Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Prijs: 18,95 euro (te betalen na ontvangst van het boek).Tot eind mei 2013 zijn de verzendkosten ten laste van de afzender.
Griekse mythologie voor kinderen Griekse mythologie voor jongeren van 10 tot 14 jaar (5e en 6e leerjaar; 1e en 2e ASO)
19-05-2008
Tekeningen.
Vorige week kreeg ik niet minder dan 23 tekeningen opgestuurd, van de leerlingen van het zesde leerlaar (6A) van de Vrije Basisschool De Watermolen te Heule. Het zijn illustraties bij de eerste 9 verhaaltjes van deze weblog. Er zitten echte kunstwerkjes tussen. Uit de tekeningen blijkt dat de kinderen de verhalen aandachtig gelezen hebben. Vanaf morgen zal om de twee of drie dagen één van de tekeningen op deze blog verschijnen. Ze komen alle 23 aan bod. Proficiat aan al die leerlingen en alleszins ook aan meester Lieven.
Aangezien het succes van deze blog maar matig is - althans in vergelijking met www.bloggen.be/dzeus - zullen hier geen nieuwe verhaaltjes meer verschijnen. Gelieve dus toch maar over te schakelen naar www.bloggen.be/dzeus. Daar staan heel wat meer (en ook langere) verhalen uit de Griekse mythologie: honderdzesendertig! Over een paar jaar worden deze verhalen in boekvorm uitgegeven.
Harmonia was een dochter van de oorlogsgod Ares en de liefdesgodin Aphrodite. Zij werd de bruid van Kadmos, de koning van Thebe. Ze kregen samen vijf kinderen, waaronder vier dochters. Eén van de dochters was Semele. Zeus liet zijn oog liet vallen op deze mooie maagd. Hij benaderde haar in de gedaante van een knappe jonge man en hij vertelde haar dat hij niemand minder was dan de oppergod, in menselijke gedaante. Semele dacht dat haar geliefde slechts een grapje maakte, maar diep in haar binnenste knaagde toch de twijfel. Ze vertelde alles aan haar zusters, die het verhaal belachelijk vonden. Ze zeiden: als hij werkelijk Zeus is, dat hij zich dan eens vertone in zijn goddelijke gedaante. En toen de jongeman haar weer benaderde en haar volop zijn liefde betuigde, zwoer hij haar in een onbezonnen ogenblik, dat hij haar, als bewijs van zijn liefde, alles zou geven wat zij maar wilde. Zij wenste maar één ding: dat hij zich, al was het maar één enkele keer, aan haar zou vertonen in zijn goddelijke gedaante, in zijn schitterend gewaad, met staf en bliksem en al. Zeus was niet weinig geschrokken door die wens. Hij wist immers dat geen enkele sterveling de aanblik van de oppergod in zijn ware gedaante kon doorstaan. Hij smeekte haar een andere wens te doen. Maar Semele bleef vastbesloten en wat Zeus plechtig beloofd had, daaraan moest hij nu voldoen. Hij deed nog zó zijn best om zijn geliefde een vreselijk lot te besparen: hij haalde zijn minst schitterend kleed uit de kast en uit de kist waarin hij zijn bliksems bewaarde, diepte hij zijn allerkleinste bliksempje op... Alles tevergeefs. Toen Semele de oppergod in al zijn glorie aanschouwde vatten haar lijf en leden vuur en smeulend ging zij ten onder. En toen realiseerde Zeus zich dat zij zijn kind droeg. Hij riep zijn trouwe zoon Hermes ter hulp en gebood hem het kind via een keizersnede uit de buik van de moeder te halen. Dit goddelijk kind zou weldra een echte god worden, de god van de wijn en de goede sier.
< deze tekening is van Jan Bauwens, Serskamp (naar Maxfield Parrisch, 1908)
< klik op de tekening om te vergroten
Eén van Europas broers was Kadmos. Met een aantal dappere vrienden trok hij naar het Griekse vasteland, op zoek naar zijn zuster. Na maandenlang tevergeefs zoeken, ging hij het orakel van Delphi raadplegen. Het orakel zei: Zoek niet langer. Als ge hier buiten gaat zult ge een koe zien. Volg de koe tot de plaats waar ze zich zal neervleien in het gras. Daar moet ge een burcht bouwen. Kadmos en zijn vrienden gehoorzaamden het orakel. Ze zagen de koe en volgden ze, vele kilometers ver, tot ze ging neerliggen. Dorstig als ze waren gingen de vrienden hier eerst op zoek naar een koele waterbron. Er was er een in de nabijheid doch die werd bewaakt door een monsterachtige slang. De mannen probeerden het monster te lijf te gaan, maar één voor één moesten ze het onderspit delven: allen werden gedood. Ongerust over hun lang wegblijven begaf Kadmos zich naar de plaats van het onheil. Hij zag zijn dode makkers en hij bad tot de godin Athena om sterkte. En de godin verhoorde hem. Onverschrokken bond hij de strijd aan met het monster en hij bracht het een dodelijke steek toe met zijn zwaard. En Athena sprak nu tot hem: Ploeg de grond om waarop gij staat, trek de tanden van de slang en zaai ze in de mulle grond. Kadmos zaaide de tanden zoals hem was opgedragen. Uit de gezaaide tanden schoten gewapende krijgers op uit de grond. Met hen bouwde Kadmos een burcht en hij stichtte een roemrijke stad: Thebe.
Europa was de dochter van Agenor, die koning was van Tyrus, een stad in Azië, gelegen aan de Middellandse Zee. De oppergod Zeus werd verliefd op de mooie koningsdochter. Teneinde haar op een onopvallende manier te kunnen benaderen veranderde hij zichzelf in een stier. Zo begaf hij zich tussen het vee van de koning, dat graasde dicht bij de kust van de zee. Europa merkte het dier op en raakte in vervoering door de indrukwekkende gestalte, de schitterende witte vacht en de grote trouwe ogen. De stier liet zich gewillig strelen door het meisje en nodigde haar uit op zijn rug plaats te nemen. Pas was dit geschied, of hij zette het op een lopen, recht de zee in, en waar het water te diep werd begon hij te zwemmen. Europa was niet weinig geschrokken, ze schreeuwde het uit van angst en ze riep de goden ter hulp. Maar de stier had geen oren naar haar smeekbeden en in een razend tempo zwom hij alover de Middellandse Zee tot hij het eiland Kreta bereikte. Daar ging hij aan land en hij nam weer zijn normale gedaante aan.
Koning Agenor stuurde Europas broeders uit om hun zuster te zoeken, maar ze konden haar niet vinden. Europa bleef haar leven lang op het eiland Kreta. Regelmatig kreeg zij het bezoek van Zeus. Zij werd moeder van drie zonen, alle drie kinderen van Zeus, waarvan de bekendste Minos was. Hij werd de eerste koning van Kreta.
De nimf Io trad in dienst bij de oppergodin Hera, als dienstmaagd. Ze was mooi, ook in de ogen van Zeus. Toen, op een kwade dag, de oppergod zich wat al te lang ophield met Io, ergens aan de oevers van een rivier, was dat niet aan de aandacht van Hera ontgaan. Zeus zag zijn gade in de verte al naderen en vlug toverde hij de geliefde Io om in een koe, een pracht van een dier, dat gedwee naast hem stond te grazen in de wei. Maar Hera was niet om de tuin te leiden. Ze sprak tot Zeus: dierbare echtgenoot, wat heb je daar een mooie koe, ik bid je, schenk ze mij. Zeus durfde niet te weigeren en willigde haar verzoek in. Hera nam de koe mee, wel wetende dat er iets niet pluis was en vertrouwde ze toe aan de reus Argos, teneinde haar te bewaken. Voor Argos was dat kinderspel: hij beschikte namelijk over honderd ogen en zelfs in zijn slaap bleef hij wakende, want te allen tijde bleven minstens twee van zijn ogen open. Argos bond Io aan een boom in de buurt van de stad Nemea en hield de wacht bij haar.
Zeus was door die hele gang van zaken zeer bedroefd en hij gaf opdracht aan zijn zoon Hermes zich naar Nemea te begeven teneinde zijn geliefde te bevrijden. Hermes begon met een praatje te slaan met Argos en voor de gezelligheid haalde hij een herdersfluit te voorschijn. Hij speelde een zo slaapverwekkende melodie op de fluit dat ook die laatste twee ogen dichtvielen. Het ogenblik was gekomen om toe te slaan: Hermes hakte Argos het hoofd af en bevrijdde Io. Maar Hera stuurde een horzel op haar af, waarop de koe het hazenpad nam en in ijltempo het Griekse vasteland doorkruiste in noordelijke richting. Aan de kusten van Epirus nam ze een duik in de zee, die naar haar genoemd wordt, de Ionische zee. Tenslotte arriveerde ze in Egypte. Hier gaf Zeus haar de normale gedaante terug.
Dit verhaal zou niet volledig zijn als ik niet zou vertellen wat er verder nog met het dode lichaam van Argos is gebeurd. Hera nam zijn ogen, alle honderd en strooide ze op de staart van haar lievelingsdier, de pauw, die daar heden ten dage nog mee pronkt.
En hier is dan de tekening van Aaron Dornez, 6e leerjaar, Onze Ark, Woesten. Zeus staat dreigend met zijn zwaard voor zijn vader Kronos, die zopas zijn vijf andere kinderen (op de voorgrond) heeft uitgebraakt. Kronos is op de knieën gedwongen en is duidelijk nog misselijk. De beker met de braakverwekkende drank waarvan hij gedronken heeft, ligt op de grond (zie verhaal nr. 2, over Zeus).
Vóór de Paasvakantie kreeg ik twee prachtige tekeningen toegezonden per e-mail, vanwege twee leerlingen van de basisschool "Onze Ark" in Woesten. De ene is van Lieze Dever, 4e leerjaar. De tekening getuigt van een ongewone opmerkingsgave en een beresterke fantasie. Het stelt Hera voor, hangend tussen hemel en aarde, met een zwaar metalen aambeeld aan het been (zie verhaal nr. 3, over Hephaistos). Dank zij Lieze kennen we nu het gewicht van dat aambeeld: zo maar eventjes 120 ton! Proficiat Lieze! Komende week is die andere tekening (van Aaron Dornez) aan bod.
Het duurde niet lang voor Apollo er achter kwam wie zijn koeien gestolen had. Hij haalde de kleine boef uit zijn wieg en bracht hem tot vóór de troon van vader Zeus onder beschuldiging van diefstal. De kleine Hermes ontkende eerst alles, maar tenslotte gaf hij toch zijn misdaad toe. Maar, zo sprak hij, ik heb er maar twee gedood en hun vlees heb ik in twaalf gelijke delen verdeeld en ik heb het geofferd aan elk van de twaalf goden. Op dat ogenblik waren er nog maar elf Olympische goden. Zeus en Apollo vroegen wie die twaalfde dan wel mocht zijn. Die twaalfde ben ík, zij Hermes zelfverzekerd, mijn deel heb ik overigens opgegeten. Terwijl Zeus en vooral Apollo daar hevig tegen protesteerden, haalde Hermes de lier te voorschijn, die hij inderhaast had meegenomen, en hij begon erop te tokkelen. Apollo was zo verrukt over die heerlijke klanken dat hij Hermes voorstelde hem de lier te geven in ruil voor de koeien. Akoord, zei het knaapje, als ik die twaalfde god mag worden. Apollo vond het allang goed, maar Zeus moest natuurlijk zijn toestemming geven. De oppergod bleek snel bereid aan dat verzoek van zijn pientere telg te voldoen en hem zijn zonde te vergeven. Hermes moest echter beloven nooit meer een dergelijke misdaad te plegen, het eigendomsrecht van eenieder te eerbiedigen en niet meer te liegen. Hermes beloofde het, al voegde hij er guitig aan toe, niet te kunnen verzekeren dat hij altijd de hele waarheid zou vertellen.
Zeus gaf zijn zoon een staf met linten, gevleugelde sandalen om zich snel door het luchtruim van de ene plaats naar de andere te kunnen verplaatsen, en een ronde hoed tegen de regen, en hij stelde hem aan tot bode van de goden en tot god van de commercie.
Hermes is de god van de handel, maar ook de dienstbode van de goden en de god van de dieven. Dit verhaal gaat over zijn geboorte en zijn eerste levensdagen.
Hij was de zoon van de oppergod Zeus en van een nimf. Hij werd geboren in een grot, ergens in het midden van Griekenland. Geen kind groeide ooit sneller dan Hermes. Tegen de avond van zijn eerste levensdag verliet hij zijn wiegje. Nog in luiers gewikkeld trok hij erop uit naar het Noorden van het land, naar een plaats waar de prachtige kudde koeien weidde van zijn broer, de god Apollo. De kleine Hermes nam al de koeien met zich mee en hij leidde ze naar een grot, wel vijfhonderd kilometer daar vandaan in het Zuiden van Griekenland. Vooraleer de koeien te verbergen in de grot had hij er eerst twee van gedood, het vel afgestroopt en het vlees geofferd aan de goden. Bij de grot zag hij een schildpad. Hij ontdeed de schildpad van haar schild en hij bespande het schild met snaren die hij gemaakt had uit de koeiendarmen. Hij betokkelde de snaren met een houten plaatje. Er kwamen wondermooie klanken uit: de lier was uitgevonden. Met zijn lier en de twee koeienhuiden haastte hij zich nu snel naar de grot waar hij geboren was. Bij de ingang van de grot hing hij de huiden te drogen. Tegen de ochtend vond zijn moeder haar blozend kind in zijn wiegje, rustig slapend en nog steeds in zijn luiers gewikkeld, alsof er die nacht niets gebeurd was
De godin Leto was een nicht van Zeus. De oppergod had haar zwanger gemaakt van een tweeling. Hera was woedend en ze stuurde een slang op Leto af, om haar overal te achtervolgen. Zeus veranderde Leto in een kwartel en in die gedaante dook ze in de zee, op zoek naar een eiland waar ze rustig haar kinderen zou kunnen baren. Maar geen enkel eiland wilde haar opnemen. Behalve één: Delos, een klein eilandje, dat los dobberde op het zeeoppervlak. Daar werd eerst een meisje geboren: Artemis, die de godin zou worden van de jacht. Het tweede kind was Apollo, die de god zou worden van de kunst en de wetenschap. Zeus was fier over deze goddelijke tweeling en hij liet een gouden glans stralen over Delos. Uit dankbaarheid voor de gastvrijheid die het eilandje Leto had geschonken, verankerde hij het met vier zuilen aan de bodem van de zee, zodat het niet langer hoefde rond te dolen.
Apollo groeide razendsnel. Na amper vier dagen was hij opgegroeid tot een jonge knaap. Zijn eerste taak was de slang doden die zijn moeder zoveel leed had aangedaan. Hij achtervolgde de slang met pijl en boog tot in de stad Delphi. Daar doodde hij haar in de buurt van een rots, waar we heden ten dage nog een grote steen kunnen zien. Het is de steen die door Kronos werd uitgebraakt, zoals we verteld hebben in verhaal nummer 2.
Athena was de godin van de wijsheid en van de wetenschappen. Zij schonk de mens allerlei nuttige werktuigen, zoals de ploeg en het weefgetouw. Zij leerde de mensen ook de kunst van het weven. In ruil eiste ze eerbied en erkentelijkheid. Wie haar poogde te kleineren werd vaak meedogenloos gestraft. Dat is wat het meisje Arachne is overkomen.
Als kind al had Arachne een buitengewone aanleg voor kunst. Athena zelf bemoeide zich met haar opvoeding en leerde haar de fijnste knepen van de weefkunst. Maar het duurde niet lang of het meisje was in staat zelfs mooiere stukken te weven dan haar leermeesteres. Alom werd Arachne geprezen om haar kunst. Maar de roem steeg haar naar het hoofd en ze begon hoogmoedig te worden. Aan al wie het horen wilde vertelde ze dat ze Athena overtrof in de kunst van het weven. Ze beweerde ook dat ze niets van de godin geleerd had en dat ze alles uit zichzelf kon. Toen Athena dat vernam ging ze bij Arachne op bezoek, vermomd als een oud vrouwtje. Ze spoorde Arachne aan tot meer nederigheid en tot eerbied en dankbaarheid tegenover haar leermeesteres en tegenover de goden. Maar de hoogmoedige Arachne riep uit: - Laat ze zich dan met mij meten, als ze durft, uw godin. Laten we beiden een weefstuk maken, opdat iedereen kan oordelen hoezeer ik haar overtref.
Ten zeerste ontstemd legde Athena nu haar vermomming af en zij ging met Arachne de wedstrijd aan om het mooiste weefstuk. Arachne weefde een kunstwerk dat de goden voorstelde op de Olympos-berg. Het was zo perfect dat die prestatie onmogelijk kon verbeterd worden. Maar Athena, verre van toe te geven dat het meisje iets onovertrefbaars had gemaakt, beschimpte het werk van Arachne, zeggende dat ze de goden had afgebeeld in onzedige houdingen en dat het werk allerminst getuigde van eerbied voor de goden. Ze scheurde het werk aan flarden en ze veranderde Arachne in een spin. Nu kunt ge in eeuwigheid verder weven, voegde ze er aan toe
Het erechteion is de kleinere tempel die zich naast de kolossale parthenontempel bevindt op de Akropolis van Athene. Het erechteion dankt zijn naam aan Erichtonios, de koning-stichter van de stad. Erichtonios was in feite half slang half mens. Omdat hij geboren was uit de buik van moeder Gaia, van de Aarde dus, bezat hij het onderlichaam van een slang. Toen hij geboren werd legde de godin Athena hem in een gesloten mand. Ze vertrouwde de mand toe aan drie jonge vrouwen en ze verbood hen de mand te openen. Maar de nieuwsgierigheid van de jongedames was groter dan de schrik voor de godin en ze lichtten het deksel van de mand op. Bij het aanschouwen van het kind met het kronkelend slangenlijf, renden ze schreeuwend van angst naar de rand van de Akropolis en ze sprongen de afgrond in, hun dood tegemoet. Een kraai, toen nog Athenas lievelingsvogel, ging hun ongehoorzaamheid melden aan de godin. Deze was zó verontwaardigd dat ze in haar woede de kraai vervloekte. De vogel moest zijn witte veren inruilen voor zwarte en zijn zoetgevooisde stem voor een vervelend gekras.
Athena moeide zich nu verder met de opvoeding van Erichtonios. Ze bracht hem op met veel tederheid, alsof het haar bloedeigen kind was. En dat kind zou dus later koning worden van Athene en de stamvader van een hele rij koningen. De beroemdste onder die koningen is Theseus. Over hem zullen we later nog uitgebreid vertellen.
Op een dag voelde Zeus zich kotsmisselijk. Het leek of er iets opsteeg uit zijn maag, in de richting van zijn hoofd. Het liep uit op een razende hoofdpijn. Zijn hoofd zwol en stond op barsten. De enige die hem van die ondraaglijke pijn kon verlossen, was zijn zoon Hephaistos, die de god was van de smeden. Hij liet Hephaistos komen en smeekte hem zijn hoofd te klieven met een bijl. En Hephaistos, al was het tegen zijn zin, kweet zich van zijn taak. En ziet: uit het hoofd van Zeus steeg een volwassen jonge vrouw op, fier rechtop, gehelmd en geharnast, met lans en schild. Het was Athena. Ze zou voor altijd Zeus meest geliefde dochter zijn.
Met haar oom, de god Poseidon, hield Athena een wedstrijd, om wie de beschermgod van de stad Athene mocht worden. Er werd overeengekomen dat die eer zou te beurt vallen aan de god die de stad het nuttigste geschenk zou aanbieden. Poseidon schonk de stad een paard en hij liet ook nog een zoetwaterbron ontspringen. Athena schonk een olijfboom, die ze plantte op de Akropolis. De bevolking koos voor Athena. Poseidon voelde zich vernederd door die keuze en in zijn woede stootte hij vanuit de zee zijn machtige drietand doorheen het aardoppervlak. Iedere toerist die een bezoek brengt aan Athene wordt verondersteld de Akropolis te bestijgen. Daar staat een grote tempel die aan Athena gewijd is, het Parthenon. Er staat ook nog een kleinere tempel, het Erechteion. In de buurt van die tempel staat nog steeds die olijfboom van Athena en daar is ook de scheur in de aardbodem te zien, die Poseidon met zijn drietand heeft gemaakt.
Athena was de godin van de wijsheid, de wetenschappen en de schone kunsten. Ze werd ook godin van de krijgskunst genoemd. Toch was ze bijlange niet zo oorlogszuchtig als haar broer, de oorlogsgod Ares. Wee echter degene die het met haar aan de stok kreeg. Daarover vertellen we meer in de volgende verhalen.
Komende week is er krokusvakantie en geen nieuw verhaaltje uit de Griekse mythologie. Tijd dus om de eerste drie verhalen nog eens door te nemen en er een mooie tekening bij te maken. Wie mij in de loop van die week de mooiste aangepaste tekening stuurt krijgt gratis het boek "Grijslokes Olympiade" thuis gezonden. Het boek is door mij geschreven en het handelt over de mythologische oorsprong van de Spelen (o.a. de Olympische) in het oude Griekenland. Tevens zijn de meeste mythologische verhalen erin verwerkt. De anderen krijgen een eervolle vermelding op mijn blog. Vergeet niet te vermelden: naam, adres, leeftijd, school en klas. Een foto van jezelf of zelfs van je hele klas mag ook...
De oppergod Zeus nam zijn jongste zuster Hera tot echtgenote. Zeus was echter verliefd op menig andere vrouw en dat vond Hera allerminst leuk en er kwamen talrijke echtelijke ruzies uit voort. Samen hadden ze vier kinderen, waarvan de bekendste zijn: Hephaistos, de god van de smeedkunst, en Ares, de god van de oorlog. Hephaistos was aartslelijk en onmiddellijk na de geboorte wierp Hera haar pasgeboren zoon in de zee. Maar de kleine Hephaistos werd opgevangen door twee zeenimfen. Deze voedden het kind op en deden het in de leer bij de dwerg Kedalion. Hier leerde Hephaistos de kunst van het smeden en hij bereikte daarin een ongelooflijke bekwaamheid. Om zich te wreken op zijn moeder smeedde hij een gouden zetel. Hij liet haar de zetel brengen naar de Olympos. Maar toen Hera in de zetel ging zitten, sloten onzichtbare klemmen zich om haar lichaam zodat ze gevangen zat. Dionysos, de god van de wijn, slaagde erin Hephaistos te overreden om zijn moeder te bevrijden, nadat hij hem eerst dronken had gemaakt. Maar Hephaistos eiste dat hij in ruil daarvoor Aphrodite, de godin van de liefde, als bruid zou krijgen. Dat werd hem toegestaan. Maar dat huwelijk was een grote vergissing, want nooit heeft Aphrodite gevoelens van liefde gehad voor de lelijke Hephaistos.
De wrok tegenover zijn moeder was nu over: voortaan zou hij zelfs haar verdediger worden. Op een dag had Zeus zijn vrouw aan een ketting opgehangen tussen hemel en aarde met aan elke voet een zwaar metalen aambeeld, omdat hij haar gezeur over zijn echtelijke ontrouw beu was. Hephaistos bevrijdde haar. Maar nu was Zeus vertoornd op zijn zoon en hij stampte hem uit de hemel. Hephaistos plofte neer op het eiland Lemnos. Hij hield er kreupele ledematen aan over. Aan handigheid had hij nochtans niets ingeboet en op Lemnos richtte hij een smidse in waar hij de mooiste juwelen, wapenrustingen, meubelen, instrumenten en dergelijke vervaardigde.
Nadat hij zijn vader had onttroond, als heerser van het heelal, bevrijdde Kronos zijn broeders en zusters. Hij trouwde met één van zijn zusters, Rhea. Kronos en Rhea hadden zes kinderen. Kronos was bang dat hij op zijn beurt van de troon zou gestoten worden door één van zijn kinderen. Daarom verslond hij ze allen, direct na hun geboorte. Maar toen de jongste, Zeus, geboren werd, schonk moeder Rhea een in luiers gewikkelde steen aan haar echtgenoot. Kronos verslond de steen en Rhea bracht haar jongste zoon in veiligheid op het eiland Kreta. Daar stond zijn wiegje, in een grot, op de berg Ida. Het kind werd verzorgd door de nimfen en gevoed met de melk van een geit, Amalthea. Op een dag brak één van de hoornen van de geit af. De kleine Zeus vulde die hoorn met korenaren en vruchten en allerlei kostbare dingen. Die hoorn werd de hoorn des overvloeds genoemd: ieder die hem in zijn bezit heeft krijgt alles wat zijn hartje lust.
Toen Zeus groot en krachtig geworden was, ging hij naar zijn vader toe en gaf hem een braakverwekkende drank. Kronos braakte meteen de twee broeders en de drie zusters van Zeus uit: Poseidon, Hades, Demeter, Hestia en Hera. Met zijn broers bond Zeus nu de strijd aan tegen Kronos en de Titanen, die ondertussen door Kronos bevrijd waren. De drie broers wonnen het pleit en ze verdeelden het heelal onder elkaar: Zeus werd de god van hemel en aarde, Poseidon werd de god van de zeeën en Hades de god van de onderwereld, het rijk der doden.Zeus en Poseidon, alsook hun zusters, namen als vaste verblijfplaats de Olympos, een hoge berg in het Noordoosten van Griekenland.
Vele duizenden jaren geleden was de hemelgod Ouranos de heerser van het heelal. Hij was getrouwd met Gaia, de godin van de Aarde. Samen hadden ze twaalf kinderen: de Titanen. Maar Ouranos hield niet van zijn kinderen. Hij was bang dat een van hen hem van zijn troon zou stoten. Daarom stopte hij hen allen in een kuil, diep in de aarde. Maar de jongste, Kronos, werd door zijn moeder Gaia bevrijd. En, jawel, hij kwam in opstand tegen zijn vader en stootte hem van de troon. Ouranos was door zijn zoon zwaar gewond en vanuit de hemel druppelde zijn bloed op de aarde en overal waar een druppel bloed gevallen was ontstonden levende wezens: lieflijke nimfen, maar ook gedrochtelijke reuzen. En er druppelde ook een levengevend zaad uit de hemel en dat zaad kwam in de zee terecht, niet ver van het eiland Cyprus. Op die plaats begon de zee te schuimen en uit dat schuim kwam een onvoorstelbaar mooie jonge vrouw te voorschijn: het was Aphrodite. De golven van de zee namen haar op en legden haar in een reusachtige schelp. En een zacht windje bracht haar naar het eiland. Toen ze aan land ging begonnen overal bloempjes te bloeien en vogeltjes te zingen om haar te verwelkomen als de godin van de liefde.
De bijbel vertelt dat God een figuur maakte uit klei en er leven in blies. Zo ontstond de eerste mens, Adam. Toen nam God een rib uit Adams lichaam en maakte daarvan de eerste vrouw, Eva.
Jullie denken waarschijnlijk dat dit niet écht gebeurd is. Het ís ook niet echt gebeurd. Dit is slechts één van de vele verhalen die de mensen hebben uitgevonden om te tonen dat ze geloven in een god, die alles geschapen heeft en over alles regeert: de zon en de aarde en alle sterren en planeten en de levende wezens
Meer dan 3000 jaar geleden, lang voor het ontstaan van het christendom, geloofden de Grieken in een heleboel goden. Er ontstonden in Griekenland ontelbare verhalen over die goden. De Romeinen die zon 2000 jaar geleden regeerden over een groot deel van Europa (ook over óns land) vereerden dezelfde goden. Toen is het christendom ontstaan - en later nog de islam - en het geloof in de Griekse en Romeinse goden werd vervangen door het geloof in één enkele god. Maar de verhalen zijn bewaard gebleven. Wij noemen ze mythen en het geheel van die mythen noemen wij de Griekse mythologie.
De verhalen uit de Griekse mythologie zijn zeer belangrijk omdat zij een grote rol hebben gespeeld in het leven van de oude Grieken en Romeinen en omdat zij tot op de dag van heden het onderwerp geweest zijn van een ontzaglijk groot aantal kunstwerken in de literatuur, het theater, de film, de muziek, de schilderkunst, de beeldhouwkunst, de bouwkunst
Op mijn weblog www.bloggen.be/dzeusverschijnen er sedert eind vorig schooljaar verhalen uit de Griekse mythologie, iedere maandag en iedere vrijdag. Ze zijn bedoeld voor het middelbaar onderwijs. Vanaf 25 januari begint een reeks verhalen op een nieuwe weblogwww.bloggen.be/mythos . Het zullen in feite dezelfde verhalen zijn, doch meer geschikt voor leerlingen van het vijfde en het zesde leerjaar van het lager onderwijs. De verhaaltjes zullen een beetje korter zijn en wat minder moeilijke woorden bevatten (de meester of de juf zullen gaarne de moeilijke woorden uitleggen, die er toch nog zouden inzitten). Ze zullen ook maar éénmaal in de week verschijnen, nl. op vrijdag. Er zal telkens een illustratie bij zijn.
Zouden jullie het geen leuk idee vinden om zelf ook nog voor een passende illustratie bij die verhalen te zorgen? Er zijn ongetwijfeld goede tekenaars onder onze leerlingen. De meest geslaagde tekening plaats ik dan op mijn weblog met vermelding van de naam van de leerling, van de school en de klas. De tekeningen kunnen via e-mail (kris.vansteenbrugge@skynet.be) of via de gewone post opgestuurd worden (Kris Vansteenbrugge, Sint-Denijsestraat 191 B, 8500 Kortrijk). Aanmerkingen, opmerkingen en vragen zijn eveneens welkom. Mijn dank bij voorbaat en nog veel leesplezier.
Het boek "Uit het schuim van de zee" (400 pag.) is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Prijs: 18,95 euro (te betalen na ontvangst van het boek).Tot eind mei 2013 zijn de verzendkosten ten laste van de afzender.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek