Mijn boeken gaan niet over mij, maar
over de wereld van nu.Wat is er
gaande?Hoe kan ik als schrijver
structuur geven aan de chaos die ons omringt?Het is tegenwoordig voor iedereen erg moeilijk om een onderscheid te
maken tussen wat belangrijk is en wat belangrijk lijkt.Ik geloof dat schrijvers een morele
verantwoordelijkheid hebben.Om het met
de woorden van de Italiaanse schrijver Italo Calvino te zeggen: Geef een stem
aan hen die geen stem hebben.
( )
Het creatieve proces stopt niet nadat
de auteur zijn laatste woorden heeft geschreven.De verbeelding van de lezer laat het boek pas
echt tot leven komen.
Schrijven is niet helemaal mensenwerk, er zit innerlijke harmonie in. Er is je diepe ik waarmee je je roman schrijft.Als er straatrumoer is moet je het venster sluiten, zei Marcel Proust, want daar valt geen roman mee te maken.Uit regionen binnen in mij, waar ik geen vat op heb, moet iets naar boven komen.Een beeld, een scène.Ik wacht daar op. De ene zin roept de andere op, net zoals de voetballer wacht op de goal door ernaar toe te werken.Ik weet vaag en precies tegelijk waar ik heen moet.Er is een weg, maar hoe die loopt?
Gary Shteyngart over zijn verwachting van literatuur
Gary Shteyngart in gesprek met Kathy Mathys
Ik heb niets tegen entertainment, maar wanneer ik lees, moet ook de taal spannend zijn.Bij literatuur gaat het om meer dan een serie van filmbeelden.De literaire auteur vraagt je om je leven voor even op te schorten en empathie te tonen voor een ander.
Die discussies onder geletterden, de
schotschriftjes . Ze gaan uiteindelijk zo vaak om futiliteiten. Het zijn
allemaal kleine pietjes en lange tenen in letterenland.Bovendien is het vaak geforceerd.( )
Woorden zijn wapens. Je kunt de wereld
verbeteren met literatuur, en je kunt hem verslechteren.We houden daar echt te weinig rekening mee Ik weet het, ik ben weer de pastoor. ( )
Ik denk nog altijd dat iedereen met
eerlijkheid het meest gediend is. Maar mijn eerlijkheid is misschien een leugen
voor een ander.Ik zal het misschien
anders moeten leren verpakken.
Een mens moet ongehoorzaam durven te
zijn. Zijn eigen regels toepassen.Ik houd
van taal met horten en stoten. Proberen iets te zeggen wat onzegbaar is. Nieuwe
vormen vinden. Je vrijheid gebruiken. Daarom ben ik een schrijver. Ik verdraag
mensen niet die in prachtige volzinnen niets te melden hebben. Het is rampzalig
als taal alleen maar vorm is. De kracht van de taal is haar inhoud.
Herman Brusselmans over schrijven met een vol hoofd
Herman
Brusselmans in
gesprek met Tine Hens
Mensen die schrijven, zijn mensen die
graag lezen. Wie schrijft, die leest. Ik wilde het ook eens proberen. Lukte
het, fijn; lukte het niet, pech.Blijkbaar had ik het talent en het doorzettingsvermogen wat een
onderdeel is van dat talent en ben ik geëvolueerd tot wat ik ben:
professioneel schrijver;
( )
Maar ook binnen de grenzen van dat
schrijven, schrijf je in wezen altijd hetzelfde boek. Wat mij steeds verweten
wordt. Je kunt wat experimenteren in de vorm, maar je stijl is je stijl, daar kun
je niet onderuit.Die stijl vind je
niet uit, die pik je bij elkaar uit alle invloeden om je heen.
( )
Je hoofd zit dan weer zo vol gedachten,
zo vol stemmen en geluiden dat het ventiel weer open moet om je hoofd leeg te
maken.In die zin is schrijven,
therapeutisch. Het zorgt weer voor wat ruimte in je hoofd.
Statements van schrijvers vind je niet
terug in krantenarchieven. Je vindt ze in hun romans. Maar daar vraagt niemand
naar, dat is heel bizar. Ik houd zoveel van lezen, en ik houd er zo van over
boeken te praten.Wat is er mis met
jullie, journalisten? Met vrienden praat ik voortdurend over boeken.
We staan versteld van onszelf, we weten
niet wie we zijn of hoe we in elkaar zitten en we proberen daar voortdurend
greep op te krijgen.Romans zijn beter
geschikt om de menselijke aard te analyseren dan boeken over psychologie en
antropologie.De menselijke aard
verandert voortdurend, doorheen de tijd en in steeds wisselende contexten.Daarom heeft de roman een toekomst.Romanschrijvers kunnen de wereld en de mens
telkens opnieuw beschrijven omdat de omstandigheden waarin de mens leeft en
waarop hij reageert voortdurend evolueren.
Wanneer ik begin te schrijven weet ik
nooit waar ik zal uitkomen.Ik ben niet
zo geïnteresseerd in de plot of in het realisme van het verhaal.Ik wil de werkelijkheid niet kopiëren.Mijn boeken zijn niet realistisch of waar,
maar ze moeten wel waarachtig zijn en een eigen, inwendige logica hebben.
( )
Ik wil niks zeggen. Ik heb geen
boodschap, geen project. Ik vertel verhalen. Het enige wat ik daarover kan
zeggen, is dat ze gaan over de gevaren van het leven en hoe die overwonnen
kunnen worden. Soms krijg ik brieven van mensen die mij schrijven hoe mijn
boeken hen hebben geholpen om een depressie te overwinnen. Dat vind ik een
schitterend compliment. Weet je wanneer een boek goed is?Je bent droevig, je leest een boek en daarna
ben je opgewekt.
Eva Gerlach over de veranderlijkheid van haar poëzie
Eva Gerlach
In een gedicht zit natuurlijk altijd
een zekere stolling: je probeert je gedachten zo getrouw mogelijk vast te
leggen met alles wat het ding zelf je ingeeft qua ritme en taal.Als ik er dan later naar terugkijk, denk ik:
de kern van de zaak heb je hier niet begrepen, dame!
( )
Er zijn mensen die dat niet in de haak
vinden, dat je het gedicht in een later stadium terugpakt. Ze vinden dat vals
spelen, je kunt nu immers meer. Maar dat ding dat je hebt gemaakt is niet een
ding met alle zwaarte van dien, het is een stadium in een doorgaand
proces.Zie, alweer een reden om me
tegen zon verzameld werk te verzetten. De volgende keer verander ik vast weer
van alles.
Het echte leven heeft voor een
schrijver namelijk een belangrijk nadeel: het is dood.Het heeft geen vorm, het is niet mooi
afgewerkt, en het gaat maar door, dag na dag.De enige schrijver die daar iets van wist te maken, was Saul Bellow
omdat hij door zijn personages heen kon kijken.Ieder ander kan beter de woorden van Philip Roth in zijn oren knopen: Schrijf niet over wat er gebeurt, maar over
wat er niet gebeurt. Waarom zou je jezelf beperkingen opleggen?
Arthur Japin over zijn afkeer van narigheid in boeken
Arthur Japin in gesprek met
Jelle Van Riet
Ik zal in mijn dagboek nooit nare
ervaringen opschrijven, die zijn er al genoeg in het leven. Ik schrijf slechts
op wat ik zelf aankan. Als ik dat niet zou doen, zou ik eronderdoor gaan.Ik verdraag bijvoorbeeld slecht van die
dramatische liedjes waarin het verlies en de ellende wordt bezongen. Als je
zoveel verdriet hebt gehad als ik, wil je enkel nog het mooie toelaten. Zo
komen we weer bij Tolstoj uit: ja, er gebeuren afschuwelijke dingen, maar als
je erop gaat zitten, zak je op een dag mee naar beneden.Draai het liever een kwartslag en maak er
iets moois van.
Jeanette Winterson over haar voorkeur voor het kronkelige
Jeanette
Winterson in
gesprek met Chris Meplon
Als je een roman schrijft, moet je de
aandacht van je lezers langer gaande houden dan bij een gedicht.De lezers willen een verhaal. Mij best. Het
hoort zo. Je kunt heel snel door het eenvoudige verhaal lezen, maar er zit veel
meer in.( ) Ik hou van het fluïde, niet
van het rechte, vastgestelde pad.
( )
Mijn verhalen zijn filmisch niet
eenvoudig. Je zou erg radicaal moeten ingrijpen als je ze zou willen verfilmen
en dan zou het nog altijd oppervlakkig zijn.Dat is mijn groot bezwaar tegen film.
Een schrijver is zoals elke andere
mens. Je verandert. Je maakt fouten in je boeken en je maakt fouten in het
leven. Ik zoek geen oplossingen in mijn boeken, maar een uitweg om aan een
nieuw boek te werken dat antwoord geeft aan het voorafgaande.
( )
Schrijven is iets heel banaals. Je hebt
een pen, je hebt papier, er is de geur van inkt. Er is verwondering. He is
fysiek. Ik denk aan de eerste keer dat ik een typemachine gebruikte. Ik was
veertein en had een paar gedichten op zak. Letter voor letter heb ik ze met één
vinger uitgetikt. Het prachtige geluid van de hamertjes en de lade. De
typemachine is ook een muziekinstrument. Nu kun je ratelen op het toetsenbord
van de computer. In het gezelschap van de eenzaamheid kun je soms de essentie
van het geluk vinden.In die zin ben ik
wel een kluizenaar.
Als
ik mijn leven niet transformeer, als ik er geen fictie aan toevoeg, kan het dan
ook voorwerp worden van een literaire constructie? Zijn personages die we
creëren met onze fantasie interessanter dan mensen die we kennen of ontmoeten?
Als we allebei proberen zo objectief mogelijk dezelfde man te beschrijven,
krijgen we toch totaal uiteenlopende resultaten en dus eigenlijk fictie. Ook als
we schrijven over mensen die we kennen, ontmantelen en fragmenteren we hen om
ze daarna opnieuw op te bouwen. De geest die fictie voortbrengt is dus ook in
die gevallen werkzaam.Eigenlijk wou ik
me ook eens op een stille, rustige en serene manier alle voorbije dingen
herinneren.
Ik weet hoe moeilijk het is om emotie
over te brengen. Als je schrijft ze was overstuur dan werkt dat niet. Ik heb
geleerd hoe het anders kan. Al mijn verhalen vertrekken vanuit emotie: verdriet
om een relatie die ten einde loopt, een ruzie, sympathie voor een vlieg.Soms een kleine emotie, soms een grote.Als je je enkel interesseert voor vormelijk
experiment, dan krijg je een curiositeit.In elk verhaal moet emotie zitten, menselijkheid.Ik gruwel van extreem formele
experimenten.Iemand die van vijfhonderd
boeken de eerste lijn op pagina 35 neemt en er een verhaal van maakt, vind ik
bijvoorbeeld saai.
( )
De meeste verhalen weerspiegelen mijn
visie op de wereld. De dingen waarover ik nadenk, die me raken, zitten in de
verhalen.Als ik naar een vlieg kijk en
de vlieg interesseert me, dan neem ik ze op in mijn verhaal. Wat mijn aandacht
trekt, kan in een verhaal terechtkomen. Gedragingen van mensen, maar net zo
goed van dieren.
Ik weet nooit wat er zal gebeuren. Ik
plan niet. Ik ga zelden om 9 uur s ochtends naar mijn werkkamer voor een
schrijfsessie van zes uur. Ik schrijf meestal voor een uur, hooguit twee achter
elkaar. Ik heb heel veel halfafgewerkte verhalen.
Günter Walraff over de noodzaak van zintuiglijkheid
Günter Walraff in gesprek met
Filip Huysegems
Bertolt Brecht heeft gezegd: Elke
wandaad heeft een naam, een plaats en een gedaante. Het is die concretisering
waar het mij om gaat, het tastbaar maken, het zintuiglijk laten voelen van een
mensonwaardige toestand.Ik tracht, al
is het geval per geval, dingen beter te maken. Want het eigenlijke werk begint
pas als mijn reportages gepubliceerd zijn. Dan probeer ik, samen met anderen,
iets teweeg te brengen, iets te veranderen. Als dat lukt, is dat een groot
geschenk voor mij.
Ik heb inderdaad nog nooit een
personage bedacht met wie ik op reis zou willen gaan. Ik schrijf graag over mensen
met fanatieke trekjes. De slapheid en karakterloosheid van veel personages in
hedendaagse romans vervelen me. Veel mensen zijn zo, ja, die personages zijn
behoorlijk realistisch, maar het is toch niet boeiend om dat allemaal nog eens
op te schrijven of erover te lezen?
( )
De
auteur is de vrijzwevende geest die alles mag denken. Mijn boeken zijn veel
stabieler dan mijn geest. Misschien is het daarom dat ik schrijf: om iets
stabiels, iets blijvends te maken. Veel mensen verwerven stabiliteit door werkomstandigheden:
elke dag worden dezelfde eisen aan je gesteld, je hebt dezelfde collegas en dezelfde
bazen.Iemand die geïsoleerd werkt, als
ik, heeft alleen de tekst als opgave en leidraad.
Jeroen Brouwers over het niet-autobiografische van zijn romans
Jeroen Brouwers in gesprek met
Karel Verhoeven
De indruk dat ik mijn personages ben,
ligt aan de stijl.Die zit zo dicht op
de huid. Het ritme, de keuze van de woorden, zijn zo precies dat men denkt: het
kan niet anders of die schrijft vanuit zijn eigen levenservaring. Wat niet zo
is. Dat men de boeken autobiografisch vindt, betekent dat ik ze goed geschreven
heb. Het dringt door tot de ziel van sommige lezers. Al verwijten weer anderen
mij pose, aanstellerij, koketterie.