Mijn nieuwste boek "Uit het schuim (van de zee)", de Griekse mythologie in 136 verhalen, 402 p., kan besteld worden via mail (kvansteenbrugge@gmail.com) of via mijn telefoonnummer 056.215944. Prijs: 18,95 euro (er hoeven geen verzendkosten betaald te worden).
Vrouwelijke BV's: (mijn TOP 3) 1. Tanja Dexters 2. Tine Van den Brande 3. Annelies Beck 4. Esther Sels 5. Annelies Rutten (ik kan maar geen geschikte foto van haar vinden; ik wacht dus maar tot ze er mij zelf een stuurt)
over: GENT, GRAVENSTEEN, GRIEKENLAND, GRIJSLOKE, GEZONDHEID, GENEESKUNDE, GEHOOR, G-PLEK.
...........Voor verhaaltjes uit de Griekse mythologie, surf naar www.bloggen.be/Dzeus
...........Voor recente cursiefjes, surf naar www.bloggen.be/pierpont
...........PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
24-11-2020
Brief aan vier miljoen lezers.
Brief
aan alle lezers van De Druivelaar (dat zijn er zo'n vier miljoen) die ook lezer
zijn van mijn blog (oei! dat zijn er plots een heel pak minder...).
De voorbije maand hebt u, via uw scheurkalender "De Druivelaar", uw culturele bagage weer kunnen aandikken met de verklaring
van het woord "bacchanaal" dat afstamt van
Bacchus, de god van de wijn, van het drinkgelag, van het vertier. De
tekening bij het verhaaltje is van de hand van Marc Van Hoye: een studentikoos
drinkgelag
Wie aandachtig toekijkt leest de namen "Meetjesland" en "Laetitia". Dat zijn de namen van twee studentenclubs, respectievelijk uit het Meetjesland en de Vlaamse Ardennen, waarvan Marc (Meetjesland) en ik (Laetitia) preses zijn geweest. Achtenvijftig jaar geleden! De foto hieronder dateert uit die tijd en is genomen tijdens een verbroederingscantus tussen de beide clubs (Marc staat uiterst rechts op de foto, ik de tweede van links)
We studeerden allebei geneeskunde en zaten toen in het vijfde jaar. Reden genoeg voor een "Ave confra-a-ater, 'k drink liever bier dan wa-a-ater".
Doorgaans ging het er bij ons iets minder hevig aan toe dan uit de schets op De Druivelaar mag blijken en alleszins minder hevig dan in de tijd toen Ernest Claes, de schrijver van "De Witte", studeerde aan de univ van Leuven, in het begin van de twintigste eeuw. Tenminste als we mogen afgaan op wat de schrijver vertelt in zijn autobiogradisch werk "Leuven, o dagen, schone dagen" en op de tekening van Kris Wollants die het verhaal illustreert.
Komende maand kunt u genieten van "het hol van Pluto". Dat zal voorlopig mijn laatste bijdrage zijn voor De Druivelaar. Ik neem een sabbatjaar. Wat zeg ik? Twéé sabbatjaren! En dat geldt evenzeer voor Marc. Maar in 2023 zijn wij er weer. Laat uw klassieke kennis nu maar wat bezinken, want er komt méér. De twaalf werken van Herakles: één per maand. En op geregelde tijdstippen een Latijnse spreuk, met vertaling en de nodige toelichting, plus een toepasselijk tekeningetje van Marc, en af en toe een vleugje potjeslatijn. Maar stilzitten doen we ondertussen allerminst. Terwijl Marc de wereldzeeën met zijn zeilboot bevaart heb ik twee boeken op het getouw staan: één over het studentenleven in het begin en in het midden van de twintigste eeuw en één over drie Onbekende Vlamingen. Kunstenaars!
Frans De Smet was een gerenommeerd journalist. Het bericht van zijn overlijden komt hard aan bij mijn echtgenote en mijzelf. We zijn jarenlang buren geweest en Frans heeft zijn lager onderwijs genoten in de gemeenteschool van Elsegem waar mijn vrouw Monique de eerste drie leerjaren voor haar rekening nam en haar vader de laatste drie. Ik heb beiden meermaals horen zeggen dat Frans De Smet "hun beste leerling ooit" is geweest. In het boek "Klein Scheldedorp met groot verleden" staat op pagina 125 een foto uit 1962 met de klas van Monique: Frans (middenste rij, vierde van links) zat toen in het tweede leerjaar.
Roger Tack? Eén van de grootste Vlaamse kunstenaars die onbekend zijn gebleven... tot op heden. Tweeëntachtig jaar, Gentenaar in hart en nieren. Hij is één van de "Drie onbekende Vlamingen" uit het gelijknamig boek dat verschijnt eind 2021.
Een schilderij van Elke Ottevaere (mijn kleindochter) ter gelegenheid van mijn tachtigste verjaardag: Ouessant schaapjes, ook Bretonse dwergschapen genoemd, en digitalisplanten (vingerhoedskruid). Ouessant schapen zijn het kleinste schapenras ter wereld. En de digitalisplant, de "digitalis purpurea" is een geneeskrachtige plant: zij bevat stoffen (digoxine en digitoxine) die de contractie van de hartspier stimuleren maar die bij overdosering gevaarlijke bijwerkingen kunnen hebben met dodelijke afloop. Wees maar niet ongerust: geen schaap dat er aan denkt om zich te buiten te gaan aan deze aanlokkelijke, maar o zo giftige plant. En allerminst onze intelligente dwergschaapjes...
In de maand november van het jaar 1967 kregen in het klein en vredig dorp Elsegem, waar iedereen iedereen kent, alle inwoners het overlijdensbericht in de bus van ene Michel De Kimpe. Zo goed als niemand in het hele dorp had ooit die naam gehoord. Maar dat Piet Van Kempen een paar dagen tevoren het tijdelijke met het eeuwige had verwisseld, wist iedereen: in café "De Twee Vlaanders" en tijdens een partijtje kaarten had Piet de geest gegeven. Het drong geleidelijk tot de Elsegemnaren door dat Piet van Kempen in feite Michel De Kimpe was... Er kwam veel volk naar zijn begrafenis, want Piet, alias Michel, was een graag geziene figuur.
Volgens het "Verklarend Woordenboek van de Familienamen" van Frans Debrabandere bestaan er zevenendertig varianten van de naam "Kamp": Van Kempen en De Kimpe zijn er twee van. De auteur geeft vier verklaringen voor de naam: kampioen, bijzit, bastaard, hennepteler. Alle vier van Middelnederlandse oorsprong. Laten wij het houden bij de eerste verklaring, en dat om verschillende redenen: met de drie andere zouden wij Michel wellicht oneer aangedaan hebben en vooral... Michel wás een kampioen. 't Is te zeggen hij had vermoedelijk wel de ambitie om kampioen te zijn en de mensen van zijn dorp hadden die ambitie in nog veel hogere mate. Als jonge knaap dweepte hij met de grote wielerkampioen Piet Van Kempen, de geboren Nederlander (°1898), die een wereldvedette was in de jaren twintig en ook nog daarna, om uiteindelijk te eindigen in Brussel als restaurantuitbater. Het lijdt geen twijfel dat Michel een kampioen wilde worden zoals Piet Van Kempen. Een wielerkampioen, als 't effe kon. In die tijd was er ter gelegenheid van de kermis op de Beekstraat, de straat waar Michel woonde, een koers voor nieuwelingen. Hier zou hij de eerste steen leggen voor wat een roemrijke carrière moest worden... En Michel nam deel. Hij won niet. Verre van! Maar het dorp was tevreden, ze waren fier op hun "koereur" en niemand twijfelde eraan dat hij een kampioen zou worden zoals de grote Piet Van Kempen. En de laatste dag van de kermis mocht kampioen Michel op een praalwagen door de Beekstraat trekken. Michel werd bij die gelegenheid omgedoopt tot Piet. Het dorp had zijn kampioen en Michel ging voortaan door het leven als Piet: Piet Van Kempen. Michel De Kimpe was dood en begraven.
Er weze terloops vermeld dat ook de echte Piet Van Kempen niet als Piet geboren is, wel als Dingeman Van Kempen. Toen hij als zesdagenrenner begon door te breken in Amerika heeft hij die gekke voornaam veranderd in Piet. "Big Pete" zoals ze hem noemden in de States, zou het daar als "Big Dingeman" wellicht nooit zover geschopt hebben...
Maar met de carrière van ónze Piet liep het niet zoals iedere Elsegemnaar, en hijzelf wellicht ook, gehoopt had. Toen hij een jaar later voor de tweede maal aan de start stond van Beekstraat-koerse had hij nog geen enkele overwinning, zelfs geen plaats in de eerste drie, op zijn palmares. Aan supporters ontbrak het hem nochtans niet en toen Piet op 't einde van de eerste ronde als eerste voorbijkwam, brak er een ongezien applaus los. De kampioen bleek echter al direct te veel van zijn krachten gevergd te hebben. Een ronde later bengelde hij reeds achteraan en tot overmaat van ramp kreeg hij daarna nog twee lekke banden. Hiermee kwam abrupt een einde aan een "veelbelovende" wielerloopbaan: Piet zwoer dat hij nooit nog aan een koers zou deelnemen. En hij heeft woord gehouden...
En de geplande huldiging van de kampioen op de laatste dag van de kermis? Zij ging door! Piet was populair. Er stond nog meer volk langs de weg om de kampioen toe te juichen dan het jaar ervoor. De huldiging van Piet Van Kempen was na twee jaar reeds een traditie geworden. De vraag was: hoe zou Piet, nu hij het koersen afgezworen had, zich de titel "kampioen" waardig tonen?
Er was in die tijd op kermiszaterdag telkenjare een grote duivenwedstrijd op de Beekstraat en er dient vermeld dat de duivensport zeer populair was in Vlaanderen, niet in het minst in Elsegem, en na de wielersport op de tweede plaats kwam. Jozef Vandenberge, de bakker van het dorp en tevens een verwoed duivenmelker, beschikte het jaar daarop over een uitstekende duif. Hij liet ze inkorven op naam van Piet Van Kempen. Het was geen kleine wedstrijd: "Kampioenschap van Zuid-Vlaanderen", van Angoulème naar Elsegem. Zevenhonderd kilometer! En wie won die dag? Piet Van Kempen! Met de duif van bakker Jozef. Piet was nu een échte kampioen en dat zou hij nog járen blijven.
Zijn brood verdiende hij bij een handelaar in kolen en veevoeders. Zwaar werk dat moeilijk te combineren was met de "stiel" van wielrenner. Duivenmelken was minder slopend, en daar was óók veel eer mee te behalen, het weze dan nog met de duiven van een ander. In mindere mate gold dat ook voor het hanenvechten, waarvoor men naar Noord-Frankrijk moest, omdat die "sport" in ons land verboden was. Jacques vertelt hoe hij als negen- of tienjarige knaap eens mee mocht naar zo'n hanenkamp. Zodra het gevecht begon liep hij wenend naar buiten omdat hij het vreselijk schouwspel niet kon aanzien. Hij heeft zich dan maar de hele tijd van het gevecht verstopt in een oude WC, waar het ijzig koud was en de stank niet te harden. Of de haan die ze naar Frankrijk hadden meegenomen de kamp gewonnen heeft weet hij niet. Als het alzo was, dan kon het alleszins een Pyrrhusoverwinning genoemd worden. Het beest was lelijk toegetakeld: de kam die anders altijd fier rechtop stond, lag bloedend, slap en gescheurd op zijn kop, zijn ene oog was totaal verwoest en rechtopstaan was onmogelijk. Ze hebben hem later afgemaakt en opgegeten. Zo wreed kon het leven zijn...
Al was hij dan zélf geen kampioen met de fiets, de wielersport bleef Piet boeien. Hij ontpopte zich tot een verdienstelijke en trouwe verzorger van twee renners die het al bij al redelijk ver geschopt hebben in de wielersport: Romain Desmet in de jaren '50 en Leo Stichelbaut in de jaren '60.
En dan was er nóg een sport: het spel met de kaarten. Niet écht een zware sport, maar het is Piet fataal geworden, zoals verteld aan het begin van dit verhaal
Moeder Margriet
Het moge duidelijk wezen dat Jacques zijn artistieke aanleg niet had van zijn vader. Van zijn moeder dan? Haar naam was Margriet (Marguerite) Beyaert. Margriet behoorde tot misschien wel het belangrijkste geslacht van Elsegem de adellijke de Ghellincks niet te na gesproken. Laten we dit verhaal even beginnen op 21 april 1835 bij de geboorte in Elsegem van Ludovicus Beyaert. Gehuwd met Pelagie Coussaert in Elsegem en er overleden op 11 mei 1904. Ludovicus en Pelagie hadden zes kinderen, allen geboren, getrouwd en overleden in Elsegem: Remi, Leo, Marie, Alfons, Alois en Julie. Op 26 maart 2017 werd in Elsegem een groot familiefeest gehouden voor alle nakomelingen van de zes telgen van Ludovicus. Met honderdvijfentwintig waren ze. Jacques was één van hen. Zijn moeder Margriet, geboren in 1915, als dochter van Alois, was op dat ogenblik al meer dan vijftig jaar overleden...
Of er kunstenaarsbloed zat in de Beyaerts? Een paar gewezen burgemeesters en een eveneens gewezen orkestleider... Tevergeefs heb ik gezocht naar enig spoor van ene Michel Beyaert, professor.
Professor Michel Beyaert is één van de belangrijkste professoren aan de Gentse universiteit in de tweede helft van de twintigste eeuw, faculteit Handels- en Economische Wetenschappen. Hij had Letteren en Wijsbegeerte gestudeerd en had een doctoraat in de scheikunde behaald. Achtendertig jaar lang heeft hij gedoceerd aan de Gentse alma mater. Talloze wetenschappelijke publicaties staan op zijn naam, verscheidene prestigieuze prijzen heeft hij in de wacht gesleept. En ofschoon ik hem nooit persoonlijk heb gekend, vanaf mijn eerste kennismaking met de universiteit drieënzestig jaar geleden! had ik een bijzondere interesse voor deze man. De reden hiervoor valt evenwel enigszins buiten het bestek van dit boek. Veel later zou mijn interesse en ook bewondering voor professor Beyaert nog groter worden toen ik in de archieven van de universiteit las dat hij geboren was in Wortegem (evenals Elsegem een deelgemeente van Wortegem-Petegem), en ik van oudere ingezetenen van de gemeente vernam dat hij als jongste telg uit een straatarm kroostrijk gezin werd opgevoed door een landbouwersechtpaar dat kinderloos was gebleven. Klein Michelleke t was op t eind van de eerste wereldoorlog schepte er genoegen in te plassen in de klompen die de meiden hadden uitgedaan voor ze op hun knieën de aardappelen gingen rapen. Maar Michelleke was een bijzonder pienter baasje, altijd de eerste van de klas. Daar zijn "stiefouders" welgesteld waren, stond niets een universitaire carrière in de weg. Vandaar...
Het is zo goed als zeker dat professor Michel Beyaert geen afstammeling is van één van de vier zonen van Ludovicus Beyaert, maar wellicht wel van de vader van Ludovicus (die óók Ludovicus heette) of van de grootvader Pieter Joseph die in Petegem (een andere deelgemeente van Wortegem-Petegem) geboren is, maar gehuwd en gestorven in... Wortegem. Een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dus dat er verwantschap bestaat tussen de grote professor Beyaert, met wie onze bekende Vlaming misschien niet een artistieke gave gedeeld heeft, maar zeker wel de genialiteit.
De geboortegrond Elsegem
Uit het voorgaande moge
overduidelijk blijken dat de roots van deze onbekende Vlaming in Elsegem
liggen, een klein dorp aan de Schelde (6 km² groot, iets meer dan 1000
inwoners) en sedert de jaren '70 deelgemeente van Wortegem-Petegem. Jacques De
Kimpe zelf is er geboren, is er opgegroeid en getrouwd met een meisje wier
roots in hetzelfde dorp liggen; hij heeft er op zes verschillende plaatsen
gewoond, doch steeds binnen de grenzen van het dorp. Het kan haast niet anders
dan dat de Elsegemse grond mede aan de basis ligt van wie die Onbekende Vlaming
geworden is. Dit in overweging nemend mag een woordje over Elsegem in deze
context niet als overdreven beschouwd worden.
Neem een kaart van ons land. Duid de
grens aan tussen West- en Oost-Vlaanderen. Die grens vormt met de Schelde een
hoek van ongeveer 45° die open is naar het noordoosten; In die hoek ligt
Elsegem, de bakermat van heel wat grote Vlamingen. Ik vermeld er slechts drie,
allen geboren en hun leven lang gedomicilieerd in Elsegem...
- ten eerste: burggraaf Amaury
Joseph Charles Marie Colette Ghislain de Ghellinck dElseghem Vaernewyck. Hij
behoorde tot het roemrijk adellijk geslacht de Ghellinck dat generaties lang,
tot in het jaar 1933, in Elsegem de burgemeesters heeft geleverd. Burggraaf
Amaury (°1851) was de voorlaatste adellijke burgervader, van 1876 tot aan zijn
dood in 1919. Hij was ongetwijfeld de belangrijkste de Ghellinck: naast
burggraaf en burgemeester was hij ook pauselijke graaf, erfridder van het
Heilig Roomse Rijk, senator, voorzitter van de Geschied- en Oudheidkundige
Kring van Oudenaarde, lid van de Heraldische Raad, geschiedschrijver,
bibliofiel, genealoog, heraldicus en archeoloog, en bouwer van de beroemde
Bibliotheca Elseghemiensis.
- ten tweede: André Naessens (1914-1966).
Alleszins het grootste genie dat Elsegem heeft gekend. In 1934 ontwierp hij
zijn eerste radiotoestel onder de naam "A.N." en in 1947 een eerste TV-toestel
onder de naam "ANEX". Hij stichtte een TV-bedrijf dat in de jaren zestig op
volle toeren draaide met zo'n honderddertigtal werknemers. Na zijn vroegtijdig
overlijden, door suikerziekte, deemsterde ANEX stilaan weg. Met de huidige
stand van de medische wetenschap was het ongetwijfeld uitgegroeid tot een
wereldconcern...
- ten derde: Willy Naessens (°1939).
Neef van de vorige. Als volslagen autodidact (hij liep school tot zijn 14 jaar)
bracht hij het tot de wellicht de grootste en zeker de populairste ondernemer
van Vlaanderen. Op heden stelt hij duizenden mensen tewerk, in allerlei
bedrijfstakken, van de bouw tot de voedingsindustrie.
Ik wens u een voorspoedig, gezond en gelukkig 2020. Van ganser harte hoop ik een beetje tot dat geluk te kunnen bijdragen door mijn maandelijks verhaaltje op De Druivelaar en door mijn blogs:
1° www.bloggen.be/dzeus: met duiding i.v.m. het Druivelaarverhaal van de maand;
2° www.bloggen.be/pierpont: met af en toe wat onnozel geschrijf;w.bloggen/dduid
3° www.bloggen.be/kris: met wonderbare verhalen over leven en werk van drie Onbekende Vlamingen;
4° www.bloggen.be/zerar, een blog die 12 jaar geleden (in 2008) gewijd was aan de lotgevallen van Zerar, maar datzelfde jaar nog, samen met Zerar, ter ziele is gegaan. Een jonge schrijfster komt nu, ter gelegenheid van Kerst 2019, op de proppen met een striproman De Avonturen van Zerar (cf.bijlage) waarmee onze veel te vroeg overleden held weer boven water komt. Het boek verdient onze volste aandacht en in het nieuwe jaar zal de blog (die de laatste jaren besteed werd aan pictaikus) er helemaal aan gewijd zijn.
Odysseus op Aiaia is een klassieke tragedie in een nieuw kleedje. Het is een verhaal van liefde en hartstocht, gebaseerd op het eeuwenoude verhaal van de omzwervingen van de Griekse held Odysseus, na de oorlog van Troje. Het was oorspronkelijk bedoeld als een deel van een trilogie. Het eerste deel (De Twistappel) is een toneelstuk dat handelt over de oorsprong van de Trojaanse oorlog. Het tweede (De Oorlog van Troje) is eveneens een toneelstuk dat een belangrijke episode uit de oorlog behandelt. Dit derde deel was oorspronkelijk eveneens bedoeld als toneelstuk en het draagt nog duidelijk de sporen ervan (de dialogen zijn niet helemaal uitgewerkt). Het is overigens zonder veel moeite te bewerken voor toneelopvoering. Humor en erotiek ontbreken allerminst in dit werk, net zo min als in de eerste twee delen. De drie delen werden alle drie, enkele jaren geleden in boekvorm uitgegeven (voor inlichtingen surf naar www.bloggen.be/zerar/archief.php?ID=2879394).
Odysseus op Aiaia verschijnt op mijn blog (www.bloggen.be/mythos) vanaf 8 januari iedere maandag in vier afleveringen. Mocht iemand geïnteresseerd zijn om het ten tonele te brengen, hij neme contact op met mij (kvansteenbrugge@gmail.com). Rechten, van welke aard dan ook, zijn (wat mij betreft althans) niet verschuldigd.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (38)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 38: Lang leve DDG!
We zijn met ons verhaal, ei zo na, in de voetsporen beland
van het hedendaagse DDG en de Loopclub, dewelke geen van beide nog weg te
denken zijn. In 2015 en 2016 is het duidelijk dat er een standvastige koers
wordt gevaren en dat Grijsloke gelanceerd is voor nog minstens duizend jaar.
Het aantal deelnemers is gestabiliseerd rond de 700 en dat lijkt nu net het
ideale aantal, een aantal dat Grijsloke aankan. Weliswaar heel wat minder dan
in de gloriejaren van een kwarteeuw geleden, maar daar staat tegenover dat de
loopclub veel actiever is geworden dan in de beginjaren. Ze zijn beslist niet
op een paar handen te tellen, degenen wier leven zinvoller is geworden dank zij
de wekelijke zondagochtendtrainingen. En wat al vriendschapsbanden zijn er niet
gesmeed. Onbegonnen werk om weer eens de talrijke activiteiten en de roemrijke
sportprestaties van onze beste clubleden in binnen- en buitenland te belichten.
Velen hebben de laatste paar jaar de clubrangen vervoegd en verheugend is het
vast te stellen dat een aantal, die tien of twintig jaar geleden de stal hebben
verlaten, nu terugkeren. Verheugend is ookdat de banden met het Verenigd Koninkrijk steviger worden, via de
jaarlijkse verbroedering met de Hastingsrunners, zowel in Hastings als in
Grijsloke. Ja, er is veel nieuw en jeugdig bloed, maar ook de ouderen haken niet
af: gaat het lopen niet meer, dan wordt er gewandeld op zondagmorgen. Zeven
kilometer, anderhalf uur
Het leven is een lach en een traan. Laat het niet anders zijn
in Grijsloke. Er zijn tranen gevloeid in 2015. Voor Martine Debosschere heeft
het noodlot wel heel hard toegeslagen. Zestien jaar geleden (28.12.1998) zeeg
haar echtgenoot Patrick, een van onze actiefste leden, op een kille decemberdag
dood neer toen ze samen aan t joggen waren in Grijsloke en op 20 april 2015
had het fatum hetzelfde lot in petto voor Martines broer Noël, die vriendelijke
man die eveneens lid was van onze club. Hij stortte ineen bij de aankomst van
de Vijfkerkenloop in het domein de Ghellinck te Elsegem. Anderhalf jaar
later, op 14 december 2016 ging Ann Vindevogel van ons heen. Een beminnelijker
dame kan men zich niet voorstellen. Tot de laatste paar weken vóór haar dood
kwam ze trouw naar de wekelijkse training, lief en opgewekt tot de laatste
snik. Ze was zevenenvijftig, even oud als Noël. Ze was de moeder van Jelle
Demaré, die ik kende van de jaarlijkse studentikoze Gravensteenfeesten in Gent.
Tijdens het academisch jaar 2012-13 was hij, negenenveertig (!) jaar na mij (O
jerum ) senior seniorum, zegge de preses van het hele Gentse studentenheir.
Met Ruben Decoutere hadden we in 2015 een super begaafde
knaap als clubkampioen in het veld. En in 2016 was het Frederic Vandenheede
dewelke die eer te beurt viel. Frederic die al meerdere DDG podiumplaatsen in
de wacht had gesleept was ondertussen een volwaardig clublid geworden. Een
versterking die kan tellen. Kampioen bij de vrouwtjes was Griet Demeyer, twee
jaar tereke.
DDG in 2015. In de 6,7 km moest onze Stephen Soetaert enkel voor Francis
Van Steenbrugge de duimen leggen en bij de vrouwtjes stond Charline Vanneste
weer op het hoogste schavot. De grote koers werd gewonnen door een onbekende
klepper, Mohamed Blirouk (Birouk Mohammad vlgs. andere bronnen) met 19
voorsprong op een flinke tweede, Nico Serroen. Ook hier was de eerste bij de
vrouwen dezelfde als in 2014: Ann Parmentier.
DDG in 2016.Hans Omey schreef de korte koers op
zijn naam. Bij de dames kwam Charline Vanneste als eerste over de meet, voor
het derde jaar op rij. Voor een dergelijke prestatie moeten we teruggaan tot
Katja Merlin in 1996 (hoe zou t nu nog zijn met mooie Katja?). De lange koers
werd dit jaar met één ronde ingekort vanwege de hitte. Bij de dames ging de
zege naar Annelies Deketelaere. Bij de heren: kolfje naar de hand van Francis
Vansteenbrugge, die met deze prestatie voor de tiende (!) maal zijn plaats
kreeg op het podium van DDG, waarvan niet minder dan zes maal op het hoogste
schavot. Heeft iemand er bezwaar tegen dat ik mijn naamgenoot bij deze uitroep
tot Mister Dwars door Grijsloke?
En verder We schrijven 2017. DDG is levend en kerngezond. Wie van de
pioniers van 1981 had dit ooit durven dromen: de euforie van de beginjaren, de
bloei van de club, de 37e die voor de deur staat. Wijzelf lopen niet
meer, maar wij genieten nog van de zondagse wandeling in clubverband en we
houden niet op ons te verheugen in onze nakomelingen. De toekomst van Grijsloke
lijkt meer dan ooit verzekerd.
De
geschiedschrijving laat ik nu aan een ander over. In stijl, met een vers dat ik
ontleend heb aan onze grote dichter Guido Gezelle, zijnde de laatste strofe van
Boerke Naas (1)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (37)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 37: 2014, mooi en meedogenloos.
Een mooi jaar voor onze loopclub. Ongetwijfeld. De club bulkt
van het looptalent. Van piepjong tot iets minder jong.Voor jong staat Robin Demeestere, zoon van
Lieven en Annick en provinciaal kampioen bij de pupillen. Met 14 overwinningen
en 2 tweede plaatsen op 16 wedstrijden in t jaar 2013 was Robin de trofee van
Sportverdienste van de stad Anzegem ten deel gevallen. Voor iets minder jong
staat Monique Bauters die zopas wereldkampioene marathon was geworden in de
categorie 65+.De clubcross in maart
kreeg bij de vrouwen een podium om van te snoepen: Sophie Christiaens, Griet
Demeyer, Sylvie Christiaens. Bij de mannen werden de podiumplaatsen bezet door
een jeugdig trio dat in de toekomst ongetwijfeld hoge ogen zal gooien: Stephen
Soetaert, Ruben Vercouter en Bjorn Desmet. Naast de talloze traditionele clubactiviteiten
was er dit jaar véél goed nieuws, o.a. vanwege opa Gilbert die in de Anzegemse
bib gelauwerd werd omwille van zijn haikus die een jaar lang werden tentoongesteld.
Er werd een quizploeg op de been gebracht die al meteen een succesje uit de
brand sleepte (het hoofd en de benen! weet je wel). In februari werd een Valentijnloop
georganiseerd waaraan achtenvijftig lopers deelnamen, naast twaalf wandelaars;
allen werden beloond met pralines, ideaal voor verliefde harten. Mooi was ook
de verbetering die aangebracht werd aan ons clubhuis De Kleine Kluis,
op het gebied van acoustiek, centrale verwarming, douches, warm water, airco En
wat gedacht van de feestelijke huldiging in de maand september van s lands
grootste marathonloper aller tijden, tevens lid van onze club, Aureel
Vandendriessche? Er was ook een tentoonstelling en de aanwezigheid van
s lands beste atleten uit de 60 en 70-er jaren.
Een mooi jaar, zeer zeker, maar tegelijk een meedogenloos
jaar, een annus horribilis! Tegen t eind van de maand bereikte ons het
ontstellend nieuws van het plotse overlijden van onze bekwame en geliefde
clubdokter Luc Termote, 58 jaar oud. Het voorjaar was nog niet ten einde
maar de zondagse trainingen werden al weer gehouden op het zomerparcours, toen
onze ongeëvenaarde trainer Gilbert Terras hij liet zich
gaarne opa Gilbertnoemen ter ziele ging. Tijdens de homilie die ik tijdens
de begrafenis mocht houden, noemde ik hem de veelzijdigste Anzegemnaar van de
20e en het begin van de 21e eeuw, en ik eindigde met één
van zijn tarijke haikus, één waaruit blijkt hoe hij naar het einde toe zijn
krachten voelde achteruitgaan, evenals het licht van ogen, maar ook hoe hij
optimistisch was in verband met een nieuwe generatie: Licht
en duisternis / de zon zakt zienderogen / terug
naar morgen. Op 21 september ging de Ieperse marathonloper
WillyLemaire van ons heen. Hij was lid van onze club. Het aantal
marathons door hem gelopen zal niet met twee cijfers te schrijven zijn.
Onnoemelijk goede herinneringen draag ik met me mee, aan deze kleine eenvoudige
man met de grote snor, marathon Willy van Bachten-de-Kupe: we hebben samen
marathon gelopen in Chicago, in Zuid-Afrika, in Honolulu En alsof dat allemaal
nog niet genoeg was overleed op 25 oktober onze Engelse vriendin Brenda
Boyle, ten gevolge van een slepende ziekte. Twee maand eerder had ze
haar laatste wedstrijd gelopen: in Grijsloke! Twintig Dwars door Grijslokes, op
zijn minst, had ze op haar palmares staan. De gulhartigheid die de lieve Brenda
uitstraalde, de warmte van haar
enthousiaste omhelzingen ze zijn ongeëvenaard.
Dwars door Grijsloke kreeg er dit jaar een koersje bij: via
de Ketsersdreef, over 3,2 km. De winnaar was Thomas Deconinck; bij de vrouwen
was het Sylvie Christiaens. In de koers over 6,7 km kwam Francis Van
Steenbrugge ditmaal slechts als tweede over de meet: hij moest de duimen leggen
voor Steven De Loose. Onze Stephen Soetaert was derde. Charline Vanneste was
eerste vrouw. Op de grote afstand (18,9 km) was het nog eens Oost-Afrika boven
met Mohamed Berok. Hij won vóór Nico Serroen. Primus bij de dames was hier Ann
Parmentier. Nieuwbakken voorzitter Wim Vanrijckegem eindelijk eens een échte
loper aan het roer! kon al bij al fier zijn: het aantal deelnemers lag een stuk (meer dan honderd) hoger dan t vorig
jaar en dat beloofde voor de toekomst.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (36)
De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 36: De jaren 2011-13.
2011 was een feestelijk jaar voor de club. Op de
nieuwjaarsreceptie, waar naar goede gewoonte, burgemeester en schepenen aanwezig
waren werd eraan herinnerd dat Loopclub Grijsloke dertig jaar geleden het
levenslicht zag. In het januari-nummer van het clubblad kregen twee clubleden
een speciale vermelding: Carline Deseyn en Jean-Marie Vandenheede. Carline ging
het jaar in als Belgisch kampioene marathon; met 35 marathons op haar palmares
kon ze evenwel nog niet tippen aan de 101 van haar vader Jan. Jean-Marie had op
oudejaarsavond nog snel een marathon meegepikt in Meerssen (bij Maastricht),
waarmee de teller bij hem op 50 kwam te staan, nog net vóór zijn vijftigste
verjaardag op 3 januari.
Van de klassieke clubactiviteiten (filopori,
bedevaartloop, Beukenhof, weekend aan zee, oriëntatieloop ) weze nog eens het
crosskampioenschap van de jaren 2011-13 vermeld. Bij de dames werden
respectievelijk Christine Hanssens, Sofie Christiaens en Ria Dereu als winnaar
gekroond. Bij de heren was er drie jaar
na elkaar geen kruid gewassen tegen onze opkomende ster Stephen Soetaert. En
het was diezelfde Stephen Soetaert die Loopclub Grijsloke definitief op de
kaart zette in het Verenigd Koninkrijk
(voor zover dat nog nodig was ) door geweldige prestaties in de superzware
halve marathon van Hastings, de grootste loopkoers op Britse bodem (na de
London Marathon). In 2012 werd Stephen 17e (in 1.15.13) en in 2013
werd het een 7e plaats in 1.13.42. Twee jaar na elkaar werd hij
hiermee gekroond tot eerste buitenlandse atleet en wat meer is telkenmale viel
Loopclub Grijsloke de eer van eerste buitenlandse club te beurt.
Op 20 en 21 oktober 2012 was er een weekend Amsterdam
en op 8 november 2013 trokken we ons beste pak aan voor de première van de
Vlaamse film Marina in Kinepolis Kortrijk uitsluitend voor Loopclub
Grijsloke. Maar er was ook droefenis: op 4.12.2012 moesten wij afscheid nemen
van een trouw en minzaam clublid: Marc Sardeur, echtgenoot van Anneke Dhaene,
die tot op heden nog iedere zondagmorgen op post is op de wekelijkse training
in Grijsloke.
Qua aantal deelnemers waren de jaren 2011-13 matige
jaren. Het aantal lopers aan de finish bedroeg
703 in 2011, 740 in 2012 en slechts 604 in 2013, waarmee meteen het
absoluut diepterecord (tot op heden) werd gevestigd. En dat een week nadat de
vernieuwing van Grijslokes dorpskern was gevierd Zat die vermaledijde 13 er
weer voor iets tussen?
In de 7 km-wedstrijdwas Fabrice Laga (reeds
winnaar in 2007) de beste in 2011, vóór een Oost-Afrikaan, Frederic Van den Heede
(reeds winnaar in 2010) en ons beloftevol clublid Stephen Soetaert. In 2012 was
Francis Van Steenbrugge de winnaar. Door zijn overwinning in de 10 mijl twee
jaar tevoren had Francis bewezen dat hij het ook kon op de lange afstand.
Soetaert was nu derde. In 2013 tenslotte was Francis eerste, vóór Frederic. Het
was voor beiden reeds de zesde keer dat ze op het podium stonden van Dwars door
Grijsloke. Bij de vrouwen was de overwinning weggelegd voor Ulrike Debie
(2011), Sylvie Verthé (2012) en Axana Dheedene.
De grote afstand (10 mijl in 2011 en 2012, 21 km in
2013) werd in 2011 gewonnen door Stijn Fincioen, in 2012 door Stijn Vandevelde
(zijn 3e overwinning en 5e podiumplaats) en in 2013 weer
door Stijn Fincioen, vóór onze Dimitri Delombaerde die hiermee vriend en vijand
verbaasde. Bij de vrouwen won Veerle Vanlinden voor de tweede maal in 2011 en
Ria Tienpondt voor de derde maal in 2012. In 2013 was Trui Depondt eerste.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (35)
De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 35: Dertigste editie: weer een jubileum.
Dertig jaar Dwars door Grijsloke, das een flink
stuk van een mensenleven. Een jubileum. Loopclub Grijsloke en het clubblad (INFO
loopclub Grijsloke) zijn één jaartje
jonger, maar dat neemt niet weg dat we ze in een zelfde hulde betrekken. Dertig
maal proficiat dus, want t is dertig jaar goed geweest. Onze trainer en
duivel-doet-al Gilbert Terras heeft al die jaren de leiding en de
verantwoordelijkheid over de club en het clubblad op zich genomen, maar voor
dit jaar heeft hij zich voor wat het clubblad betreft laten bijstaan door Hans Noyelle. Hans heeft zich van zijn taak als eindredacteur naar behoren gekweten. Met
zijn rubriek Het Startschot houdt hij ons telkens voor wat de club de komende
paar maanden in petto heeft. Er zijn talrijke weerkerende rubrieken:
- De trainingskalender van de club: met de
clubactiviteiten voor de komende twee
maanden;
- De rubriek Wist u ?: met het relaas van allerlei
spectaculaire, hilarische, ophefmakende of onwaarschijnlijke gebeurtenissen die
zich hebben afgespeeld in de schoot van Loopclub Grijsloke. Soms is het héél
droevig nieuws: zo lezen we in het eerste nummer van 2010 dat Etienne Thomas ons
op 69-jarige leeftijd voor altijd heeft verlaten. Hij was een fervent loper en
één van onze trouwste leden. Daarenboven was hij beroepsrenner geweest en zou
hij naar verluidt eens Rik Van Looy geklopt hebben in de spurt. Een
alleropbeurendst weetje staat ook in dit eerste nummer: Rudy Desmet heeft het
embleem van Dwars door Grijsloke (de twee lopers) laten tatoeëren op zijn
onderbeen. Eeuwige trouw! Dank u, Rudy.
- In Grijsloke on tour vertellen leden van de club over hun deelname aan een (meestal) buitenlandse marathon, vaak geïllustreerd met fotos van hun exploot en gekruid met bijhorende zonderlinge en/of pikante verhalen.
- De loper van de maand (of het jaar): het is de bedoeling dat alle actieve leden in de mate van het mogelijke op een dag aan de beurt komen, want iedereen wil wel eens in het zonnetje gezet worden.
- Nieuw is het artikel Straffe mannen. Dit jaar wordt hier telkens een straffe man of een macho in de bloemetjes gezet. Onder macho verstaat men in onze loopclub:een gepensioneerd lid van de club, die zijn sporen in de loopsport heeft verdiend, blijk geeft van een goed tooghanger te zijn, weinig spreekt, zij het omdat hij niet durft, niet kan, niet wil of niet mag (van zijn vrouw bv.) en blijk geeft over een goede intelligentie te beschikken. Zes machos passeerden dit jaar de revue: Luc Termote (onze clubdokter, die weliswaar niet aan alle macho-voorwaarden voldeed), Jean-Marie Planckaert, Johan DHaene, Gilbert Moerman, Lucien Voet, Ivan Amez.
(naast de andere rubrieken over de vele uitstappen, verrassingsreizen, oriëntatietochten en jubileumvieringen) De klassieke weekenduitstap was toe aan zijn 20e editie (voor de 10e maal aan zee) en ook de filoporitest was al aan zijn 10e uitgave. O, wat gaat het vlug
De wedstrijd in augustus kon bezwaarlijk een tegenvaller genoemd worden. Er waren 805 inschrijvingen en dat was het hoogste aantal wat in de periode 2006-2015 werd genoteerd. De 7 km werd gewonnen door Frederic Van den Heede, die na verscheidene top-3 plaatsen in vorige jaren eindelijk de vreugde van de overwinning mocht smaken. Bij de dames kwam de eer toe aan Sofie Christiaens. Zij is beroepsmilitair en heeft reeds vele militaire kampioenentitels op haar palmares, dit alles tot grote vreugde van haar vader Theo die niet alleen zelf een voortreffelijk langeafstandloper is, maar tevens een van de trouwste leden van onze loopclub. Francis Van Steenbrugge die in t verleden vooral in de kortste afstand had geschitterd, behaalde dit jaar een mooie overwinning in de 10 mijl en op diezelfde afstand deed Ria Tienpondt haar overwinning van 2007 nog eens over.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (34)
De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 34: De jaren 2007-2009.
De laatste paar jaar (2005-6) werd het voorzitterschap
van Dwars door Grijsloke waargenomen door Gerrit Glabeke, maar door ziekte
moest Gerrit afhaken en toen kwam er weer een dame aan t bewind: Martine Crommelinck.
De tijd van de lange voorzitterschappen (Robert Forêt 1981-90, Claudine
Dejonghe 1991-2005) leek voorbij want na drie jaar zou ook Martine er de brui
aan geven. Voor de loopkoers waren dit allerminst de succesrijkste jaren: het
aantal deelnemers aan de finish bedroeg in die drie jaar, gemiddeld genomen,
nog geen zevenhonderd. Dat lieten ze in de loopclub nochtans niet aan hun hart
komen. De clubkleuren werden verdedigd in tal van grote loopkoersen in binnen-
en buitenland. We pikken er lukraak een paar uit In oktober 2007 trokken we met
vijfenvijftig clubleden naar Reims: 15 namen er deel aan de 10 km, 10
aan de halve marathon, 5 aan de marathon. In het voorjaar van 2009 namen 17
leden van Loopclub Grijsloke deel aan de marathon van Rotterdam: Kurt
Vanmarcke liep daar een schitterende tijd (2.51.58). Vele activiteiten van de
loopclub waren traditie geworden, niet meer weg te denken. Ik noem er enkele:
de bedevaartloop op moederkensdag (de 2e zondag van mei), de
nachtelijke oriëntatieloop (de 1e zondag van december), de
verbroederingsloop met de Beukenhofjoggers, de verbroederingsfeesten met de
Hastingsrunners in maart (in Hastings) en augustus (in Grijsloke), en bovenal
het verlengd winterweekend dat nu zijn vaste stek scheen gevonden te hebben aan
zee, in Nieuwpoort.
Er was evenmin gebrek aan competitie tussen de
clubleden onderling. De filoporitest was ook al een jaarlijkse traditie geworden
en kende een groeiend succes. Jan en Elke Ottevaere vormden in die jaren een
haast niet te kloppen team. Een andere jaarlijkse krachtmeting was de
clubcross. In 2007 was Geert Windels de beste. Dat jaar schitterde Geert ook in
de zware 20 km van Brussel met een tijd van 1.19.06, als eerste van een dozijn
deelnemende (en ook finishende) Grijslokenaren. Bij de dames werd Charline
Dewaele crosskampioen. In 2008 en 2009 was het weer Charline, maar bij de
mannen stond er nu telkens geen maat op het meesterschap van Dimitri
Delombaerde.
Op 15 juli 2007 heeft Lucien Taelman Abraham
gezien, t is te zeggen: onze mister DDG en super-langeafstandloper vierde
zijn vijftigste verjaardag. Dat jaar overleed Remi Vanmarcke op
84-jarige leeftijd. Hij was de grootvader van onze Anzegemse top-wielrenner Sep
Vanmarcke. In 2005 had hij nog deelgenomen aan DDG en hij was jarenlang trouw
op post geweest bij de wekelijkse trainingen. Zelfs op zijn tachtigste had hij
een mooi atletisch lichaam en als hij in een begenadigde dag was moest menig
jongeling (van in de zestig) op de tanden bijten om zijn tempo te volgen
schrijver dezes kan daarover meepraten. Het bericht van zijn heengaan kwam dan
ook als een droevige verrassing. In 2008 leverde ons trouw clublid Tony
Vandendriessche een opzienbarende prestatie: hij trok naar de marathon van
Boston en werd daar 6821e op vijfentwintigduizend deelnemers, in een
tijd van 3.30.28. Weliswaar een stuk trager dan zijn vader Aureel in 1963 toen
hij deze, toentertijd grootste marathon ter wereld won tegen alle beste
marathonlopers, Olympisch kampioen Bikila Abebe incluis (*). Een prestatie die
Aureel in 1964 nog eens overdeed. Wat ons clublid Willy Lemaire in 2009 op 61-jarige leeftijd verwezenlijkte
is zeker ook het vermelden waard: marathon Willy liep in Griekenland de
authentieke marathon, van Marathon naar Athene, ten voordele van Artsen zonder
Grenzen. Het was zijn 110e marathon!
Hoe verliepen de koersen, dwars door Grijsloke, in de
Crommelinck-jaren?...
1/ De 7 km mannen. Frederic Van den Heede, die
in 2001 en 2003 reeds 2x op het ereschavot had gestaan, voegde nog twee
podiumplaatsen toe aan zijn erelijst (3e in 2007, 2e in
2009). Het hoogste schavotje moest evenwel nog komen voor Frederic, één van
onze trouwste deelnemers en grootste podiumpakkers. Op dat hoogste schavotje
stonden in deze periode: in 2007 Fabrice Laga, in 2008 Dimitri Caby (derde
overwinning en zevende podiumplaats in DDG), in 2009 Dieter Van de Walle.
2/ De 7 km vrouwen. In 2007 won Veerle Vanlinden
vóór Ann Parmentier. Beiden zouden in de toekomst overschakelen naar de 10 mijl
en op die langste afstand meer dan één keer als primus over de meet komen. In
2008 won Els Verthé voor de derde keer en in 2009 was de overwinning voor onze
Annie Vermeulen uit Kluisbergen.
3/ De 10 mijl mannen. In 2007 was het podium
quasi hetzelfde als het vorig jaar (1e Vandevelde, 2e
Clyncke); enkel Caby, die het nu eens op de langste afstand had geprobeerd,
kwam daar een stokje vóór steken door de derde plaats af te snoepen van
tweevoudig winnaar Ghirma. In 2008 namen de Oost-Afrikanen weerwraak met een eerste,
tweede en negende plaats (resp. El Hachimi, Gemeda en Tedros). Vandevelde moest
vrede nemen met brons. Ook in 2009 was er geen derde overwinning voor
Vandevelde: ditmaal moest hij zijn meerdere erkennen in Hans Reigel, een atleet
uit Lebbeke..
4/ De 10
mijl vrouwen. Van 2007 t/m 2009 ging de zege naar resp. Ria Thienpont,
Veerle Vanlinden en Veerle Dhaene.
(*) De tekening van onze grote kampioen Aureel Vandendriessche is van Jan Bauwens, filosoof en veelzijdig kunstenaar, die in lyrische bewoordingen de eerste medaille van Dwars door Grijsloke bezong in het boek "Grijsloke 2000". Het boek is gratis te
verkrijgen door ieder clublid die zich inschrijft voor DDG 2016.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (33)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 33: DDG komt een zware slag te boven.
Een van de zeldzame foto's van Roger Dejonghe
In t begin van t jaar 2006 was onze koers 25 jaar
oud en ons bereikte het ontstellend en bloedstollend bericht dat Roger Dejonghe
was overleden. Plots! De meerderheid van de leden van DDG kenden Roger niet
eens en toch weinige insiders zullen mij tegenspreken als ik beweer dat hij,
na het afscheid van Lucien Van Lancker in 2000, de belangrijkste rader was in
de DDG-machinerie. Men beweert wel eens dat achter iedere sterke man een sterke
vrouw staat. In het geval van Dwars door Grijsloke stond achter voorzitster
Claudine een beresterke man: Roger! Een man die geleefd en gewerkt heeft voor
de koers, twintig jaar lang, dag en nacht: contacten onderhouden en nieuwe
contacten leggen met de sponsors, met de deelnemers, de gemeentelijke
overheden, de leveranciers, het rode kruis, de verslaggevers, de
aankomstrechters Dat weinigen hem gekend hebben komt doordat hij de bescheidenheid in persoon was en zich niet
onder de mensen begaf. Nooit verliet hij zijn woning; hooguit ging hij wat
werken in zijn moestuin of vertoonde hij zich een enkele keer in zijn
voortuintje met zijn geliefde hond Bari. Daar keek hij naar de lopers die
voorbij zijn huis passeerden en hij installeerde daar een verfrissingspost met
drank en sponsen. Ook de wielerkoersen die de Kwaremont aandeden bekeek hij
gaarne live, maar dan van in zijn woning met de verrekijker.
Roger was niet alleen een harde werker voor de koers,
hij was tevens een briljante geest en dat is hij geweest van kinds af aan. Wij
liepen samen school, hij was steeds de eerste van de klas met een
puntenpercentage dat de honderd benaderde. Jammer dat ziekte hem in later jaren parten speelde. Begin 2006 gaf Roger plots de geest. Hij zat
gebogen over zijn bureau, werkend voor DDG. Ik omschrijf hem het liefst als
volgt: een zeer lieve en innemende man die een klare kijk had op alles, een man
die nooit gelijk wilde krijgen, ofschoon hij dat altijd wel hád.
Velen hebben gevreesd dat dit droevig heengaan de
doodsteek zou betekenen voor DDG, maar zoals wij nu weten, is dat, God zij dank,
niet het geval geweest. De 26e uitgave van DDG kende een gelukkig
verloop. In de club waren er activiteiten voor jong en oud. Niets van wat in t
verleden goed was geweest, werd overboord gegooid: de uitstappen, de
trainingen, de clubkampioenschappen, de feestjes, de reizen naar binnen- en
buitenlandse wedstrijden. De filoporitest van dat jaar was er één uit de
duizend.
In de korte afstand stond er geen maat op Dimitri Caby
en op diezelfde afstand was het ditmaal Els Verthé de haar tweelingzus Sylvie
opvolgde op het hoogste schavotje (het vorig jaar was het net andersom
geweest). Zus Sylvie had zich dit jaar immers aan de grote afstand (10 mijl)
gewaagd en die wedstrijd had ze dan ook met glans gewonnen tegen de winnares
van t vorig jaar, Patricia Delvael. Maar wie stond daar als derde op het
schavot? Niemand minder dan de Zeelse Katja Merlin. In 1988 (ze was toen nog piepjong) won ze de
7 km voor t eerst en ze zou dat in totaal niet minder dan 6 x presteren (er
kwamen ook nog twee tweede plaatsen bij). Haar laatste overwinning was in 2001
(telkens op de kortste afstand). De jaren die volgden bleef ze afwezig tot nu.
Meteen de grote afstand en een 3e plaats. Was het een tegenvaller voor mooie
Katja? Wat er ook van zij, tot op de dag dat ik deze regels schrijf heeft ze
zich niet nog eens in Grijsloke vertoond. En dat is jammer: haar aanwezigheid
liet telkens menig mannenhart sneller kloppen.
Toch ging de meeste aandacht uit naar de mannenloop
over 10 mijl. Zouden de Oost-Afrikanen, en dan in t bijzonder Waldu Ghirma,
voor de derde opeenvolgende maal domineren? Dat was duidelijk zonder Stijn Vandevelde
gerekend, een jongeman uit Otegem. Ook Christophe Clyncke, die de vorige jaren respectievelijk 1e,
3e en 2e was geëindigd, moest zich bij het meesterschap
van Vandevelde neerleggen. Waldu Ghirma werd slechts derde.
2006! Het jaar dat Claudine afscheid moest nemen van
haar echtgenoot. Het jaar ook dat zij het voorzitterschap van Dwars door
Grijsloke doorgaf aan Gerrit Glabeke.. Vijftien jaar lang had zij dat
voorzitterschap waargenomen. Ze zou evenwel in de jaren die volgden de
organisatie met raad en daad blijven steunen en na de zondagse trainingen was
zij vrijwel steeds aanwezig in het clublokaal. Haar naam zal altijd verbonden
blijven aan de loopkoers Dwars door Grijsloke.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en LoopclubGrijsloke (32)
De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 32: De mijl en Afrika boven.
In de loop der jaren - de allereerste DDG niet te na gesproken - werd er in Grijsloke maar weinig gesleuteld
aan de twee belangrijkste wedstrijden. De kortste wedstrijd is tot op heden zo
goed als onveranderd gebleven: zeven kilometer (bij benadering!). Enigszins
anders toch verging het de langste koers. En eerste verandering was er gekomen
in 1992, toen de eerste van 3 marathons werd gelopen. Er diende toen een
landmeter aan te pas te komen: stel u maar eens voor dat er een nationaal of
wereldrecord zou gelopen worden en dat het record niet zou gehomologeerd
worden, wegens incorrecte afstand Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om
de twintig kilometerwedstrijd eens exact op te meten. En wat bleek? Die
twintig km. bleek er nauwelijks negentien te zijn Er werd van de nood een
deugd gemaakt en de 20k werd vanaf 1992 een heuse, exact opgemeten, halve
marathon. Daartoe werd een kleine ronde ingelast via de Ketsersdreef, als
aanloop tot de drie grote ronden. Maar het aantal deelnemers aan de 20k
daalde in de loop van de komende tien jaar tot één derde (737 finishers in 1990
tgo. 246 in 2001). Een halve marathon, op het zwaarste parcours van Vlaanderen,
was voor de meesten moeilijk te verteren. Er werd wijselijk beslist om de
langste afstand in te korten tot 10 mijl, een dikke 16 kilometer. Die wijziging
kwam de lange afstand wel enigszins ten goede, maar kon niet verhinderen dat het
totaal aantal deelnemers aan beide koersen (met inbegrip van de
kinderwedstrijden) nu definitief onder de duizend daalde. In Grijsloke maalde
men niet om die achteruitgang. Een kleiner aantal deelnemers kwam de
organisatie ten goede, de lopers spraken nog steeds vol lof over Dwars door
Grijsloke en de organisatoren van vele stratenlopen zouden maar wat blij
geweest zijn met een deelnemersveld als het onze.
Merkwaardig verschijnsel: boerde de koers wat achteruit, de club bloeide
als nooit tevoren. Het aantal leden van Loopclub Grijsloke mocht ondertussen op
minstens vijfhonderd geschat worden (meer dan tweehonderd families!) en het
aantal activiteiten nam in evenredigheid toe. Voor vele clubleden de ouderen
niet in het minst waren de looptraining op zondagmorgen en de
nabeschouwingen tussen pot en pint, een onmisbaar en niet weg te denken
ontspanningsmoment geworden.
2004 was het jaar dat de Oost-Afrikanen hun intrede deden
in Grijsloke. Vier zwarte mannen stonden aan de start van de 10 mijl: Ghirma
Woldu, Aman Gemeda, Abdi Kouma en Theogenes Munyeshyaka. Aan de finish waren ze
respectievelijk 1e, 2e, 4e en 6e.
Enkel de winnaar van 2002 Christophe Clyncke (3e) en de Dendermondse
veteraan (cat. M6 = 50-60jarigen) Ion Damian slaagden erin een wig(je) te
drijven tussen al dat gekleurd geweld. Damian, een atleet met Oost-Europese
roots, was een gerenomeerd veldloper geweest en later een van s lands beste
stratenlopers. Ook bij de vrouwen was het een Oost-Afrikaanse die er met kop en
schouders bovenuit stak: Monia Aboulahcen. Met een tijd van 5954 finishte zij
amper negen seconden na de beste man van onze club, Carlo Verleyen. De tweede
dame, Patricia Delvael, en de derde, onze Annie Vermeulen, dienden zo maar
eventjes resp. 845 en 918 toe te geven. De 7 km. werd gewonnen door Francis
Van Steenbrugge voor Dimitri Caby en bij de dames was Els Verthé iedereen te
vlug af.
In 2005 stond Ghirma Woldu weer op het hoogste
schavotje van de 10 mijl. Clyncke was tweede en de 46-jarige gewezen winnaar
Filip Vanhaecke derde. Bij de dames was winnares Patricia Delvael zon drie
minuten sneller dan t jaar ervoor. In de 7 km speelden Dimitri Cabyen Francis Van Steenbrugge haasje-over ten
opzichte van t vorig jaar: Dimitri haalde het met 3. SylvieVerthé volgde haar
tweelingzus Els op als winnares van de kortste afstand.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (31)
De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 31: Opflakkering (2002 en 2003).
De vrees dat het aantal deelnemers nu gestaag in
dalende lijn zou gaan werd een halt toegeroepen in 2002. Aan de aankomst waren
er bijna 200 deelnemers meer dan t jaar te voren (1168 om precies te zijn) en
ook in 2003 was dat aantal nog boven de duizend. De filoporitest in t voorjaar
was reeds een begrip en begon al even traditioneel te worden als die andere
voorjaarsevenementen: de verbroederingsloop met de Beukenhofjoggers, de
bedevaartloop, het weekend aan zee, de clubcross In 2002 werd die cross
gewonnen door een van de allergrootste atleten van onze loopclub, Philiep
Steelandt. De geklopten waren ook niet van de minsten: Carlo Verleyen, Wim
Van Rij-ckegem (onze huidige voorzitter) en Dimitri Delombaerde. In 1983 had Philiep
Steelandt zich in Grijsloke onsterfelijk gemaakt, na een heroïsche strijd om de
eerste plaats met Peter Daenens die toen gold als een van s lands grootste
medaillekandidaten voor de Olympische Spelen. Pas op het laatste moest Philiep
de duimen leggen. Achttien jaar later (augustus 2001) zou hij een nog
heroïscher prestatie leveren in China. Hij nam er deel aan een langeafstandswedstrijd
(De Zijderoute) in 11 etappes. Er werd onder meer door het Himalayagebergte
gelopen; extreem hoog en koud dus. Er waren woestijn- en stadslopen, een
tijdrit en de beklimming van de fameuze Chinese muur waarbij duizend treden
dienden overwonnen te worden. Er was ook een tocht van 160 meter onder de zeespiegel,
bij een temperatuur van 40 tot 50 graden. Philiep won meerdere etappes en werd
tweede in de eindstand. Er waren 184 deelnemers van over de hele wereld
Sfeer en gezelligheid, vernieuwing en avontuur stonden
hoog in het vaandel. Getuige daarvan de oriëntatietocht in 2002 van Loopclub
Grijsloke in de Ardennen (Viroinval), de fakkeltocht en de nachtelijke
bietenwandeling in datzelfde jaar, de nachtelijke oriëntatietochten rond het
feest van Sinterklaas In 2003 trokken meer leden van de club dan in andere
jaren naar de Course des Terrils in Frankrijk omdat die koers dat jaar s
nachts werd gehouden. Een van de loopwedstrijden waar wij met velen heentrokken
was de Zuidersterloop in Capelle a/d IJssel bij Rotterdam (twee jaar eerder
waren wij er ook al geweest).
Op 22 mei 2002
bereikte ons het droevig bericht van het overlijden op 85-jarige leeftijd van
Albert Debeurme. Hij was één van de vijf échte pioniers-van-het-eerste-uur van
Dwars door Grijsloke: samen met Gaston Depoorter, Jules Waelkens, Robert Forêt
en Kris Vansteenbrugge (cf. boek Grijsloke 2000, foto pag. 26; enkel de
laatste twee zijn nog in leven). Albert was een geboren en getogen Anzegemnaar.
Hij liep school in Grijsloke (kleuterschool en eerste drie jaar lager
onderwijs). In 1981 poseerde hij als vlijtige leerling in de oude klas (cf.
boek Grijsloke 2000, foto pag. 14). Hij werd huisarts en vestigde zich in
Marke. In de streek van Kortrijk was hij een van de populairste en meest
geliefde artsen. Hij was verknocht aan de loopsport en was zelf een gedreven
langeafstandsloper bij de veteranen. Tot aan zijn dood heeft hij zijn volkse en
kwajongensachtige mentaliteit behouden. Zijn speels karakter komt perfect tot
uiting in zijn boek Spelenderwijs: niemand heeft ooit met meer liefde geschreven
over zijn geboortestreek en eerste levensjaren (uittreksels uit het boek op www.bloggen.be/kris/archief.php?ID=74370).
De korte koers
(7 km) werd zowel in 2003 als in 2002 gewonnen door Maarten Vergote uit De
Pinte. Dimitri Caby was telkens tweede. Dimitri zou in de komende vijf jaar
evenveel keer op het erepodium staan, waarvan drie keer op het hoogste schavot.
Ook bij de vrouwen zagen we die twee jaar dezelfde overwinnaar: de Oudenaardse
Hilde Vanhessche, die eerder ook al twee eerste en één tweede plaats in de
wacht had gesleept, maar die we na 2003 niet meer hebben teruggezien. In de
grote koers (21 km) was het in 2002 de Bruggeling Christophe Clyncke die De
Bergé, de winnaar van t vorig jaar, in een spannende spurt achter zich hield.
In later jaren zou de getalenteerde Clyncke die prestatie niet meer kunnen
herhalen; wel werd hij nog 3x tweede en 1x derde. In 2003 haalde Patrick
Vanderstraeten (uit Tubize) een gemakkelijke overwinning. Bij de vrouwen slaagde
Siska Matton er in 2002 niet in haar zege van 2001 te hernieuwen: Marijke
Guillemijn uit Langemark was die dag te sterk. En in 2003 was de Maldegemse
Roossie Van der Jeught de beste vrouw op de halve marathon.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (30)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 30: Minder deelnemers, hitterecord en Gella.
Op de uitslagenlijsten van de 21e Dwars
door Grijsloke komen amper 977 namen voor. Onder de duizend! Sedert de tweede
editie van onze loopkoers (1982) was dit niet meer voorgekomen. Akkoord, de
brandende zon, de nooit geziene hittegolf zal er ongetwijfeld voor gezorgd
hebben dat velen er de brui aan gaven vóór de eindmeet was bereikt, maar toch
Het vorig jaar waren er nog 1332 die de finish hadden gehaald, zijnde 355 méér
De kranten maakten geen gewag van deze terugval, maar ze blokletterden des te
meer over de onmenselijke hitte waarin werd gelopen, over de vierduizend sponsen en de talrijke tuinslangen die voor afkoeling
dienden te zorgen, over de dringende oproep van de organisatoren naar de
deelnemers toe om toch maar niet te forceren en over Gella Vandecaveye, één
van onze grootste sportvrouwen aller tijden, meervoudig Europees en wereldkampioene
judo, die hier voor t eerst aan een stratenloopwedstrijd deelnam. Achteraf
verklaarde Gella o.a. het volgende:
(uit info
LOOPCLUB GRIJSLOKE, jaargang 19, nr 6)
Germain Lapere, die een vriend des huizes is, had mij
al verscheidene keren gezegd hoe tof jullie wedstrijd wel is en dat ik zeker
eens moest deelnemen. Aangezien ik na het wereldkampioenschap een rustpauze van
twee maanden in het judo had gepland en ik in die periode mijn conditie
onderhoud met allerlei andere sporten, paste dit ook goed. Jullie hadden
trouwens de primeur, want ik heb nooit eerder aan loopwedstrijden deelgenomen.
Ik heb mij inderdaad goed geamuseerd: ik werd hartelijk ontvangen, er was een
gemoedelijke sfeer, het parcours is schitterend en de zon was van de partij.
Wat wil je nog meer. Reken er maar op dat ik nog terugkom.
Gella finishte als 185e van 593
aangekomenen in de 7 km. Katja Merlin stond (na vijf jaar) weer, en voor de
zesde maal, op het hoogste trapje in deze wedstrijd, een record dat moeilijk te
evenaren zal zijn. Bij de mannen was het de plaatselijke Garry Van de Walle die
de Waregemnaar Frederic Van den Heede met negen seconden klopte voor de eerste
plaats. Vanaf 2007 zou Frederic bijna niet meer van het podium weg te slaan
zijn Wie ook op zoek ging naar een record op de grote afstand was drievoudig
winnaar Didier Knockaert. Al vroeg bouwde hij een flinke voorsprong op, maar
één tegenstander had hij helaas over het hoofd gezien: de ongenadige zón! Na 15
km was zijn pijp uit en hij gaf ze dan ook maar aan Maarten. De overwinning was
hier voor de minder bekende Bart De Bergé uit Bredene. Geen vierde overwinning
dus voor Knockaert. Het record bleef op drie. Bij de dames was het weer Siska
Matton op de 20 km.
Wat de loopclub betreft was er van een terugval geen
sprake. Wel in tegendeel. Wat volgt is slechts een greep uit de sportieve clubactiviteiten
anno 2001:
- februari: clubkampioenschap cross;
- maart: het jaarlijks weekend aan zee, met
name in Nieuwpoort (twee overnachtingen in de Floreal; tot op heden 2015 is
deze formule onveranderd gebleven!);
-
april: verrassingsreis met twee bussen naar Dordrecht alwaar deelgenomen
werd aan loopwedstrijden over 1, 2, 5 en 10 km;
de verbroederingsloop met de
Beukenhofjoggers is reeds aan zijn vijfde uitgave en stilaan een klassieker aan
t worden;
- mei: de eerste filoporitest, een uitvinding
van trainer Gilbert Terras; het woord staat (ten onrechte) nog steeds niet in
de dikke Van Dale maar in het clubblad nr 1 van 2001, jaargang 19, wordt het
omschreven als combinatie van trajecten oriëntatie (lopen/fietsen), afgewisseld met
diverse testen op de stopplaatsen;
- oktober: voor
de marathon van Amsterdam wordt een heel week-end uitgetrokken; een
tiental leden van de club nemen er aan deel; een opmerkelijke prestatie is die
van onze Jan Deseyn, 61 jaar, die er aan zijn 90e marathon toe was.
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (29).
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 29: Grijsloke 20(00).
Het jaar tweeduizend. Het had zo lang onbereikbaar ver
in het verschiet gelegen. En plots was het daar: het einde van het tweede
millennium. Voor Grijsloke het einde van een tweede decennium
Ter gelegenheid van de 20e Dwars door
Grijsloke werden de drie brochures die eerder verschenen waren in verband met
onze loopkoers, gebundeld tot een vrij lijvig boek: Grijsloke 2000. Bij die
gelegenheid paste ook een bijzonder aandenken voor de deelnemers: een zilveren
lopertje aan een dito halskettinkje. Dit mooie juweeltje was ongetwijfeld mede
verantwoordelijk voor het feit dat de daling van het jaarlijks aantal
deelnemers die na 1990 was ingezet een halt werd toegeroepen. Maar het ideaal
dat velen voor ogen hadden 2000 (deelnemers) in (t jaar) 2000 bleef bij
wishfull thinking. Wat niet wegneemt dat 2000 een succesvol jaar was: we
vinden 1332 namen terug op de uitslagenlijsten (een pak meer dan de drie vorige
jaren), het aantal toeschouwers deed denken aan dat van de allergrootste jaren
en het avondfeest in de grote tent met het optreden van Katastroof lokte veel volk. Deze Antwerpse volksgroep
stond wekenlang op nummer één in de Vlaamse Top 10, met o.a. Met de waaiven
niks als last, een slogan die allerminst van toepassing was op onze loopclub,
wel integendeel. De pers was vol lof over deze 20e editie en sommige
journalisten hadden in hun ijver inderdaad tweeduizend lopers geteld. Bijzonder
verheugend was het aantal jongens en meisjes in de jeugdreeksen: 208! Zij
immers waren het die de toekomst van DDG moesten verzekeren. Eentje zou doorbreken
in de wielersport: Sep Vanmarcke (5e in de 1500 m). Die toekomst
lachte ons toe en diegenen die voorspeld hadden dat Grijsloke het jaar 2000
niet zou halen waren lelijk in het ongelijk gesteld.
De 7 km bij de mannen werd gewonnen door de
bijna-veteraan Jos Maes (weer een grote naam op de erelijst) vóór Francis
Vansteenbrugge. Het was de eerste verschijning van Francis op het ereschavot,
maar het was allerminst de laatste: niet minder dan zes maal zou hij dat in de
toekomst herhalen, waarvan vier maal op de hoogste trede! En Francis is nog
lang niet versleten Bij de dames kwam Marianne Verbauwhede als eerste over de
meet in de 7 km. Zoals in 1973 en 1977 was het Didier Knockaert die de grootste
afstand op zijn naam schreef en bij de dames was het Siska Matton (nóg een
grote naam uit de Belgische atletiekgeschiedenis) die hier met de eerste prijs
ging lopen.
Over de activiteiten van de Loopclub en de
loopprestaties van de leden in binnen- en buitenland, zullen we kort zijn:
onveranderlijk op hoog niveau, een millenniumwissel waardig. Of laten we er
toch één uitpikken: ons trouw clublid Monique Bauters uit Ouwegem behaalde in
de maand juni in Torhout de titel van Belgisch kampioene maraton bij de
veteranen. Een grote internationale carrière stond nog voor de deur: ook daar
zou ze de allerhoogste trap bereiken
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (28)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 28: De post-olympische jaren.
De jaren die
volgden op Grijslokes Olympiade waren themaloos. De periode van de medailles
was definitief voorbij. Daardoor verminderde de belangstelling van de pers en
in de jaren 1997-98-99 stelden we een flinke daling vast van het aantal deelnemers
aan DDG. In de uitslagenlijsten vinden we voor die jaren nog resp. 1259, 1282
en 1201 namen terug.
Een
nieuwigheid was de invoering van speciale koersjes voor de kinderen tot 12 jaar
(500, 1000 en 1500 m) ter vervanging van de 3 km-loop. Die kinderwedstrijden
vielen erg in de smaak, zowel bij onze jongste deelnemers als bij het publiek
en tot op de dag van heden zijn ze op het programma van DDG gebleven.
We kunnen
stellen dat de 20 km in het tweede decennium beheerst werden door het trio
Deleu-Deruddere-Knockaert. Deruddere (91, 92 en 95) en Knockaert (93, 97 en 2000) wonnen in die
periode elk driemaal. Deleu (94 en 96) won tweemaal en behaalde daarenboven
nog drie andere podiumplaatsen. Slechts twee keer gingen anderen met de eerste
prijs lopen: in 1998 was het de minder bekende Koen Lefevre uit Poperinge en in
1999 gaf de 40-jarige gewezen Belgisch marathonkampioen Filip Vanhaecke iedereen
het nakijken. Van 1996 tot en met 1999 was de 20 km bij de vrouwen een kolfje
naar de hand van Bernadette Jansseune en ook in de 7 km was er één die de plak
zwaaide: Hilde Van Hessche (enkel in 1998 moest ze in Ann Kinthaert haar
meerdere erkennen). In de 7 km mannen stond Anzegem in vuur en vlam voor
dorpsgenoot Christ Ooghe. Drie jaar tereke was hij als tweede geëindigd,
na de ongenaakbare Gino Van Geyte, die zoals reeds gezegd tot de nationale
loperselite behoorde. Maar in 1999 stond
onze melkboer eindelijk op het hoogste schavot: zeventien jaar na
Frans Schiettecatte ging onze gemeente weer met een hoofdvogel lopen!
Had de
loopkoers de laatste jaren iets van haar succes ingeboet, voor de loopclub was
dat allerminst het geval. De jaarlijks terugkerende evenementen waren vaste waarden geworden: het weekend aan zee,
de bedevaartloop, de oriëntatietochten, de verbroederingen met de Hastingsrunners
uit Engeland en met de Beukenhoflopers uit Vichte, het clubcrosskampioenschap,
de course des Terrils en noem maar op. Grijsloke was vertegenwoordigd op
talrijke marathons. Soms werd er een heel weekend voor uitgetrokken: Reims,
Echternach In december 1997 namen een dozijn leden van de club deel aan de marathon
van Honolulu, aan het ander uiteinde van de wereld, op het parcours van de iron
man!
Die laatste jaren van het
tweede millennium verliepen evenwel niet zonder kommer en kwel. Op 28 december
1998 overleed Patrick Vanhoutteghem, één van onze waardevolste clubleden. Hij
was vooraan in de veertig, echtgenoot van ons bestuurslid Martine Debosschere
en zelf noeste werker voor DDG en de loopclub. In het clubblad van januari 1999
stond te lezen:
Hij
was jong en zeer begaafd en veelzijdig, beminnelijk en kunstzinnig
en verder:
zou
het waar zijn dat God, net als de Griekse goden, diegene die hij echt bemint,
vroeg tot zich roept, d.i. jong laat sterven?...
Verdriet slijt? Jawel, maar
Patrick wordt nog steeds gemist in Grijsloke, op de zondagse trainingen en erná
in het clubhuis
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub Grijsloke (27)
De geschiedenis van Dwars door Grijsloke en Loopclub
Grijsloke.
Deel 27: De Godenloop.
Dwars door Grijsloke 1996 betekende het einde van
Grijslokes Olympiade (1991-1996). Dit jaar werd de Olympische periode
afgesloten met een godenloop: twee Griekse goden en niet van de minste
stonden op de deelnemerslijst. Jammer genoeg waren de jaloerse weergoden niet
van de partij. Het had de vorige dagen hard geregend en ook nu werden we
gezegend met een druilerige regendag. En dat was wellicht de voornaamste reden
waarom de 2000 deelnemers waarop gehoopt was, niet opnieuw werden gehaald. Maar
het kon natuurlijk niet anders of de godenloop kende een daverend succes. Hierna
volgt de beschrijving van dit sensationeel evenement zoals beschreven in het
boek Grijslokes Olympiade (1997):
Zeus
heeft zijn twee meest geliefde kinderen naar Grijsloke gestuurd: Apollo en
Athena. Op 31 augustus 1996 stonden ze aan de start van de 7 km-wedstrijd met
de respectievelijke borstnummers 1998 en 1999. Apollo in zijn gouden kleed, met
lier en boog en pijlenkoker. Athena in volle wapenrusting, gehelmd, met schild
en speer en op de borst de kop van Medusa.
Goden
zijn geen partij voor de mensen. Amper tien minuten na de start verscheen
Athena al in de laatste rechte lijn die leidt naar de aankomst; dáár had Apollo
zowat vijftig meter achterstand. De eerste stervelingen volgden op vele
minuten Er ging een schokgolf doorheen de massa toeschouwers aan de aankomst
en er was ook ongeloof.
En of
het spannend werd! Apollo naderde immers zienderogen op zijn tegenstandster.
Toen hij, op amper een paar honderd meter vóór de aankomst, Athena dreigde in
te rekenen, deed zij met haar speer de zonnegod struikelen wat haar weer een
tiental meters voorsprong opleverde. Apollo aarzelde nu niet meer om ook zijn
wapen te gebruiken. Lopende nam de van-verre-treffende een pijl uit zijn
koker en spande de boog. Athena werd in de rug getroffen. Ze slaakte een door
merg en been snijdende schreeuw, deinsde even achteruit, zag hoe Apollo haar
voorbijsnelde
Hoewel
gewond waar zij getroffen was vertoonde haar kleed een grote rode vlek
herpakte ze zich vliegensvlug, zoals alleen goden dat kunnen. Terwijl Apollo
zegezeker en triomfantelijk zwaaiend met zijn boog op de eindmeet afstevende,
voelde hij opeens de scherpe punt van Athenas speer, die zijn hals doorboorde.
Apollo stuikte nu zwaar gewond ten gronde. En weer stroomde het bloed de
Grijslokeberg naar beneden, zoals in de tijd van de messenvechters.
Het
publiek sidderde. Athena zegevierde. En niemand dacht er ook maar over haar te
diskwalificeren, want dát weet men in Grijsloke ondertussen wel: de goden strijden
met ál hun middelen en ze hebben hun eigen wetten.
Een
sterveling zou het niet overleefd hebben. Apollo echter krabbelde overeind,
briesend als een leeuw van woede en pijn, aanroepend zijn vader Zeus en
verwensingen uitend aan het adres van zijn halfzuster Athena. Strompelend en
uitgeput door het overvloedige bloedverlies kwam hij door de finish, met een
achterstand van hooguit twintig seconden. Beide goden werden in dezelfde hulde
betrokken, beiden kregen een grote lauwerkrans. De verblufte toeschouwers keken
al uit naar de strijd die de stervelingen te leveren hadden, op minuten achterstand.
Die strijd
werd gewonnen door Gino Van Geyte, niet de eerste de beste want Belgisch
kampioen op de 5.000 m. Hij had die dag nog een kluif aan onze Anzegemse
dorpsgenoot Christ Ooghe, die schitterend tweede werd. Bij de dames werd
verduiveld topje Katja Merlin voor de vijfde maal primus! De zuurstofrijke
lucht (bij dit regenweer) en een superieure Gino Deleu (de winnaar van 1994)
zorgden voor een toptijd in de halve marathon: 1u 07 26(op dit super-lastig parcours!).
Gino hield nummer twee, Geert Deruddere, netjes op afstand en weerhield deze
laatste aldus van een vierde overwinning. Eerste vrouw in de halve marathon was
Bernadette Jansseune.
Nog te
vermelden dat de 3 km. wedstrijd voor -12 jarigen gewonnen werd door Diego
Vandewalle (bij de jongens) en onze Sophie Christiaens (vorig jaar ook
laureate) bij de meisjes. En dat er dit jaar geen medailles waren voor de
deelnemers, maar wel een speciaal ontworpen veelkleurige T-shirt met de
Olympische ringen, waarmee meteen herdacht werd dat honderd jaar geleden de
moderne Olympische Spelen werden gesticht.
foto's van de godenloop op www.bloggen.be/kris v.a. 1/6 a.s.
Wenst u mijn memoires te lezen: u kan het boek lenen in de bibliotheek of kopen. Voor alle inlichtingen: zie op 4 juni 2007 onder de titel "O jerum, jerum, jerum...: een hit!"
Mijn nieuwste boek "Uit het schuim (van de zee)", de Griekse mythologie in 136 verhalen, 402 p., kan besteld worden via mail (kvansteenbrugge@gmail.com) of via mijn telefoonnummer 056.215944. Prijs: 18,95 euro (er hoeven geen verzendkosten betaald te worden).
Lees iedere maandag en iedere vrijdag een nieuw verhaaltje uit de GRIEKSE MYTHOLOGIE op www.bloggen.be/dzeus
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek