakmanschap waarmee de doek werd vervaardigd. Hecho a mano natuurlijk, zoals zoveel spullen hier. Uiteraard is er ook veel 'toeristenrommel'.
We sluiten de wandeling af met een bezoek aan een leuk restaurant waar William zich als eerste waagt aan de cuy (cavia). Het beest belandt echter niet integraal op zijn bord maar in stukjes. Dat is natuurlijk een beetje valsspelen. Bart en Christel hebben immers de intentie om het beestje in zijn volledigheid te veroberen. Geloof me dat is geen vrolijk zicht. Zoals zoveel restaurant in Peru wordt ook dit etablissement 'overvallen' door een drietal muzikanten. Ik ben daar meestal verre van enthousiast over maar deze drie kerels zijn echt de moeite. Met een aanstekelijke vrolijkheid brengen ze een viertal nummers ten berde. Geen 'El Condor Pasa' maar andere minder bekende nummers. De samenstelling is vrij uniek want een van hen is een accordeonist uit Toulouse. Dat geeft een leuke combinatie. Instrumenten van dienst: dubbele panfluit, een blokfluit-achtig instrument, de cajón (kistvormig instrument waar je opzit en met vlakke hand ritmes produceert), kleine gitaar, belletjes en ratels. Een mooie afsluiter voor een eerste dag Cuzco.
Zaterdag 22 juli Puno-Cuzco / Soundtrack: Agurk Players - The bus
Ola Todos
Aangezien Peru nogal een groot uitgevallen land is (40x
België) en wij toch graag zo veel mogelijk willen (af)zien, spenderen we wel
wat tijd in een taxi, collectivo (kleine busjes), bus, vliegtuig, tuk-tuk,
De meest aangewezen manier om hier afstanden op een comfortabele
en relatief goedkope manier af te leggen is een bus nemen. Het bus netwerk is
vrij goed uitgebouwd met een ruim aanbod aan busmaatschappijen die op
regelmatige tijdstippen rondrijden. Met 8 reizigers zijn we echter wel genoodzaakt
om op voorhand bustickets te regelen.
Vandaag kozen we Transzela. Zij zulllen ons van Puno naar Cuzco brengen.
Het wordt een dagetappe van 6 uur (voor langere afstanden kiezen we voor
nachtbussen, zie Lima-Arequipa en binnenkort Cuzco - Puerto Maldonado).
Na een kleine, valse start (Debbie moest vanuit de
busterminal nog even naar het hotel om wat vergetenbezittingen op te pikken: knuffeluiltje van Mira,
tandenborstel Bart en de teensletsen van
Willam die zich niet echt bewust was van deze vergetelheid) stappen we op de
bus.
We zitten bovenin (dubbeldekkers) vooraan in comfortabele
zetels (we kunnen die naar achter leggen met een extra voetsteuntje). Mira en
Anna zitten zelfs helemaal voorin met een panoramisch zicht van 180° (Celsius
zal later blijken wanneer de zon vol op hun raam scheen). Op deze bus echter
geen airco, TV-animatie en warm eten. Voor animatie en eten zorgen we zelf
(zoals thuis werd gezegd:gezelligheid mokt te zelf héé)
Vanuit Puno reizen we via Ayaviri en Sicuani tot in Cuzco.
We rijden door de altiplano (hoogplateau/hoogvlakte) en het landschap veranderd
van een open, dorre vlakte naar een meer gesloten, steiler engroener landschap (De Spanjaarden hebben hier
massaal veel eucalyptus bomen geïmporteerd).
Na een busreis van 7 uur arriveren we in Cuzco. We nemen een
taxi naar Hotel Casa Helena. Zij hadden via mail laten weten dat er nog plaats
was voor 8 pers. Bij aankomst blijkt echter dat alles al verhuurd is. Blijkbaar
had ze onze laatste mailter bevestiging
niet ontvangen. Bullshit. Over naar plan B: Debbie en Thomas gaan te voet op
zoek naar een andere huisvesting.
Uiteindelijk kunnen we terecht in Hospedaje Resbalosa. Een eenvoudig
hostal met, vanop het dakterras, een mooi
uitzicht op de plaza de armas.
We eten nog iets en kruipen dan in onze nestjes. Morgen
verkennen we Cuzco.
21 juli 2012 - Viva Belgica - vanuit Puno en vanop het Titicaca meer
Dag lieve luitjes thuis,
Er kan alweer een nieuwe dag beginnen in het zonnige Peru. We trekken jassen aan van 's ochtends. Hoewel ik een goeie nachtrust gehad heb - in een extra slaapzak en onder een paar kg dekens - klagen Bart en Debbie van te veel lawaai op straat. Er wordt geroepen, gefeest en het verkeer zorgt zoals gebruikelijk ook voor de nodige decibels. Anna vraagt zich vooral 's ochtends af waarom we tijdens onze zomervakantie - geassocieerd met warm weer (al hoor ik dat het niet vet is in België) - net in de kou moeten zitten. Maar tegen dat we vertrekken is iedereen goedgezind :) en kunnen we genieten van het frisse maar zonnige Puno. We wandelen langs het postkantoor om onze kaartjes te posten. en daarna zetten we koers naar de haven, waar we hopelijk de Yavari kunnen bezoeken, een oud Brits stoomschip uit de 19e Eeuw dat ze in stukken over de Andes hebben vervoerd - vandaag ingericht als museum. Bart heeft echter een afspraak met Ivo (kennis van iemand die Bart in België ken en die in Puno woont) aan wie hij een pakje uit België moet bezorgen; hij komt later naar de Yavari. De rest vertrekt naar Yavari. Daar aangekomen merken we dat de stoomboot een paar km verder op langs het meer ligt en dat we dat stuk onmogelijk te voet kunnen afleggen. Wat zullen we nu doen? Wachten op Bart aan de pier en hopen dat hij niet gewoon een taxi naar de Yavari neemt. Zelf een taxi naar de Yavari nemen en hopen dat Bart hetzelfde doet? Er ontstaat een beetje verwarring en ondertussen worden we op de pier door verschillende mensen aangesproken om ons met de boot naar Uros te brengen, of een tochtje te maken, of om iets te verkopen. We ontmoeten ook een zekere Roberto. Hij toont ons zijn boot en zegt dat hij ons best een uurtje wil rondvaren op het meer (dan hebben we toch een tocht op het beroemde meer gemaakt hé); hij kan zelfs voorbij de Yavari varen. Maar waar is Bart? Debbie besluit een eindje terug te wandelen en hem te gaan op wachten. Ze denkt er aan dat Bart met haar GSM naar Ivo gebeld heeft, en slaagt erin hem te bereiken. Bart was nog aan 't keuvelen met Ivo; we mogen hem subiet, binnen 10 minuten, direct verwachten... En dan maken we samen een tocht in de boot van Roberto voor 60 sol. Hij vaart ons naar een klein eilandje in het meer dat vol vliegen en muggen zit...omdat er ook 3 varkentjes wonen. Oké, we konden niet meer naar Uros (dat zien we wel heel in de verte liggen). Iedereen klimt wat op rotsen, geniet van het uitzicht, of van de vogels op het water en in het riet. Na een kwartiertje klimmen we terug in de boot en vaart Roberto ons netjes terug naar de haven. Het is ondertussen half twee en tegen twee uur zouden we worden opgepikt aan het hotel voor een trip naar de Sillustani graftombes. We wringen ons snel in enkele tuktuks en snorren naar het hotel... 'die van Thailand waren een pak sneller,' beweert William. We hebben amper tijd om nog iets te wisselen in het hotel, een empanada naar binnen te werken of we worden al geroepen door de man van het reisbureau en de gids van de tour. een vol programmaatje kun je 't noemen. De busrit naar de archeologische site in Sillustani duur ongeveer 45 minuten. Onderweg stoppen we een keer om het uitzicht over Puno aan het Titicacameer te kunnen fotograferen. De gids biedt alweer uitstekende service. Hij moet twee busjes (+/- ongeveer 30 mensen samen) gidsen in het Engels en het Spaans; beslist geen gemakkelijke klus. Ik zou jullie de hele santakraam kunnen herhalen... maar dan zit ik vast tot vannacht te bloggen, dus hou ik het bij de belangrijkste zaken: De Chullpa tombes van Sillustani zijn verschillende graftombes uit het pré-Incatijdperk (+/- 500 jaar oud) gebouwd door het Colla-volk; hoewel sommige stukken al in samenwerking met de Inca gebouwd werden ('t is beter samen te werken dan te blijven vechten zeker - want gevochten hebben ze zeker). De graftorens van de belangrijkste overledenen waren het grootst en mooist... steeds gebouwd in de vorm van een enorme fallus. De doden werden in foëtushouding in een binnenconstructie begraven. Betekenis: moeder aarde en de zonnegod zorgen samen voor een nieuw leven voor de dode = reïncarnatie eigenlijk. Soms werden ook anderen geofferd als er een belangrijke persoon doodging. Met gehandicapte kinderen hadden ze er minder moeite mee het offer sneller te brengen als bij anderen. De bouwwerken werden gebouwd met Sillar en vulkanisch gesteente. Vooral de Sillar (witte steen) zorgt voor problemen om de tombes te bewaren (te poreus). Na een grondige uitleg kunnen we de site nog eens rondwandelen en van een panoramisch uitzicht over het hoofd van het meer ( lake Umayo) genieten. Dit laatste ligt hoger dan Titicaca en smaakt minder zout. Op de terugweg naar de bus zit een jongentje met een kleine alpaca te wachten tot toeristen hem willen fotograferen. Hij palmt Mira en Anna helemaal in. Ze aaien de Alpaca en het jongentje vraagt wat het vreemde ding rond mijn nek is. Ik laat hem kijken door de verrekijker en zijn verwondering is minstens zo groot als de interesse van Mira en Anna in de Alpaca. We nemen en foto... en dat kost ons een centje voor zijn melk, zegt hij. Geen probleem uiteraard. Tegen de tijd dat we terug in Puno arriveren is de zon onder en dat voelt onmiddellijk veel kouder aan. We gaan een hapje eten in een lokale pub voor Peruvianen en spelen Uno tot lang nadat alle koffie en thee op is. Daarna trekken we naar het hotel. We checken de mail om te zien of er reacties zijn op onze reservatievragen voor verblijf in Cusco... slechts eentje blijkt vrij te zijn. 't Is een iets duurdere zaak - maar iedereen kijkt uit naar Peruaans ontbijtbuffet en lekker warme douches, dus bevestig ik 'Casa Elena'. En dan snel in onze koude bedjes, want morgen moeten we vroeg op. We hebben een busreis van 6 uur voor de boeg die ons naar cusco zal brengen. Maar dat verhaal zal Bart jullie vertellen.
We zijn ondertussen vrijdag 20 juli, 7u en 2 taxis brengen
ons naar het busstation, waar we voor de eerste keer een minder aangename kant
meemaken van de reisbureaus: Wonderland Peru had ons wel een ontvangstbewijs
gegeven voor de betaalde busrit van Arequia
naar Puno, maar er vergeten bij te vertellen dat we wel de tickets
zelf nog hadden moeten ophalen! Enfin,
snel naar de andere kant van de straat voor de tickets, de plaatsen waren
gelukkig nog niet doorverkocht, en dan met de bagage ingecheckt. We hadden al
een wantrouwen bij dat mens van Wonderland en dat bleek dan toch uitgekomen: ze
probeerde nogal hard tickets aan te prijzen voor de toeristenbus maar die vertrok pas om 13u zodat we na 6u rijden
laat in Puno zouden zijn, dan liever een busmaatschappij die we niet zo kenden
(Julsa) maar wel om 20u vertrok. het is niet zo te vertrouwen, let op je
bagage, er zijn geen toiletten aan boord, allemaal leugens dus, zo bleek .
Na een busrit van 6u komen we dus aan met enige vertraging
aan in Puno rond 15u, ondertussen had een man ons 2 hotelletjes aangeprezen en
belanden we dus in hotel Europa. Onze bustickets voor Puno-Cuzco voor 22 juli
hadden al we bij Colca Trek gekocht (en die hadden wel gezegd dat we nog de
echte tickets in Puno moesten ophalen bij een bevriend bureau) worden ons door
het bureau zelf gebracht en de man probeert ons wat trips voor de dag nadien
aan te prijzen. De tourist-trap een boottocht naar Uros, het drijvende
eiland, slaan we af (we zoeken morgen zelf op de één of andere manier op het
Titicacameer te varen) maar de uitstap
naar Sillustani, een site op een landtong met zicht op het meer en de bekende
graftombes van de Colla-bevolking (pre-inca) nemen we aan. Morgen gaan dus
tussen 14u30 en 18u naar deze plaats, ik
ben benieuwd
Belangrijkste feit vandaag. Nadat gisteren met de
antibioticakuur is begonnen is Arif weer helemaal de oude. Na de 2 prachtige
maar ook vermoeiende dagen in de Colca Canyon beginnen we onze laatste dag in
Arequipa erg rustig. We gaan zo laat
mogelijk ontbijten. Mira krijgt een aanvalletje van voedselheimwee. De broodjes
met confituur vinden niet langer genade. Ook Arif spreekt al enkele dagen van
een Lange Jan met frietjes, hij heeft er zelfs al over gedroomd.
Vandaag op het programma. Geld afhalen, alweer. Dat blijkt
echt wel een probleem. Voor al wie ooit van plan naar Peru te reizen: neem veel
cash geld mee. We dachten makkelijk geld te kunnen afhalen (in Zuid-Afrika was
dat alvast geen probleem), maar heel vaak is er iets mis met de bankautomaat en
als we geld kunnen afhalen is dat beperkt tot enkele honderden soles. Als je
dan bedenkt dat je telkens een commissie moet betalen dan zijn we daar al flink
wat euros aan kwijt. Heel vaak kunnen we ook niet betalen via een
kredietkaart. Dus kampen we voortdurend met cashflowproblemen.
Deze morgen verliezen we toch weer tijd met het afdweilen
van bankautomaten. In de voormiddag passeren we nog een laatste keer langs het bureau
van Colca Trek om daar onze bustickets van Puno naar Cuzco te regelen. Cuzco is
immers een erg populaire bestemming en we willen niet voor voldongen feiten
komen te staan (lees geen bus naar Cuzco).
Na de financiële en transportperikelen begeven we ons met de
hele ploeg naar het universiteitsmuseum. Want aldaar vinden we de
wereldberoemde Juanita, het meisje van Ampato, de ijsprinses. In 1995 barstte
de vulkaan Sabancaya uit. Algauw werd een expeditie uitgestuurd naar de vulkaan
Ampato om vandaaruit de erupties gade te slaan. Deze expeditie onder leiding
van Johann Reinhard vond toen boven de 6000 m het perfect bewaarde lichaam van
een Inca-prinses. Het meisje was door de vulkaanuitbarsting losgekomen en het
ijs waar ze in was bewaard was gezakt.
Haar gelaat was wel getaand door de felle zon tijdens de
dagen dat ze daaraan werd blootgesteld, maar de huid op haar lichaam was
griezelig goed bewaard. Bovendien werden op dezelfde vulkaan nog 3 andere mummies
gevonden. Deze kregen echter minder prozaïsche namen: meisje 2, meisje 3 en
jongen 1.
In het museum krijgen we eerst een film te zien, gemaakt
door National Geographic. Dat is een mooie opbouw naar het eigenlijke bezoek en
geeft de nodige duiding. Vervolgens bezoeken we enkele zalen waar alle
voorwerpen gevonden bij Juanita worden tentoongesteld. Daaruit werd het verhaal
rond het meisje afgeleid. De Inca-prinses werd onder begeleiding tot bijna bij
de top van de Ampato gebracht om daar te worden geofferd aan de berg. Ze was om
en bij de 12 jaar en van adel. De reis begon waarschijnlijk in Cuzco dus het
gezelschap (priesters) moeten weken onderweg geweest zijn. Waarschijnlijk kreeg
ze daar een verdovend brouwsel te drinken en vervolgens werd ze met een klap
tegen de schedel ter dood gebracht. Vermoed wordt dat ze al erg onderhevig was
aan hoogteziekte. Ze moet erg bang geweest zijn maar ook trots. Ze zou immer
als halfgodin mogen plaats nemen tussen de berggoden.
Helemaal op het einde zien we dan uiteindelijk Juanita zelf.
In een erg donkere en koude kamer wordt ze bewaard in een glazen kast bij -20
graden. Het is een erg fascinerend beeld. Helaas zijn fotos niet toegelaten.
Dus wil je een beeld dan moet je ze even googlen.
Na het museum bezoeken we de markt van Arequipa. Erg leuk,
erg kleuurijk ook. We kopen fruit en brood voor de trip van morgen. Ook een
groot stuk kaas. We proeven voor het eerst een exotische vrucht van Peru.
Chirimolla. Ik ben niet zeker van de schrijfwijze maar dat het lekker is weet
ik wel. Blijkbaar is er op de markt ook een afdeling geneesmiddelen. Heel veel
kruiden uiteraard, sommigen heel bekend andere weer niet. Maar vooral de
gedroogde lamafoetussen vallen erg op. Op de markt worden ook levende dieren
verkocht, waaronder natuurlijk cavias.
Na de markt wandelen we naar een restaurant Tradicion
Aruiquipeña. Dat staat in de gids aangeprezen als etablissement waar je
streekgerechten kan proeven. Het is echter een heel eind wandelen en de zon
steekt nijdig. Het voordeel is dan wel dat je door de straten buiten het
centrum wandelt en dan kan je je ogen weer de kost geven. Het restaurant zelf
is wat prijzig maar het eten is lekker. Oh ja, voorlopig wagen Christel en Bart
zich nog niet aan de cavia, ook al staat die op het menu.
Morgen naar Puno, een stad aan het Titicaca meer. Met 3810
meter het hoogst bevaarbare meer ter wereld. Dus ijle lucht, warm overdag, erg
koud s nachts, droge neuzen, gesprongen lippen, de huid die afziet. Maar we
willen het voor geen geld van de wereld missen.
Colca Trek dag 2 - soundtrack: Simon and Garfunkel El Condor Pasa
Dag 2 van onze Colca-"trek". Het strak tijdschema blijft van kracht. Fris en monter verschijnen we aan de ontbijttafel. Iedereen heeft lekker geslapen (Viva el Diamox, viva el Enterol, viva el magistrale bereiding tegen hoogteziekte) . We starten met een korte wandeling vanuit Cabanaconde naar enkele miradors (= nen belvédère in schoon Nederlands). Het eerste deel loopt langs de "hoofdbaan" en is dus niet bijster boeiend. Daarna wijken we van de weg af en bewandelen we zandweggetjes langs de canon. Terwijl we genieten van de mooie vergezichten op de canon, doceert onze gids over de culturen in de Colca canon. Ik geef 1 voorbeeld van een cultureel gebruik mee aan de trouwe lezers van deze blog/ Je kan er dan altijd eens mee uitpakken bij den bakker of op een trouwfeest om een vervelende, pijnlijke stilte in een gesprek mee op te vullen. Wist je dat?... de bewoners van de colcacanon hun schedels uittrokken. Van jongsaf aan werd met hout een soort van bekisting rond de schedel gemaakt. Dat werd strakker en strakker opgebonden zodat de schedel langer werd gemaakt. In de dorpen waar de top van de vulkaan (bv. Ampato-vulkaan) puntig was, werd de schedel puntig uitgerokken, in de dorpen waar een platte vulkaan centraal stond in hun leefwereld werd de schedel afgeplat. Het soort vulkaantop bepaalde dus de vorm van de schedel. Dit gebruik werd door de Spaanse kolonisator verboden. Om de conversatie bij den bakker wat vlot te trekken kan je nog vermelden dat ook in het Noorden van Congo, bij de Azande en Mangbetu deze schedelvervorming gebeurde.
We stappen verder richting mirador cruz del condor. Deze mirador is het bekendste uitkijkpunt in de canon. Vanop dit punt kan je de condors zien opstijgen uit de canon. Daarvoor maken zij gebruik van de thermiek (s'morgens warme luchtstromen wanneer de zon opkomt). Bij aankomst aan de mirador staan er reeds 150 mensen te koekeloeren. Een persoonlijke audiëntie bij de condors zal er dus niet in zitten. Dat hoeft ook niet echt, aangezien er al een jonge condor af en toe boven deze massa scheert; hij voert zijn nummertje op en vliegt op 10-20 meter boven onze hoofden. Het gaat om een jonge, bruine condor (volwassen condors zijn zwart met wit). Dit is een machtige vogel: 1,20 meter groot, 3,30 meter spanwijdte, 15 kg zwaar. Iets verderop vliegt er ook nog een volwassen exemplaar.
Na een halfuurtje "condors kijken", rijden we verder met ons busje. Volgende halte zijn de thermische baden van Yancay. een warmwaterbron waarin je kan ontspannen. En dat doen we. De kinderen nog het meest. We eten nog in Chivay (Peruvaans buffet), nemen afscheid van onze Canadese kennissen en keren alleen terug naar Arequipa. Onderweg stoppen we nog even om watervogels te bekijken, maar na een vlotte busrit (zonder persoonlijke ongemakken) zijn we opnieuw in hotel Casa Del Sillar.
Iedereen is ondertussen bijna volledig hersteld. Hoogte ziekte werd/wordt bestreden met de juiste pillen. Ook Arif is weer beter.
17/07/2012 - Canyoning the Colca - Colca the Canyon - veel wauw en oh's
We springen te zevenen uit ons bed, letterlijk. Om half acht
MOETEN we ontbijten, want vanaf 8 uur zou het busje van Colca Tours al aan de
deur kunnen staan. Met de kinderen is dat niet altijd makkelijk. Je moet ze
aansporen om op te staan, snel te douchen, mee te helpen om hun rugzakken te
pakken en erop toezien dat ze niks laten liggen. Maar, finaal eindigen we
netjes op tijd aan tafel en zijn we bijna klaar op het ogenblik dat Ruswell
onze gids aanbelt. We smijten de grote rugzakken en alle bagage die we niet mee
willen nemen in een stockageruimte van Casa del Sillar en lopen door het
steegje de deur uit en hoppen op de bus. Daar zit al een Canadees koppel in uit
Quebec (tijd om wat contacten te leggen voor de volgende bestemming binnen twee
jaar misschien hé).Er komen nadien nog
twee mensen bij uit Duitsland, en dan rijdt onze chauffeur Jorgé richting
Colca.
Ruswell legt uit dat we eerst zullen stoppen in het
Reservas Nacional de Agua Salinas, dat we regelmatig stops zullen maken om de
drie grote vulkanen te bekijken (El Misti, Chanchani en Pichu-Pichu) alvorens
door te rijden naar het hoogste punt - 4910 meter (= hoger dan de top van de
Mont Blanc - daar heb je een goed zicht op Hualca-Hualcaen op El Misti, waaruit de Amazone
ontspringt) om dan opnieuw te dalen naar Chivay (3600 m).
t Is een goeie gids die met onmiskenbaar veel liefde voor
zijn land, behalve info over de natuur en de omgeving, ook politieke,
economische en culturele informatie geeft over Peru. Hij vertelt dat de Pueblos
Nuevos nieuwe dorpen in sneltempo groeien rond Arequipa, maar dat de huizen
ondanks het feit dat ze er al 20 jaar staan nog steeds geen stromend water
hebben. Mensen staan alle dagen om 5 u op om water te komen dat in grote
containers rondgebracht wordt (60 l voor 1 Sol = 3.21 ). 27 % van de bevolking
van Peru is heel arm. Dwz, ze leven van +/- 300 sol per maand (bedenk dat de
prijs van één trip naar de Colca voor 1 volwassene 380 Sol bedraagt en dat we
gisteren Lomo gekocht hebben tegen 22 Sol/kg).In ieder geval Ruswell hoopt dat de nieuwe president ervoor zal zorgen
dat zoals hij beloofde voor de verkiezingen elke Peruviaan binnen 5 jaar
zal voelen dat de economische toestand verbeterd is. Ollanta zal binnen een
jaar de oude contracten met verschillende buitenlandse mijnbedrijven moeten
heronderhandelen vandaag betalen de US, Candada, Noorwegen, Duistland, bv
nog steeds evenveel taksen op het koper dat ze ontgonnen dan in de jaren 90
terwijl de koperprijs enorm gestegen is ondertussen. Ik hoop met hem dat de
nieuwe president zijn beloftes inderdaad weet na te komen
Na een uurtje en half en na het landschap te hebben zien veranderen
in een mooie en uitgestrekte woestenij rijden we het Reservas Salinas binnen
daar merken we voor het eerst de vicuñas op, een van de twee wilde
kameelachtigen van Zuid-Amerika. (later zullen we de gedomesticeerde Lama en
Alpaca nog tegenkomen. Van de wilde Huanaco echter geen spoor van hen lopen
er nog slechts enkele duizenden rond in Peru en ze komen nooit dicht bij de weg).
De Vicuñas
grazen langs de kant van de weg, met op de achtergrond - ik weet al niet meer
de welke vulkaan. Een mens geraakt gedesoriënteerd op den duur door al dat
draaien en keren en stijgen.We kunnen
allemaal een sanitaire stop maken aan de ingang. De toiletten spoelen niet door
de toiletafvoer is bevroren. Vanaf nu trekken we om uit te stappen een warme
trui of zelfs een jasje aan. Vreemd, want de zon steekt enorm.
Kort na de inkom rijdt Jorgé van de weg af; we rijden nu
over een hobbelig pad door het woestijnachtige landschap tot we op het punt
gekomen zijn dat we te voet verder moeten. We maken een klein wandelingetje om
enkele bijzondere rotsformaties te bekijken. Die worden gevormd door de wind en
naar beneden stromend water (tijdens het regenseizoen). De bodem ligt bedekt
met vulkanische as van toen de vulkaan Chachani nog eens buikpijn had lang
geleden hoor.
Ruswell is onze tijdsbewaker, hij drijft zijn kudde tijdig
samen als het tijd is om naar de bus terug te keren. Maar valt dat tegen. De lucht
is ijler en de inspanning van 500 meter naar boven stappen voelt aan alsof ik
al kms gestapt heb. En nu gaan we stijgen naar 4900 m, zegt Roswell. Van daar
heb je een fantastisch uitzicht. Kan wel zijn, maar ik voel me toch minder en
minder happy worden. Ik vraag de anderen hoe ze zich voelen. Maar zij schijnen
zich niet even duizelig en mottig te voelen. Ik voel de druk achter mijn ogen,
krijg het erg benauwd en kan nog net het afvalzakje van onder mijn stoel
trekken zakje vol, vreselijk gevoel. Daarna stoppen we aan het uitkijkpunt en
bekijken we nog een bijzondere plant die alleen boven 4000 meter hoogte
voorkomt en op een rots lijkt (als je erin snijdt komt er een soort hars uit
dat gebruikt wordt om artritis te behandelen). t Is prachtig, maar ik heb nu
ook nog hoofdpijn. Dit is nu Soroché hoogteziekte; ik neem onmiddellijk een
Diamox-pilletje en hoop op beterschap.
We dalen tot 3600 meter en lunchen in Chivay (een
fantastisch Peruviaans buffet). Ondertussen blijken ook Debbie, Anna en Mira
wel wat last te hebben van hoofdpijn. Arif voelt zich al een paar dagen
slapjes, maar dat hoeft niet noodzakelijk van de hoogte te zijn. Voor de
zekerheid geven we Mira, Arif en Anna een halve Diamox. Debbie neemt het
preparaat dat zij door het tropisch instituut voorgeschreven kregen.
In de namiddag rijden we door naar Cabanaconde (we zullen
slapen op 3700 m). Maar voor we daar arriveren maken we nog verschillende
stops. Het landschap is prachtig. De terrassen van de Wari (pré-incacultuur)
zijn nog steeds in gebruik. Roswell geeft veel uitleg (gelieve zelf eens op te
zoeken op Wikipedia, hé iedereen lacht me nu al uit over mijn lange en
gedetailleerde verslaggeving). Hij toont ons de Waritombes die heel hoog tegen
de rotsen gebouwd werden. We zien verschillende soorten roofvogels én een Viscacha
of twee.
Na deze stop, hebben we nog een kleine wandeling voor de
boeg. Die gaat naar Mirador Cruz del Condor. Hopelijk zullen we daar voor het
eerst Condors zien. We stappen uit en lopen langs een pad op de rand van de
Colca Canyon. Ik vind geen woorden om de schoonheid van dit landschap te
beschrijven; het zit hier vol vogels. Ik had ze graag allemaal kunnen opzoeken
in mijn veldgids, maar de inspanning op deze hoogte speelt me alweer parten. Ik
voel me opnieuw even mottig als voorheen en stap erg traag naar de Mirador.
Onderweg zie ik de Kolibris fladderen en zoemen, groene parkieten in flocks
voorbij scheuren en voel ik me teleurgesteld over het feit dat ik me net nu zo
ziek moet voelen. Met de Mirador in zicht zien we ook grote schaduwen langs de
rotsen in de verte bewegen. Condors zegt Roswell. Hier zijn ze dan, die grote
majestueuze koningen van de Andes. Ik kijk een paar keer door de verrekijker en
probeer me daarna zo goed als mogelijk te handhaven tot aan het busje.
t Is niet ver meer, zegt Roswell. Binnen een kwartier
zijn we in Cabanaconde. Vlak voor aankomst moet ik een tweede keer braken. Ik
begeef me zo snel ik kan naar mijn hotelkamer en kruip in bed. We eten pas om
19 u 30, ik heb een uur en half om een beetje te bekomen. De anderen
installeren kinderen en bestellen eten ik laat hen maar begaan. Thomas neemt
de kinderen mee naar het feest dat op dat moment aan de gang is in Cabanconde
(Fiesta del Virgen Carmen) ze komen super enthousiast terug met geweldige
fotos en filmpjes.
Dat dutje heeft me goed gedaan en aan tafel was het best
gezellig. Bart en Debbie praten met de Canadezen en ik en Thomas babbelen met
het Duitse koppel over cultuur, reizen, politiek, kinderen en andere koeien en
kalveren. Morgenochtend zullen we mailadressen uitwisselen zowel met die van
Canada als met de Duitsers.
Ik kijk uit naar morgen. Het is hier immers zo bijzonder
mooi dat ik dit voor geen geld van de wereld zou willen missen, met of zonder Soroché. Liefs, Christel,
PS - aan iedereen thuis dikke kussen en knuffels - ook van de kinderen. Hopelijk alles in orde met Opa?
Na een goed nachtje slapen in casa de sillar, blijf ik bij de kinderen en gaan Christel, Thomas en Bart nog bij eens reisbureau checken en de knoop doorhakken. Arif is nog steeds niet goed, diarree - hevige buikkrampen en vorige avond tot 38,5° koorts; nu is hij al beter dan de vorige avond, William is beter. We houden het voorlopig bij enterol en paracetamol voor de koorts en houden het goed in het oog. Na een tijd komen de anderen terug. Aangezien de meeste reisbureaus blijven voorstellen om op een onmenselijk uur (3u!) te vertrekken, hebben ze geboekt bij Colca Trek - ze pikken ons morgen op rond 8u30 en rijden dan richting Chivay voor de lunch, met stops onderweg bij interessante natuurfenomenen, maar daarover zal Christel meer vertellen. Het kost ons wel 380 sol pp (ong. 125) maar hier is dan ook alles inbegrepen van overnachting, 2 lunchen, 1 avondmaal en 1 ontbijt, tot de inkomprijzen voor de vallei, de warmwaterbronnen en water en snacks op de bus. We vertrekken rustig aan naar het centrum om het Santa Catalina klooster te bezoeken. Dit gigantisch klooster herbergde in de vorige eeuwen tot 300 vrouwen (zusters en hun dienstmeiden) en is een wirwar van straatjes en'cellen', elke zuster had een eigen cel die bestond uit een slaapkamer, keuken, altaar en een 'bed' voor hun dienstmeid, vaak hebben ze ook een mooi binnentuintje. Rijke families stuurden 1 van hun dochters met bruidschat naar het klooster. We wanen ons een beetje in de Provence aangezien het eerste deel van gangen en de kloostergang helblauw geschilderd zijn. Het volgende deel is dan weer oker-bruin en de straten zijn genoemd naar Spaanse steden! Er is hier een beroemde bewoonster geweest, Ana , die in 1985 heilig werd verklaard; de paus heeft toen ook beslist dat de zusters vanaf dan mochten praten, iets wat ze tot dan niet mochten! Er is ook een uitkijkpunt vanwaar we de straatjes van het klooster, de stad errond en de verschillende vulkanen in de verte goed kunnen zien. We eten iets klein in de gezellige cafetaria, de kids kaarten of spelen UNO elke keer ze de gelegenheid hebben. Het was een mooi bezoek, de moeite waard. We wandelen richting plaza Armas en bezoeken ook de jezuïtenkerk op de hoek van het plein; Thomas gaat met de kinderen terug richting hostel en wij gaan nog even wat eten halen om zelf te koken. Dit blijkt niet zo gesmaakt: de pasta hier heeft een wat rare, melige smaak en de lomo stukjes die we gekocht hebben zijn wat taai, waren waarschijnlijk beter in een stoofpotje dat uren kan opstaan. Soit, iedereen eet wat en dan moeten we al wat pakken: we laten onze grote bagage hier achter en stoppen reservekledij en zwemgerief in kleinere rugzakken om morgenvroeg te vertrekken naar de Colca Canyon.
groetjes aan iedereen ! Dachny: groetjes van je neef en nicht - ze zijn benieuwd naar je verhalen en foto's over de filmste van twilight!
Onze eerste nacht op een bus zit er op. Met een uur vertraging reden we van Ica van naar Arequipa, opnieuw met Cruz del Sur. Zo'n nachtelijke busrit is om twee redenen nuttig. We sparen een overnachting uit en je wint een dag. Alleen het slapen wil niet voor iedereen lukken. En William en Arif blijken een beetje ziekjes. Niks erg maar ze zien er wat pipjes uit. Vooral Arif had het lastig en bezocht vaak het toilet. De meisjes doen het veel beter. Ze houden zich kranig. Uit het raam van de bus valt er niet veel te zien, maar tijdens het eerste gedeelte van de reis wordt er duidelijk veel gedraaid en geklommen.
Wanneer het weer licht wordt bevinden we ons boven de 2000 meter en rijden we stilaan Arequipa binnen. De witte stad, la ciudad blanca, omdat heel veel huizen hier gemaakt zijn uit 'sillar' een wit vulkanisch gesteente. Tijdens het binnenrijden maken we alvast kennis met drie vulkanen. De bekendste is El Misti (5800 m), verder nog Pichu Pichu (5700 m) en Chachani (6100 m). We nemen een taxi (altijd 2 voor ons) en installeren ons in de Casa del Sillar, een gezellig hostal in een oud koloniaal gebouw. We gaan het rustig aandoen. Even tijd om rustig bij te komen, een douche te nemen en voor de jongens wat bijslapen. Ondertussen probeer ik Skype uit met papa en dat lukt prima. De blog wordt bijgewerkt en we bedenken een strijdplan voor de komende dagen. De eerste dagen blijven we even in de stad. Op het programma waarschijnlijk een bezoek aan het Santa Catalina klooster en aan het universiteitsmuseum, waar we de beroemde ijsprinses Juanita kunnen zien, een heel bekende mummie. En we gaan uitpluizen hoe we best de Colca Canyon kunnen bezoeken. Belangrijkste zorg hier is dat de kinderen niet te zwaar moeten wandelen. We vertoeven al wat hoger en we moeten de tijd nemen om te acclimatiseren.
Het wordt een luie dag. Niemand die daar rouwig om is, de busrit was best vermoeiend. Christel en Debbie maken van de gelegenheid gebruik om de was van de eerste week naar de wasserette te doen. Onderweg springen ze al enkele reisagentschappen binnen om eens te horen wat de mogelijkheden zijn voor de Colca Canyon. Wanneer ze terug zijn is het al namiddag en dan doen we een wandelingetje richting Plaza de Armas. Dit blijkt een mooi en feestelijk plein. Heel veel mensen ook en de gebouwen zijn al verfraaid met vlaggen en reusachtige rosetten in aanloop naar de nationale feestdag binnenkort. We doen een supermarkt aan en besluiten ons eigen potje te koken. We kunnen immers gebruik maken van de keuken. Bart en ikzelf doen nog twee touroperators aan en vragen nog enkele voorstellen. 's Avonds bij het eten blijkt het niet zo eenvoudig om een tour te vinden die ook voor de kinderen aangenaam zal zijn. Er moet in de standaardtours van 2 of 3 dagen onmenselijk vroeg (voor kinderen toch) opgestaan worden en dat gaan we de gasten echt niet aandoen. 1 bureau (Colca Trek) heeft een interessant voorstel. Morgen stappen we daar nog eens binnen om te onderhandelen. Hopelijk is Arif dan ook weer wat beter.
Huacachina, zaterdag 14 juli - soundtrack: Guano Apes - The lords of the boards
Hola Belgica
Het is 14 juli, Franse feestdag (wordt in Peru "in zeer beperkte kring" gevierd) en tijd om uit te checken. We pakken alles in en vertrekken vanuit hotel Tambo Colorado, met alle bagage naar Paracas. Na de prachtige woestenij van Paracas, bookten we ondertussen nog een trip bij Alfredo en Joël ("Emotional Touring"). In Paracas spelen we, in afwachting van ons transport, nog een spelletje Uno (Debbie en Thomas zijn in de winning mood), drinken we iets (Arif lijdt aan een lichte Inca Kola verslaving, dat wordt afkicken) en bekijken we de lokale fauna en flora.
11u stipt vertrekt ons busje richting Ica (ligt op een uurtje rijden van Paracas). Vanuit Ica gaat het naar Huacachina. . Huacachina is een oase, omringd door hoge zandduinen. Het is een vrij populaire spot voor toeristen op doorreis in deze streek en dus bijgevolg redelijk druk.
In oorsprong was deze oase een exclusief resort (dat zie je nog aan sommige gebouwen en bv aan de kleedkotjes aan het water). Anno 2012 is deze oase de vertrekplaats om in de duinen te gaan sandboarden of met de buggy (het gaat hier niet over een Quinny-model, eerder een mad max model) te gaan crossen. Deze oase is dan ook volledig afhankelijk van het toerisme en heeft dus wel wat van z'n idylle en rust verloren.
Omdat we pas rond 16 uur met de buggy naar de duinen vertrekken, kunnen we de oase nog even verkennen: toerke doen rond de vijver, vogels spotten, bokes opeten, in het zand spelen. Thomas zoekt het al iets hogerop. Hij fotografeert vanop een hoge duin de oase. In de namiddag zoeken we een plaatsje bij het zwembad en eten een kleine hap. Arif, Mira en Anna springen in het zwembad.
Met enige vertraging stappen we in een sandbuggy (plaats voor 10 pers.), De laatste bank is gereserveerd voor de mama's en de papa's, kinderen zitten op de middelste bank. Iedereen snoert zich vast en we snorren zachtjes richting voet van de duinen. Vervolgens duwt de chauffeur (zelf rijden mag niet) het gaspedaal in en rijden we bergop (of duinop) de zandduinen in. Dat gebeurt aan een stevig tempo en het wordt al vrij duidelijk waarom de grote kinderen achteraan moesten zitten. Het gaat er namelijk vrij hobbelig en heftig aan toe. Een uitgestippeld, geasfalteerd racecircuit ligt er natuurlijk niet. Het is dus knallen in de duinen, op en neer, van links naar rechts, soms bergop over een scherpe duinrug om vervolgens steil naar beneden te bollen. Af en toe wordt er eens halt gehouden om een leuke foto te maken en er wordt ook gesandboard. Arif, William, Anna en Bart mogen/kunnen en willen graag met een sandboard van de duinen schuiven (buik op de plank) of op hun board naar beneden skiën. C'est cool quoi!
We sluiten af met een zonsondergang en keren, van kop tot teen met zandkorrels beplakt, terug naar het zwembad aan de oase.
Met het busje verlaten we de oase en worden in Ica aan de busterminal van Cruz del Sur gedropt. We drinken nog iets en stappen op de nachtbus naar Arequipa.
12 juli 2012 - Cruz del sur/ 13 juli - Ballestas en Paracas
Hallo,
zoals Thomas dus zei: donderdag inpakken, eerst nog wat bankzaken regelen en dan naar cruz del sur. Over die bankzaken: geld afhalen is hier toch niet zoals we dachten; je kan bij sommige automaten maar 400 sol afhalen (ong. 160) en als je daar telkens 3 à 4 dollar commissie op moet betalen, gaan we enkel de banken sponsoren; zelfs met de kredietkaart binnen in de bank kunnen thomas en christel maar 1300 sol afhalen; enfin, we zullen de volgende keren meer met visa trachten te betalen (als ze het hebben hé). Dan met 2 taxi's naar de startplaats van cruz del sur. Een grote mooie bus, met eten aan boord (beter dan in het vliegtuig zeggen de kinderen) en een beker inca cola (een geel medicamentendrankje of tuttefrutsmaak zoals je wil). Het was een aangename reis in goeie zetels, een 3,5u rijden langs de kust naar Paracas, door een toch wel desolaat landschap. Langs de ene kant de oceaan, langs de andere woestijnachtig beeld met af en toe kleine dorpjes met huisjes die voor ons 1 kamer lijken. Om 17u arriveren we in Paracas aan de busterminal. Toerisme is hier harde business blijkt direct. Wanneer we naar de straat willen gaan met onze bagage, worden we benaderd door "kikkeroog" (door ons al snel zo genoemd) en 2 jonge gasten die ons een taxi willen aansmeren en tegelijk een trip voor de volgende dag naar de Islas Ballestas en het Paracas natuurreservaat. Kikkeroog vertrouwen we niet dus nemen we het aanbod aan van de Joel en Alfredo. Een taxi brengt ons naar Pisco, hostel Tambo Colorado, een aangenaam hostel met vriendelijke mensen. We palmen onze kamers in en gaan naar de plaza de armas (zoals de grote markt bij ons, in elk dorp te vinden) om iets te eten in een restaurantje. De porties zijn hier gigantisch en met een volle buik gaan we vroeg slapen omdat ze ons vrijdagochtend om 7u komen halen voor de trip!
Over naar Christel
Het is vrijdag de 13e en vandaag varen we naar de Ballestas eilanden ('t zelfde als de Galapagos, maar dan voor de minder rijken) en naar Paracas National Reserve... als dat maar goed gaat. (By the way... gelukkige verjaardag, Jessy).We hebben onze wekker op 6u10 gezet. Om 15 na 7 komen ze ons immers halen. Die wekker blijkt echter niet nodig te zijn. Het lawaai dat vanuit de straten van Pisco onze kamer binnendringt valt niet te negeren. De hele nacht razen taxis en tuktuks toeterend door onze straat en ik zie dan ook alle uren van de nacht passeren op het scherm van mijn gsm. Ik sta dan ook iets vroeger op en pak warme jasjes, truien, verrekijker en vogelboek in. Kort nadien is iedereen wakker, ze hebben allemaal wel last gehad van de drukte op straat. Onze slechte nachtrust is snel vergeten als we eenmaal genoten hebben van broodjes en eitjes en vers geperst fruitsap. We worden stipt op tijd opgepikt en naar Paracas goevoerd met een busje. Net buiten de stad zien we bergen puin langs de weg liggen met hier en daar hoopjes afval ertussen. Puin dat ze ongetwijfeld geruimd hebben uit de stad na de aardbeving van 2007. et Daar staan de andere toeristen al te wachten aan het kantoor van Alfredo en Joël. We worden door Joël naar de kade geleid en zien een grote horde mensen wachten op de boot. In een motorboot kunnen 32 mensen en er liggen er minstens zeven. De benzinegeur is niet te harden - niet echt ecologisch eigenlijk. We worden ingedeeld bij de Nederlandstaligen (Hollanders dus...), betalen snel nog een kleine taks voor de nieuwe pier, want ook hier heeft een tsunamie na de aardbeving alles kapot gemaakt en zijn ze volop alles aan het heropbouwen. "Er komt hier nog een mooiere pier", zegt Joël, "met een restaurant - onthaalcentrum, met wifi; 't zal heel goed zijn". Ondernemende gast die Joël. We nemen plaats in een boot; de kinderen achteraan en de volwassenen vooraan. Ik en Thomas nemen plaats naast de gids en de kapitein en staan de hele tijd recht achter het scherm. We varen met een serieuze snelheid recht opo het doel af. Langs de kust van Paracas zet de kapitein zijn motor af. We kunnen van hieraf de kandelaar zien, een figuur uitgehouwen in de rots langs de kust. Zelfde principe als van de Nascalijnen - maar dan dieper en breder én bovendien te zien vanop het land en niet enkel vanuit de lucht...
Oeps; we moeten met een buggy door 't zand gaan rijden... nu direct. Ik vertel later verder...
Bij de Ballestas aangekomen zien we duizenden vogels op de rotsen zitten: pelikanen, incasternen, diverse soorten meeuwen, aalscholvers en jawel, enkele Humboldtpinguïns. De stank is op sommige plaatsen enorm. Dat komt door de vogelkak, ook wel Guano genoemd; om de 8 jaar wordt die geoogst om te verwerken tot landbemesters. Op een aantal rotsen liggen zeeleeuwen te slapen of gewoon te liggen. We hebben geen verrekijkers nodig om ze te bekijken, we varen tot vlak bij de rotsen. Het is de moeite, maar na een tijdje genoeg voor sommigen onder ons. Een bootje dat dobbert maakt misselijker dan een boot die stevig doorvaart...
Om 10u30 zijn we alweer aan de kaai in Paracas. We moeten ons haasten zeggen ze op pier al... er niet veel tijd voor het vertrek naar Paracas National Reserve, maar we laten ons niet opjutten. 11 u was er gezegd; eerst een koffietje en het nodige toiletbezoek.
Op de bus naar Paracas worden we vergezeld door 2 Franse meisjes en een Nederlands koppel met hun 3 kinderen. Paracas is een woestijngebied aan de kust. In het begin wist ik niet wat ik van dit landschap moest vinden. Maar hoe langer we erdoor rijden, des te meer kan ik het appreciëren. We maken verschillende stops langs aan de kust (waar ik zo gebiologeerd de horizon afspeur op zoek naar dolfijnen-activiteit te midden van de duizenden vogels, dat ik de golf niet zag komen. Vogelgids het water in, schoenen nat en iedereen lachen, gieren, brullen. Mijn boek is ondertussen netjes gedroogd hoor); De kinderen zoeken fossielen, we proeven zout van de grond, we spotten nog verschillende vogels en iets a de middag delen we een Ceviche of twee in het restaurant waar we afgedropt worden (om hopelijk zoveel mogelijk te consumeren). Daarna is het alweer snel, snel de bus op, om de andere stops af te werken. Het bezoekerscentrum, een uitkijkpost om flamingo's te spotten en daarna opnieuw de bus op richting Pisco. Toer Paracas zit erop. 't was een strak schema. We hadden liever wat meer tijd gekregen voor een wandelingetje en wat langer kuieren langs het strand. Maar al bij al was het leuk en hebben we veel gezien.
We sluiten een volle dag af met een bezoek aan de bank (geld moet rollen hé), wat aankopen in de supermarkt, een lekker etentje vlak bij ons hostal (vriendelijke mensen; we zijn de enige klanten en we zien ze vanuit het restaurant de kip en het vlees plat kloppen om vervolgens te frituren en te bakken). Voor we uitgeput gaan slapen, doen we wat mails naar hostals in Arequipa, want morgen zullen we daar de tijd niet voor hebben. We gaan immers sandboarden en met een buggy door de duinen rond een oase scheuren... wie had dat van ons ooit verwacht,
Voor wie zich ongerust maakt: hier zijn we weer. We doen even een inhaalbeweging en ik vertel jullie over onze belevenissen in Lima. Na een nachtje stapelbed waren sommigen onder ons al vroeg uit de veren (de vogelliefhebbers dus) want in de tuin vielen al enkele leuke exemplaren te spotten. Na een stevig ontbijt besloten we eerst en vooral onze ticketten voor Paracas te organiseren. Daarvoor stappen we een eind naar het busstation van Cruz del Sur, zonder bagage en zo weten we meteen of het morgen te doen is met de rugzakken. Niet dus het is een eind en langs een toch wel heel drukke baan. Het verkeer in Lima is bijzonder hectisch. Ik mag er niet aan denken hier te moeten rondrijden. Dus laten we ons rijden. We zorgden voor plaatsen op de bus naar Paracas om vandaar naar Pisco te gaan waar we zullen verblijven. In één beweging zorgen we voor kaartjes van Ica, een stad verder naar Arequipa in het zuiden van Peru.
Eens dat geregeld gaan we met een collectivo naar het museum Larco Herrera, een mooi museum waar je goed een overzicht kan krijgen van alle pre-colombiaanse culturen in Peru. Want wie denkt dat er enkel Inca's waren vergist zich. De Inca's regeerden ten tijde van de Spanjaarden, maar daarvoor had je andere belangrijke beschavingen, sommige wel zou oud als die van het oude Egypte. De Wari, Chimu, Paracas, Nazca (die van de beroemde lijnen), Moche etc. En die lieten allen hun sporen na. De rit met de collectivo (meestal gammele stadsbus) is best avontuurlijk aangezien je nooit weet waar precies je moet afstappen. Maar met behulp van vriendelijke medepassagiers raken we altijd op bestemming. Peruvianen helpen graag en zijn vaak heel vriendelijk. Met zo'n collectivo zien we bovendien grote stukken van Lima én we kunnen een praatje maken terwijl we ons door het drukke verkeer wurmen.
Het museum is echt de moeite. Ik verwachtte me aan een megagroot complex met zalen vol potscherven, maar dat draait helemaal anders uit. Heel overzichtelijk, heel mooie objecten, per thema gerangschikt. Bovendien was het er helemaal niet druk. De kunstzinnigheid van de oude culturen staat buiten kijf. Prachtig gekleurde veren mantels, sieraden in zilver en goud, aardewerk antropomorf en zoömorf en combinaties, want de oude culturen kenden heel wat vreemde wezens en goden.
En blijkbaar hielden ze ook van een goed potje sex. Want in een aparte zaal vinden we de erotische collectie. Laten we het er op houden dat ze van wanten wisten. Leuk.
Na het museum trekken we naar het historische centrum, waar we de San Francisco kerk bezoeken en de daarbij horende catacomben. Duizenden mensen werden in de catacomben begraven. Tot er geen plaats meer was en er uiteindelijk naar een 'bovengrondse' begraafplaats moest worden uitgeweken. na een hapje wandelen we nog in het centrum. Pogingen om een sim-kaart te pakken te krijgen lopen spaak op mijn gebrekkig Spaans. We willen geen contracten van zes maanden aan ons been. Het is leuk kuieren in een van de weinige autovrije winkelstraten. We nemen ook een kijkje in de supermarkt. Veel aardappelen natuurlijk.
Voor het avondeten belanden we in 'El Cordano' een restaurant waar we ons aan enkele Peruviaanse specialiteiten wagen. Grote porties en lekker. Lomo saltado en cebiche zijn enkele beroemde gerechten in Peru. Na het eten weer een busje in en door het donker (het is hier rond zes uur donker) naar de jeugdherberg.
Oh ja, voor de liefhebbers. In bijlage proberen we telkens enkele foto's te plaatsen. Niet te versmaden denk ik.