Na een light breakfast eerst nog even een ommetje gemaakt
naar de Glen Helen Gorge. Blijkbaar waren we gisteren te vroeg afgedraaid naar
de Finke rivier en hadden we de prachtige gorge gemist. Maar vandaag hebben we onze
schade ingehaald en hebben een wandelingetje van 10 minuten gemaakt om
deze gorge te kunnen bewonderen Het was er zo mooi dat je er stil van zou
worden
Vertrokken richting Alice Springs, maar onderweg nog een
paar wandelingen gemaakt. De eerste stop was in Ochre Pits, de okerputten. De
formatie bestaat uit verscheidene rotslagen in allerlei tinten, met opvallende kleurverschillen
tussen de lagen. De oker werd door de Aboriginals traditioneel gebruikt in
ceremonieën en werd verhandeld met naburige stammen. De tinten van de okerverf
lopen uiteen van goud tot een donker, naar paars neigend rood. Het werd gemengd
met emoevet en gebruikt om lichamen mee te beschilderen.
Een eindje verder bezochten we Ellery Creek Bighole. Dit is
een spectaculaire waterput die een kloof doormidden snijdt in het West
MacDonnell Ranges. Duizenden jaren van enorme overstromingen zijn hiervan het
gevolg.
Geluncht in Stanley Chasm waar je ook een mooie wandeling kan
doen, maar echter tegen betaling van AUD 12. Via Tripadvisor had ik in
mijn document genoteerd dat mensen dit eigenlijk heel duur vonden en dat men
aanraadde om andere gratis wandelingen te doen die zeker meer de moeite waren.
Voor een wandeling wilden we niet betalen!
De laatste stop was Simpsons Gap. Na een korte wandeling
arriveerden we aan een prachtige kloof. We namen een aantal fotos en waren
helemaal alleen toen we plots iets hoorden ritselen dichtbij ons. En toen kwam
er plotseling een kangoeroe tevoorschijn die zich helemaal niet bedreigd voelde
door onze aanwezigheid. Ik heb hem zelfs een aantal keer mogen fotograferen. Na
de kiekjes sprong hij in een kloof waar hij waarschijnlijk koelte zocht. Een
heel onverwachte en leuke ervaring.
Doorgereden naar het hotel, een Mercure keten. Dat betekent
comfort, tv én internet! Dit hebben we de vorige dagen even gemist. Toen we een
fles wijn kochten in de BWS moest ik voor het eerst mijn ID‑kaart tonen aan de
verkoopster omdat ik betaalde. Ik zie er nochtans ouder uit dan 18, maar dit is
blijkbaar de gewoonte hier. Gewoon zotjes! We hebben goed gelachen
Alice Springs verkend en een glaasje gedronken op een terras
van café Sporties waar er een fijne, natte nevel werd verspreid. Toen Paul in
de taverne onze drankjes ging bestellen, werd ik lastiggevallen door een
vrouwelijke Aboriginal. Dit is al de 2de keer dat me dit
overkomt, en telkens wanneer ik alleen ben. Gelukkig was Paul snel terug.
Nadien nog even benaderd geweest door een aboriginal die kunst wilden verkopen.
Toch viel het ons op dat, wanneer we s avonds in het stadje gingen eten,
er overal zatte aboriginals rondliepen en zelfs levenloos op de grond lagen. We
vroegen uitleg aan de ober. Die vertelde ons dat de aboriginals grond bezaten
die nu door de overheid wordt ontgonnen (mijnbouw) en waarvoor ze AUD 2 000
per maand krijgen. Daardoor kunnen ze dus de hele dag zuipen, want werken doen
ze hoegenaamd niet. Ze hangen liever rond in groepjes aan de parking van een
shopping center en rond de cafés en tavernes om te schooien. De regering
onderneemt hoegenaamd geen stappen. Dat fenomeen herkennen we ogenblikkelijk!
Laat in de avond nog een berichtje van Connections ontvangen
dat onze vlucht morgen van 12 uur uitgesteld is tot 17 uur. Dat is
niet fijn, want we moeten de auto inleveren om 10 uur, dus zitten we
7 uur vast in de luchthaven
Net vernomen dat er een aanslag in Melbourne is gepleegd.
Een gek reed in op een massa mensen met desastreuze gevolgen. Spontaan kreeg
ik een WhatsApp‑berichtje van een collega die zich zorgen maakte om ons. Zo
lief!
Enkel koffie gedronken wegens té duur ontbijt en maar in één
keer doorgereden naar Kings Canyon, het was immers maar 303 km. Onderweg
kwamen we dromedarissen tegen. Ik dacht dat ik niet goed zag, maar blijkbaar
werden die beesten ooit in een ver verleden geïmporteerd als transportmiddel.
Dat is een beetje uit de hand gelopen zodat Australië nu met een
ongecontroleerd aantal dromedarissen opgescheept zit, althans in dit deel van
de outback.
Tegen de middag aangekomen in Kings Canyon Resort. Zoals
vermeld in mijn documentatie hebben we enkel betaald internet. Ik schrok toen
we de prijs/download hoorden. Men vraagt hier AUD 4,95
(= 4,20 euro voor 100 MB). Dat hebben we er niet voor over. We
weten trouwens niet hoeveel MB het downloaden van mijn fotos van de gsm zullen
opleveren. Dus even geen internet
We zitten nog altijd in de outback, dus de temperaturen
liggen hier nog steeds onmenselijk hoog, lees zon slordige 40 °C. Enkel
de receptie en het restaurant (ondervonden we later) heeft airco. Gelukkig voor
ons heeft ook de kamer airco, maar die werkt enkel als we de sleutel met
activeringskaart in de daarvoor bestemde gleuf steken. Als je de kamer verlaat,
stopt ook de airco. Daar heeft Paul iets op gevonden Hij liet de
activeringskaart zitten en maakte de sleutel los. Zo blijft de kamer lekker
fris als we weg zijn, want het is hier bakkes heet!
Voor de lunch aten we een snelle hap in de bistro van het
resort, waar het binnen mogelijk nog heter was dan buiten. Er was nl. helemaal geen
airco, er draaiden alleen plafondventilators. We bestelden een Ceasar Salad,
mijn lievelingssalade. Eerlijk, ik mag mezelf bestempelen als een salade‑expert
omdat ik altijd en overal een salade eet. Ronduit gezegd dit was de
slechtste salade ooit die ik heb gegeten: er was té veel dressing (waardoor de
salade slap werd), té veel spek, té veel kaas, té veel vette croutons, géén
ansjovis (stond wel vermeld op de kaart) en het gepocheerde ei bleek een spiegelei
te zijn. Als je kip erbij wilde, moest je nog eens AUD 10 bijbetalen. Om
half zes had ik nog oprispingen, ondanks het feit dat ik alle vette kost had
laten liggen. En dan was het ook nog heel prijzig
Nog snel een paar liter water én een hoedje voor mij gekocht
in de local store want we wilden zeker 2 wandelingen doen en die vereisen:
hoofddeksel tegen zonneslag, zonnecrème en water, veel water
Na de lunch deden we een eerste wandeling, nl. de Kathleen
Springs Walk. Het was wel 38 km rijden tot aan de car parking, maar het
was een makkelijk toegankelijke wandeling van 2,6 km (heen en terug). Eén
nadeel er was geen schaduw en toen we aan de walk begonnen was het
ongeveer 43 °C. In België zou ik er nog niet aan denken een poot te
verzetten in deze temperatuur, maar we zijn niet in België! De walk duurde
normaal anderhalf uur, maar wij deden het in 40 minuten en dan hebben we
nog een rustpauze aan de bron ingelast.
Daarna nog een gemakkelijke wandeling gedaan, nl. de Kings Canyon
walk. Deze was slechts 2 km lang en liep langs schaduwrijke paden. De
temperatuur was nog steeds 43 °C, het was bloedheet, maar ook bloedmooi!
Ik heb in heel mijn leven nog nooit vrijwillig zoveel water gedronken als de
laatste dagen. Onwaarschijnlijk! Je lichaam snakt echt naar water!
Onderweg met de auto 2 hagedissen kunnen ontwijken
waardoor die weeral een dag langer te leven hadden ;-)
In het resort aangekomen rond half zes. Avondeten was
gepland om 19.00 uur (reservatie was vereist). Heerlijke douche genomen en
afgezakt naar de bar waar we heel snel weer buiten waren wegens geen airco.
Eindelijk eens lekker gegeten in het restaurant (mét airco). We kozen voor kip
met seizoensgroenten (pompoen en broccolini), gebakken aardappeltjes in de
schil en een lekkere saus aangevuld met vijgenpuree. Heerlijk!
Vanochtend weer vertrokken zonder ontbijt, want een
Continental Breakfast kostte hier zo maar even een slordige AUD 35. In
theorie kon je ook in de bistro gaan ontbijten, maar dat bleek echter pas zijn
deuren te openen om 11 uur. Dan maar een mueslibar opgegeten
onderweg Gisteravond werden we bediend door een Canadese studente die op
reis was met haar boyfriend. Vanmorgen leerden we haar boyfriend kennen bij het
afrekenen van onze tankbeurt. Beide werken hier om hun rondreis in Australië
(en nadien Azië) te financieren. Ze hadden net hun hoger middelbaar gedaan en
wilden absoluut deze reis maken alvorens aan de universiteit te beginnen. Leuke
babbel gehad!
Uitgecheckt en vertrokken via de Mereeni Loop Road naar Glen
Helen. Hiervoor moest je wel een 4x4 hebben! Dit is een onverharde (gravel) weg
van ca. 190 km tussen het Watarrka National park en bezienswaardigheden
als Glen Helen Gorge en gaat langs de oostrand van de woestijn. Ondanks het
feit dat we dachten daar helemaal alleen te rijden toch een aantal tegenliggers
tegengekomen. We zochten tevergeefs naar dromedarissen, maar vonden alleen
wilde paarden. Ondanks alle waarschuwingen over de toestand van de weg bleek
deze loop wel mee te vallen dankzij onze 4X4 mét stevige banden.
Rond de middag gearriveerd in het Glen Helen Resort waar de
kamers heel basic moesten zijn volgens het reisbureau. Dat viel allemaal nog
heel goed mee. De kamer is wel klein, maar heeft alle accommodatie voor één
nacht. Na het middagmaal reden we naar de Ormiston Gorge waar we eerst (in
temperaturen van rond de 43 °C) de Waterhole wandeling deden en we
prachtige fotos namen bij de creek. De natuur is daar echt overweldigend!
Nadien deden we de Ghost Gun Lookout trail waarbij we het
uitzichtspunt van bovenop de creek konden bewonderen. Het was wel klimmen en
dalen in de hete zon, maar het was de moeite!
Nadien nog een kleine wandeling gedaan langsheen de Finke
rivier die vlak voor onze kamer vloeit. Daarna gedineerd en een leuke babbel
gehad met Rotterdammers met 2 kinderen die net naast ons logeren.
Deze ochtend wilden we in het hotel ontbijten, want
breakfast was not included. Toen we de prijs hoorden, hebben we maar een koffie
gedronken in de bar. Meestal vraagt men rond de AUD 15 (= ongeveer 10)
voor een Continental Breakfast, maar AUD 33 was er een beetje over.
Vertrokken naar Ayers Rock. Voor de lokale Aboriginals is Uluru (Ayers Rock een
belangrijke religieuze plaats. De rots is verbonden met hun mythologie, de
Tjukurpa, ook bekend als de Droomtijd. Alle facetten van de rots hebben een
bepaalde betekenis en zijn met elkaar verbonden via de mythologie in de
Tjukurpa. Verschillende kleine gaten worden geassocieerd met holen gegraven
door mythologische mollen. Zo vormt de rots als het ware een bijbel voor de
Anangu, die geen schrift hadden om hun mythologie op te schrijven. Er zijn
verschillende heilige plekken rondom de rots die een speciale rol spelen bij
mannen- of vrouwenrituelen.
Weetje: in 1980 trok Uluru wereldwijde media‑aandacht door
de verdwijning van de baby Azaria Chamberlain. Haar moeder Lindy beweerde dat
het kind werd weggesleept door een dingo tijdens een kampeeruitje nabij Uluru.
De autoriteiten geloofden dit niet en de moeder werd vervolgd voor kindermoord,
maar werd later vrijgesproken. Het voorval werd verfilmd in A cry in the dark. Onze gids, Mike, die
een paar dagen geleden onze 4x4 tour begeleidde, geloofde niet in het verhaal
van de dingo. Hij zegt dat het duidelijk om een moord gaat.
Ayers Rock, een imposante rode rots lijkt één groot blok
gesteente dat uit de grond gerezen is, maar niets is minder waar. We wilden
graag de Mala Walk doen, 2 km lang. Je loopt hier redelijk beschut want
toen we de wandeling begonnen, was het al 36 °C (ondanks de bewolking). Het
was een leuke, gevarieerde wandeling waarbij langsheen de rots liepen en we
veel kloven, inhammen en uitstulpingen konden bewonderen. Aansluitend wilden we
een stuk van de Uluru Base Walk doen (in totaal 10,6 km!), maar de tracks
worden gesloten voor het publiek als de temperatuur boven de 36 °C stijgt.
Je ben dus verplicht de trails te doen in de vroege ochtend. Toen wij
terugkeerden van de Mala Walk was het 11 uur en omdat de zon erdoor kwam,
liep de temperatuur op tot 45 °C! Er waren mensen die zich van het verbod
(lees: er stonden echt borden Track
closed) niets aantrokken. Wij hebben bewust gekozen om geen boete op te
lopen, want er staan serieuze penalties
op.
Daarna naar de lookout gereden waar je het best de sunrise
en de sunset bewondert en uiteraard een aantal mooie fotos genomen.
Aansluitend het Cultureel Centrum bezocht, een iced coffee/iced chocolate
gedronken en teruggekeerd naar ons hotel om te lunchen. De andere helft van de
wrap van gisteren opgegeten met als aanvulling een stuk fruit.
Nadien richting Kata Tjuta gereden, zon 48 km
verwijderd van het hotel. Kata Tjuta, wat veel
hoofden betekent (een verwijzing naar de 36 ronde toppen), is een
rotsformatie die ook bekend staat als de Olgas. Het lijken afgeronde
rotskoepels die uit de woestijn oprijzen en liggen in de Valley of the Winds.
Geologisch onderzoek heeft aangetoond dat beide rotsformaties (Uluru en Kata
Tjuta) bestaan uit gesteenten van dezelfde geologische ouderdom. Uluru bestaat
uit mariene zandsteen en Kata Tjuta bestaat uit conglomeraat, een gesteente met
veel grovere fragmenten. Kata Tjuta bleek al even imposant te zijn als Ayers
Rock. Mooie fotos genomen, want de zon scheen volop, van o.a. de
2 hoofden die neus‑aan‑neus staan.
Daarna gewandeld naar de Walpa Gorge. Het was een pittige
wandeling over rotsen en gesteente, klimmend en dalend, over bruggetjes, alsmaar
verder en verder. Er waaide een felle, doch warme wind. Uiteraard we
bevonden ons in de Valley of the Winds Hier konden we echt de flynets, die we mochten lenen van onze
buren, goed gebruiken. De irritante vliegen kozen weer meedogenloos voor onze
oren, neus, mond, ogen Zeer vervelend, dus hadden we onze vliegennetjes
opgezet. De vliegen verdwenen als sneeuw Ondanks de vermoeidheid toch de
hele wandeling volbracht (met bang hartje) zonder ongelukken dankzij mijn
ventje die mij haast de hele tocht een hand gaf ter ondersteuning. Toen we
bijna aan de auto waren; kwamen we een jong Indisch koppeltje tegen. De jongeman
sprak ons aan en zei: You are looking
like aliens! Waarop Paul laconiek antwoordde: Daar hebben wij een vliegennetje voor nodig ;-)
Nog even langs Uluru gereden, dat ondertussen volop in de
zon baadde. De fotos zijn geweldig! Nadien naar het hotel gereden om andere
kleren aan te doen en dan weer naar Uluru te rijden voor de sunset. Jammer
genoeg konden we niet van een echte zonsondergang genieten door de zware bewolking.
Toch een aantal treffende kiekjes geschoten
Avondmaal genoten in de bistro van ons hotel en dan
eindelijk de langverwachte douche! Moe, maar voldaan in bed gekropen.
Vroeg afgereisd omdat we vandaag alweer zon 517 km
moeten afleggen. Gsm was geprogrammeerd op 06.30 uur. Stipt op dat uur kregen
we een stem te horen die zei dat het half zeven was en die de weersvoorspelling
meedeelde i.p.v. het door ons gekozen deuntje. Wij waren perplex Bleek
dat ik gisteravond nog snel het uur van ontwaken had gewijzigd, waardoor ik
Bixby had ingeschakeld. Dit is een dienst die Samsung Galaxy aanbiedt en een
overzicht biedt van je fotos, je agenda, nieuws, je hartslag enz. Blijkbaar
kan het ook gebruikt worden als wekdienst.
Enkel koffie gedronken en beginnen rijden. Buiten de
517 km moeten we ook van auto wisselen in het Hertzkantoor van Yulara,
waar we logeren. Het rijden ging vlotjes. Geen mens te zien op de eindeloze,
verlaten wegen buiten een paar tegenliggers. We ontdekten ook een bordje waarop
vermeld stond dat we moesten uitkijken voor road trains van 53,5 m! Dit
verbaasde ons omdat we dachten dat de langste road train 36,5 m lang was.
We zijn er eentje tegengekomen en die was beslist overweldigend. Wat een
gevaarte!
Onderweg gaan eten in een Roadhouse. De helft van een wrap
verorberd omdat hij nogal groot uitviel. De rest bijgehouden tot we weer honger
kregen. Daar ook gemerkt dat er weer een uurverschil was; we waren immers het
Northern Territory binnen gereden. Het is hier een uur vroeger, dus hadden we
ons middagmaal al om 10 uur En dan klagen de Belgen omdat ze moeten
overschakelen van zomer- naar winteruur. Wij hebben al 3 x een
tijdverschil meegemaakt op 5 weken Voor alle duidelijkheid
momenteel is het hier 8,5 uur later dan in België!
Op weg naar Uluru kom je Mount Connor tegen. Het is een
prachtige, reusachtige rotsformatie maar heeft helaas een grijze kleur en geen
rode. Vele mensen denken dat dit al Ayers Rock is, maar dat is het niet. De
fotos bewijzen dat deze berg wel heel indrukwekkend was.
Het hotel goed gevonden, maar de temperatuur valt een beetje
tegen. Het is hier ongeveer 40 °C en de hitte is overweldigend. Gelukkig
was er bewolking! In de zon moet het moordend heet zijn. In plaats van de auto
voor de deur van de hotelkamer te parkeren, moesten we hem op de parking
vooraan het hotel achterlaten en te voet met al onze bagage zon
10 minuten wandelen naar onze kamer. De instructies van de receptioniste
klopten alweer niet zodat we in de moordende hitte verkeerd liepen. Dan maar
onderweg in een winkeltje van het hotel de weg gevraagd. Eindelijk onze
hotelkamer gevonden en het beviel ons heel goed. Het was de wandeling waard!
Dadelijk de weg gevraagd naar het Hertzbureau want we
moesten onze Toyota Corolla inruilen tegen een Toyota Prado 4x4. Alweer op het
verkeerde been gezet door de receptioniste. In Australië is men blijkbaar niet
in staat de correcte weg te wijzen. Gearriveerd aan het Shell benzinestation,
getankt en alweer de weg gevraagd. Bleek het bureau van Hertz haast naast ons
hotel te liggen. Het was een moeilijke bevalling voor het meisje achter de
counter, maar uiteindelijk toch een Mitsubishu Pajero gekregen i.p.v. een
Toyota Prado. Een heel toffe wagen, automatisch, terwijl we ene met
versnellingen dachten te krijgen. Paul heeft de gebruiksaanwijzing moeten
doornemen om te zien hoe de wagen in 4x4 werkt, want er was niemand die uitleg
kon geven. We zullen wel zien maar ik heb alle vertrouwen in mijn
ventje.
Gegeten in de Bistro van het hotel aan een redelijke prijs
voor een lekker gerechtje. Eindelijk nog eens een salade kunnen eten! Verslag
gemaakt en toen ik wilde aanloggen op het internet bleek dat er too many
devices connected waren. Allez, dan maar de wifi op mijn gsm uitgeschakeld en
geprobeerd op het netwerk te geraken. Niet makkelijk, aangesloten, niet
aangesloten en zo gaat het maar voort. Maar, ondanks de frustratie, houden we
vol
Vanochtend Coober Pedy bezocht. We hebben maar 234 km
te rijden op de Stewart Highway, dus we hebben tijd zat; het is toch altijd
maar rechtdoor ;-) Tijdens onze
rit vroegen we ons af wat die kleine bergjes in het oh zo eentonige landschap
van rode aarde met steppegras waren. Waar opaalzoekers het landschap hebben
omgewoeld, ligt het vrijwel boomloze terrein bezaaid met bergen aarde. Waar men
dus dacht opaal te vinden, begon men te graven en liet men de afval achter. Dat
verklaart de ligging van deze hopen aarde. Zij liggen soms op kilometers
afstand van elkaar.
Eerst een bezoek gebracht aan de Old Timers Mine. Deze biedt
een fascinerend inzicht in de wereldberoemde opaalmijnindustrie van dit outback‑stadje.
Met een helm op het hoofd vertrokken door de nauwe gangen van de mijn en hebben
geleerd hoe mensen heel hun dag ondergronds doorbrachten in vreselijk
erbarmelijke omstandigheden. Soms kostte het weken om een gat te boren in de
rotsen vooraleer men kon graven naar opaal. Opaal is een amorfe variëteit van
kwarts. Opaal kan kleurloos zijn, wit, melkachtig blauw, grijs, rood, geel,
groen, bruin en zwart. Het opaal is één van de mineralen die fossielen vormen
of kunnen vervangen. Zo zagen we fossielen van schelpen in opaal.
Sommige mensen hadden in de mijn een klein appartement, een
kinderkamer en een keuken uitgehouwen in de rotsen. Het was er lekker koel en
het was dichtbij het werk. Je moet nl. weten dat de temperaturen hier hoog
kunnen oplopen. Je vindt hier ook een gamma van historische gereedschappen,
zoals lampen, een gemotoriseerde lier, een theodoliet van een landmeter en een
originele Royal Flying Doctor First Aid Kit om geïsoleerde bewoners te
behandelen en te redden. Ook een tandartsstoel en apparatuur die de tandarts
gebruikte, kom je hier tegen.
Net op tijd om het voederen van kangoeroes te zien in het Josephines
Gallery & Kangaroo Orphanage. De eigenaars hebben een art‑gallery en
zorgen al 15 jaar voor de opvang van gewonde of zieke kangoeroes. Ze
hebben er momenteel 3 en een joey (baby kangoeroe). We mochten ze voederen. De
snack bestond uit gedroogde vruchten en wasabinoten. Heel voorzichtig
knabbelden de dieren aan de noten en toen er niets meer op mijn hand lag, likte
Shauni mijn hand helemaal schoon. Zo lief!
Volgens de reisgidsen leven en werken de mensen in Coober
Pedy voornamelijk ondergronds. Maar we ondervonden dat dit niet helemaal waar
is. In Coober Pedy gebeurt heel veel bovengronds. Er zijn een restaurants,
bars, hotels, shops bovengronds, maar je vindt er tevens een ondergrondse
orthodoxe kerk, Saint Elijahs. Daar zijn we ook een kijkje gaan nemen. Heel
speciaal!
We logeren in Marla Travellers Rest in Marla. Marla is een
service centre aan de Stuart Highway. Buiten het service centre is er geen
bebouwing. Het ligt immers in het midden van de Australische outback. Toch vind
je hier een kleine supermarkt en een tankstation. Marla ligt aan The Ghan
spoorlijn. De trein doet de plaats 4 x per week aan. Voor de rest is er
totaal niets te zien in dit hete oord. Hoewel, er lopen hier veel aboriginals
rond die door de ober van het restaurant aangemaand worden schoenen aan te
trekken ;-)
Vroeg vertrokken vanuit het resort omdat we vandaag zon
slordige 700 km moeten afleggen. Het vervelende is dat we eerst terug naar
Gawler en Port Augusta moeten rijden om van daaruit te kunnen vertrekken naar
Coober Pedy. Coober Pedy staat bekend als de opaalhoofdstad van de wereld. De
naam is afkomstig van Kupa Piti, een Aboriginalnaam die witte man in gat betekent. De stad ligt in de Outback, honderden km
van de dichtstbijzijnde nederzetting af. Vanwege de weersomstandigheden wonen
de meeste mensen ondergronds en werken ze in ondergrondse mijnschachten. Je
vindt hier dus o.m. kerken, hotels, bedrijven onder de grond.
Omdat het een behoorlijk af te leggen afstand was, zijn we
verschillende keren gestopt om onze benen even te strekken en wat rond te wandelen
om ons verstand op nul te zetten. Ik heb natuurlijk niet veel moeten doen, al
het werk was voor Paul, de chauffeur. En hij heeft het super gedaan! We hebben onderweg
ongeveer 4 x moeten stoppen, o.a. voor een grote dode kangoeroe die in het
midden op ons rijvak lag en waar we echt niet konden over rijden, en 3 x
voor emoes met babys die de weg overstaken. Gelukkig heeft Paul goede ogen en
hebben we tijdig kunnen remmen. Je mag hier tenslotte toch over het algemeen 110 km/uur
rijden op de wegen.
Gegeten in Studs Roadhouse en een lekkere cappuccino/hot
chocolate gedronken. Onderweg waren we niet verbaasd weer op een eindeloze weg
te rijden voor honderden kilometers zonder veel passage te zien, behalve road
trains. Uiteindelijk gearriveerd rond 16.30 uur in het Desert Cave Hotel.
We kregen een ondergrondse kamer toegewezen met alle comfort. Alleen is het
water hier een dure zaak. Gelukkig konden we douchen al kwam het water maar
mondjesmaat uit de sproeier
Eindelijk hadden we weer internet! Ik had bijna
afkickverschijnselen Dadelijk ingelogd en dochterlief en de Milonnekes
op de hoogte gebracht van onze avonturen. Ogenblikkelijk een aantal fotos
verkleind en geprobeerd ze op de blog te zetten. Blijkbaar valt het internet
hier vaak weg, want ben er nog altijd niet in geslaagd. Zucht!
s Avonds gaan eten in het restaurant van het hotel
(buiten eten leverde weer enkel burgers en pizza op). Maaltijden waren hier
weer erg duur. Ik koos voor een penne met garnalen en chorizo en pikante saus
en Paul had een kangoeroesteak met courgetten en couscous. Hij haat couscous,
maar er je kon er geen frieten bij krijgen. Mijn penne was lauw en van garnalen
was er geen sprake. Ik besloot de dienster hierover aan te spreken. Zij haalde
de chef erbij en ik kreeg een gratis dessert aangeboden, een dessert waarvoor
ik absoluut niet had willen betalen, maar we waren blij met de compensatie en
hebben het broederlijk gedeeld. En nu tijd voor een slaapmutsje in de kamer