Of je nu over een bijbels tafereel
schrijft of over iets uit de toekomst, het is belangrijk dat je als schrijver
een heel diepe band hebt met je tekst. De vragen die je stelt, moeten dezelfde
zijn die je als mens bezighouden. Anders ben je niet ernstig bezig.
( )
Ik vind het fundamenteel dat mijn
boeken ideeën bevatten, maar die ideeën moeten zijn geworteld in emotie. Anders
krijg je een dode tekst.
( )
Ik weet dat veel mensen geen interesse
hebben voor vroeger. Toch is die interesse essentieel. Daarom wil ik over het
verleden schrijven in emotionele en zintuiglijke woorden. Je kan de ideeën in
mijn verhalen voelen, aan den lijve ondervinden.Ik geloof niet dat we een idee echt kunnen
bevatten, tenzij je het ook lichamelijk gewaar wordt.
( )
Ik ben erg gefascineerd door het effect
van woorden. Zo heb ik mij lang afgevraagd of je over gewelddadige
gebeurtenissen moet schrijven in een brutale taal.Ik denk van niet omdat je dan de illusie
creëert dat je de gruwel kan herscheppen.
Identificatie is een overschatte
kwaliteit in de waardering van fictie.Veel mensen begrijpen fictie alleen maar als het op een bepaalde manier
over henzelf gaat. Omgekeerd verwachten ze dat ik alleen maar over mijzelf
schrijf.
( )
Mijn personages kunnen zich vaak niet
goed uitdrukken, ze kunnen moeilijk verwoorden wat er met ze is.En ik haat boeken waarin een alwetende
verteller dat voor ze doet.Dus soms
plaats ik ze in een situatie waarin ze plotseling even toegang hebben tot de
kern van hun problemen, en even perfect uitspreken wat hun werkelijk
beweegt.
Breyten Breytenbach over het tweede bewustzijn als schrijver
Breyten
Breytenbach in
gesprek met Guus Bauer en Peter De Rijk
In de loop der jaren werd mij duidelijk
dat er zich bij het schrijven een tweede bewustzijn vormt; een extra personage
naast je. ( ) Dan is een ander gedeelte van mijn brein bezig met, zeg maar, kliekjesgedachten,
parallelle hersenspinsels.
( )
Ik noteer wel eens een zin, een
observatie of een treffend beeld.Mijn
studenten in New York leer ik om s ochtends te werken, met regelmaat, in
blokken van maximaal twee uur.
( )
We moesten het verleden vertalen via de
verbeelding. Anders is er geen toegang tot de realiteit.
( )
We spelen voortdurend toneel, het is
een menselijke noodzaak.Interessant
daarbij is de ethische component. Tot welk punt mag je gaan?Een schrijver moet zich bewust zijn van de
gevolgen van zijn verbeelding.
Breyten Breytenbach over het tweede bewustzijn als schrijver
Breyten
Breytenbach in
gesprek met Guus Bauer en Peter De Rijk
In de loop der jaren werd mij duidelijk
dat er zich bij het schrijven een tweede bewustzijn vormt; een extra personage
naast je. ( ) Dan is een ander gedeelte van mijn brein bezig met, zeg maar, kliekjesgedachten,
parallelle hersenspinsels.
( )
Ik noteer wel eens een zin, een
observatie of een treffend beeld.Mijn
studenten in New York leer ik om s ochtends te werken, met regelmaat, in
blokken van maximaal twee uur.
( )
We moesten het verleden vertalen via de
verbeelding. Anders is er geen toegang tot de realiteit.
( )
We spelen voortdurend toneel, het is
een menselijke noodzaak.Interessant
daarbij is de ethische component. Tot welk punt mag je gaan?Een schrijver moet zich bewust zijn van de
gevolgen van zijn verbeelding.
Elk boek begint met een beeld.Opeens zie ik iets voor me, waarvan ik 100
procent zeker weet: dit wordt het.Ik
voel een heel sterke aandrang om de scène op papier te zetten, met een
vlotheid die nooit meer terugkomt, want de rest van het boek is zwoegen. Maar
die eerste worp, dat zijn ( ) zes, zeven bladzijden, waar ik later bijna niets
meer aan verander.
Daniel C.
Dennett in
zijn boek De evolutie van de vrije wil
Evolutie is de blinde horlogemaker en
dat moeten we nooit vergeten.Maar we
moeten niet veronachtzamen dat Moeder Natuur goed voorzien is van wijsheid
achteraf.
Over
de mens: We zijn thans virtuoze vermijders,
voorkomers, bemoeials en dwarsliggers.
Onze karakters zijn niet bepaald omdat
we ontwikkeld zijn tot entiteiten die zijn ontworpen om hun aard te veranderen,
ingevolge onze interactie met de rest van de wereld.
Moeder Natuur is niet genen-centrisch.
Dat wil zeggen dat het proces van natuurlijke selectie niet de voorkeur geeft
aan informatieoverdracht via genen, als dezelfde informatie (ruwweg) net zo
betrouwbaar en goedkoper door een andere regelmatigheid in de rest van de wereld
kan worden geleverd.
Over
de Panare-indianen in Venezuela, een vaststelling die, volgens mij, ook voor
onze verstedelijkte mens geldt:Deze mensen verloren hun traditionele web van coöperatieve
onderlinge afhankelijkheid, en nu verliezen ze ook een groot deel van de
kennis die ze door de eeuwen heen hebben verzameld over de flora en fauna van
hun wereld. (hoevelen
hebben nog de kennis over groenten en fruit en die hun ouders hadden omdat die
een moestuin hadden?)
Wij kunnen ons (denken we) betere
werelden voorstellen en verlangen erheen te gaan. Hebben we gelijk dat die
werelden beter zijn? In welk opzicht? Volgens welke normen? De onze.
Mensen zijn verbazingwekkend
gecompliceerde wezens en wat goed werkt voor de een, kan slecht zijn voor
de ander. (Héhé:
wat een banale vaststelling voor een hoogstaand wetenschapper!Of waren de vorige hoofdstukken alleen maar
wetenschappelijke hogeborstzetterij?)
Menselijke vrijheid is echt even echt
als taal, muziek en geld dus kan ze objectief worden bestudeerd vanuit een
zakelijk, wetenschappelijk gezichtspunt.Maar net als taal, muziek, geld en andere maatschappelijke producten
wordt haar duurzaamheid beïnvloed door hoe wij in haar geloven.
---
In dit boek verwijst Dennett naar de Disneyfilm Dombo over een kleine olifant met grote oren die wil vliegen.Dombo gelooft dat hij kan vliegen omdat hij gelooft
in de toverkracht van een veer.Maar
als er een kraai zou zijn die hem zou waarschuwen dat de toverkracht van die
veer helemaal niet bestaat, dan zouden de kinderen roepen Stop die kraai in
plaats van Probeer niet te vliegen.
Dennett
voelt zich als scepticus ook als die kraai: in dit boek is hij zeer kritisch
over het werk (of niet-werk, zoals je wil) van filosofen.Ook toont hij zich uiterst scherpzinnig
tegenover het werk van sommige collega-wetenschappers.Stop die kraai duikt geregeld op doorheen
dit boek, vooral in die passages waarin hij zich zeer sceptisch opstelt.Een ontwapenend boek dat opvalt ook door de gestructureerde
aanpak: op het einde van elk hoofdstuk staat een samenvatting én een
samenvatting van het volgende hoofdstuk.
Wees altijd voorzichtig met wat je
zeker denkt te weten.
De natuur is wat zij is en die in
aardse vorm al vierenhalf miljard jaar bestond voordat wij kwamen om onze
wensvoorstellingen aan haar op te dringen, begroet ons met sublieme
onverschilligheid en zonder enige behoefte om tegemoet te komen aan onze
verlangens.
Dit
boek biedt een oplossing voor de bitse strijd tussen wetenschap en geloof.Stephen Jay Gould hanteert het NOMA-principe:
Niet Overlapbare Magisteria (meesterschappen of leergezag).Gould vergelijkt wetenschap en religie als
twee aparte huizen met hun eigen regels en gewoontes.Als het ene huis de eigenheid van het
andere huis eerbiedigt bij de studie van de natuur en de wereld zullen geen
conflicten meer opduiken.
De
bewoners van elk huis moeten erop toezien dat hun medebewoners zich niet mengen
met de regels van het andere huis.
Stephen
Jay Gould blijft uitgebreid stilstaan bij de strijd tussen darwinisme en
creationisme, maar geeft ook talrijke voorbeelden waarin het NOMA-principe een
oplossing zou kunnen aanreiken.
Alle feiten die ik vermeld zijn waar,
maar ik vind dat niet erg belangrijk. Voor mij is het vooral opmerkelijk dat
feiten ik bedoel echte feiten, in de documentaire betekenis van het woord
een esthetische en narratieve waarde hebben.Als je de dingen om je heen met de grootst mogelijke aandacht bekijkt,
zul je er allerlei suggestieve details in ontdekken.Dat is de reden waarom bij het schrijven
nauwkeurige waarneming het belangrijkste is van alles.
(György Konràd in een gesprek
met Geert Van Istendael)
György Konràd in een gesprek met Geert Van Istendael
Onze herinnering is een eilandenrijk.
Ik weet niet van tevoren of ik zal landen op eiland één of eiland twee en zo
verder.Al die eilanden, alle
herinneringen bestaan gelijktijdig.
Jai songé
alors que la haine est un aliment commun, une sorte de pâtée universelle.Elle ne gave pas seulement certains enfants
perdus de limmigration.Elle nourrit
aussi des femmes et des hommes que lon pourrait penser raisonables, qui nont
eux rien à reprocher à un pays, à une langue, à une société dans laquelle ils
vivent et pour laquelle ils forment des projets.
John Banville over de mens, de kunstenaar en de drijfveer
Volgens mij is de mens niet voorbestemd om op aarde te leven, ik denk dat onze aanwezigheid hier een vergissing is. Een gelukkige vergissing, dat wel. Ik word nog altijd overweldigd door de lucht. ( )
De kunstenaar kan volgens mij geen goede vriend zijn, geen toegewijde familieman of vrouw. Hij is een kannibaal en gebruikt alles wat hij in handen krijgt.Daarom lijden de naasten van de kunstenaar, ze zien hoe hun pijn wordt gebruikt. ( )
Alle kunst die we maken, de grandioze kathedralen die we bouwen,: we doen het enkel vanuit die seksuele drijfveer. De romantiek heeft de mens er zelf bij gefantaseerd.
Waarom je Ethan Frome van Edith Wharton moet (her)lezen:
1)Een verhaal over een oerklassiek thema, namelijk de onmogelijke liefde tussen een man, getrouwd met een zurig zieke vrouw, en een fris, aantrekkelijk en, allez vooruit, zoetig meisje.Verrassend toch, hoe een dergelijk thema dat al eindeloos isbespeeld in ontelbare boeken, de hedendaagse lezer nog aanspreekt.
2)Dat heeft wellicht te maken met de uitgekiende spanningsopbouw.Net zoals de echte diepe verliefdheid, met dat kat-en-muisspel tussen zekerheid en onzekerheid, verlangen en hoop, juiste of foute interpretaties van houdingen, blikken bij de ander, vertoeft de lezer ook in dezelfde sfeer.Hoe dat verhaal afloopt, wil je zeker weten.
3)Edith Wharton gebruikt een trucje: met haar scherp oog voor detail laat ze twee keer iets totaal verschillend gebeuren in exact dezelfde setting.
Bv. het ogenblik dat de mannelijke hoofdfiguur thuiskomt en zijn zieke, weinig aantrekkelijke vrouw, de deur voor hem opent.Een paar dagen later komt hij ook thuis, maar dan opent zijn jonge vriendin diezelfde deur. Wat een contrast.Personages denken terug, voelen, worstelen met de uiting van die gevoelens.Wharton schrijft beeldend, soms wat langere zinnen en verlevendigt haar verhaal met dialogen.
Schrijven is niet elke dag zon feest,maar dikwijls is het dat wel.Als ik schrijf, weet ik vaak welke route ik wil nemen, maar niet waar ik zal uitkomen.In dat opzicht lijkt schrijven op een misdaadonderzoek.Een andere keer ken ik wel al de bestemming, maar weet ik nog niet via welke weg ik er terecht zal komen. ( )
Als ik iets opschrijf, wantrouw ik mijn woorden. Ik bekijk ze van alle kanten omdat ik bang ben dat ze iets impliceren wat ik nog niet zie.Werken de woorden tegen mij?Doen ze iets waarvan ik niet wil dat het gebeurt?Ik verlies niet graag de controle over mijn woorden. Sommigen klagen zelfs dat mijn kunst manipulatief is. Vreemd, zeg ik dan, is niet alle kunst manipulatief of op zijn minst artificieel?
Ik speel graag met tegenstellingen, voor mij ligt net daar de grote kracht van literatuur.De mens is zowel erg slim als erg dom en die elkaar tegenwerkende krachten vormen de motor van veel van mijn verhalen. ( )We zijn namelijk niet gewend aan denken op lange termijn en al helemaal niet aan globale samenwerking of altruïsme.
Als ik nu aan jou vertel wat ik vandaag gedaan heb, dan val je halverwege in slaap. Maar als ik met een goede timing en een mooie opbouw bepaalde details voor je uitspel en je verras, dan zit je op het puntje van je stoel.