10. Io.
< klik op de afbeelding om te vergroten
De nimf Io trad in dienst bij de oppergodin Hera, als dienstmaagd. Ze was mooi, ook in de ogen van Zeus. Toen, op een kwade dag, de oppergod zich wat al te lang ophield met Io, ergens aan de oevers van een rivier, was dat niet aan de aandacht van Hera ontgaan. Zeus zag zijn gade in de verte al naderen en vlug toverde hij de geliefde Io om in een koe, een pracht van een dier, dat gedwee naast hem stond te grazen in de wei. Maar Hera was niet om de tuin te leiden. Ze sprak tot Zeus: dierbare echtgenoot, wat heb je daar een mooie koe, ik bid je, schenk ze mij. Zeus durfde niet te weigeren en willigde haar verzoek in. Hera nam de koe mee, wel wetende dat er iets niet pluis was en vertrouwde ze toe aan de reus Argos, teneinde haar te bewaken. Voor Argos was dat kinderspel: hij beschikte namelijk over honderd ogen en zelfs in zijn slaap bleef hij wakende, want te allen tijde bleven minstens twee van zijn ogen open. Argos bond Io aan een boom in de buurt van de stad Nemea en hield de wacht bij haar.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Zeus was door die hele gang van zaken zeer bedroefd en hij gaf opdracht aan zijn zoon Hermes zich naar Nemea te begeven teneinde zijn geliefde te bevrijden. Hermes begon met een praatje te slaan met Argos en voor de gezelligheid haalde hij een herdersfluit te voorschijn. Hij speelde een zo slaapverwekkende melodie op de fluit dat ook die laatste twee ogen dichtvielen. Het ogenblik was gekomen om toe te slaan: Hermes hakte Argos het hoofd af en bevrijdde Io. Maar Hera stuurde een horzel op haar af, waarop de koe het hazenpad nam en in ijltempo het Griekse vasteland doorkruiste in noordelijke richting. Aan de kusten van Epirus nam ze een duik in de zee, die naar haar genoemd wordt, de Ionische zee. Tenslotte arriveerde ze in Egypte. Hier gaf Zeus haar de normale gedaante terug.
Dit verhaal zou niet volledig zijn als ik niet zou vertellen wat er verder nog met het dode lichaam van Argos is gebeurd. Hera nam zijn ogen, alle honderd en strooide ze op de staart van haar lievelingsdier, de pauw, die daar heden ten dage nog mee pronkt.
|