Ik weet hoe moeilijk het is om emotie
over te brengen. Als je schrijft ze was overstuur dan werkt dat niet. Ik heb
geleerd hoe het anders kan. Al mijn verhalen vertrekken vanuit emotie: verdriet
om een relatie die ten einde loopt, een ruzie, sympathie voor een vlieg.Soms een kleine emotie, soms een grote.Als je je enkel interesseert voor vormelijk
experiment, dan krijg je een curiositeit.In elk verhaal moet emotie zitten, menselijkheid.Ik gruwel van extreem formele
experimenten.Iemand die van vijfhonderd
boeken de eerste lijn op pagina 35 neemt en er een verhaal van maakt, vind ik
bijvoorbeeld saai.
( )
De meeste verhalen weerspiegelen mijn
visie op de wereld. De dingen waarover ik nadenk, die me raken, zitten in de
verhalen.Als ik naar een vlieg kijk en
de vlieg interesseert me, dan neem ik ze op in mijn verhaal. Wat mijn aandacht
trekt, kan in een verhaal terechtkomen. Gedragingen van mensen, maar net zo
goed van dieren.
Ik weet nooit wat er zal gebeuren. Ik
plan niet. Ik ga zelden om 9 uur s ochtends naar mijn werkkamer voor een
schrijfsessie van zes uur. Ik schrijf meestal voor een uur, hooguit twee achter
elkaar. Ik heb heel veel halfafgewerkte verhalen.
Günter Walraff over de noodzaak van zintuiglijkheid
Günter Walraff in gesprek met
Filip Huysegems
Bertolt Brecht heeft gezegd: Elke
wandaad heeft een naam, een plaats en een gedaante. Het is die concretisering
waar het mij om gaat, het tastbaar maken, het zintuiglijk laten voelen van een
mensonwaardige toestand.Ik tracht, al
is het geval per geval, dingen beter te maken. Want het eigenlijke werk begint
pas als mijn reportages gepubliceerd zijn. Dan probeer ik, samen met anderen,
iets teweeg te brengen, iets te veranderen. Als dat lukt, is dat een groot
geschenk voor mij.
Ik heb inderdaad nog nooit een
personage bedacht met wie ik op reis zou willen gaan. Ik schrijf graag over mensen
met fanatieke trekjes. De slapheid en karakterloosheid van veel personages in
hedendaagse romans vervelen me. Veel mensen zijn zo, ja, die personages zijn
behoorlijk realistisch, maar het is toch niet boeiend om dat allemaal nog eens
op te schrijven of erover te lezen?
( )
De
auteur is de vrijzwevende geest die alles mag denken. Mijn boeken zijn veel
stabieler dan mijn geest. Misschien is het daarom dat ik schrijf: om iets
stabiels, iets blijvends te maken. Veel mensen verwerven stabiliteit door werkomstandigheden:
elke dag worden dezelfde eisen aan je gesteld, je hebt dezelfde collegas en dezelfde
bazen.Iemand die geïsoleerd werkt, als
ik, heeft alleen de tekst als opgave en leidraad.
Jeroen Brouwers over het niet-autobiografische van zijn romans
Jeroen Brouwers in gesprek met
Karel Verhoeven
De indruk dat ik mijn personages ben,
ligt aan de stijl.Die zit zo dicht op
de huid. Het ritme, de keuze van de woorden, zijn zo precies dat men denkt: het
kan niet anders of die schrijft vanuit zijn eigen levenservaring. Wat niet zo
is. Dat men de boeken autobiografisch vindt, betekent dat ik ze goed geschreven
heb. Het dringt door tot de ziel van sommige lezers. Al verwijten weer anderen
mij pose, aanstellerij, koketterie.
Ik kan heel afstandelijk op boeken
reageren: ik heb het gelezen, er kennis van genomen, punt.Door andere boeken word ik totaal
platgeslagen. Dat komt heus niet doordat die schrijver alles zo geweldig heeft
verwoord.Het moment klopt, de dialoog
klopt, mijn achtergrond speelt mee.Alles komt samen. De communicatie is optimaal.
( )
Ik kan alleen maar herhalen dat een
boek mee gevormd wordt door zijn lezer.
Als in een korte tekst geen woord te
veel staat, zoals de eis luidt, dan zou dus wat niet geschrapt is, moeten
uitblinken van noodzaak.Nu zou het
uitgerekend de economocraten dienen op te vallen dat er aan literatuur, hoe
zuinig er ook geschreven wordt, niets noodzakelijk
is. Literatuur is een bedrijf dat schittert van overbodigheid maar dan wel
graag met de nadruk op dat schitteren.
( )
Hoe komt het dan dat ook in deze
nieuwe, ademloos voortjachtende eeuw zoveel mensen blijven teruggrijpen naar de
grote romans van de afgelopen tweehonderd jaar?De lezer, de echte, heeft een instinct om te verdwalen. Hij wil niet
verdwalen in een woestijn of een regenwoud, maar in een nauwkeurig aangelegd
labyrint. Hij laat zich erin binnenlokken, raakt vol overgave de weg kwijt, en
bestudeert steeds verder verdwalend de ontsnappingsroutes. Hoe uitgestrekter en
complexer de doolhof, des te adembenemender de dwaaltocht.
Ik vind het gevaarlijk om vrienden en
bekenden in een boek gestalte te geven. Zelfs wanneer je hen op een aardige
manier weergeeft, beperk je hen, maak je hen minder complex. Je beperkt hun
vrijheid en je presenteert ze aan de wereld zoals jij ze ziet. Dat is een
machtsspel.
( )
Het landschap dat ik beschrijf, is
hetzelfde als in de boeken die ik als kind las.Ik was vooral dol op de verhalen van Kipling.
( )
Ik ben dol op research en wil constant
bijleren. Ik krijg vaak kritiek omdat er te veel historische en
wetenschappelijke details in mijn boeken zitten.
( )
Ik vind dat de meeste personages in
Engelse romans veel te weinig nadenken. Ze hebben intense emoties en hevige
persoonlijke relaties, maar nadenken is er te weinig bij.Ik ben veel meer geboeid door mensen die de
dingen trachten te doorgronden, die op zoek zijn naar hun verantwoordelijkheid,
die willen weten hoe alles zich tot elkaar verhoudt.
James Ellroy vindt dat schrijven zwoegen betekent.
James Ellroy in gesprek met
Marc Reynebeau
Ik zie het graag groot. Ik hou van
continuïteit. Ik wil een verbluffend omvangrijk geheel van onderling verbonden
dramatische boeken maken.Ik heb van
tevoren een breed plan en vooral het historische perspectief in mijn
hoofd.Dan schrijf ik voor elk boek een
synopsis uit, ( ). Ik weet tot in het geringste detail waar het verhaal naartoe
moet. Dat is geen beperking. Ik ben een uitstekende denker.Dat geeft mij bij het schrijven de nodige
ruimte voor improvisatie.
( )
Schrijven is hard werken, ik produceer
een hoop adrenaline, ik ben obsessief, ik slaap niet goed. Ik ben ambitieus, ik
wil beroemd zijn en geld verdienen. Ik hou van vrouwen. Ik hou van macht.
Literatuur gaat over de dingen die we
niet onder woorden kunnen brengen.Het
gaat niet om een sluitende verklaring over ons bestaan, de nadrukt ligt niet op
het waarom, maar juist op het besef dat er van alles te raden overblijft, de
kracht om te leven in onzekerheid. Daar schuilt voor mij de fascinatie in.Het is ook een frustratie, want de middelen
die je tot je beschikking hebt, schieten steeds tekort. We bevinden ons alleen
in een wereld die ons eindeloos intrigeert, maar die we niet kunnen
doorgronden.Er zijn lezers geweest die
me emotionele kilheid hebben verweten, door een hoofdpersoon te scheppen die zo
koelbloedig en zo onaangenaam is. Dat leest niet prettig, zeggen ze.
Maar literatuur moet helemaal niet
prettig willen zijn, ze moet gaan over hoe de dingen zijn.
Fictie kan mensen in staat stellen om
na te denken over gecompliceerde themas. Ik heb het over anonieme macht en over de
impact daarvan op kleine mensenlevens.
Mensen hebben intuïtief vaak het idee
dat een eerstepersoonsverteller betrouwbaarder is.Dat is niet noodzakelijk zo.Iemand die op tv in tranen uitbarst om het
leed dat hij veroorzaakte, is niet noodzakelijk oprecht.
( )
Eigenlijk is schrijven net zoals je
huid afwerpen. Je schrijft een versie van een verhaal en dan doe je dat opnieuw
en opnieuw tot het goed genoeg is. Hopelijk.
Thomas
Roosenboom in
gesprek met Sarah Vankersschaever
Zolang je schrijft ben je minder met jezelf bezig. Het is
een vorm van escapisme omdat de uitdaging van het schrijven van een boek de
belofte van bevrijding in zich draagt.Zal het me lukken? Is het verhaal
wel zoals ik denk dat het is? Als de reacties op het einde van de rit goed
zijn, dan weet ik pas dat ik een goed boek geschreven heb. Het lijkt alsof ik
heel goed wee t wat ik doe, maar ik ben best onzeker. ( )Onzekerheid is ook een talent.
Dingen opschrijven zonder ze echt te
bedoelen, kan een spanning creëren in de tekst.Sommige paginas heb ik geschreven vanuit de idee dat de hoofdpersoon en
zijn jeugdvriend een homoseksuele relatie hebben.Dat wordt niet bevestigd in het boek, maar je
kan het er wel in lezen.Dergelijke
onderhuidse leidmotieven brengen je op onverwachte paden.
Ik hecht aan dingen omdat ze verhalen
laten opbloeien en omdat ze je laten fantaseren.In het geval van mijn overgrootmoeder ken ik
de verhalen niet, maar de objecten brachten wel mijn verbeelding op gang.
( )
Ik hoop dat lezers zich, ( ) vragen
stellen over de keuzes die ze hebben gemaakt of die ze voor zich uitschoven.Levens die veilig zijn, comfort bieden en
sociaal acceptabel zijn, zijn niet noodzakelijk de beste.Soms moet je een stap zetten in het donker,
het avontuur aangaan, iets proberen waarvan je niet weet of het zal
lukken.Weinig mensen durven dat te doen.Voor mij was schrijven het grote avontuur. Ik
had geen idee of ik goed genoeg was, maar wist dat ik mezelf niet meer onder
ogen zou durven komen zonder het geprobeerd te hebben.
Of je nu over een bijbels tafereel
schrijft of over iets uit de toekomst, het is belangrijk dat je als schrijver
een heel diepe band hebt met je tekst. De vragen die je stelt, moeten dezelfde
zijn die je als mens bezighouden. Anders ben je niet ernstig bezig.
( )
Ik vind het fundamenteel dat mijn
boeken ideeën bevatten, maar die ideeën moeten zijn geworteld in emotie. Anders
krijg je een dode tekst.
( )
Ik weet dat veel mensen geen interesse
hebben voor vroeger. Toch is die interesse essentieel. Daarom wil ik over het
verleden schrijven in emotionele en zintuiglijke woorden. Je kan de ideeën in
mijn verhalen voelen, aan den lijve ondervinden.Ik geloof niet dat we een idee echt kunnen
bevatten, tenzij je het ook lichamelijk gewaar wordt.
( )
Ik ben erg gefascineerd door het effect
van woorden. Zo heb ik mij lang afgevraagd of je over gewelddadige
gebeurtenissen moet schrijven in een brutale taal.Ik denk van niet omdat je dan de illusie
creëert dat je de gruwel kan herscheppen.
Identificatie is een overschatte
kwaliteit in de waardering van fictie.Veel mensen begrijpen fictie alleen maar als het op een bepaalde manier
over henzelf gaat. Omgekeerd verwachten ze dat ik alleen maar over mijzelf
schrijf.
( )
Mijn personages kunnen zich vaak niet
goed uitdrukken, ze kunnen moeilijk verwoorden wat er met ze is.En ik haat boeken waarin een alwetende
verteller dat voor ze doet.Dus soms
plaats ik ze in een situatie waarin ze plotseling even toegang hebben tot de
kern van hun problemen, en even perfect uitspreken wat hun werkelijk
beweegt.
Breyten Breytenbach over het tweede bewustzijn als schrijver
Breyten
Breytenbach in
gesprek met Guus Bauer en Peter De Rijk
In de loop der jaren werd mij duidelijk
dat er zich bij het schrijven een tweede bewustzijn vormt; een extra personage
naast je. ( ) Dan is een ander gedeelte van mijn brein bezig met, zeg maar, kliekjesgedachten,
parallelle hersenspinsels.
( )
Ik noteer wel eens een zin, een
observatie of een treffend beeld.Mijn
studenten in New York leer ik om s ochtends te werken, met regelmaat, in
blokken van maximaal twee uur.
( )
We moesten het verleden vertalen via de
verbeelding. Anders is er geen toegang tot de realiteit.
( )
We spelen voortdurend toneel, het is
een menselijke noodzaak.Interessant
daarbij is de ethische component. Tot welk punt mag je gaan?Een schrijver moet zich bewust zijn van de
gevolgen van zijn verbeelding.
Breyten Breytenbach over het tweede bewustzijn als schrijver
Breyten
Breytenbach in
gesprek met Guus Bauer en Peter De Rijk
In de loop der jaren werd mij duidelijk
dat er zich bij het schrijven een tweede bewustzijn vormt; een extra personage
naast je. ( ) Dan is een ander gedeelte van mijn brein bezig met, zeg maar, kliekjesgedachten,
parallelle hersenspinsels.
( )
Ik noteer wel eens een zin, een
observatie of een treffend beeld.Mijn
studenten in New York leer ik om s ochtends te werken, met regelmaat, in
blokken van maximaal twee uur.
( )
We moesten het verleden vertalen via de
verbeelding. Anders is er geen toegang tot de realiteit.
( )
We spelen voortdurend toneel, het is
een menselijke noodzaak.Interessant
daarbij is de ethische component. Tot welk punt mag je gaan?Een schrijver moet zich bewust zijn van de
gevolgen van zijn verbeelding.
Elk boek begint met een beeld.Opeens zie ik iets voor me, waarvan ik 100
procent zeker weet: dit wordt het.Ik
voel een heel sterke aandrang om de scène op papier te zetten, met een
vlotheid die nooit meer terugkomt, want de rest van het boek is zwoegen. Maar
die eerste worp, dat zijn ( ) zes, zeven bladzijden, waar ik later bijna niets
meer aan verander.
Daniel C.
Dennett in
zijn boek De evolutie van de vrije wil
Evolutie is de blinde horlogemaker en
dat moeten we nooit vergeten.Maar we
moeten niet veronachtzamen dat Moeder Natuur goed voorzien is van wijsheid
achteraf.
Over
de mens: We zijn thans virtuoze vermijders,
voorkomers, bemoeials en dwarsliggers.
Onze karakters zijn niet bepaald omdat
we ontwikkeld zijn tot entiteiten die zijn ontworpen om hun aard te veranderen,
ingevolge onze interactie met de rest van de wereld.
Moeder Natuur is niet genen-centrisch.
Dat wil zeggen dat het proces van natuurlijke selectie niet de voorkeur geeft
aan informatieoverdracht via genen, als dezelfde informatie (ruwweg) net zo
betrouwbaar en goedkoper door een andere regelmatigheid in de rest van de wereld
kan worden geleverd.
Over
de Panare-indianen in Venezuela, een vaststelling die, volgens mij, ook voor
onze verstedelijkte mens geldt:Deze mensen verloren hun traditionele web van coöperatieve
onderlinge afhankelijkheid, en nu verliezen ze ook een groot deel van de
kennis die ze door de eeuwen heen hebben verzameld over de flora en fauna van
hun wereld. (hoevelen
hebben nog de kennis over groenten en fruit en die hun ouders hadden omdat die
een moestuin hadden?)
Wij kunnen ons (denken we) betere
werelden voorstellen en verlangen erheen te gaan. Hebben we gelijk dat die
werelden beter zijn? In welk opzicht? Volgens welke normen? De onze.
Mensen zijn verbazingwekkend
gecompliceerde wezens en wat goed werkt voor de een, kan slecht zijn voor
de ander. (Héhé:
wat een banale vaststelling voor een hoogstaand wetenschapper!Of waren de vorige hoofdstukken alleen maar
wetenschappelijke hogeborstzetterij?)
Menselijke vrijheid is echt even echt
als taal, muziek en geld dus kan ze objectief worden bestudeerd vanuit een
zakelijk, wetenschappelijk gezichtspunt.Maar net als taal, muziek, geld en andere maatschappelijke producten
wordt haar duurzaamheid beïnvloed door hoe wij in haar geloven.
---
In dit boek verwijst Dennett naar de Disneyfilm Dombo over een kleine olifant met grote oren die wil vliegen.Dombo gelooft dat hij kan vliegen omdat hij gelooft
in de toverkracht van een veer.Maar
als er een kraai zou zijn die hem zou waarschuwen dat de toverkracht van die
veer helemaal niet bestaat, dan zouden de kinderen roepen Stop die kraai in
plaats van Probeer niet te vliegen.
Dennett
voelt zich als scepticus ook als die kraai: in dit boek is hij zeer kritisch
over het werk (of niet-werk, zoals je wil) van filosofen.Ook toont hij zich uiterst scherpzinnig
tegenover het werk van sommige collega-wetenschappers.Stop die kraai duikt geregeld op doorheen
dit boek, vooral in die passages waarin hij zich zeer sceptisch opstelt.Een ontwapenend boek dat opvalt ook door de gestructureerde
aanpak: op het einde van elk hoofdstuk staat een samenvatting én een
samenvatting van het volgende hoofdstuk.