Breyten
Breytenbach in
gesprek met Guus Bauer en Peter De Rijkxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
In de loop der jaren werd mij duidelijk
dat er zich bij het schrijven een tweede bewustzijn vormt; een extra personage
naast je. (
) Dan is een ander gedeelte van mijn brein bezig met, zeg maar, kliekjesgedachten,
parallelle hersenspinsels.
(
)
Ik noteer wel eens een zin, een
observatie of een treffend beeld. Mijn
studenten in New York leer ik om s ochtends te werken, met regelmaat, in
blokken van maximaal twee uur.
(
)
We moesten het verleden vertalen via de
verbeelding. Anders is er geen toegang tot de realiteit.
(
)
We spelen voortdurend toneel, het is
een menselijke noodzaak. Interessant
daarbij is de ethische component. Tot welk punt mag je gaan? Een schrijver moet zich bewust zijn van de
gevolgen van zijn verbeelding.
|