Ik ben Vandevoorde Dorine, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Doortje.
Ik ben een vrouw en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is weefselcontroleuse.
Ik ben geboren op 20/10/1963 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: sport in het algemeen.
Dag 1: zondag 28 juli 2019 Lauwe Brussel Wenen- Malatiny.
Eindelijk is de langverwachte dag aangebroken voor een reis naar Slovakije. We hadden enkele dagen geleden een mail gekregen dat we om 2.45 u. verwacht werden aan de Lauwse sporthalle in plaats van om 3.15 u. Maar om 2.45 u. is er nergens een bus te bespeuren. Om 3.10 u. komt er eindelijk een bus aan, een mooie autobus waarmee ook de spelers van Essevee Waregem worden vervoerd. Al een eerste blunder van het reisbureau CTT en er zullen er nog volgen! We rijden naar de volgende opstapplaats, de Lange Munte in Kortrijk. Ook daar staan al heel wat deelnemers te wachten. Om 3.30 u. kunnen we starten richting luchthaven. De voorzitter van de WSK Marke heet ons welkom, maar voegt er onmiddellijk een slechte boodschap aan toe: Een van de deelnemers heeft gisteren nog naar de vluchten gekeken en gezien dat onze vlucht naar Wenen van 6.50 u. is geannuleerd. Het organiserende reisbureau CTT uit Dottenijs was gisteren niet bereikbaar en op het noodnummer was het een ingesproken bandje. We begonnen de in mineur en dachten hoe zal de dag verder verlopen?
Om 4u45 bereiken we vlot de busparking en kunnen we ons naar de vertrekhall begeven. En inderdaad, op het infobord zien we dat onze vlucht is geannuleerd. De voorzitters van de beide wandelclubs begaven zich naar Brussels Airlines om info. Enige tijd later komen ze met de oplossing. We kunnen de vlucht nemen naar Wenen om 15u40. We krijgen als compensatie een bon ter waarde van 15 euro om iets te eten en te drinken. Het slechte nieuws: twee personen kunnen echter niet mee! Ze moeten rond 11u05 via Frankfurt naar Wenen en daar dan op ons wachten. En het is nog niet alles 2 echtparen wordt gescheiden, moet de trip met een andere vrouw of man ondernemen. Er was geen ontkomen aan. We kunnen gelukkig toch eerst onze koffers kwijt geraken, we moeten daar al de komende uren niet meer voor zorgen. Onze groep krijgt een afzonderlijke toegang naar het incheckpoint en alles verloop vlot tot ik aan de beurt kwam. Zogezegd stond ik niet vermeld in de lijst van deze groep. De reden was mijn naam was verkeerd geschreven, met wat geduld kwam het toch in orde maar moest dan nog een incheck doen alvorens we op het vliegtuig gingen. Dus afwachten hoe dit ging verlopen. Even rondwandelen in de luchthaven, een tas koffie drinken met onze compensatie bon, wat rusten, weer wat wandelen. De tijd gaat erg traag voorbij, maar wat doe je er aan? Tegen 10.50 u. nam ik afscheid van Dorine, die met een andere wandelaar de vlucht via Frankfurt moest nemen. Dan maar terug wat heen en weer wandelen en wat rusten tot de tijd dat wij moesten naar de gate gaan voor onze vlucht.
Om 14u55 trekken we naar gate 52, zoals op het bord vermeld. De andere wandelaars nemen er ook plaats, en nu afwachtend tot de gate open gaat. Nu nog de het inchecken en oef ik kon zonder kleerscheuren het vliegtuig op, een A390 van Eurowings. Opnieuw een probleem! Er is een overboeking van één persoon. Via de luidsprekers roept men op wie met een vlucht later wil vliegen tegen een vergoeding van 250 euro. Er zijn vijf personen die op ons instapbiljet geen plaatsnummer hebben gekregen. Bij het instappen wordt helaas een wandelaar van zijn echtgenote gescheiden en moet opzij gaan staan. t Is niet waar dat er een van onze groep zal moeten achterblijven? De rest neemt plaats in het vliegtuig en wat een geluk, onze reisgenoot komt er ook aan. Even voor vier uur gaat het vliegtuig naar de startbaan en om 16.00 u. stijgen we op, opnieuw 20 minuten te laat. We stijgen vlug op en wat later zegt de piloot dat de vlucht 1u20 zal duren tot Wenen. Om 17.20 u. landen we op de luchthaven van Wenen. Het is een heel eind stappen tot bij de bagage. Die is er vrij vlot op de band te nemen. We zien in de inkomhall Dorine en Marc(die andere wandelaar), ook zij waren net geland. Tijdens hun tussenstop hebben ze de aansluiting voor het volgend vliegtuig gemist en moesten zon 3uur wachten in Frankfurt op de volgende vlucht. Wat een zooitje. Ook onze gids Johan en zijn echtgenote Marleen stonden ons op te wachten. Vandaar trekken we met de groep naar de bus, hebben nog een hele trip voor de boeg, zon 300 km. Van Wenen naar Bratislava. Het geplande bezoek aan de hoofdstad valt nu uiteraard weg. Na zon 60 km bereiken we de grens. Onderweg is Johan alles aan het uitleggen over Slovakije, over ons weekprogramma, over ons verblijf Halfweg de trip, we zijn in Trenèín, houden we een korte halte voor een plasstop. We vervolgen onze weg en stilaan begint het te regenen. We krijgen nog een stuk gewone weg voor de boeg. We rijden voorbij Zilina en Ruzomberok. En zo bereiken we om 22.30 u. het Resort Sojka. Resort Sojka We worden er verwelkomd door Gerdi, de eigenaar van het resort. We kregen nog een borrel om ons te ontspannen ,wat uitleg en gingen dan aan tafel voor het avondmaal en daarna naar bed. Het was een lange, vermoeide en beladen dag geweest.
Wachten op d bus in Lauwe Uitladen op Zavemtem Onze afgelaste vlucht Zicht op de startbaan Zavemtem We stijgen op
Zicht vanuit het vliegtuig op Wenen Aangekomen in Wenen.
vandaag onze laatste dag op het Noors grondgebied. We verlaten Hurdal (Hurdal is een gemeente in de Noorse provincie Akershus.) en rijden naar Oslo, waar we kort in de namiddag met de Color-Line Magic de overtocht aanvatten richting Kiel. Maar eerst nog een wandeling doorheen Oslo, we brachten een bezoekje aan de Schans van Oslo en daarnaq nog een kleine stadstoer, alvorens de inscheping.
De Holmenkollen Schans is een skischans bij de berg Holmenkollen in Oslo. Hij ligt circa 6 km ten noorden van het centrum. Er worden wedstrijden gehouden sinds 1892. Er werden verschillende wereldkampioenschappen en de Olympische Winterspelen 1952 gehouden. Aan de voet ligt sinds 1923 een skimuseum gewijd aan de geschiedenis van de skisport Een trotse Dorine bij een van haar favoriete sporten op tv. Zicht van de bovenkant
Gegevens over de schans de kampioenen
Aangekomen aan het vissersmuseum aan de haven. Oslo is de hoofdstad en grootste stad van Noorwegen. Het is ook de naam van een provincie en gemeente; de gemeente en provincie Oslo overlappen elkaar volledig. Oslo heeft circa 658.390 (2018) inwoners en is gelegen in het zuidoosten van het land, aan het begin van de Oslofjord. Volgens Noorse sagen werd Oslo gesticht rond 1048 door koning Harald Hardråde. Recent archeologisch onderzoek heeft christelijke begraafplaatsen van vóór 1000 blootgelegd, wat bewijsmateriaal is voor de theorie dat verstedelijking van het gebied rondom Oslo eerder was begonnen.
De oorsprong van de naam Oslo is enigszins onduidelijk. Lo betekent hoogstwaarschijnlijk "luwte" of "haven" en os kan verscheidene betekenissen hebben zoals "pantheons", "riviermonding" of "helling". De hoofdstad werd sinds de regeerperiode van Haakon V (1299-1319) voor het eerst permanent door een koning bewoond. Hij begon met de bouw van de vesting Akershus. Een eeuw later was Noorwegen het zwakkere deel in een personele unie met Denemarken, en de rol van Oslo werd verminderd tot die van een provinciaal administratief centrum, met koningen die vanuit Kopenhagen regeerden.
In 1624 werd de stad door een stadsbrand grotendeels verwoest, maar de Deens-Noorse koning Christiaan IV liet de stad iets meer naar het westen herbouwen (dicht bij de vesting Akershus) en hernoemde haar naar zichzelf: Christiania. De naam werd in 1877 naar de officiële spelling in Kristiania veranderd. In 1925 werd de naam naar de oude iets oostelijker gelegen stad weer terug veranderd in Oslo. Het oorspronkelijke Oslo werd van toen af Gamle Oslo of Gamlebyen genoemd.
Mooie zichten
Ons cruise schip
Dit is onze kajuit nummer, we sliepen op dek10 kamer 710. De versiering in de wandelstraat van het schip. Nu nog enkele zichten vanaf de boot.
De vermoeide toeristen. een overvaart van de ene kant naar de andere. Nu nog enkele opname's van de ondergang van de zon.
Het was een hele mooie reis, echt de moeite waard en zeker een aanrader.Heb heel veel bijgeleerd over Noorwegen.We hadden een kleine maar fijne groep en ook een fantastische gids en een buschauffeur. Morgen na de ontscheping in Kiel nog een lange rit(800km) huiswaarts.
Na het verlaten van Trondheim ging de reis verder richting Hurdal, via Oppdal - Dombas - Lillehammer - Hurdal waar we overnachten. Ook een hele mooie streek met een enorme variatie aan het landschap. We hielden even een pauze in Dovrefjell.
Dovrefjell Nationaal Park (of eigenlijk Nationaal park Dovrefjell-Sunndalsfjella) is de beste plek in Noorwegen om muskusossen in het wild te zien. Met name het bergplateau is een geschikte plek om de dieren te zien. Maar ook in de lager gelegen bossen en beekjes kun je ze tegen komen, zelfs langs de snelweg E6. Dovrefjell wordt wel het dak van Noorwegen genoemd. Via de diverse wandelpaden in het park kun je zelf op zoek gaan, maar dit kan ook met een gids. Hou wel afstand van de dieren, want ze kunnen behoorlijk snel rennen en komen met hun hoorns naar voren. De hoogste top van Dovrefjell is de berg Sn¸hetta, de hoogte is 2.286 meter. Hij is redelijk eenvoudig te beklimmen, of eigenlijk te bewandelen. Wel is de kans groot dat je sneeuw tegen komt. Hier zien we opa Trol Ook verleden jaar hebben we hier even gepauzeerd.
Voorbeeld van een muskusos.
na het middagmaal in Dombas reden we naar Lillehammer waar we een wandeling maakten in deze stad. Lillehammer Lillehammer is de hoofdstad van de Noorse provincie Oppland. De stad ligt circa 180 km ten noorden van Oslo, aan de noordoever van het Mj¸sameer, op circa 180 meter boven zeeniveau.
De gemeente Lillehammer is op 1 januari 1838 gesticht en telt 27.718 inwoners (1 januari 2017). Per 1 januari 1964 is de plattelandsgemeente Fåberg aan Lillehammer toegevoegd.
Lillehammer was de organiserende stad van de Olympische Winterspelen van 1994.
Lillehammer Het Junior Eurovisiesongfestival van 2004 vond hier ook plaats. Lillyhammer is een UNESCO City of Literature. Het gebied zou al bewoond zijn geweest in de Noorse ijzertijd. Rond 1150 werd met de bouw van het houtenkerkje (staafkerk) Garmo begonnen. In de omtrek bevonden zich ook enkele boerderijen in het dal wat Birkebeiner wordt genoemd. Langs deze pas werd de zuigeling en toekomstige koning Haakon IV van Noorwegen in 1204 naar Nidaros vervoerd. De plek werd ook vermeld in 1390 als een plek waar bijeenkomsten werden gehouden. In de 18e eeuw had het een levendige handelsplaats, en kreeg ook de rechten van handelsstad, waarna het op 7 augustus 1827 daadwerkelijk stadsrechten verkreeg. Het stadje had toentertijd circa 50 inwoners met behuizing.Het stadje Lillehammer werd op 1 januari 1838 ingericht als gemeenteplaats of kapittel (Formannskapsdistrikt) van omringend gebied. Het plaatsje Fåberg kwam daar op 1 januari 1964 bij.
Een inwoner van Lillehammer, Thor Bj¸rklund, vond in 1925 de kaasschaaf uit.De stad had begin 20e eeuw een ware aantrekkingskracht voor kunstschilders, door de speciale lichtinval vanuit de heuvels.Lillehammer kwam in 1973 in het nieuws toen Ahmed Boushiki, een onschuldige Marokkaanse ober, werd vermoord door de Mossad. Deze werd per ongeluk voor Ali Hassan Salameh aangezien. Salameh was verdacht van betrokkenheid bij het bloedbad van München tijdens de Olympische Spelen van 1972 aldaar. Na het bezoek aan Lillehammer was het nog een uurtje rijden vooraleer we in Hurdal aankwamen. Ons hotel was aan een mooi meer gelegen. De waakhond van het hotel Mooie zichten vanaf het hotel.
Ons hotel Hier even poseren op een terrasje van het hotel Nog wat zichten aan het prachtig meer. Eén groot nadeel, het krioelde hier van de muggen. Hadden veel muggebeten.
Na het wandelen aan het meer was de tijd aangebroken om onder de dekens te kruipen, morgen onze laatste dag op Noors grondgebied.
We reden vanmorgen vroeg weg en begaven ons richting Mosjoen, onderweg waren er nog enkele fotostops voorzien. Onze eerste stop was bij de Laksfors
Hier aangekomen bij de Laksfors. De naam Laksforsen was interessant omdat ze het woord 'fors' gebruikten in plaats van 'foss'.Ik had gelezen dat dit meer te maken had met een mix van regionale en culturele invloeden van de inheemse Sami-bevolking gemengd met Zweeds.Het voorste gedeelte van de waterval naam laks betekent zalm. In elk geval, terwijl we onze Laksforsen-pauze namen, werden we getrakteerd op het bekijken van de schilderachtige waterval die 16-17 m hoog tuimelde terwijl hij volledig de breedte van de Vefsna-rivier overspande. Enkele namen ook een kort, ietwat steil en verrassend glad (vanwege een combinatie van grind en het versleten gladde rotsoppervlak) wandelpad naast de cafés en souvenirwinkels hier. Dit pad leidde de mensen naar een meer frontaal uitzicht op de watervallen vanuit het grote zwembad bij de rivier de Vesna. Bij Laksfors ontdekken we één van de grootste stroomversnellingen.
In Tronsdal, kleurenboog, poort naar het Noorden. Toen we aankwamen in Trondheim reed de bus eerst tot bij de haven waar we een mooi zicht kregen op het cruiseschip.
Terug even poseren vooraleer we naar ons hotel gingen.
Ons hotel voor deze avond. Na het inchecken kregen we nog een uitgebreide wandeling onder leiding van onze gids Freddy.
Trondheim (spreek uit als trônheim) is een stad in de Noorse provincie Trøndelag. Met ca. 182.000 inwoners (2014) is het de derde stad van Noorwegen.
Trondheim is gelegen aan de Trondheimfjord. De veerdienst Hurtigruten meert aan in de haven van de stad.
De plaatsen Langørjan, Ringvol, Spongdal en Trolla maken deel uit van de gemeente.
Uit de in deze streek gevonden rotstekeningen blijkt dat er al duizenden jaren sprake is van menselijke bewoning in dit gebied. In vroegere tijden werden de koningen van Noorwegen tot koning uitgeroepen bij Øretinget in Trondheim. Op deze plaats, bij de monding van de Nidelva, vond de vergadering van alle vrije mannen plaats. Harald I Haarfagre (Veelhaar/Mooihaar) (865-933) werd hier tot koning uitgeroepen, evenals zijn zoon Haakon de Goede.
De ingang van het gerechtsgebouw. Stadhuis Trondheim ligt aan de monding van de Nidelva, beschermd gelegen met uitstekende havencondities. De rivier was in de Middeleeuwen diep genoeg voor scheepvaart. Een modderlawine maakte de rivier minder bevaarbaar en verwoestte een deel van de haven in het midden van de 17e eeuw.
De grote veldslag van Kalvskinnet vond hier plaats in 1179, waarbij koning Sverre Sigurdsson en zijn Birkebeiner strijders zijn rivaal voor de troon Erling Skakke versloeg.
De stad was de zetel van het (katholieke) Aartsbisdom van Noorwegen vanaf 1152. Door de komst van het Lutheranisme in 1537, moest de laatste Aartsbisschop, Olav Engelbrektsson, de stad ontvluchten. Hiermee kwam tevens een eind aan het belang van Trondheim als het bedevaartsoord voor monniken, dat de stad vanaf de kerstening door St. Olav rond het jaar 1000 geweest was.
De stad is verschillende malen getroffen door grote branden. Omdat het een stad was van vele houten gebouwen, veroorzaakten de meeste branden grote schade. Grote branden verwoestten grote delen van de stad in 1598, 1651, 1681, 1708, 1717 (twee branden in dat jaar), 1742, 1788, 1841 en 1842. De brand van 1651 verwoestte 90% van alle gebouwen in de stad. De brand van 1681 leidde tot een bijna totale reconstructie van de stad onder Generaal Johan Caspar von Cicignonuit Luxemburg. Brede straten zoals de Munkegaten werden toen aangelegd, zonder dat daarbij gekeken werd naar eigendomsrechten, om te dienen als buffer bij volgende branden. Dit gaf de toenmalige stad met ongeveer 8000 inwoners een zekere flair.
Na het vredesverdrag van Roskilde van 26 februari 1658 werd Trondheim (samen met de rest van Trøndelag) voor een korte periode Zweeds gebied; het gebied werd na 10 maanden terugveroverd. Het conflict werd definitief beslist door het Vredesverdrag van Kopenhagen van 27 mei 1660.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Trondheim vanaf april 1940 (op de eerste dag van de invasie van Noorwegen, Operatie Weserübung) tot aan het einde van de oorlog in Europa in mei 1945 bezet door de Duitsers.
Nidaroscathedraal.Een van de belangrijkste historische en religieuze gebouwen in de stad is de kathedraal van Nidaros. Het is het oudste heiligdom in Scandinavië. De kathedraal is meer dan tien eeuwen geleden gemaakt in de prachtige gotische stijl. De gevel van de kerk is versierd met figuren van koningen en heiligen.
Het Aartsbisschoppelijk paleis
De macht van de aartsbisschop De archeologische afdeling is zeer uitgebreid en de moeite waard. Deze 'erkebispe' sloeg zijn eigen munten, maakte zijn eigen wapens en de kerk bezat 70% van alle grond. Geen wonder dat de koning daar graag een einde aan maakte. Ook veel materiaal uit en over de nabijgelegen Nidarosdom.
Enkele interessante musea zijn: het Trondhejems Kunstmuseum (vooral Noorse kunst), Nordenfjeldske Kunstindustriemuseum (kunst, meubelen, zilver), Sverresborg Trøndelag Folkemuseum met reconstructies 60-tal gebouwen uit Trondheim, biedt inzicht van de bouwstijlen, Ringve Museum (muziekinstrumenten en muzieksgeschienis), Rockheim (pop- en rockmuziek).
Freddy met uitleg over de stad.
De pakhuizen aan de Nidelva De fietslift helpt de fietser tijdens de klim
Na het ontbijt en het inladen van onze bagage keerden we een eind terug naar Lodingen waar we de ferry namen naar het vasteland. Lødingen is een plaats in de Noorse gemeente Lødingen, provincie Nordland. Lødingen telt 1753 inwoners (2007) en heeft een oppervlakte van 1,59 km². Lødingen is door een ferry verbonden met de plaats Bognes op het Noorse vasteland. Deze ferry vermijdt het omrijden via Narvik. Het was een overtocht van 23km.
Mooie zichten vanaf de ferry
Na de overzet kwamen we aan in Bognes, een veerhaven in de gemeente Tysfjord in de provincie Nordland , Noorwegen . Het bevindt zich in het buitenste deel van de Tysfjorden aan de westkant van de fjord. De haven ligt ongeveer 5 kilometer ten zuiden van het dorp Korsnes en ongeveer 15 kilometer ten noorden van het dorp Rørvika .
Veerboten varen van Bognes over de Tysfjorden naar Skarberget als onderdeel van de Europese snelweg E06 . Er zijn ook veerboten die de Vestfjorden oversteken naar Lødingen als onderdeel van de Norwegian National Road 85 .
Na een tijdje rijden namen we even de tijd voor een fotostop aan een waterval.
Na deze waterval gingenwe verder richting Fauske waar we ons middagmaal namen. Fauske is een plaats in de gelijknamige Noorse gemeente Fauske, provincie Nordland. Een zicht op Rokland.Røkland is een plaats in de Noorse gemeente Saltdal, provincie Nordland. In het dorp staat een station van de Nordlandsbanen. Hier zijn we in Lonsdal, waar de bergtoppen nog met sneeuw bedekt zijn.Lønsdal is een plaats in de Noorse gemeente Saltdal, provincie Nordland. Het dorp is gelegen in de Lønsdalvallei aan de Lønselvarivier. Door het dorp lopen de Europese weg 6 en de spoorlijn Trondheim - Bodø. Op deze spoorlijn heeft het dorp ook een treinstation: Station Lønsdal, halverwege tussen Station Dunderland en Station Røkland.
Het dorp ligt net ten oosten van het meer Kjemåvatnet en de berg Ølfjellet. Vanwege de nabijheid van Junkerdal Nationaal Park en Saltfjellet-Svartisen Nationaal Park, is het vooral een toeristische dorp. Er is een hotel en het is een startpunt voor vele wandelingen.
Nog eens samen paraderen.
Daarna ging de rit verder naar het Articcirkel Center. Het Center van de Polair Cirkel werd officieel op 13 juli 1990 geopend, gelijktijdig met de E6, over het gebergte Saltfjellet, die toen ook klaar stond. In het Center vindt men een cafetaria waar Noord Noorse gerechten worden geserveerd, een tentoonstelling en een filmzaal met informatie over de Polair Cirkel en ook een grote en inhoudrijke souvenirwinkel. Totaal is dit op een oppervlakte van 1300 m2 verspreidt.
Het Center ligt ongeveer 680 meter boven het zee niveau in het Nationale Park Saltfjellet-Svartisen. In het gebied van het gebergte Saltfjellet vindt men een rijk plantenleven, een rijke fauna, en veel viswatertjes.
Het Center van de Polair Cirkel ligt bij de E6 midden op het gebergte van Saltfjellet in de provincie Nordland, het is een natuurlijke stopplaats voor alle reizigers. Het Center van de Polair Cirkel is bijzonder wat betreft haar speciale aan de natuur aangepaste architectuur en de Polair Cirkel is dwars door het gebouw aangegeven. Het Center van de Polair Cirkel is open in het seizoen van 1 mei tot 5 oktober.
Prachtig om dit te bezoeken.
Na het verlaten van de Polar cirkel reden we naar Mo I Rana waar we gingen overnachten. Na een rit van 450km en heel wat moois te hebben gezien, gingen we dan naar ons hotel, wat verfrissing opzoeken en wat eten. Na het eten deden we nog een avondwandeling door het mooie stadje.
Mo I Rana Mo i Rana is een stad in de gemeente Rana aan de Ranfjord in Nordland in het noorden van Noorwegen. Ten zuiden ligt Mosjøen en ten noorden Fauske.
Het is de op drie na grootste stad in het noorden van Noorwegen, met ca. 18.000 inwoners (2009). De stad ligt net ten zuiden van de poolcirkel op 66,5° NB. Tussen Mo i Rana en Saltdal ligt het Poolcirkelcentrum. Ten noorden ligt het nationaal park Saltfjellet-Svartisen met de gletsjer Svartisen en de zijarm Engabreen. In Mo i Rana is een vestiging van de Nationale Bibliotheek van Noorwegen.
In de buurt van Mo i Rana liggen meer dan 200 grotten, waarvan de bekendste de Setergrotta en Grønli Grot zijn. De laatste is de meest bezochte kalksteengrot in Noorwegen.
De gemiddelde temperatuur in januari is -6°C en in juli 13°C, met gemiddeld 1400 mm neerslag per jaar. Vanaf de Tweede Wereldoorlog tot de jaren 90 was de stad afhankelijk van zware industrie. Daarna zijn nieuwe industrieën (zoals het toerisme) ontstaan.
Nordlandsbanen loopt langs Mo i Rana. Het station heeft meerdere verbindingen per dag met Bodø en met Trondheim. Het vliegveld, bij Røssvoll, heeft een beperkt aantal verbindingen. Auto- en vrachtverkeer naar het zuiden en noorden kan gebruikmaken van de E6.
Morgen rijden we naar Trondheim, een rit van 510km.
Vandaag verbleven we in Svolvaer, na ons ontbijt was er een boottocht voorzien naar de Trollfjord en een wandeling doorheen Svolvaer, en in de namiddag waren we vrij. Het had in de vroege ochtend wat geregend en er was wat wind voorspeld. De boottocht was verlaat omdat het te woelig was op het water. We hadden onze jas aangetrokken , want het kon heel fris zijn tijdens de boottocht. Onder leiding van onze gids Freddy begonnen we eerst aan de wandeling in het stadje. Hij liet ons de voornaamste plaatsen zien.
Na deze mooie wandeling was de tijd aangebroken om ons naar de boot te begeven voor onze tocht naar de Trollfjord. Deze boot lag op een boogscheut van ons hotel.Een 3 uur durende tocht op het water met mooie zichten op de eilanden en de meren van de Lofoten.
De Lofoten is een eilandengroep gelegen ten noorden van de poolcirkel, hoog in Noorwegen.Deze eilandengroep is bekend om de overweldigende natuur, ruige spitse bergen, fjorden en meren, de middernachtzon, het noorderlicht en de sneeuwrijke winters. Geliefd bij fotografen en beeldende kunstenaars om het speciale licht en kleuren op de bergen en in het water. Heel bijzondere natuur. Bijna als een muur van bergen strekken de Lofoten zich naar het zuidwesten in de Atlantische Oceaan uit. Het omringende water van de Lofoten is verrassend rijk aan zeeleven. Je verwacht het misschien niet hier, maar in het water tussen het vasteland;het Vestfjord, vind je bijvoorbeeld 's werelds grootste diepzee koraalrif.
Mooi zicht op de baai Een winkeltje
Trots poseren
Het graf van Gunnar Berg: Gunnar Berg studeerde eerst aan de kunstacademie in Düsseldorf , Duitsland . Van 1883 tot zijn dood studeerde en werkte Gunnar Berg in Düsseldorf en Berlijn, verbonden aan de Düsseldorfse schilderschool . Tijdens het visseizoen op de Lofoten was Berg thuis in Svolvær. Berg schilderde scènes uit zijn geboortestad, inclusief landschappen en zeegezichten. Vissers, bergen en de zee, zowel in de zomer als in de winter, vormden de primaire thema's van zijn kunstenaarschap. [3]
Zijn meest algemeen erkende schilderij, Trollfjordslaget, toont de Slag om Trollfjord, die werd gevochten in 1890. De Slag bij Trollfjord ( Slaget i Trollfjorden ) werd uitgevochten tussen de eigenaren van grote stoomschepen en een aantal Lofotfisherman over de controle van de lokale visserij. Dit schilderij bevindt zich in de Gunnar Berg-galerij in Svolvær.
Trollfjordslaget was het laatste grote werk van Gunnar. In 1891 werd ontdekt dat hij kanker had in één been dat moest worden geamputeerd. Zijn gezondheid verzwakte en tijdens de herfst van 1893 kreeg hij longontsteking. Gunnar Berg stierf in 1893 in Berlijn. Zijn graf ligt op het eiland Gunnarholmen in Svolvaer. Hier een zicht op de huisjes van enkele kunstenaars. Na de wandeling was het tijd voor onze boottocht. Onze gids staat ons op te wachten. We vaarden richting Trollfjord. Ondertussen hadden al enkele mensen een speciaal pak aangetrokken tegen de kou. Hier Doortje met onze buschauffeur.
De Trollfjord De Trollfjord is een fjord in Noorwegen, gelegen in de provincie Nordland op het grondgebied van de gemeente Hadsel, in het deel van het eiland Austvågøy dat deel uitmaakt van de eilandengroep Vesterålen.
De fjord is twee kilometer lang en slechts 100 meter breed aan zijn monding in de Raftsund, de 20 kilometer lange zee-engte tussen de eilanden Hinnøya en Austvågøy.
Deze fjord kreeg enige beroemdheid door de Slag van de Trollfjord, die in 1880 plaatsvond. Vissers in moderne, door stoom aangedreven boten stonden er tegenover vissers in kleine fembøringer, de traditionele boten met zeilen en roeispanen voor 5 roeiers. Grote scholen vis waren in de fjord gezwommen en werden door de vissers in de grotere boten met hun sleepnetten afgevangen, dit tot wanhoop van de meer traditionele vissers.
We kregen mooie panorama's Na een tijdje hield de boot even halt en konden enkele mensen er hun kennis van hengelen opsteken. Hier zien we al een mooi buit. na een tijdje kregen we een kop warme vissoep aangeboden.
Daarna was het een eetfestijn voor de aanvliegende meeuwen, en we kregen ook een zeearend te zien.
De meeuwen kwamen heel dicht bij, en oppassen geblazen voor hun uitwerpselen. Op de terug vaart nog enkele mooie beelden van dit prachtig gebied.
Na de boottocht en het nuttigen van ons middagmaal hadden we nog tijd genoeg om er eens zelfstandig op verkenning te gaan. Een rustig beestje De kerk van Svolvaer
De Svolvaergeita Svolværgeita of Geita ( Noord-Sami : Spålla ) is een 150 meter hoge top aan de zuidwestkant van de Fløyfjellet- berg op het eiland Austvågøya in de Lofoten- archipel . De 569 meter hoge Fløyfjellet ligt aan de rand van de stad Svolvær in de gemeente Vågan in de provincie Nordland , Noorwegen . De eerste opgetekende tijd dat een klimmer de top van Svolværgeita bereikte, was op 1 augustus 1910 door Ferdinand Schjelderup , Alf Bonnevie Bryn enCarl Wilhelm Rubenson . Het eerste element is Svolvær , omdat het zich in die stad bevindt. Het laatste element is de eindige vorm van geit die " geit " betekent , omdat de berg twee "hoorns" heeft. De twee hoorns worden Storhorn en Lillehorn genoemd . Door af te dalen van Storhorn, is het gebruikelijk om over een afstand van 1,5 meter (4 ft 11 in) breed te springen en veilig te landen op Lillehorn, terwijl je de begraafplaats van de stad op 300 meter (980 ft) lager bekijkt.
Morgen verlaten we de Lofoten en rijden we terug naar het vasteland richting Mo I Rana.
Na het ontbijt buffet en het inladen van onze bagage ging de reis verder richting de Lofoten(één van de mooiste gebieden van Noorwegen). We gaan overnachten in Solvaer.
Svolvær is een stad in Noorwegen, gelegen in de Lofoten-eilandengroep in de provincie Nordland. Het is het bestuurlijke centrum van de meest uitgestrekte gemeente van de archipel, de gemeente Vågan.
Al is Kabelvåg het historische centrum van Lofoten, toch wordt Svolvær beschouwd als de hoofdstad van de eilandengroep. De stad is gelegen aan de zuidoostzijde van Austvågøy, het eiland waarvan het noordelijke deel tot de Vesterålen archipel behoort. Svolvær verwierf pas in 1996 het statuut van stad.
Het symbool van de stad is de 569 meter hoge Svolværgeita, de pas in 1910 voor het eerst beklommen "Geitenberg" met zijn twee opmerkelijke hoorns die slechts 1.5 m uit elkaar staan.
We kregen onderweg gelegenheid om plaatjes te schieten van het mooie landschap.
Wat grazende schaapjes Mooi uitzicht op de besneeuwde toppen
Mooie uitzichten Hier even kijken naar de inscheping van mensen die de overkant moeten bereiken.
Landschap met een tafelberg.
Men is nooit uitgekeken op het mooie landschap.
Een stop bij de Sami tenten.
Ook hier is de concurrentie groot tussen de verschillende uitbaters. Er zijn veel nep winkels uitgebaat door Russen.
Hier zijn we dan aangekomen inBardu-Sermoen waar we ons middagmaal namen. De Belgische vlag was al aan het wapperen toen we aankwamen.
Monument van Narvik (1940)
Tjelsund Tjeldsund ( Noord-Samisch : Dielddanuorri ) is een gemeente in Nordland provincie , Noorwegen . Het maakt deel uit van de traditionele wijk van Ofoten . Het administratieve centrum van de gemeente is het dorp Hol i Tjeldsund . Andere belangrijke dorpen zijn Fjelldal , Myklebostad en Ramsund . Norges Brannskole (het Noorse opleidingscentrum voor brandweerlieden) ligt in Fjelldal in het noordoosten van de gemeente.Marinejegerkommandoen ligt ten zuiden van Ramsund. De Tjelsundbrug:De Tjeldsundbrug (Noors: Tjeldsundbrua) is een hangbrug in Noorwegen, gelegen in Troms. De Tjeldsundbrug overspant het Tjeldsund tussen het Noorse vasteland en het eiland Hinnøya, het grootste eiland van Noorwegen en onderdeel van de Lofoten. De brug is de toegangspoort naar de Lofoten. De hangbrugheeft een totale lengte van 1.007 meter en een hoofdoverspanning van 290 meter. Over de brug loopt de E10. Op de brug heeft men goed uitzicht op het Tjeldsund en de omgeving. Het is de enige verbinding tussen het Noorse vasteland en de Lofoten.
Aangekomen in Solvaer, er ligt een cruiseschip aangemeerd.
Na het avondmaal deden we nog een kleine wandeling in dit klein mooi stadje. Morgen verblijven nog een dag in Solvaer, met een mooie boottocht op zoek naar...
Vandaag de kortste rit van de hele reis. We verlaten Honningsvag na het bezoek aan het vissershaventje.We rijden door de Finnmarksvidda(een golvende hoogvlakte) richting Skaidi waar we evn halt houden in Russenes vor een fotostop. Daarna rijden we verder door deze hoogvlakte naar Alta waar we ons middagmaal nemen. In de namiddag nog enkele fotostops vooraleer we in Storslett aankomen.
De kop van een stokvis. Een katedraal van stokvissen. Zicht op het haventje.
Fotostop in Russenes, het kerkje en in de verte het ruwe landschap. Russenes is een dorp in de gemeente Porsanger, in de Noorse provincie Finnmark. Het ligt aan een kleine fjord Olderfjorden, die weer deel uitmaakt van de zeer grote fjord Porsangen.
Het dorp heeft niet meer dan 50 inwoners, maar ligt op aan twee belangrijke routes:De E6, belangrijk voor al het gemotoriseerd vervoer in deze regio (oost west):De E69 van Olderfjord naar Noordkaap, voor de toeristen (noordoosten);De Noorse weg 889 richting Havöysund (noordwesten).
Daarnaast is het een rustplaats van reizigers die die richtingen op willen.
Vertrekkend uit Russenes naar het noorden rijdt men tot Repvåg zonder enige bewoning tegen te komen; naar Havöysund is het ook bijna onbewoond. De eerstvolgende plaatsen aan de E6 zijn Skaidi (westwaarts) of Lakselv (west- en zuidwaarts).
Zicht op de besneeuwde toppen. Het buffet voor het middagmaal in Alta. De heerlijke desserts, dit kregen we over de gehele reis. Eigenlijk veel te veel. De kerk van Alta.Alta (Samisch: Álaheadju; Fins: Alattio) is een gemeente in de Noorse provincie Finnmark. De gemeente telde 20.446 inwoners in januari 2017.
Alta heeft de bijnaam "Nordlysbyen Alta" oftewel "Noorderlichtstad Alta" gekregen vanwege het feit dat de kans dat je Aurora Borealis - het Noorderlicht - hier kunt waarnemen, relatief groot is. Dit doordat dat er boven het gebied rond Alta over het algemeen minder bewolking hangt dan boven andere plaatsen in Noorwegen.
Hier enkele zichten aan het Altafjord. De Altafjord is een fjord in de provincie (fylke in het Noors) Finnmark, in het uiterste noorden van Noorwegen. De Altafjord is vernoemd naar het stadje Alta dat aan het zuideinde van de fjord gelegen is. In Alta mondt de rivier Alta uit in de Altafjord. De rivier staat bekend als één van de beste zalmrivieren van Noorwegen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag het Duitse slagschip Tirpitz lange tijd in de Altafjord voor anker. Op 3 april 1944 werd het schip door een raid van Britse vliegtuigen beschadigd.
Poseren in de sneeuw.
Zicht op Kveanagenfjord
Hier enkele beelden van Storslett.
Ons avondwandeling in Storslett.
Storslett
Terug een mooie dag beleefd. Morgen rijden we richting de Lofoten.
Na één nacht te hebben vertoeft in Finland vertrekken we nu naar Noorwegen, waar we vandaag de Noordkaap zullen bereiken. Vandaag is het een tocht van 475km lang. Onze eerste halte is in Inari.
Inari ( Inari Sami : Aanaar , Noord-Sami : Anár , Skolt Sami : Aanar , Zweeds : Enare ) is de grootste gemeente van Finland (maar een van de meest dunbevolkte gebieden), met vier officiële talen, meer dan enige andere in het land. De belangrijkste bronnen van inkomsten zijn het toerisme, de dienstensector en het testen van het koude klimaat. Met het Siida- museum in het dorp Inari is het een centrum van de Sami- cultuur. Het vliegveld in Ivalo en de belangrijkste noord-zuid van het landEuropean Route E75 ( Finland's National Road 4 ) brengen vakantiegangers in de zomer en de winter naar resorts met toegang tot een goed bewaard gebleven, rustige natuurlijke omgeving. Na deze bereikten we de grens met Noorwegen en wat verder hielden we halt in Karasjok, waar we ons middagmaal nuttigden in een gammen.
Vooraleer we vertrokken, deden we eerst nog een ochtendwandeling in het domein.
Daarna vertrokken we richting Noorwegen. We hielden even halt in Inari, één van de grootste meren.Het Inarimeer (Fins: Inarijärvi, Noord-Samisch: Anárjávri, Inari-Samisch: Aanaarjävri, Zweeds: Enare träsk) is het op twee na grootste meer van Finland en het op zeven na grootste meer van Europa. Het ligt in Fins Lapland, ten noorden van de poolcirkel. Het meer is op de langste plaats 80 km lang, en op de breedste plaats 50 km. Het Inarimeer beslaat 1040 km² en de maximale diepte is 92 meter. Het water uit het meer stroomt noordwaarts via de Pasvikelva naar de Varangerfjord. Een schuchter rendier Hier een zicht op het meer
Daarna trokken we de grens over en wat verder hielden we halt in Karasjok voor ons middagmaal. Karasjok (Samisch: Kárájohka; Fins: Kaarasjoki) is een gemeente in de Noorse provincie Finnmark. De gemeente telde 2696 inwoners in januari 2017. De meeste mensen leven in het dorp Karasjok.
De gemeente is gelegen langs het hogere rivierbassin van de rivier de Deatnu/Tana in een riviervallei. Mede door zijn ligging heeft Karasjok de koudste temperatuur ooit in Noorwegen geregistreerd: -51,4 °C op 1 januari 1886. De warmste temperatuur ooit geregistreerd is 32,4 °C.
In Karasjok wordt Fins, Noors en Noord-Samisch gesproken. 80% van de bevolking is Samisch. Samisch en Noors zijn de officiële bestuurstalen van Karasjok.
Het dorp Karasjok is de zetel van het Noorse Sameting (of Sámediggi in het Samisch), het parlement van de Saami in Noorwegen. Daarnaast zijn er ook nog diverse andere Samische openbare instellingen in Karasjok gevestigd. Naast het parlement is er ook een Samisch museum en een kerk daterend uit 1807. Ook de NRK Sámi Radio is in Karasjok gevestigd.
Het parlement van de Saami werd in 1989 door Koning Olav V geopend. De eerste president van de Saami was Ole Henrik Magga, afkomstig uit Kautokeino.
Het middagmaal was in een storgammen. We zaten allen rond het vuur voor ons maal.
Het was eens wat anders.
De in en uitgang van de storgammen.
Na het middagmaal reden we verder richting Honningsvag, hielden we nog eens halt aan Porsangerfjord De Porsangerfjord is een 123 kilometer lang fjord in de provincie (fylke in het Noors) Finnmark in het uiterste noorden van Noorwegen.
Qua lengte is de Porsangerfjord de vierde langste fjord van Noorwegen. De gemeenten Nordkapp en Porsanger, waarnaar hij vernoemd is, liggen aan de fjord.
Wat rendieren Streek rijk aan graniet.
Enkele mooie uitzichten
Hier zijn we aangekomen aan ons Scandic hotel in Honningsvag. Honningsvåg is het bestuurlijke centrum van de gemeente Nordkapp. Tot 1895 was het enkele kilometers meer oostelijk gelegen Kjelvik het centrum van de gemeente. Maar door de opkomst van de visserijvloot opteerde men voor de beschutting van Honningsvåg.
De stad met haar 2600 inwoners ligt in een baai van het eiland Magerøya. Op haar grondgebied bevindt zich de Noordkaap die vaak foutief het noordelijkste punt van Europa wordt genoemd. Wanneer men Spitsbergen buiten beschouwing laat, ligt het meer westelijk op het Noordkaapplateau gelegen Knivskjelodden, 1,5 km meer naar het noorden. Het meest noordelijke punt van het Europese vasteland is Kinnarodden, een kaap in de nabijheid van het meer oostelijk gelegen Mehamn.
Sinds juni 1999 is Honningsvåg met het vasteland verbonden door de 6875 meter lange Noordkaaptunnel die de veerboot vervangt die vroeger Honningsvåg met Kåfjord verbond. De tunnel, met een helling van 10 % daalt tot een diepte van 212 meter onder de Magerøyasundet.
De beschutte ligging van Honningsvåg verklaart waarom het een belangrijke visserijhaven is. Meer dan 150 vissersboten hebben hier hun thuishaven. Bovendien bezoeken jaarlijks een honderdtal cruiseschepen de stad waardoor, naast de met de visserij verbonden activiteiten, het toerisme een belangrijke bron van inkomsten is. Voor wie oostwaarts vaart is Honningsvåg de laatste halte vooraleer men de Noordelijke IJszee bereikt.
Na de check in van ons hotel reden we met de bus richting Noorkaap waar we ons avondmaal zouden nuttigen. Aangekomen op de Noordkaap.
De Noordkaap 21" NB, in de naar de kaap genoemde gemeente Nordkapp nabij Hammerfest, in de provincie Finnmark in Noorwegen. De kaap ligt op 2080 km van de Noordpool.
De Noordkaap (Noors: Nordkapp) aan de Barentszzee wordt traditioneel beschouwd als het noordelijkste puntje van het Europese continent. De kaap ligt op het eiland Magerøya, dat met een tunnel vanaf het vasteland te bereiken is. De Noordkaap is gelegen op 71° 10'21" NB, in de naar de kaap genoemde gemeente Nordkapp nabij Hammerfest, in de provincie Finnmark in Noorwegen. De kaap ligt op 2080 km van de Noordpool.
Eindeloze zichten, enig. De Omdat de Noordkaaphal zich in een landschappelijk beschermd gebied bevindt werd het drie verdiepingen tellend gebouw in de rots uitgehouwen. In het erg toeristisch geheel bevinden zich een winkel, enkele restaurants en een bioscoop.
Tijdens de winterperiode mogen plaatselijke toeristenbussen onder begeleiding van sneeuwruimers het laatste gedeelte van de weg van Honningsvåg naar de Noordkaap afleggen. Het is ook mogelijk om er met eigen vervoer te komen, maar alleen onder begeleiding.
Hier binnen in de Noordpoolhal. Aan tafel voor ons avondmaal. Na het eten werden we nog verwacht voor een film over de Noordkaap.
Na de film gingen we terug naar buiten voor de middernachtzon te zien.
Hier is het tijdens die periode nooit echt donker. De hemel was wat bedekt met wolken zodat we er weinig zouden van zien van de ondergang.
Deze foto werd omstreeks middernacht genomen, zo zie je maar hoe klaar het wel is op dit uur. Daarna reden we terug naar ons hotel waar ons bedje ons stond op te wachten.
Na het ontbijt reisden we verder richting de Finse grens, terug een trip van meer dab 50km. We verlieten Zweden, en aan de grens in Haparanda zetten we voor het eerst voet op het Finse bodem.Finland (Fins: Suomi; Zweeds: Finland; Samisch: Suopma), officieel de Republiek Finland, is een land in Noord-Europa met 5.518.371 (2017) inwoners. Finland grenst in het oosten aan Rusland, in het noorden aan Noorwegen en in het noordwesten aan Zweden. Ten zuiden wordt het van Estland gescheiden door de Finse Golf. Ten westen ligt de Botnische Golf en ten zuidwesten de Oostzee aan de overkant waarvan weer buurland Zweden ligt.
De hoofdstad is Helsinki. Finland wordt wel 'het land van de duizend meren' genoemd; in werkelijkheid zijn er ongeveer 188.000 meren.Het grootste meer is het Saimaameer. In het zuidoosten is het land bespikkeld met ontelbare meren en meertjes.
Het land is een democratische republiek met een gekozen president. Het presidentschap van Finland duurt zes jaar, plus een eventuele herkiezing van nog eens zes jaar, wat resulteert in een maximaal presidentschap van twaalf jaar. We hielden even halt aan deze grens om er enkele foto's te nemen.
Rond de middag kwamen we aan in Rovaniemi, waar de kerstman woont. Na een bezoek te hebben gebracht aan de kerstman reisden we verder naar onze eindbestemming voor vandaag in Saariselka.
Aangekomen aan de Zweedse-Finse grens.
Voet op Fins grondgebied. Aangekomen in het dorp van de kerstman na het middagmaal in Rovaniemi. Rovaniemi is een stad en gemeente van Finland . Het is de administratieve hoofdstad en het commerciële centrum van de noordelijkste provincie van Finland, Lapland . Het ligt ongeveer 6 kilometer ten westen van de poolcirkel en ligt tussen de heuvels van Ounasvaara en Korkalovaara, aan de samenvloeiing van de rivier de Kemijoki en zijn zijrivier de Ounasjoki . De stad en de omliggende Rovaniemen maalaiskunta(Plattelandsgemeente Rovaniemi) werden op 1 januari 2006 geconsolideerd in één entiteit. Rovaniemi heeft een geschatte bevolking van 63.000 inwoners. Rovaniemi is een eentalige, door de Finse overheid bestuurde gemeente en ongewoon voor grotere Finse steden, maar ook bekend onder de Finse naam en spelling in de Zweedse taal . De kerstman, Joulupukki(fins) Het Dorp van de Kerstman (Fins: Joulupukin Pajakylä) is een Fins kerstthemapark in Rovaniemi. In het park ingericht als een dorpje bevinden zich meerdere winkels en een postkantoor waar je brieven naar de Kerstman kan sturen. Ook bevindt zich hier het kantoor van de Kerstman waar kinderen het hele jaar door de Kerstman kunnen bezoeken. Het dorp ligt midden op de poolcirkel die op de straat is afgebeeld met een witte lijn. De poolcirkels zijn bijzondere parallellen op ongeveer 66°34' of 66,56° NB en ZB. Binnen de poolcirkels komt de zon minimaal één dag per jaar niet op en gaat de zon minimaal één dag per jaar niet onder. Het aantal dagen per jaar dat de zon niet opkomt of niet ondergaat, wordt groter naarmate men vanaf de poolcirkels in de richting van de polen gaat. Er is een Noord- en een Zuidpoolcirkel. Precies op de geografische Noordpool en de geografische Zuidpool gaat de zon tijdens de pooldag een half jaar niet onder en komt hij tijdens de de poolnacht een half jaar niet op.
Doordat de axiale variatie van de aarde niet constant is, varieert de uiterste plaats waar de zon een dag per jaar niet ondergaat volgens de Milankoviæ-parameters met een periode van 41.000 jaar tussen de 65,5 en 68°. Het laatste minimum was 10.700 jaar geleden op 65,6° en het volgende maximum ligt over 9800 jaar op 67,4°.
Dit is het huis van de Kerstman, waar we een bezoekje brachten aan de Kerstman himself. Zijn leefruimte. Na het bezoek aan de kerstman, reden we verder en hielden na een tijdje een fotostop in Sodenkyla. Het kerkje van Sodenkyla.Sodankylä is een gemeente in het Finse landschap Lapin maakunta.
De gemeente heeft een totale oppervlakte van 11773 km2 en telde 9489 inwoners in 2003. Lapland wordt gekenmerkt door zijn strenge winters. De maximale sneeuw die er valt is vaak meer dan een meter hoog. In de laatste 10 jaar was de laagst gemeten temperatuur −50°C. (1999). De zomers zijn eerder aan de koele kant. Zelden komen de temperaturen boven 20°C. Uitschieters tot 30°C komen haast nooit voor. Land- en tuinbouw is door deze strenge weersomstandigheden niet mogelijk. Daarom doen ze vooral aan veeteelt en zijn zuivelproducten erg belangrijk.
Binnenkant van het kerkje
Het kerkhof naast de kerk
Hier zijn we dan in Saariselka. Saariselkä ( Noord-Sami : Suoločielgi , letterlijk eilandrug ) is een dorp in een bergachtig gebied in het noorden van Finland . Het is een populaire toeristische bestemming en biedt activiteiten zoals skiën , wandelen en een spa . Het ligt in Noord- Lapland en maakt deel uit van de gemeente Inari .
Saariselkä ligt deels in het nationale park Urho Kekkonen . Bodem in Saariselkä is meestal graniet van 2 miljard jaar oud . De laatste ijstijd eindigde 9500 jaar geleden in Saariselkä. Het dorp Saariselkä ligt ongeveer 300 meter boven de zeespiegel. Kaunispää-fell , naast het dorp, stijgt naar 438 meter.
Na het avondmaal gingen we nog even op verkenning op het domein.
Dit was ons hotel in Saariselka. Morgen reizen we naar de Noordkaap.
Na het eten van deze morgen stond er een lange trip van 534km op het programma. We verlieten Sundsvall en reden via Hogekustenbron en Örnsköldvik naar Umeä voor het middagmaal, met onderweg enkele mooie fotostops. Na het middagmaal bezochten we een openluchtmuseum en reisden we verder via Skelleftea naar LuleA waar we de nacht doorbrachten. We sliepen in het prachtige Elite Stadshotel.
Hogekustebrug. De Hoge Kustbrug is een hangbrug over de river Ångermanälven vlak bij Veda op de grens van de gemeentes Härnösand en Kramfors in de provincie Ångermanland in het noorden van Zweden. Over de brug loopt de Europese weg 4.
De Hoge Kustbrug is gebouwd van 1993 tot 1997 en werd officieel geopend op 1 december 1997. Onder de brug kunnen schepen varen van 40 meter hoog. De brug is 1867 meter lang, 17,8 meter breed en 186 meter hoog. De brug is gemaakt van staal en beton en is het tweede hoogste bouwwerk van Zweden. De maximale overspanning van 1210 meter is bijna gelijk aan de Golden Gate Bridge (1280 m) en de veertiende langste ter wereld (anno december 2013). Over de brug lopen vier rijstroken. De maximale snelheid op de brug bedraagt 110 km/u. Bij het noordelijke einde van de brug zijn een picknickplaats, hotels en restaurants.
Op 5 april 2007 moest de brug voor het eerst sinds de opening dicht wegens zware weersomstandigheden.
Mooi zicht op het landschap.
Hier zijn we bij de schans in Örnskoldvik. De uitloop van de schans is over de weg opgebouwd. Na het middagmaal te hebben genomen in Umea bezochten we het openluchtmuseum. Gammlia Het Västerbottens museum is een regionaal museum in Umeå over de culturele geschiedenis van de provincie Västerbottens län, Zweden. Het museum omvat ook het openluchtmuseum Gammlia, een skitentoonstelling (voorheen het Zweeds skimuseum), en een tentoonstelling over visserij en zeevaart (voorheen het Visserij- en Maritiem museum).
Het museum geeft een driemaandelijkse tijdschrift Västerbotten uit, over de provincie Västerbotten. Het museum werd oorspronkelijk opgericht door het Oudheidkundig Genootschap Västerbotten (Westerbottens läns Fornminnesförening) in januari 1886 als een bergruimte voor antiquiteiten. Het museum was aanvankelijk gevestigd in het pand Ullbergska op Storgatan. Een verzameling objecten in de zuidelijke afdeling werd volledig verwoest door de grote stadsbrand in Umeå op 25 juni 1888 , toen ook de meeste gebouwen van de stad werden verwoest[2]
In 1901 werd de collectie verplaatst naar het nieuw gebouwde gymnasium. Door de toenemende omvang van de collectie , werd het museum opnieuw verplaatst in 1911 naar een groot magazijn in de haven. Het huidige gebouw werd in 1939 voltooid.[3]
Tussen 1921 en 1990 werden diverse oudere gebouwen uit Västerbotten verplaatst naar het openluchtmuseum. Het hoofdgebouw van Västerbottens museum werd ontworpen door de architect Bengt Romare en werd gebouwd in 1943. Daarna werd het museum diverse malen uitgebreid en na een van de grootste uitbreidingen in 1981 verhuisde het Bildmuseet (het museum voor hedendaagse kunst van de Universiteit van Umeå). In 2012 verhuisde het Bildmuseet terug naar een nieuw gebouw aan de Konstnärligt campus waardoor er meer plaats vrijkwam om de collectie van het Västerbottens museum uit te breiden.
prachtig om er te wandelen.
Onze gids Freddy vertelde over het ontstaan en het nut van deze Gammlia.
Hier een hele reeks skilatten van vroeger en nu. De verschillende soorten latten. Het vroegere schoeisel om in de sneeuw te wandelen.
Na het bezoek reden we verder richting Skelleftea. De kerk van Lövanger. Lövånger is een plaats in de gemeente Skellefteå in het landschap Västerbotten en de provincie Västerbottens län in Zweden. De plaats heeft 779 inwoners (2005) en een oppervlakte van 133 hectare. De plaats ligt aan de Europese weg 4 en aan het Avafjärden een baai van de Botnische Golf. Ook ligt er een kerkstad, een plaats waar mensen die van heinde en verre kwamen naar de kerk gingen en hier ook overnachtte, in de plaats en de kerk Lövångers kyrka komt uit het einde van de Middeleeuwen.
Skelleftea is de hoofdstad van de gemeente Skellefteå in het landschap Västerbotten en de provincie Västerbottens län in Zweden. De stad heeft 32425 inwoners (2005) en een oppervlakte van 2170 hectare. De stad ligt aan de rivier de Skellefte älv waarnaar de stad is genoemd.
Dit was voor deze avond onze slaapkamer.
Het plafond van de eetzaal in dit hotel.
Gewoon prachtig. Na het avondmaal maakten we nog een avondwandeling . LuleA heeft bijvoorbeeld ook de regie over de spoorwegen in Noord-Zweden. De stad beschikt verder over een technische universiteit.
De stad ligt op de plaats waar de rivier Lule (Luleälv) in de Botnische Golf stroomt. Het is een belangrijke haven. IJzererts wordt door LKAB in Kiruna en Gällivare uit de grond gehaald en vervolgens naar Narvik en Luleå vervoerd. Op Svartö staat een ijzerfabriek. Ook hout wordt via de havens vervoerd. De haven is in de loop van de tijd steeds verplaatst. Het noordelijke gebied rondom de Botnische Golf stijgt namelijk ruim een halve meter per eeuw ten opzichte van de zee, door de postglaciale opheffing, waardoor havens steeds ondieper worden. De Botnische Golf is een groot deel van het jaar dichtgevroren, zodat men slechts voor een beperkt deel van het jaar ijzererts kan overslaan.
(Fins: Luulaja; Samisch: Luleju; Lule-Samisch: Julevu; uitspraak [ˈlʉːleoː]?) is een Zweedse stad gelegen in de provincie Norrbottens län en in het Zweedse landschap Norrbotten. Luleå, in de volksmond ook wel Lule genoemd, is veruit de grootste stad binnen de provincie met rond de 45.000 inwoners; de gemeente heeft 75.000 inwoners. De volgende steden qua inwonersaantal, Kiruna en Boden komen niet boven de 20.000 inwoners uit. Luleå vormt het bestuurscentrum van provincie, landschap en gemeente maar
Dit zijn de ijsbrekers die ze nodig hebben tijdens de wintermaanden.
Nog wat info betreft deze stad.
Nog een zicht op de kleine haven.
En deze blonde dame pronkte met haar wagen, maar was een groentje om er mee rond te toeren.
Na het ontbijtbuffet, hadden we nog een rondleiding in het stadhuis. Het stadhuis, een markant gebouw uit rode baksteen opgetrokken en zichtbaar vanuit vele plaatsen in de stad. Hier vindt jaarlijks in de Blauwe Zaal(die door de architect opzettelijk in baksteenrode stijl onvoltooid is gelaten)het banket ter gelegenheid van de Nobelrijs plaats. Na deze rondleiding reden we verder richting Uppsala.
Uppsala, bisschoppelijke hoofdstad van Zweden en intellectueel centrum met de oudste universiteit van het land. De oevers van de Fyrisan worden overheerst door de kathedraal, de universitiet en het kasteel. De bijna 40.000 studenten geven de stad een jonge sfeer en in de omgeving van de Dom kunnen de mensen gezellig kuieren in deze boeiende stad. We bezochten er een mooie kerk. Nadien ging de reis verder richting Sundsvall met onderweg nog een fotostop in Gävle aan een meer. Daarna kwamen we op onze eindbestemming voor vandaag in Sundsvall. We reden vandaag 383km.
Rustig wandelen richting stadhuis.
Plein voor stadhuis
Hier zijn we dan aangekomen aan het stadhuis voor onze rondgang. De Blauwe Zaal. Het Stadhuis van Stockholm (Zweeds: Stadshuset) is tussen 1911 en 1923 gebouwd naar het ontwerp van de architect Ragnar Östberg. Het is een van de belangrijkste gebouwen in de nationaal-romantische bouwstijl in Zweden. Achter de indrukwekkende gevels van acht miljoen bakstenen verschuilen zich kantoren, vergaderzalen en feestzalen. Geïnspireerd door Italiaanse renaissancepaleizen liet Ragnar Östberg het Stadhuis bouwen rond twee "piazza's", het Burgerhof en de Blauwe Hal.
De Blauwe Hal zou eigenlijk blauw moeten zijn, maar Ragnar Östberg bedacht zich. Toen hij de mooie rode bakstenen had gezien, wilde hij de muur niet meer met blauw stucwerk bedekken. De naam is aangehouden aangezien hij op alle tekeningen was geschreven en al heel bekend was. In de Blauwe Hal, de grootste feestzaal van het stadhuis, vindt elk jaar op 10 december het Nobelfeest plaats. Hier staat ook een van de grootste orgels van Noord-Europa met meer dan 10.000 pijpen en 135 registers.
In de Raadzaal vergadert om de twee maandagen de gemeenteraad van Stockholm. De tribune voor het publiek biedt plaats aan 200 personen. Het plafond met de gefingeerde opening geeft het gevoel dat men in een huis uit de Vikingtijd is. De meubels zijn ontworpen door Carl Malmsten, terwijl de gobelins en weefsels van de hand van Maja Sjöström zijn.
Het Gewelf van de Honderd is de ere-ingang van het stadhuis en leidt direct naar de feestzalen. Het plafond bestaat uit honderd gewelven. Op een balkon aan de muur zijn enkele figuren van het Sint-Joriscarillon te zien. 's Zomers om 12.00 uur en om 18.00 uur bewegen de figuren. Ze vertonen zich aan de buitenkant van het gebouw als de klokken van de toren het Sint-Jorisliedje spelen.
Het voorvertrek van de feestzalen, het Ovaal, is gecreëerd voor de Tureholmtapijten, die in Beauvais in Frankrijk aan het einde van de 17e eeuw zijn geweven. Hier worden iedere zaterdagmiddag burgerlijke huwelijken voltrokken.
De Galerij van de Prins wordt gebruikt voor de ontvangsten door het stadsbestuur. Hier hebt u een groots uitzicht op Riddarfjärden. Dit panorama is gespiegeld in het fresco-schilderij van Prins Eugen aan de andere kant van de galerij. De stucwerkversieringen in de raamnissen zijn uitgevoerd door J.A.G. Acke.
De Driekronenzaal heeft zijn naam te danken aan de drie vergulde kroonluchters, die aan het balkenplafond hangen. De noordelijke muur is bedekt met zijdebrokaat uit China. Van de schilderijen is "Uitzicht van Mosebacke" van Elias Martin te noemen.
De twee magnifieke koperen deuren wegen ieder één ton. Erachter ligt de Gouden Zaal. Einar Forseth heeft een schitterende banketzaal gecreëerd met meer dan 18 miljoen mozaïekstukjes van glas en goud. Er zijn zitplaatsen voor 700 gasten. De zaal wordt achterin gedomineerd door de "Koningin van het Mälarmeer" die gehuldigd van oost naar west, Stockholm representeert.
De raadszaal
Het graf van Birger Jarl.Birger Jarl (oorspronkelijk: Birger Magnusson) was een Zweedse jarl uit het Huis Folkung die volgens de overlevering Stockholm stichtte.
In de bronnen staat beschreven dat Birger rond 1210 werd geboren. Hij was vanaf 1248 jarl. Hij zou rond 1250 de stad Stockholm hebben gesticht. In 1249 leidde hij een kruistocht naar Finland, die de toon zette voor de eeuwenlange Zweedse overheersing in Finland.
Birger was getrouwd met de dochter van de koning Erik X, Ingeborg Eriksdotter van Zweden, en kreeg met haar samen acht kinderen, waaronder de latere koningen Waldemar en Magnus. Na Ingeborgs dood hertrouwde hij met de Deense koningsweduwe Mechtildis van Holstein, bij wie hij nog twee kinderen kreeg:
Op 21 augustus 1266 overleed Birger in Jälbolung in Västergötland.
Aan de oostkant van het stadhuis van Stockholm staat een grafmonument voor Birger Jarl. In de Riddarholmskyrkan in Stockholm staat een standbeeld van Birger. De straat Birger Jarlsgatan in Stockholm is naar hem vernoemd.
Kerkbezoek in Upsala
Rune steen
Grafheuvels
Aangekomen aan het meer in Söderhamm
Onze autocar stond te wachten om ons naar het hotel in Sundsvall te brengen. Sundsvall werd in 1888 volledig in de as gelegd door de "Storbranden", de grote stads brand.Zoals vele Scandinavische steden was Sundsvall bijna geheel opgetrokken uit hout. Na de brand werd de stad geheel herbouwd uit steen. Steen was in die tijd nog een duur bouwmateriaal en een geheel stenen stad was uitzonderlijk.De binnenstad heeft derhalve de bijnaam "Stenstaden". De stenen stad is groot geworden door de houthandel. De grote woningen van de vroegere handelaars domineren het centrum dat opgesmukt is met talloze kunstwerken en draakjes, het symbool van de stad.
Na het ontbijt buffet op de ferry, was de ontscheping om 10u. Toen de bus ons kwam ophalen, reden we door Göteborg en hadden wat info betreft deze stad. Zweden is een land in Scandinavië in Noord Europa. Het wordt omringd door Noorwegen in het westen en het noorden, Finland in het noordoosten, de Botnische Golf in het oosten, de Oostzee in het zuidoosten en het zuiden en het Skagerrak en het Kattegat in het zuidwesten. In de Oostzee liggen de eilanden Öland en Gotland die ook tot Zweden behoren. De hoofdstad en tevens de grootste stad is Stockholm. Het huidige Zweden is een constitutionele monarchie en één van de rijkste, welvarendste en meest ontwikkelde landen ter wereld. Zweden is aangesloten bij de Noorse Raad en is sinds 1 januari 1995 lid van de Europese Unie. Het valt wel buiten de eurozone, het betaalmiddel is de Zweedse kroon.
We reden van Göteborg richting Jönköping, waar we even halt hielden voor een fotostop. Na deze reden we verder richting Linköping via het Vättermeer. Aangekomen in Linköping was het tijd voor ons middagmaal. Daarna ging onze reis verder richting Stockholm waar we halt hielden voor ons avondmaal en overnachting. Ook deden we daar een avondwandeling. Een trip van 473km. Geniet even mee van de sfeerbeelden.
Zicht vanop de ferry bij aankomst Göteborg.
Brug aan de haven van Göteborg. Onze kleine groep. Na de ontscheping en door de stad Göteborg te hebben gereden gingen we nu richting Jököping. Jököping is een Zweedse stad, gelegen in het landschap Smaland. Het is de hoofdplaatsvan de gemeente Jököping en tevens de hoofdstad van de provincie Jököpings Iän. De stad ligt aan de zuidpunt van het Vättermeer en is inmiddels vergroeid met de stad Huskvarna, bekend van de naaimachinefabriek Husqvarna. De ruine van het kasteel Dalaborg. Dalaborg was een veertiende-eeuws kasteel in de regio Dalsland van Zweden. Het lag aan de oevers van het Vänermeer.Het kasteel werd in 1304 gebouwd door Erik en Valdemar, de broers van Birger I van Zweden. Tijdens een opstand in 1434 werd het kasteel verwoest. Hierna wordt het kasteel niet meer genoemd.
Zicht op het Vänermeer, het grootste meer van Zweden.
Na dit te hebben bezocht reden we verder naar Linköping voor ons middagmaal. Daarna nog een 200tal km alvorens we Stockholm bereikten. Hier enkele beelden van deze mooie stad.
Ook veel mooie monumenten.
Zicht op een deel van de stad tijdens onze avondwandeling.
Na deze wandeling was de tijd aangebroken om onder de dekens te kruipen,morgen reizen we verder naar Sundsvall.
Eindelijk zover, om 3u15 vertrokken we van huis naar Moorslede waar onze bus stond te wachten voor een 14daagse trip naar de Noordkaap via Zweden - Finland - lapland en Noorwegen. We vertrokken stipt om 4u richting Kiel (Duitsland) via Antwerpen -Venlo -Munster, waar we halt hielden voor een ontbijt. Daarna reden we verder via Bremen waar we het middagmaal aten en reden dan veder via Hamburg om zo tegen de namiddag in Kiel aan te komen, waar we op de ferry de overzet maakte om in Göteborg(Zweden ) aan te komen. We hadden een avondmaal op de ferry. We sliepen in een buitenkajuit en nuttigen ook het ontbijtbuffet. Om 10u in de morgen konden we de ferry verlaten en onze reis verder zetten. We reden tot Kiel= 812km en de vaart was 480km. Hier enkele foto's van de inscheping .
De ferry Stena Line die ons tot Göteborg bracht, een tocht van 480km op het water.
De gang waar de buitenkajuiten zijn. Zicht op Kiel-haven
De eetzaal We waren begonnen aan de overtocht. Hier enkele beelden in de vooravond.
De zee was kalm , dus we kregen een rustige nacht aan boord. Morgen komen we aan in Zweden, nl in Göteborg.
Vandaag reden we naar Tielt, waar de Watewijstappers er hun Poelbergtocht hielden. We waren er vroeg bij, want het beloofde een zonnige en warme dag te worden.
Tielt is een stad en gemeente in de Belgische provincie West-Vlaanderen. Ze ligt in de driehoek Gent, Brugge en Kortrijk. De stad telt ruim 20.000 inwoners en is de hoofdplaats van het gelijknamige arrondissement Tielt.Tielt is ontstaan in de periode 5de-10de eeuw. De oudste vermelding in de vorm van Tiletum[1] en dateert uit 1105. Het betreft een vermeldingen van de belasting die de heer van een Tieltse villa betaalde. Daarom werden in 2005 in de stad verschillende evenementen gehouden om '900 jaar Tielt op schrift' te vieren.
In 1245 werden aan Tielt de stadsrechten verleend, en in 1275 werd de lakenhalle gebouwd. Daarna volgden het houden van een jaarmarkt (recht geschonken door Filips de Stoute), een schepenhuis, de Minderbroeders (lange tijd was in Tielt zelfs het noviciaat) en een Latijnse school in 1686. Tussendoor werd meermaals een gedeelte van Tielt verwoest door een stadsbrand of de Gentenaren die oorlog kwamen voeren.
In 1602 werd Tanneke Sconyncx beschuldigd van hekserij en in Tielt gemarteld tot ze bezweek. Eenmaal aangekomen in de startzaal voldeden we aan onze plicht en wat later begonnen we aan de wandeling. We volgden het parcours van de 18km(werkelijke afstand 19.6km)
Idyllische natuurwandeling naar de mooiste berg van Tielt: de Poelberg met zijn molen en Mariagrot. Heerlijke natuurpaden, attractieve wandelpaden, privédomeinen en langs de opverende graspaden van het Meikenbos en Vijverbos. Prachtige vergezichten.
We vertrokken vanuit het Koninklijk Atheneum. We volgden een tijdje een pad langs de spoorlijn
Afgewisseld met een natuurpad.
Weidse zichten rond Tielt
Een gevarieerd parcours
Hier zijn we aangekomen aan de Koortskapel. Binnenzicht van deze kapel. De Koortskapel of Sint-Annakapel (in de volksmond ook wel Kutskapel genoemd), is een bakstenen, wit geschilderde kapel gelegen aan de rand van het Hoenderveld, langs de weg van Dentergem naar de Poelberg (nu Tieltseweg). Het heeft een leien zadeldak waarop een dakruiter met ijzeren kruis. Boven de deur hangt een metalen opschrift: De Koortskappel (!). Daarboven hangt een kruisbeeld onder een zadelvormig afdakje. Tegen de zijmuren zijn steunberen gemetseld. Binnen bevindt zich een houten altaar met een tabernakel en het beeld van de Heilige Anna met kind, dit alles achter een smeedijzeren hek.
De kapel is toegewijd aan de Heilige Anna, patrones van de huisvrouwen en het gezin. Zij wordt o.a. aangeroepen tegen ziekten als buikpijn, fijt, hoofdpijn, huiduitslag, kiespijn, koorts, oogziekten, pest en zweren.
In een kerkrekening uit 1643 is reeds sprake van een kapel langs de voetweg naar de Poelberg. Waarschijnlijk was het toen een pilaarkapelletje aangezien in 1739 de Tieltse chirurgijn Joris Abel Regelbrugge het wil vervangen door een kapel van 12 voeten lang en 8 voeten breed. Een strook van 5 voeten breed rond de kapel moest de bedevaarders toelaten een ommegang te maken ter meerdere glorie van de heijlijge famielie. Door oorlogsomstandigheden werden de werken pas in 1752 uitgevoerd.
Op de Ferrariskaart uit 1771 wordt de kapel als Hoender Veldt Capelle aangeduid. In de tweede helft van de 19e eeuw wordt het ernaast liggende "cabaret" of herberg de Koortskapelle of De Capelle genoemd. De herberg en de kapel is dan eigendom van landbouwer Kamiel van Eenoo. In 1897 verkocht hij beide aan de Tieltse brouwer Hendrik Loosveldt-Vandevyver. In 1935 werd de erg vervallen kapel hersteld. In 1941 werd dit herhaald omdat de kapel schade had opgelopen door de oorlogsomstandigheden in mei 1940. In november 1976 liet pastoor Louis Van Houtte de kapel opnieuw restaureren. Via erfenis kwam ze in 1987 in het bezit van Marie-Joseph Loosveldt. Omdat de kapel in verval was geraakt - er waren scheuren en verzakkingen vastgesteld werd de herstelling door de nieuwe eigenaar grondig aangepakt. Ze werd nagenoeg herbouwd en voorzien van een nieuw dak en klokkentorentje. In maart 2004 kon het terug als bedehuisje in gebruik worden genomen.
De kapel is opgenomen in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed.
Onze centrale rustpost, de oude Koestal. Deze is gelegen aan de Meikesbossen. Na de rust gingen de 2 grootste afstanden naar de Meikesbossen, daar maakte de 24km een hele mooie lus door dit natuurdomein, wij deden daar een klein stukje van. Op de grens tussen Tielt en Dentergem ligt een nieuwe toeristisch-recreatieve kern op en rond de Poelberg. De Meikensbossen vind je aan de voet van de heuvel en is ongeveer 63 hectare groot. Je kan er aangenaam wandelen door een afwisselend landschap. Oud en jong bos, dreven, hooi- en weilanden. Hier en daar een poel. Het uitzicht op de Poelbergmolen maakt het plaatje compleet. Terwijl je geniet van het landschap, trakteren zangvogels je op een prachtig intermezzo.
Hier een zicht op de molen van de Poelberg. De Poelberg is een 45 meter hoge berg, een straat en een ontmoetingscentrum op nagenoeg dezelfde locatie in de Belgische stad Tielt.
Op de top bevindt zich een voormalig klooster van de Zusters van 't Geloof met daaraan verbonden een schooltje en een Lourdesgrot met ommegang uit 1938. Op de Poelberg staat ook de Poelbergmolen uit 1726 die een beschermd monument is, de omgeving is dan weer beschermd landschap.
Het wijkschooltje sloot in 1985 de deuren. De gemeente Tielt kocht in 2004 het voormalig kloostercomplex, schoolgebouw en boomgaard, waarvan het oudste deel uit 1884 dateert. Na de restauratie werd het in 2011 heropend als bezoekerscentrum, cafétaria en toeristisch infopunt. Er passeren momenteel al verschillende wandel- en fietsroutes.
Ondanks zijn lage hoogte heeft de Poelberg al veel zondagsfietsers verrast want de amper 300 meter lange beklimming kent een verrassend steil percentage van gemiddeld 7,3 % en het steilste stuk bedraagt meer dan 10 %. In totaal worden 22 hoogtemeters overwonnen.
Nadat ze drie maanden vermist was, werd in 1984 op de flanken van de Poelberg het lijk aangetroffen van het vermoorde en aangerande 13-jarige schoolmeisje Lieve Desmet uit Dentergem. De moord is tot op heden onopgehelderd en de politie is nog steeds op zoek naar tips om de zaak op te lossen.
Lourdesgrot op de Poelberg
Nogmaals enkele mooie zichten. Ondertussen begon het heel warm te worden.
Het laatste stukje groen, alvorens we de bebouwde kom van Tielt binnen wandelde, om zo de startzaal te bereiken. Het was een mooie rustige wandeling. Blij dat we er waren, want de zon begon echt te branden. Het was vandaag mijn laatste wandeling alvorens het verlof, want ik vertrek volgende week richting Noordkaap voor enkele weken.
Ditmaal ging ik wandelen richting Ploegsteert, waar de Wervikse wandelclub er hun Kleiputtenmarch hielden. De start was in de kantine van de steenbakkerij van Ploegsteert.
Ploegsteert is een dorp in de Belgische provincie Henegouwen en een deelgemeente van de Waalse stad Komen-Waasten. Ploegsteert is een landelijk dorpje, in het uiterste westen van de gemeente, op de weg van Mesen naar Armentiers in Frankrijk.
Ongeveer twee kilometer ten zuiden van de dorpskern ligt het gehucht Le Bizet. Dit ligt tegen de Franse grens aan en maakt deel uit van de stedelijke bebouwing van de Franse stad Armentiers.
De eerste vermelding van het dorp is te vinden in 1596 als Plocsteert. In de startzaal was er nog niet veel volk, we konden rustig nog een pot koffie drinken alvorens we begonnen aan de tocht. Ploegsteert, een landelijk dorpje toebehorend aan de Waalse stad Komen-Waasten vormt er de uitvalsbasis voor een ongeëvenaarde zwerftocht langs de destijds ontgonnen Ploegsteertse kleiputten. Dank zei d medewerking van de Ploegsteertse Steenbakkerij krijgen we de gelegenheid te wandelen in het uniek natuurreservaat. Sinds 1976 waakt de Steenbakkerij van Ploegsteert over de ontgonnen kleiputten. Het geheel groeide doorheen de jaren uit tot een 150ha groot natuur- en moerasgebied waarbij talrijke vogelsoorten komen overwinteren.
De Mars der Kleiputten loodst de wandelaar kriskras langs de paden van de moerasvlakte. Een gebied waar u ongetwijfeld oog in oog komt te staan van ontelbare vogels , maar evenzeer van een boeiende fauna en flora. De natuur observeren is hier nadrukkelijk de boodschap.
Ons traject km tabel De startzaal van deze tocht Zicht op Neerwaasten
Wandelen in het park tussen de Franse en Belgische grens. De Leievallei tussen het Waalse Komen en de Franse grens vormt een praktisch onbewandeld traject. De rechttrekking van de Golden River zorgde voor een hertekening van het landschap , waarbij de eertijdse kronkelende meanders voortaan een prachtig stukje wandeloase vormen zowel voor , op als achter de Schreve. Op onze wandelweg ontdekken we een stukje Neerwaasten aan Belgische zijde en een stukje Frelinghein aan Franse zijde.
Op weg naar de centrale rustpost in Le Bizet. Gunners Farm Cimetry. Gunners Farm Military Cemetery is een Britse militaire begraafplaats met gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog, gelegen in het Belgische dorp Ploegsteert. De begraafplaats ligt 1.450 m ten zuidoosten van het dorpscentrum. Ze werd ontworpen door George Goldsmith en wordt onderhouden door de Commonwealth War Graves Commission. Het terrein heeft een smal rechthoekig grondplan met een oppervlakte van ongeveer 1.405 m² en is omgeven door een bakstenen muur. Het Cross of Sacrifice staat centraal vooraan bij de toegang.
Er worden 179 doden herdacht.
Ploegsteert draagt ook een gruwelijk oorlogsverleden met zich mee. In het omliggende hinterland zal u nadrukkelijk kennismaken met enkele Britse oorlogsbegraafplaatsen. De Ploegsteert Memorial vormt wellicht de bekendste. In het kader van de herdenking 100jaar Groote Oorlog kwam de begraafplaats vorig jaar extra in de kijker tijdens het herinneringsmoment Gonewest. De memorial symboliseert de 11.000 gesneuvelde Britse soldaten die geen gekend graf hebben in de wijde omgeving. De meeste van deze soldaten stierven bij kleinschalige opdrachten of tijdens de langdurige loopgravenoorlog, en niet bij grote militaire operaties zoals veel gesneuvelden rond de Ieperboog in het noorden en Loos in het zuiden.
Op weg naar de kleiputten. In 1976 beslisten de Steenbakkerijen van Ploegsteert om de ontgonnen terreinen te beheren als moerasgebied. De vzw Réserve naturelle et ornithologique de Ploegsteertÿ werd opgericht. Op vandaag beslaat het natuurreservaat zo'n 100 ha en biedt het onderdak aan 220 verschillende vogelsoorten.
Aangepaste beheerswerken houden het water kunstmatig ondiep. Dit moerasgebied bevordert de ontwikkeling van planten en ongewervelden, waar ook ontelbare vogels op af komen. Daarnaast doen we aan 'bosbeheer', om te vermijden dat enkele agressieve planten- en bomensoorten de volledige zone zouden overwoekeren.
Een volgend project voorziet in het aanleggen van waddeneilandjes, waardoor we ook steltenlopers kunnen aantrekken. Tegen 2020 wensen we op die manier een natuurreservaat van 175 ha te beheren. Heel rustig om hier te wandelen. We kregen enkele mooie zichten op dit laatste stukje van deze tocht.
Het was een aangename en rustige tocht,afgewisseld met een fikse bui en enkele mooie opklaringen. Weinig volk aanwezig.
Vandaag ons laatste ontbijt alvorens de terugreis naar België. Na het inladen van de bagage namen we afscheid van ons verblijf in Usseln en reden richting Körbecke. Na iets meer dan een uurtje rijden kwamen we aan .
Körbecke is het grootste district en administratieve hoofdkantoor van de gemeenschap Möhnesee in het district Soest , Noord-Rijnland-Westfalen . In de stichtingsakte van het klooster Welver van 1240 werd onder de getuigen ook een Theodorikus de Kurbicke genoemd . Graaf Gottfried IV verkocht in 1368 het graafschap Arnsberg en plaatst en kantoor Körbecke daarom aan het aartsbisdom Keulen . De stad Soest had de aartsbisschop uitgeleend voor de aankoop van het graafschap 3500 gulden. De aartsbisschop van Trier Kuno von Falkenstein , sede vacante tevens bestuurder van Keulen, bevestigde de Soestern de Erbgenossenrechte in het Arnsberger bosen droeg hen de bevoegdheid van een eenvoudige rechtbank of kasteelhof over de rechtbank in Körbecke. Aartsbisschop Dietrich II.Bevestigd dit 1414. De rechtbank bleef tot de afschaffing van het aartsbisdom in 1803 in Soest en ging samen met de rest van het hertogdom Westfalen van Hessen-Darmstadt . [2]
Op 1 juli 1969 werd Körbecke opgenomen in de gemeenschap Möhnesee.
Vandaag stond er een kleine wandeling op het programma naar de Möhneseeturm met mooie uitzichten op het stuwmeer.
Afscheid nemen van ons verblijf
Hier zijn we aangekomen aan de Möhnesee. Möhnesee is een stuwmeer in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, ontstaan door de bouw van een stuwdam in de periode 1908-13 in de Möhne. Het stuwmeer ligt in de gemeente Möhnesee in het district Soest.
De belangrijkste reden voor de bouw was de watervoorziening. Maar ook de energiebehoefte van de opkomende industrie in het Ruhrgebied speelde een grote rol. Er werden twee Kaplanturbines gemonteerd voor de elektriciteitsopwekking. Er staan nog steeds twee turbines opgesteld met een totaal vermogen van 7 megawatt.[1]De jaarlijkse electriciteitproductie ligt rond de 13 miljoen kilowattuur. Net als bij de Edersee werd de dam zwaar beschadigd bij een bomaanval van de Britten in de nacht van 16 op 17 mei 1943, als onderdeel van Operatie Chastise.[2] Er werd een groot gat, 72 meter breed en 22 meter hoog, geslagen met als gevolg een alles verwoestende vloedgolf. Hierbij kwamen bijna 1600 mensen om het leven, waaronder veel dwangarbeiders.[2] De Duitsers wisten alles in 130 dagen weer te herstellen. De dam werd tijdens de rest van de oorlog mede door de sterk verbeterde beveiling en verdediging,niet meer aangevallen met bommenwerpers.
Zicht op het stuwmeer.
We zijn vertrokken voor onze wandeling.
Dit is de Möhneseeturm. Vanaf het platform van de nieuwe Möhnesee-toren kunnen natuurliefhebbers genieten van een 360 ° panoramisch uitzicht op het speciale landschap op een hoogte van 38 meter. Ongeveer zes meter lang, zes meter breed en 42 meter hoog is de "Möhnesee-toren". Een totaal van zeven trappen leidt naar het grote observatiedek, dat een fantastisch panoramisch uitzicht biedt. Hier enkele zichten vanop de toren vanaf het platform van de nieuwe Möhnesee-toren kunnen natuurliefhebbers genieten van een 360 ° panoramisch uitzicht op het speciale landschap op een hoogte van 38 meter. Ongeveer zes meter lang, zes meter breed en 42 meter hoog is de "Möhnesee-toren". Een totaal van zeven trappen leidt naar het grote observatiedek, dat een fantastisch panoramisch uitzicht biedt. Mooi Foto genomen vanaf de grond. Na het bezoek aan de toren gingen we terug waar onze autobus stond.
Nog vlug even poseren. Onze gidse Nicole en vriend Omer.
Nog even een groepsfoto maken alvorens we terug rijden naar België. Er was nog een tussenstop voorzien in Sevenum. Daarna reden we naar Egem waar onze wagen stond. Het was een fantastisch weekend en hopelijk tot de volgende Hemelvaarttochten. Nogmaals dank aan Nicole en Omer en hun team.
Na het uitgebreid ontbijtbuffet was de tijd aangebroken voor onze volgende wandeling. We konden opnieuw vanaf ons hotel beginnen met de wandeling. Deze keer gingen we rechts weg van onze verbijfplaats. De start was langs de bron van de Diemel en de flanken van de Kahle Pön , door een mooie natuur met veel boswegen naar de Ettelsberg en de Hochheideturm om zo Willingen te bereiken. Geniet mee van de sfeerbeelden.
Zicht op ons hotel in Usseln terug een klimmetje Zicht op Usseln
Hier een stukje wandelen door de Heide. Mooie panorama's.
Eventjes een rust inlassen. prachtig wandelen door de natuur.
Op weg naar de Grose Grube
Hier zijn we dan aangekomen aan de Grose grube.
Vandaar nog een kleine km en komen aan op de Ettelsberg. De Ettelsberg bij Willingen ligt op 837,7 m boven de zeespiegel. NHN [1] [2] hoge berg van het Rothaargebergte in het district Waldeck-Frankenberg in het noorden van Hessen . Nationaal bekend is de berg vanwege zijn hoge heide , de "ski Willingen" en de Hochheideturm . De Ettelsberg ligt in het hoogland , het noordoostelijke deel van het Rothaargebergte, in het natuurpark Diemelsee . De top stijgt ongeveer 2 km zuid-zuidwesten en boven de kernstad Willingen . In het noordwesten valt het landschap in de vallei van de Hoppecke en in het noordoosten in dat van de Itter .
De naburige bergen omvatten Mühlenkopf (ongeveer 815 m ) in het zuid-zuidoosten, Hegekopf ( 842,9 m ) in het zuidwesten en midden van de berg ( 801 m ) in het westen; De Hoppernkopf ( 805 m ) ligt ongeveer 2,5 km ten noordwesten van de Hoppecke- vallei
De Hocheheideturm .Het glazen platform van de toren vormt het hoogste uitkijkpunt van Noordwest-Duitsland en biedt plaats aan 100 personen. Langs de buitenkant van de toren lopen twee routes naar de top, vlak onder het platform. De nieuwe uitkijktoren is daarmee op dit moment ook de hoogste outdoorklimmuur van Europa.
Het glazen uitkijkplatform is te bereiken via een moderne lift voor acht personen of te voet via de 241 treden van de trap.
Geniet van het unieke uitzicht over de bergen rond Willingen, het Hochsauerland, het Waldecker Land, en vaak nog veel verder.
Mooi zicht op de kabelbaan. Hier de down hill voor fietsers(durvers) Flankzicht
Op onze terugweg kregen we de fietsers inzicht.
Tijdens onze afdaling kregen we een mooi uitzicht op Willingen.
Terug door het parkje op zoek naar de andere wandelaars (kleine afstanden) We kregen een mooie bbq aangeboden door het hotel.
Morgen helaas onze laatste wandeling alvorens we terug naar huis rijden.
Na een goed ontbijtbuffet begonnen we aan onze wandeling voor vandaag. We stapten links vanaf ons hotel en wandelden via een parkje naar de heuvels.De wandeling begon met een klim via de Hillekopf met mooie panorama's, verder door het heide gebied, langs de bron van de Ruhr en de Rothaarsteig volgen tot Winterberg. De wandelaars hadden dan nog tijd genoeg om het stadje te bezoeken.
De Kahler Pön ligt in het noordoostelijke deel van het Rothaargebirge. De top stijgt in het natuurpark Sauerland-Rothaargebirge ongeveer 200 m ten zuidoosten van de grens tussen Westfalen en Noord-Hessen, wat overeenkomt met de naadlijn van Sauerland en Upland . Het ligt 1,3 km ten noordoosten van de Westfaalse Titmaringhausen (naar Medebach ). Voorbij en dus ten noorden van de grens ligt het natuurpark Diemelsee met de Hessische Usseln (naar Willingen ). De westelijke naburige berg wordt Auf'm Knoll genoemd , de oostelijke Kalied .
Ongeveer 850 m ( rechte lijn ) ten noordwesten van de piek van Kahler Pön springs Diemel en aan de oostelijke kant van de berg, die overgaat in de noordelijke flank van Kalied, is de oorsprong van de Neerdar .
De piek van Kahler Pön ( 775,3 m ) is, volgens de Duitse basiskaart 50 m naar het westen op 774,4 m [1] zich trigonometrische punt .
Ook deze wandeling kregen we heel veel variatie. Prachtige panorama's
Geniet mee van het prachtig uitzicht
Quasie geen lawaai tijdens onze wandeling. Nog een klimmetje te verwerken, hier zijn we op een hoogte van ongeveer 700m boven de zeespiegel.
Eventjes oppassen voor de voeten.
Schoon koppeltje hé
Na een dikke 11km hadden we een rust voorzien. Lekkere koffie. Na de rust was het tijd om verder te wandelen richting Winterberg.
Hier waren we al heel dicht bij Winterberg.
De Rothaarsteig bleven we volgen tot onze bestemming. Hier een zicht op Winterberg. Winterberg Winterberg is een plaats en gemeente in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen, gelegen in de Hochsauerlandkreis. De stad telt 12.720 inwoners.[1] Naburige steden zijn onder andere Hallenberg (14 km), Olsberg (21 km), Schmallenberg (23 km), Willingen (30 km) Marburg (58 km).
Winterberg, gelegen in het Sauerland op 500 à 800 meter hoogte boven de zeespiegel, is het vanuit Nederland dichtstbijzijnde ski- en wintersportgebied.
In het skigebied en nabijgelegen skigebieden zijn 82 ski- en rodelpistes, 55 skiliften (waaronder 15 stoeltjesliften), er zijn alleen al in de Skiliftkarussell 360 sneeuwkanonnen, ook zijn er 37 kunstmatig besneeuwde pistes en 180 kilometer aan langlaufroutes. Dit skigebied is gesitueerd rondom de berg de Kahler Asten.
Het skigebied Winterberg (580 - 840m) is verdeeld over de volgende deelgebieden: - Winterberg-Stadt: Skiliftkarussell 26 liften (waarvan 13 stoeltjesliften) - Neuastenberg: 9 liften, waarvan 1 stoeltjeslift - Altastenberg: 8 liften - Züschen: 8 liften - Sahnehang (Kahler Asten): 3 liften - Niedersfeld: 3 liften - Ruhrquelle: 2 liften (waarvan 1 stoeltjeslift) - Langewiese: 2 liften
Naast het skigebied heeft Winterberg ook een tweetal skischansen en een officiële rodel- en bobsleebaan. Verder is er een golfbaan met 9 holes, een klimpark, Kurpark, zomerrodelbaan en een panoramabrug over verschillende pistes heen. Dit maakt Winterberg ook in de zomer een populaire vakantiebestemming. In het autoluwe centrum zijn talloze winkels en horecagelegenheden te vinden. In de zomer wordt Winterberg vooral aangedaan door, motorrijders, mountainbikers en wandelaars. Zo is er eveneens een groot mountainbikepark en zijn er uitgestrekte wandelroutes. De bekende wandelroute de Rothaarsteig gaat door het centrum van Winterberg.
In het centrum van Winterberg zijn vakwerkhuizen te vinden. De Sint-Jakobuskerk dateert uit de late 18° eeuw.
Het station van Winterberg.
Na deze mooie wandeling gingen we op zoek naar een terrasje waar we gezellig wat dronken alvorens terug te rijden richting Usseln.
Ik ben Vanden Broucke Jean Pierre, en gebruik soms ook wel de schuilnaam jipie.
Ik ben een man en woon in Lauwe (België) en mijn beroep is gepensioneerd.
Ik ben geboren op 21/12/1954 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen, fotografie en genieten van de natuur.