2. Zeus.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Nadat hij zijn vader had onttroond, als heerser van het heelal, bevrijdde Kronos zijn broeders en zusters. Hij trouwde met één van zijn zusters, Rhea. Kronos en Rhea hadden zes kinderen. Kronos was bang dat hij op zijn beurt van de troon zou gestoten worden door één van zijn kinderen. Daarom verslond hij ze allen, direct na hun geboorte. Maar toen de jongste, Zeus, geboren werd, schonk moeder Rhea een in luiers gewikkelde steen aan haar echtgenoot. Kronos verslond de steen en Rhea bracht haar jongste zoon in veiligheid op het eiland Kreta. Daar stond zijn wiegje, in een grot, op de berg Ida. Het kind werd verzorgd door de nimfen en gevoed met de melk van een geit, Amalthea. Op een dag brak één van de hoornen van de geit af. De kleine Zeus vulde die hoorn met korenaren en vruchten en allerlei kostbare dingen. Die hoorn werd de hoorn des overvloeds genoemd: ieder die hem in zijn bezit heeft krijgt alles wat zijn hartje lust.
Toen Zeus groot en krachtig geworden was, ging hij naar zijn vader toe en gaf hem een braakverwekkende drank. Kronos braakte meteen de twee broeders en de drie zusters van Zeus uit: Poseidon, Hades, Demeter, Hestia en Hera. Met zijn broers bond Zeus nu de strijd aan tegen Kronos en de Titanen, die ondertussen door Kronos bevrijd waren. De drie broers wonnen het pleit en ze verdeelden het heelal onder elkaar: Zeus werd de god van hemel en aarde, Poseidon werd de god van de zeeën en Hades de god van de onderwereld, het rijk der doden. Zeus en Poseidon, alsook hun zusters, namen als vaste verblijfplaats de Olympos, een hoge berg in het Noordoosten van Griekenland.
|