1. De geboorte van Aphrodite.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Vele duizenden jaren geleden was de hemelgod Ouranos de heerser van het heelal. Hij was getrouwd met Gaia, de godin van de Aarde. Samen hadden ze twaalf kinderen: de Titanen. Maar Ouranos hield niet van zijn kinderen. Hij was bang dat een van hen hem van zijn troon zou stoten. Daarom stopte hij hen allen in een kuil, diep in de aarde. Maar de jongste, Kronos, werd door zijn moeder Gaia bevrijd. En, jawel, hij kwam in opstand tegen zijn vader en stootte hem van de troon. Ouranos was door zijn zoon zwaar gewond en vanuit de hemel druppelde zijn bloed op de aarde en overal waar een druppel bloed gevallen was ontstonden levende wezens: lieflijke nimfen, maar ook gedrochtelijke reuzen. En er druppelde ook een levengevend zaad uit de hemel en dat zaad kwam in de zee terecht, niet ver van het eiland Cyprus. Op die plaats begon de zee te schuimen en uit dat schuim kwam een onvoorstelbaar mooie jonge vrouw te voorschijn: het was Aphrodite. De golven van de zee namen haar op en legden haar in een reusachtige schelp. En een zacht windje bracht haar naar het eiland. Toen ze aan land ging begonnen overal bloempjes te bloeien en vogeltjes te zingen om haar te verwelkomen als de godin van de liefde.
|