Daniel C.
Dennett in
zijn boek De evolutie van de vrije wil
Evolutie is de blinde horlogemaker en
dat moeten we nooit vergeten. Maar we
moeten niet veronachtzamen dat Moeder Natuur goed voorzien is van wijsheid
achteraf.
Over
de mens: We zijn thans virtuoze vermijders,
voorkomers, bemoeials en dwarsliggers.
Onze karakters zijn niet bepaald omdat
we ontwikkeld zijn tot entiteiten die zijn ontworpen om hun aard te veranderen,
ingevolge onze interactie met de rest van de wereld.
Moeder Natuur is niet genen-centrisch.
Dat wil zeggen dat het proces van natuurlijke selectie niet de voorkeur geeft
aan informatieoverdracht via genen, als dezelfde informatie (ruwweg) net zo
betrouwbaar en goedkoper door een andere regelmatigheid in de rest van de wereld
kan worden geleverd.
Over
de Panare-indianen in Venezuela, een vaststelling die, volgens mij, ook voor
onze verstedelijkte mens geldt: Deze mensen verloren hun traditionele web van coöperatieve
onderlinge afhankelijkheid, en nu verliezen ze ook een groot deel van de
kennis die ze door de eeuwen heen hebben verzameld over de flora en fauna van
hun wereld. (hoevelen
hebben nog de kennis over groenten en fruit en die hun ouders hadden omdat die
een moestuin hadden?)
Wij kunnen ons (denken we) betere
werelden voorstellen en verlangen erheen te gaan. Hebben we gelijk dat die
werelden beter zijn? In welk opzicht? Volgens welke normen? De onze.
Mensen zijn verbazingwekkend
gecompliceerde wezens en wat goed werkt voor de een, kan slecht zijn voor
de ander. (Héhé:
wat een banale vaststelling voor een hoogstaand wetenschapper! Of waren de vorige hoofdstukken alleen maar
wetenschappelijke hogeborstzetterij?)
Menselijke vrijheid is echt even echt
als taal, muziek en geld dus kan ze objectief worden bestudeerd vanuit een
zakelijk, wetenschappelijk gezichtspunt.
Maar net als taal, muziek, geld en andere maatschappelijke producten
wordt haar duurzaamheid beïnvloed door hoe wij in haar geloven.
---
In dit boek verwijst Dennett naar de Disneyfilm Dombo over een kleine olifant met grote oren die wil vliegen. Dombo gelooft dat hij kan vliegen omdat hij gelooft
in de toverkracht van een veer. Maar
als er een kraai zou zijn die hem zou waarschuwen dat de toverkracht van die
veer helemaal niet bestaat, dan zouden de kinderen roepen Stop die kraai in
plaats van Probeer niet te vliegen.
Dennett
voelt zich als scepticus ook als die kraai: in dit boek is hij zeer kritisch
over het werk (of niet-werk, zoals je wil) van filosofen. Ook toont hij zich uiterst scherpzinnig
tegenover het werk van sommige collega-wetenschappers. Stop die kraai duikt geregeld op doorheen
dit boek, vooral in die passages waarin hij zich zeer sceptisch opstelt. Een ontwapenend boek dat opvalt ook door de gestructureerde
aanpak: op het einde van elk hoofdstuk staat een samenvatting én een
samenvatting van het volgende hoofdstuk.
12-06-2011, 00:00
Geschreven door Yves 
Reageren (0)
|