De geschiedenis van Dwars door
Grijsloke en Loopclub Grijsloke.
Deel 32: De mijl en
Afrika boven.
In de loop der jaren - de allereerste DDG niet te na gesproken - werd er in Grijsloke maar weinig gesleuteld
aan de twee belangrijkste wedstrijden. De kortste wedstrijd is tot op heden zo
goed als onveranderd gebleven: zeven kilometer (bij benadering!). Enigszins
anders toch verging het de langste koers. En eerste verandering was er gekomen
in 1992, toen de eerste van 3 marathons werd gelopen. Er diende toen een
landmeter aan te pas te komen: stel u maar eens voor dat er een nationaal of
wereldrecord zou gelopen worden en dat het record niet zou gehomologeerd
worden, wegens incorrecte afstand
Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om
de twintig kilometerwedstrijd eens exact op te meten. En wat bleek? Die
twintig km. bleek er nauwelijks negentien te zijn
Er werd van de nood een
deugd gemaakt en de 20k werd vanaf 1992 een heuse, exact opgemeten, halve
marathon. Daartoe werd een kleine ronde ingelast via de Ketsersdreef, als
aanloop tot de drie grote ronden. Maar
het aantal deelnemers aan de 20k
daalde in de loop van de komende tien jaar tot één derde (737 finishers in 1990
tgo. 246 in 2001). Een halve marathon, op het zwaarste parcours van Vlaanderen,
was voor de meesten moeilijk te verteren. Er werd wijselijk beslist om de
langste afstand in te korten tot 10 mijl, een dikke 16 kilometer. Die wijziging
kwam de lange afstand wel enigszins ten goede, maar kon niet verhinderen dat het
totaal aantal deelnemers aan beide koersen (met inbegrip van de
kinderwedstrijden) nu definitief onder de duizend daalde. In Grijsloke maalde
men niet om die achteruitgang. Een kleiner aantal deelnemers kwam de
organisatie ten goede, de lopers spraken nog steeds vol lof over Dwars door
Grijsloke en
de organisatoren van vele stratenlopen zouden maar wat blij
geweest zijn met een deelnemersveld als het onze.
Merkwaardig verschijnsel: boerde de koers wat achteruit, de club bloeide
als nooit tevoren. Het aantal leden van Loopclub Grijsloke mocht ondertussen op
minstens vijfhonderd geschat worden (meer dan tweehonderd families!) en het
aantal activiteiten nam in evenredigheid toe. Voor vele clubleden de ouderen
niet in het minst waren de looptraining op zondagmorgen en de
nabeschouwingen tussen pot en pint, een onmisbaar en niet weg te denken
ontspanningsmoment geworden.
2004 was het jaar dat de Oost-Afrikanen hun intrede deden
in Grijsloke. Vier zwarte mannen stonden aan de start van de 10 mijl: Ghirma
Woldu, Aman Gemeda, Abdi Kouma en Theogenes Munyeshyaka. Aan de finish waren ze
respectievelijk 1e, 2e, 4e en 6e.
Enkel de winnaar van 2002 Christophe Clyncke (3e) en de Dendermondse
veteraan (cat. M6 = 50-60jarigen) Ion Damian slaagden erin een wig(je) te
drijven tussen al dat gekleurd geweld. Damian, een atleet met Oost-Europese
roots, was een gerenomeerd veldloper geweest en later een van s lands beste
stratenlopers. Ook bij de vrouwen was het een Oost-Afrikaanse die er met kop en
schouders bovenuit stak: Monia Aboulahcen. Met een tijd van 5954 finishte zij
amper negen seconden na de beste man van onze club, Carlo Verleyen. De tweede
dame, Patricia Delvael, en de derde, onze Annie Vermeulen, dienden zo maar
eventjes resp. 845 en 918 toe te geven. De 7 km. werd gewonnen door Francis
Van Steenbrugge voor Dimitri Caby en bij de dames was Els Verthé iedereen te
vlug af.
In 2005 stond Ghirma Woldu weer op het hoogste
schavotje van de 10 mijl. Clyncke was tweede en de 46-jarige gewezen winnaar
Filip Vanhaecke derde. Bij de dames was winnares Patricia Delvael zon drie
minuten sneller dan t jaar ervoor. In de 7 km speelden Dimitri Caby en Francis Van Steenbrugge haasje-over ten
opzichte van t vorig jaar: Dimitri haalde het met 3. SylvieVerthé volgde haar
tweelingzus Els op als winnares van de kortste afstand.
|