Het is mijn eerste reisje naar Italie, en dan nog direct naar Sicilie , toch iets apart?
Ik vlieg naar Palermo, het Luik van het Zuiden.
Palermo Airport staat nog net binnen de top 10 van belangrijkste luchthavens van Italie, maar we mogen toch als een Vip de trap naar de tarmac af en met de bus naar de terminal.
Ik kan geen infodienst vinden en ga dus maar direct naar het treinstation.
Dat is dan weer zeer efficient, mooie directe verbinding naar de stad, free wifi.
Ik logeer nog maar eens op een topligging, vanop ons dakterras heb ik uitzicht op zowel de bekendste fontein als op 'het' kruispunt, middelpunt van de stad.
Goed gezind en zingend ga ik op stap , blij dat ik dit kan zien en doen.
Het stadsplan dat ik krijg van de toeristische dienst is gratis maar onoverzichtelijk.
Ik beslis dus om maar gewoon wat rond te wandelen, kris kras door de stad.
Google maps brengt me wel thuis.
Er is in Palermo heel wat moois te zien, helaas moet er nog veel gerenoveerd worden..
Maar dat is ook de schoonheid..
Het geeft het gevoel van echt te zijn...
De belangrijkste straten in het centrum overvol met toeristen en restaurantjes
20 meter er vanaf ben je in niemandsland, lege straten, stilte, vuilis en afval overal..
Niks geen onveilig gevoel hier.
Maar wel een stad zonder ook maar een moderne wolkenkrabber.
Las Palmas de Gran Canaria, Gran Canaria, Spanje, 2023.
Groetjes uit Gran Canaria!
Niet echt een bestemming die jullie van mij verwachten, maar deels door corona , Aeroflot en door de oorlog in Oekraine ben ik hier toch terecht gekomen, een lang verhaal.
Ik vlieg via Barcelona en die eerste vlucht gaat goed.
Als ik op de vlucht naar Las Palmas zit denk ik.. what have you done?
Het is een groot vliegtuig vol met veel kabaal makende passagiers die ook nog allemaal heen en weer lopen in het vliegtuig en , zo lijkt het, allemaal drie keer op de drie uur durende vlucht naar het toilet gaan.
Blijkt achteraf dat dit de grootste beproeving zou zijn.
Zoals altijd in Spanje is er een goedkope bus naar het stadscentrum en mijn hotel is perfect gelegen op 200 meter van het populairste strand.
De meeste mensen komen naar Las Palmas voor het strand .
Niet zo'n slecht idee.
Het is hier mooi, alles proper en goed georganiseerd, er zijn bijna een overtal aan bankjes om uit te rusten, en niemand die je lastig valt.
Voor wie meer wil kan je lange wandelingen maken zelfs binnen Las Palmas , naar de oude stad en ook ver weg van alle drukte is op loopafstand.
Dat en het goeie weer terwijl het thuis regent, sneeuwt en grijs is..
Ik wil nog eens een stempeltje in mijn internationaal paspoort.
En het mag eens iets anders zijn.
Ik kies voor Tunis, de hoofdstad van Tunesie.
Mijn eerste indruk van Tunis is die van een grote , lawaaierige, drukke stad.
Ik kom ook aan op een grijze, miezerige, winderige dag.
Het voelt een beetje als teruggaan in de tijd.
Er zijn ontzettend veel auto's, veel meer auto's dan er ruimte is.
Op de weinige voetpaden die er zijn, staan in alle richtingen auto's geparkeerd .
Er zijn waarschijnlijk ook verkeersregels , maar als het voor de voetgangers groen is wil dat toch nog niet zeggen dat je zomaar de straat over mag.
Meestal is het veiliger om gewoon te wachten tot de autofile stilstaat en er dan tussen te slalommen.
Op drukke kruispunten staat er ook verkeerspolitie.
Met fluitje...
Het fluitje wordt veelvuldig en langdurig gebruikt...hoe houden ze het vol..
Ik denk dat ze na hun dienst geen fffttt meer kunnen uitbrengen..
De claxon wordt gebruikt om goededag te zeggen, om links af te slaan, om het laten vooruit te gaan, om rechts af te slaan, of zomaar om erbij te horen?
Ik denk niet dat Tunis een low-emissiezone heeft en het aantal auto's dat voldoet aan de Euro 5 norm?
Elektrische wagens, laadpalen?
Nog iets wat mij even het gevoel gaf terug in de tijd te zijn,
Overal wordt hier nog gerookt , in het hotel bij het ontbijt, in het restaurant, in de winkels, de visboer en de slager op de markt...raar.
Buiten op een paar grote verkeerassen overal veel zwerfvuil, peuken groeien ook hier aan de bushalte.
Opvallend veel katten in dit land en nogal wat loslopende honden... de meeste honden met twee oormerken.
Aangenaam is dat je je hier welkom voelt.
Iedereen groet mij vriendelijk en niemand valt je lastig.
Wel al een paar mannen gehad die bezorgd waren of ik wel een hotel had, of er veel mensen in het hotel waren en wat de naam van het hotel was??
Mijn breedste glimlach en mijn zwijgen was voldoende antwoord..
De oude binnenstad van Tunis, De Medina is werelderfgoed.
Het is een zeer grote souk met heel wat moskeeen, madrassa's, heel veel winkeltjes natuurlijk, nog steeds wat gegroepeerd volgens ambacht in de honderden kleine steegjes.
Natuurlijk zijn er prachtige gebouwen bij , maar vooral de mooi bewerkte buitendeuren blijven mij bij.
Het is er best aangenaam rondwandelen.
Er zijn natuurlijk veel mensen, maar je wordt bijna nooit gevraagd om iets te kopen of om het winkeltje binnen te komen.
Als je natuurlijk zelf een madrassa of een moskee binnengaat, krijg je direct een zeer vriendelijke ,beleefde uitleg van de toezichter.
Gezellige babbel maar bij het afscheid--een paar dinar?
Tsja, het blijft een souk.
Buiten de souk zijn er nog wel wat mooie gebouwen in de gouvernementswijk, er is de klokkentoren, de stadspoorten, een kathedraal, de centrale markt.
Er is een zeer mooi nieuw cultureel centrum waarin ik het museum voor moderne kunsten bezoek--knap-- en waarin ook het centrum van de kunst om marionettenpoppen te maken gehuisvest is.
In de categorie vreemde bezienswaardigheden wordt in de toeristische brochure 'het verlaten hotel' vermeld.
Voor de liefhebbers, het lijkt op een vogel die met zijn vleugels open op een straaltje zon wacht.
Ik heb ooit in onze bibliotheek in Brasschaat een boek ontleend over de plaatsen erkend door Unesco als Werelderfgoed.
Het zal natuurlijk niet up-to-date geweest zijn, want de lijst wordt nog steeds bijgewerkt.
Maar het was in ieder geval een heel dik en zwaar boek.
Terug in Andalusie vink ik nog eens twee stadjes van mijn lijstje af.
Ubeda en Baeza zijn twee kleine stadjes erkend door Unesco om de renaissance stijl .
Net zoals in zoveel andere stadjes hebben ze een lange ,rijke geschiedenis.
De romeinen, de arabieren , christenen hebben hun sporen nagelaten,
En naar goede gewoonte werden de heiligdommen aangepast naar de nieuwe mode- godsdienst.
Hier in Ubeda staat een kerk van San Pablo, van buiten een schoolvoorbeeld van de typisch Vlaamse bouwstijl, ik zet er een kot aan en nog eens een kot en nog eens een kot aan.
Van buiten dus een spuuglelijk iets, maar binnen prachtig.
Er staan ook heel veel mooie paleizen, kloosters, natuurlijk een kathedraal,...
Opvallend , ieder huis heeft twee voordeuren na elkaar..
Beide stadje zijn het paradijs voor wie houdt van kleine smalle straatjes, kasseitjes, bergop en bergaf gaan.
Ik had ook zeer wisselvallig weer en het hoogseizoen is natuurlijk voorbij, dus bijna geen mens gezien.
Vooral in Baeza was dat heel speciaal, je voelt echt of je in het verleden aan het wandelen bent.
Mijn laatste dag ga ik nog eens wandelen langs de stadsmuren van Ubeda.
Van hieruit heb je zicht op de vlakte met tot aan de horizon olijfbomen.
Ik reis naar Galicia, het uiterste noord-westen van Spanje.
Geen aangenaam middellandse zee klimaat hier, maar de invloed van de onstuimige atlantische oceaan.
Het is hier zeer mooi, veel groen , prachtige kusten met inhammen, eilandjes...ik geniet ervan!
Maar dus ook zeer wisselvallig weer.
Mijn in Slovenie tweedehands gekochte regenjas bewijst waterdicht te zijn, maar is eigenlijk te warm als de zon schijnt.
Mijn uitvalbasis wordt Vigo , de meest westers gelegen haven , en de grootste vissershaven van Spanje en Europa.
Ik begin met een daguitstap naar Pontevedra.
Gesticht door de Romeinen, getuige nog steeds een romeinse brug.
Vroeger de belangrijkste haven van Galicia, maar helaas ergens in het verleden totaal verzand..
Wel gebleven, het mooie historische centrum.
Vigo, waar ik logeer , heeft natuurlijk ook een uitgebreide geschiedenis
De noormannen, de arabieren, de engelsen, de turken,..allemaal waren ze hier..
Maar Vigo gaat vooral de geschiedenis in als stad waar de zeeslag van Rande plaats vond.
Ik had er nog nooit van gehoord, maar er zou ergens op de bodem van baai nog een schat van rond de 42 miljoen goud- en zilverstukken liggen.
Zo schrijft Jules Verne in zijn boek 20.000 miles onder zee dat de schat van Koning Nemo hier zou liggen.
Ik heb mijn badpak niet bij.
Ik maak met de lokale bus nog een uitstap naar Baiona.
Baiona heeft een prachtige baai , is een dorpje gebleven van 5.000 inwoners, heeft een mini oud centrum, een fotogeniek fort...
In Baiona ligt ook een replica van de Pinta, de boot die als eerste terugkeerde van een lange tocht en de boodschap bracht dat men India had bereikt, wat natuurlijk achteraf Amerika bleek te zijn.
Op de paar uur dat ik in Baiona ben heb ik negen seizoenen doorstaan , maar het was tof!