 |
|
 |
|
|
 |
02-03-2011 |
De laatste liefde van mijn moeder II |
Na het eerste bericht had ik me voorgenomen om het verhaal rustig te lezen opdat elke mogelijke nuance zo snel mogelijk zou kunnen doorsijpelen. Aangezien de vertelde tijd ook eerder klein is, resulteert dit in minder blogmateriaal. Maar geen nood, ik neem u graag mee naar de essentie van het verhaal.
Zoals eerder verteld, is Martine, samen met haar zoon, Jimmy, ingetrokken bij een nieuwe man, namelijk Wannes. De twee hebben een respectabel gecombineerd inkomen en als klap op de vuurpijl wil Wannes samen met zijn nieuw samengesteld gezin op vakantie gaan. Dit schijnbaar banale gebeuren beslaat meerdere hoofdstukken in het boek. Dit is echter niet zonder reden: we leren het leven van Martine grondig kennen. Haar dagboek is een ArrayList van telleurstellingen en ze draagt de giftige tong van haar medemens als juk mee op haar schouwders. Nadat elke mogelijke locatie en elke mogelijke manier om er te raken koudweg werd afgewimpeld door de gecombineerde argumenten van zijn nieuw gezin, sloegen de stoppen bij de heer des huizes door. Nadat hij in zijn vlaag van woedde 1 bord van een vierdelige set aan stukken en brokken had gegooid, volgde de andere drie ook omwille van het argument dat ze toch niets meer zouden voorstellen. Verhulst schrijft dat op dat moment Martine wist dat Wannes haar graag zag.
Gedurende de hoofdstukken was ik verrast door de vindelijke, scherpe schrijfstijl van Verhulst. Soms wijkt hij uit over banale zaken, blaast dan de zeepbel der intelligentie om hem later met een goed geplaatst woord weer kapot te prikken. Zo herinner ik me het verhaal waarom Jimmy niet kan zwemmen. Eerst hangt Verhulst een verhaal op over een prenataal conflict tussen moeder en kind, om later een ludiek verhaal te vertellen over gewoon een slechte ervaring met zijn natuurlijke vader in het plaatselijk zwembad. Om te weten of dit soort lussen een constante is in het werk, heb ik nog niet genoeg opgenomen, maar zelfs in dit kleine stukje vinden we een verwijzing dit te toevallig is om toeval te zijn. Misschien plijt Verhulst hier voor een terugkeer naar het banale, in plaats van een sprong naar het verhevene. Sommige dingen vallen, helaas, voor. Waarom 'helaas'? Omdat het door dit soort banale, ordinaire voorvallen is dat een persoonlijkheid gevormd wordt. De helaasheid der dingen...?
02-03-2011, 23:14 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
28-02-2011 |
De laatste liefde van mijn moeder |
Iedereen die zich een bericht met dezelfde titel herinnert, zou ik willen loven omwille van zijn/haar uitstekende geheugen, voor de anderen wil ik graag een korte opfrissing geven. Ongeveer een jaar geleden kondigde ik aan dat er een nieuw boek van Dimitri Verhulst uit was. Daarbij sprak ik ook de belofte uit om zo spoedig mogelijk ook zelf aan het werk te beginnen.
Wel, vrienden, vandaag, ongeveer elf maanden na datum ben ik erin geslaagd om het boek in mijn bezit te krijgen. Hiervoor wil ik in de eerste plaats mijn geluk betuigen aan de metropool waar ik mijn residentie heb. Hoewel de literaire activiteiten hier vaak geringgeschat worden, slaagde het er in om dit werk in haar publieke bibliotheek om te nemen. Hoewel dit, na het voorgaand succes van de schijver, als niet meer dan een evidentie mag beschouwd worden.
Als goed voornemen zou ik graag dit werk beschijven zoals ik eerder andere werken, zoals 'Een breuk in april' of 'Speelbal' eerder reeds heb beschreven. Ik ben mij er weliswaar van gewaar dat de weg naar de hel geplaveid is met goede voornemens, daarom zou ik nu de koe met de horens willen vatten en u van naaldje tot draadje uitleggen hoe de vork aan de steel zit betreffende het eerste hoofdstuk.
Allereerst viel het mij al op dat de schrijfstijl enorm verschilt met het eerder werk 'De helaasheid der dingen', wat zou beschouwd mogen worden als een voorganger dan 'De laatste liefde van mijn moeder'. Het is een meer verheven stijl, heel beschrijvend met subtiele nuances en treffende vergelijkingen. Eerste hoofdstukken zijn over het algemeen tamelijk beschrijvend, maar Verhulst slaagt er in om in slechts enkele pagina's een treffende schets te geven van de situatie, een vrij opmerkelijke, nog niet vaak nagevolgde schets. Het geluksgevoel van Martine werd hierin beschreven. Hieruit viel veel van haar matte leven af te leiden. Ze is een vrouw die opgesloten zit in een liefdeloos huwelijk en bereikte het opperste geluk bij elke afwezigheid van ellende. 'My home is where my children cry' verschafte haar dat 'geluk', dit is de soap die ze bekeek in afwachting van de terugkeer van haar man. Deze laatste bracht zijn avonden door in kroegen om te ontsnappen aan dit (pardonnez-moi le mot) 'strontprogramma'. Het huwelijk liep op de klippen en ze trok, samen met al wat ze overhield aan deze misstap, namelijk aan tv, huishoudapparatuur en een zoon, in bij een tweede levensgezel. Hier begint het verhaal, op het moment dat haar uiterste summum van geluk in haar nieuwe leven, namelijk een rustige ademhaling op het terras, onderbroken werk door de desinteresse van haar zoon, Jimmy, voor dit, volgens hem, banale moment.
28-02-2011, 00:00 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
04-02-2011 |
De verborgen geschiedenis |
Tijdens de noeste arbeid van de examens, was er nood aan enige afleiding. Geen betere afleiding dan de wereld van de verschijningen achter ons te laten en die van het verhevene te betreden. Met diezelfde zin begon telkens het seminarie in het door mij uitgekozen boek.
Om mijn verre belofte na te komen, las ik nogmaals De verborgen geschiedenis, van Donna Tartt. Een eerste kennismaking was het gevolg van een opgelegde boekenlijst in de middelbare school. Op het einde van de rekening ben ik er achter gekomen dat dit zonder meer het rijkste werk van de boekenlijst was, vooral voor die leeftijd. In deze tijd was ik nog niet scherpzinnig genoeg om de subtiele stijl van schrijvers zoals Willem Elsschot te begrijpen, maar zocht wel naar werken met een diepere betekenis. Bij gevolg kan ik dus met enige zekerheid zeggen dat dit werk een begin voor mij was.
Elsschot zei ooit eens (in het voorwoord van een editie van Lijmen, als ik me niet vergis), dat iedere pagina, zin en zelfs ieder woord een betekenis en doel moet hebben in het verhaal. Ze moeten rechtstreeks het einde van het verhaal beïnvloeden, anders moeten ze genadeloos geschrapt worden. Dit principe van de nieuwe zakelijkheid paste Elsschot consequent toe. Het is algemeen geweten dat de boeken, eens als ze uitgegeven werden, slechts een vierde van het oorspronkelijke aantal paginas bevat.
Dit gevoel heb ik ook bij het werk van Donna Tartt. Hoewel het boek meer dan 500 bladzijden telt, heeft elke zin een doel later in het verhaal. Dit werd me pas na de derde keer lezen duidelijk, deze keer nam ik er ook de tijd voor.
Tartt beschrijft de sage van Richard Papen, een jonge man uit het ordinaire Plano, een stad in Californië. Deze betekenisloosheid is verpletterend voor een mens zoals Richard, hij is een romanticus, hij is vertederd door het pitoreske. Als pure wanhoopsdaad schrijft hij zich in in het college van Hampden. Hij zweefde al enkele jaren tussen verschillende studies en richt nu zijn pijlen op het klassieke Grieks. Niet omwille van zijn fascinatie voor de oude beschaving, maar omwille van het onbeschrijfelijke charisma van de docent, Julian.
Richard wordt meegesleept in zijn nieuwe vriendenkring en betreed een geheel nieuwe wereld, een wereld waarvan hij zelfs het bestaan niet wist. Dit verblindde hem ook voor enkele ongebruikelijke gebeurtenissen. Zijn klasgenoten proberen namelijk een Bacchantisch ritueel te voltrekken. Hierbij zouden ze geheel buiten zichzelf kunnen treden, op een manier waarop de mensheid het in 2000 jaar niet meer had gedaan. Helaas loopt het mis en wordt een man vermoord. Niet lang daarna worden de studenten verplicht om een andere klasgenoot te vermoorden opdat het geheim bewaard zou blijven. Over dit gedeelte van het verhaal wijd ik niet verder uit, het verhaal kan immers beter gelezen worden dan uit tweede hand vernomen.
Het interessantste gedeelte van het verhaal komt nog. Welke vriendschap kan immers zulke zware ethische dilemmas verwerken? Tartt beschrijft vanuit het standpunt van de moordenaar (eerder moordenaar dan volstrekte omstaander) op welke manier een situatie kan wegen om de mens. Wat drijft een mens om een vriend, waar hij zoveel mooie momenten mee beleefde en nog altijd mee aan het beleven is, de genadeklap te geven? Het hele plan wordt bedacht en herdacht, de uitvoering en de eindeloze onzekerheid komt aan bod.
Het is misschien vreemd om te zeggen, maar ook de monologen van Julian zal ik me altijd herinneren. Hij is een rasechte Klassiek, zijn geest werkt nog altijd volgens de wetten van Aristoteles en volgens de filosofieën van Plato en Democritus. Een mooi voorbeeld hiervan is zijn mening over geesten door de eeuwen heen. Wij geloven nog steeds evenveel in geesten en verschijningen als de oude Grieken, wij beleven ze ook op dezelfde manier, maar we noemen ze gewoon anders. Wij benoemen ze als herinneringen. In zijn colleges besprak Julian ook de essentie van schoonheid. Schoonheid is ontzetting. Wanneer we terug denken aan de meest bekende passages in de oude verhalen, komen we altijd weer terug bij die gruwelijke elementen. De zeeslang die de Trojaanse priester grijpt, Dido op de brandstapel, de moord van Remus en later ook Caesar. Chalepa ta kala, schoonheid is zwaar. Deze passages zetten de mens aan het denken, veel van die oudere waarden zijn verloren gegaan in onze moderne maatschappij en het is enorm interessant om dat oude gedachtengoed opnieuw op te rakelen.
Misschien gaf ik hierboven een te eenzijdig beeld van De verborgen geschiedenis, het is meer van een bloemlezing van klassiek gedachtengoed. Het gaat ook over zonden en vergiffenis, over lijden en leiden, over het butterflyeffect, niets gebeurd ongestraft, alles heeft een inpakt en de mens is niet altijd in staat om die inpakt zelfs maar te vatten.
Ik raad zeker iedereen aan om deze boek te lezen, men komt er als een ander mens uit. Men wordt geraakt door het boek en komt het niet meer te boven. Men hoeft het niet te boven te komen, nu kan men die oude ik vanop een afstand beschouwen en (ver)oordelen.
04-02-2011, 21:13 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
01-01-2011 |
Op verhaal komen |
Ondertussen begin ik met volle moed aan mijn vooropgestelde
lijst. Een mooi begin is het boek 'Op verhaal komen' van Stefaan Top.
Dit werk is een ode aan het gesproken verhaal, een
herinnering aan een tijd zonder allerhanden communicatiemogelijkheden. Een tijd
waarin mensen nog niet samen achter een lichtscherm zaten om te praten met
personen uit verre streken, maar nog, rond een vuur, met elkaar spraken. Men
vertelde en vertelde, bij iedere zin werd een woord bij verzonnen en tenslotte
werd de oorspronkelijke non-fictie een episch vertelsel waar zelfs J.R.R.
Tolkien met klamme handen naar zou luisteren.
Het opzet van Top is even simpel als geniaal. Hij laat de
oudere generatie aan het woord. Deze vertelt een waargebeurd verhaal, in al
haar geuren en kleuren, en met natuurlijk de nodige ornamenten. Deze worden dan
gebundeld en op zo een dergelijke manier gerangschikt dat zelfs een kind van de
wetenschap begint te twijfelen aan de magische verhalen en hun mogelijke (?)
kern van waarheid.
Na de getuigenissen van de mensen, volgt de verklaring van
de auteur, Stefaan Top (professor Volkskunde aan de KU Leuven) zelf is een
specialist op gebied van allerhande volksverhalen en geeft een uitleg voor
bepaalde fenomenen en legt ook het belang van dit soort verhalen uit. Naast
ontspannend tijdverdrijf voor de jongere generaties is het ook nog een bron van
informatie. Verschillende plaatsnamen en dagdagelijkse gewoonten worden als het
ware als een sluipreclame verspreid en tekenen het contrast tussen de
verschillende generaties.
Ik heb zeker genoten terwijl ik het boek las. In het begin
hield ik natuurlijk nog een sceptische houding aan, maar naarmate de paginas
vorderde, sloop er toch regelmatig twijfel in de rangen. Top heeft de
oorspronkelijke verwoording van de burgers zelf overgenomen, waardoor je
verschillende schrijfstijlen krijgt en je ook effectief het gevoel krijgt dat
je daadwerkelijk de verhalen van de mensen zelf leest. Wanneer het je dan
opvalt dat in soortgelijke verhalen over heel de streek opduiken, voel je je
toch onzekerder. Des te meer omdat je weet dat je verhalen uit een precommunicatie
tijdsperk tussen de steden onderling leest. Hierdoor apprecieer ik ook de uitleg
van Top zelf ten zeerste. Hij stelt een verklaring voor die geniaal is in zijn
eenvoud.
Ikzelf heb enkel nog maar het boek van uit mijn provincie
gelezen, voor iedere Vlaamse provincie is een ander werk samengesteld in deze
serie.
01-01-2011, 11:15 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
07-11-2010 |
oponthoud |
Nu ondertussen een tijdje geleden sprak ik vol lof over 'De
verborgen geschiedenis', van Donna Tartt. Ik sprak ook in diezelfde zin de
belofte uit om een ijle lange lofrede hierover af te steken via mijn geliefde
medium, namelijk deze blog.
Helaas moet ik u nu telleurstellen, in tegenstelling tot wat
de titel laat vermoeden, is dit niet het verlengstuk van mijn belofte.
Na het aankondigende bericht glipte de tijd door mijn handen
aangezien het besteed werd aan academische verplichtingen. De vrije momenten
werden opgevuld met een boek in de handen, een situatie die ik nog altijd
liever beleef dan de situatie waarbij ik vertel over mijn ervaringen.
Ondertussen is de achterstand opgelopen en groeide de lijst
met beloofde blogtitels. Hieruit is vervolgens het idee van dit bericht ontstaan, als
een heropfrissing van een oude en de geboorte van nieuwe beloften. Vervolgens
staat een lijst meegegeven met titels die later nog zullen verschijnen op deze
blog.
- De
verborgen geschiedenis (Tartt)
- Villa
des Roses (Elsschot)
- Kaas
(Elsschot)
- Lijmen
(Elsschot)
- Maten en
gewichten (Lanoye)
- Op
verhaal komen (Top)
07-11-2010, 21:53 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
27-08-2010 |
Nieuwe aanwinsten |
Zoals ik reeds had laten doorschemeren in het vorige bericht, geschiedde er enkele nieuwe aanwinsten in mijn persoonlijke bibliotheek.
Dit zoeken zou eventueel een ware calvarietocht kunnen geweest zijn indien de queeste zich afspeelde in één van de populairdere boekenwinkels. U mag het mij niet kwalijk nemen, maar ik heb een diepgewortelde afkeer van de talrijke pseudoschrijvers, die slechts doormiddel van naambekendheid via een niet-literair medium, de status als halfgod hebben verworven. Deze werken zijn duidelijk herkenbaar aan de felle kleuren en brede glimlachen die de kaften vullen. Ik moet wel toegeven dat het in sommige gevallen wel degelijk de moeite loonde, eens men door het regenwoud aan kleuren heen is geraakt, bestaat de kans dat men op een goudmijn stuit.
Dit maal probeerde ik het probleem op een andere manier aan te pakken. Ik kende immers nog een klein en door bourgeoisistische neigingen vergeten adresje. Hier vond ik twee pareltjes, namelijk De verborgen geschiedenis van Donna Tartt en Maten en gewichten van Tom Lanoye.
Maten en gewichten is een complicatie een columnistische inspanning van Lanoyes vlijmscherpe pen. Lanoye heeft alle eigenschappen van een goede columnist, hij weet serieuze feiten een humoristische draai te geven, waardoor de lezer zelf vertwijfeld over de feiten achterblijft. De tekst heeft je sneller beet dan je zelf zou willen toegeven.
De verborgen geschiedenis is een werk dat ik vorig jaar heb leren kennen. Het is een uniek, onbekend-is-onbemind werk. Hierover wijdt ik later nog een bericht. Indien u een korte samenvatting of waardering wenste te krijgen, laat ik u nog even op uw honger zitten, het is onmogelijk om in enkele woorden te omschrijven, in eender welke taal.
27-08-2010, 14:21 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
06-08-2010 |
L'alchimiste III |
Voor ik u kan vertellen over mijn nieuwe aanwinsten, ben ik u eerst nog mijn relaas over Lalchimist verschuldigd.
Deze boek las ik (ondertussen al) enkele maanden geleden in opdracht voor het vak Frans. Hoewel het veelbelovend begon, moest het volgens mijn perceptie naargelang de paginas vorderde, toch afzien van vele beloftes.
Het werk werd voorgesteld als een filosofisch werk. Dit trok me oorspronkelijk aan. Een mens kan immers nooit genoeg informatie krijgen om onoplosbare vragen te accepteren en in verschillende lichten te zien. Toch mag men van mij, dit lampje toch wel uitknippen.
Op het einde van de rekening wordt een boek nog altijd geschreven door de schrijver zelf (wat ook evident is, natuurlijk). Hierbij bedoel ik dat ook het thema en het algemene inzicht van het boek min of meer gelijklopend is met dat van de schrijver zelf, ook al mag men nooit het karakter of de gedachten van enerzijds de schrijver en anderzijds het hoofdpersonage nooit vereenzelvigen. Het viel me enkel op dat de auteur de gedachtegang van het boek net iets te fel ondersteunde. Coelho beschreef met veel overtuiging de kracht van het lot en de geest van de verschillende zaken, wat natuurlijk ook nodig is indien men een overtuigend werk wil verkrijgen, maar toch, ondanks zijn moeite, zal ik nooit een adept van het idee Het Lot worden. Wanneer men me nu zou toewerpen dat dit ook wel eens de bedoeling van Coelho zou kunnen zijn, zou ik dat eerder een opportunistische bewering vinden, met alle respect natuurlijk. Het einde past immers ook helemaal niet in deze kraam. Het was een Walt Disney-einde en Santiago, het hoofdpersonage, was helemaal weg van zijn nieuw inzicht en probeerde uiteindelijk te leven volgens zijn Legende personnelle.
Het boek stelde Santiagos zoektocht voor naar de oplossing van zijn persoonlijke legende. Hij moest zijn droom achternagaan, letterlijk zelfs. Santiago had een droom gekregen over een schat bij de piramiden bij Egypte. In het begin vond hij het maar vreemd en was niet van plan om zijn eigen leven als herder en verliefde adolescent op te geven. Op een dag vertelt hij de droom aan een oude koning. De oude man zegt hem dat hij deze droom helemaal geen bedrog is, meer nog, de koning zelf kan Santiago verder helpen, indien deze dat zou willen. Santiago betaalt een deel van zijn kudde als prijs om de raad te krijgen om zijn droom na te jagen.
Deze reis brengt hem eerst in Marokko, haar ontmoet hij een oudere koopman bij wie hij samen gaat werken om het vervolg van zijn reis te kunnen vergoeden. Deze passage laat wel de culturele verschillen zien tussen enerzijds het Oosten en anderzijds het Westen, of beter gezegd net de gelijkenissen.
Op een avond voert het gesprek beiden heren naar de nabije toekomst. Santiago wil immers spoedig vertrekken naar de piramides en vraagt aan de koopman of hij ooit al eens door de woestijn is geweest. Na het negatieve antwoord ontstaat er enige verwarring aan Santiagos kant. De koopman is immers een moslim en de enige weg richting Mekka loopt door de woestijn. De koopman vertelt Santiago dan dat hij al lang had gedacht om de stad te bezoeken, maar dat dan er een eind komt aan het uitkijken. Al heel zijn leven kijkt de koopman uit naar zijn heilige reis, maar eens hij in de stad is, zal zijn levensdroom vervuld zijn en zal er geen reden meer zijn om verder te leven.
Een ander interessant stuk volgde enkele paginas later. In de karavaan door de woestijn, ontmoette Santiago een Engelsman. Deze man was geïntrigeerd door het begrip Alchemisme. Hij zocht de wetenschap op in boeken en besloot om zichzelf in te wijden. Hiervoor ging hij ter rade bij een bekende alchemist in een oase in de woestijn. (De Engelsman had weliswaar niet de meest zuivere intenties. Zijn geest was vooral bevangen door de vruchten van de wetenschap, en niet door de mogelijke geestensrust. Hij vond immers in zijn boeken dat de alchemisten van ijzer goud konden maken en een drankje konden brouwen die de eeuwige jeugd verschaftte.) De Engelsman bracht zijn tijd door met de boeken te bestuderen terwijl Santiago al zijn wijsheid uit de woestijn haalt door te luisteren naar Lâme du monde, de geest van de wereld. Wanneer beiden heren op een dag besluiten, om bij wijze van experiment, elkaars manieren uit te proberen, blijkt dat zowel de Spanjaard als de Engelsman van een koude reis terug komen.
Hieruit blijkt dat ieder mens uniek is. Elke mens heeft een eigen manier van benaderen en bij gevolg ook een andere benadering. De manier waarop de ene het licht ziet, kan de andere blind blijven. Toch denk ik persoonlijk dat het vrijwel noodzakelijk is dat ieder mens alle mogelijke manieren uitprobeert om een bepaalde niet nader genoemde zaak zich eigen te maken. Dit kan enkel maar meer mogelijke motieven en drijfveren aanbrengen, waardoor men het totaalbeeld beter kan begrijpen. (we moeten ons natuurlijk wel altijd voor ogen houden dat het totaalbeeld niet verkregen kan worden. Er zijn immers te veel obstakels voor de mens zelf. We zijn niet perfect en incapabel om bepaalde dingen volledig te vatten.)
Een voordeel van deze techniek is dat er verwarring zal ontstaan. Enige verwarring is essentieel indien men de complexe fenomenen van de wereld wil begrijpen. Verwarring voert ons immers weg van de intellectuele volgzaamheid. Bij verwarring ontstaat het autonoom denken. Dit denken is zeldzamer dan men denkt. Het is vermoeiend, het duurt lang en is nutteloos, het antwoord is immers jaren geleden reeds neergepend door mensen die over een grotere geest beschikken, dus laten we ons de moeite besparen. Op deze manier verandert de mens in een beschadigde USB-stick. We weten wel waar A en waar B is, maar vraag ons niet hoe we daar naartoe moeten gaan. Het is een degradatie van een prachtig vermogen.
Eens in de oase aangekomen, krijgt de Engelsman hetzelfde advies als de koning Santiago gegeven heeft. Men moet het proberen, tart het lot en kijk of het lukt. Indien dit in de mogelijkheden ligt, zal het wel lukken, maar het zal nooit lukken zonder te proberen.
De oase zadelt Santiago op met een verscheurende keuze. Hij weet dat één van de bewoonsters voor hem op de wereld is gezet. Toch behoort ze nu, nu de liefdesvlam het hardste brandt, nog niet tot zijn leven. Eerst moet hij, volgens de alchemist de piramides bereiken en zijn schat vinden. De Spanjaard verlaat zijn geliefde en zet onder leiding van zijn meester, de alchemist, zijn tocht verder.
In de woestijn zelf volgt er een openbaring voor de student. Om zijn leven te redden, praat hij met de geest van de wind, zon en later met die van de wereld zelf. De oude alchemist kijkt nu glimlachend toe, de schapenherder heeft zijn spirituele reis beëindigd en komt als volleerde alchemist bij zijn eindbestemming. Hierop nemen ze afscheid en gaat Santiago verder. Bij de piramides merkt hij dat er geen schat is, hij ontmoet er wel een rover die drie jaar geleden dezelfde droom had, deze speelde zich dan wel af in een kerkje in Spanje. De man is weliswaar een realist en liet zich niet verleiden tot de reis.
Santiago keert terug naar zijn beginpunt en het lokaas op dezelfde plaats waar hij de droom heeft gehad. Hij laat het onaangeroerd voor de volgende man die zijn geluk gaat beproeven en geeft de wind de opdracht om aan zijn beminde oasebewoonster dat er spoedig een einde zal komen aan het lange wachten.
In het begin van deze post was ik niet bepaald enthousiast over het boek, dit komt door het thema, dat niet op mijn steun kan rekenen. Ik ben zelf geen adept van het lot, dit is een persoonlijke mening en dan bijgevolg dus verschillen met andere mensen, die het thema dan wel weer de hemel in zullen prijzen.
De reden waarom ik na de proloog zo lovend was over het boek, berust op een misverstand. Ik had eerst gedacht dat het korte verhaal ging over het ontstaan van de geschiedenis. Iedereen staat op een eigen manier in deze wereld, met eigen verlangens en eigen drijfveren, geschiedenis ontstaat uit deze interactie. Uiteindelijk bleek het effectief over de geest van het water te gaan.
Toch blijf ik nog achter met enkele vragen. Het zou toch abnormaal zijn dat een meesterwerk, dat in vele talen herschreven werd en dat wordt aanbevolen in het onderwijs, slechts een matige indruk op mij kon maken. Één reden waarom dit kon gebeuren zal niet lang verduisterd kunnen blijven. Wie kan er immers vanaf de eerste keer een bepaald aspect van het leven volledig inschatten, doorgronden en naar waarde schatten? Men moet de ervaring opnieuw onderzoeken, steeds van verschillende invalshoeken en op verschillende manieren. Ik weet wat me, na een bezinningstijd te doen staat.
06-08-2010, 17:18 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
12-07-2010 |
Doorstart (?) |
Een ruime tijd geleden heb ik u gevraagd of u nog een vervolg van deze blog wilde zien. Iedere lezer kon zijn/haar mening geven en er werd ook een mogelijkheid tot discussie gegeven. Hieruit is gebleken dat u daarwerkelijk een doorstart wilde zien.
Helaas moet ik u dan teleurstellen. Zoals de titel al laat vermoeden wordt dit geen echte doorstart. Nu de oorspronkelijke opdracht afgelopen is, grijp ik dit gebeuren aan om bepaalde ketens af te werpen. Ik zal de literaire actua niet meer zo nauwgezet volgen, maar eerder mij op het veldwerk richten. Hoewel er nu ook geen opgelegde boeken meer zijn, betekent dat niet dat ik de werken van het meer literaire genre zal verwaarlozen en mijn heil zoeken in de stationsromannetjes. De boekenlijsten waren altijd een leidraad, en de plaats waarnaar het me heeft gebracht, bevalt me wel. Ik zal natuurlijk wel blijven experimenteren met verschillende werken van verschillende auteurs, maar toch liggen er al enkele sterke suggesties op me te wachten.
Natuurlijk zijn dit hoopvolle woorden, maar de bevestiging moet er nog altijd komen. Er bestaat altijd een kans dat ze verdrinken in de zeeën van tijd, die in deze periode tot mijn beschikking staan, maar wie zegt dat dit niet in mijn voordeel kan spelen?
12-07-2010, 09:55 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
24-05-2010 |
Literair testament |
Dit zal waarschijnlijk het laatste bericht voor de examens, en bijgevolg van dit schooljaar zijn.
Daarom zou ik deze gelegenheid graag willen aangrijpen om eens terug te kijken en te vergelijken.
Nu is dat jaar voorbij, en opnieuw kom ik tot de vaststelling dat het veel te snel is gegaan.
Maar aan de loop van de tijd kan men niets veranderen, ook al is deze veel te snel en komen we uitgeput aan. Soms heeft een mens behoefte aan een stopplaats, een plaats waar die loop van de tijd tot stilstand komt en waar de mens achterom kan kijken en genieten van dat moment dat hem gegeven wordt.
Maar mits een inhaalbeweging kan ik nu even stoppen met de tijd te volgen en terugblikken naar die reis.
Wie kent "Beyond the horizon of the place we lived when we were young. In a world of magnets and miracles" nog? Dit was de eerste zin die ik postte.
Eind september stond ik aan de vooravond van die literaire reis, nu loopt hij al op zijn einde. Ik wilde het land achter de horizon verkennen, weten wat er nog allemaal is in deze wereld.
1 jaar geleden wilde ik alles ontdekken wat er te ontdekken viel. Ik was een potentiële cargoaccumulator.
Ondertussen heb ik niet gestopt met bagage mee te nemen. Naast een ontwikkelende liefde voor taal, heb ik een aantal nieuwe inzichten gekregen. Ik denk maar aan het eclectische inzicht uit mijnheer sjamaan en aan het racisme in de wereld uit Hard gelach.
Ik heb veel bijgeleerd uit deze boeken.
Maar in het afgelopen jaar heb ik meer gedaan dan slechts de werken gelezen, ik ging ook willekeurig opzoek op het internet. Want net zoals men enkel liefde kan vinden als men er niet naar op zoek is, vindt men enkel de andere mooie dingen zonder er specifiek naar opzoek te zijn. (een specifiek geval hiervan is de serendipiteit, in dat geval was de uitkomst van de zoektocht eerder wel in je gedachten, maar ging je niet daarvoor op zoek. Het is een gelukkig, onverwacht toeval.) Maar ik heb het hier over een andere zoektocht. Ik heb gewoon willekeurig persberichten gelezen om op die manier nieuwe schrijvers te leren kennen. Aan het einde van iedere zoektocht heb ik me nooit het begin beklaagd.
Officieel loopt deze opdracht nu af. Dit zou mijn laatste post kunnen en zou moeten worden. Morgen moeten we een kleine greep uit het werk inleveren.
Maar het moet geen einde zijn, het kan ook een nieuw begin worden. Nu ik onder het juk van de opdracht en de vaste vereisten uit kan kruipen, kan ik ruimer schrijven, hoewel ik genoten heb van elk opgelegd boek.
De vraag of ik die bevindingen wereldkundig moet maken, kan volgens mij onmogelijk door mezelf beantwoord worden. Ik lees namelijk mijn eigen posts toch niet. Die beslissing leg ik in de handen van de lezers zelf.
Onder het jaar heb ik de macht van de lezer beperkt omwille van bepaalde spamberichten. Bepaalde lezers behandelde anderen zonder het respect dat iedereen zou verdienen.
Nu ben ik bereid om de lezer opnieuw meer inspraak te geven. (maar respectloosheid wordt nog altijd niet getolereerd en berichten die een schijn van deze aard hebben, worden dan ook onherroepelijk verwijderd) Ik zal een poll met de prangende vraag opstarten en het gastenboek weer online stellen. Met andere woorden moet deze titel niet per se waar zijn. Het testament wilt zeggen dat ik een hoofdstuk afsluit, nu vraag ik aan u of ik er nog een extra zou openen.
Tot slot wil ik eindigen met de laatste strofe uit high hopes, de honger is ook bij mij nog niet gestild:
Encumbered forever by desire and ambition There's a hunger still unsatisfied Our weary eyes still stray to the horizon Though down this road we've been so many times
24-05-2010, 13:05 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
22-05-2010 |
L'Alchimiste II |
Het werk van Paulo Coelho vordert traag. Dit komt niet door dat de inzichten op een onbegrijpbare manier worden in gelepeld. Helemaal niet, zou ik zeggen. De lezer kan Santiago gemakkelijk begrijpen. Coelho schetst zijn situatie op een manier waarop men zich wel moet inleven in het verhaal. Een logische volgende stap is dan het begrijpen van zijn stellingen. De stellingen komen nooit als een donderslag bij heldere hemel. Het verhaal 'buigt' zich als het ware naar die stellingen.
Santiago trekt met zijn kudde schapen door Andalusië. Hij zorgt goed voor zijn dieren en leest 's nachts in zijn boek om de eenzaamheid te verdrijven. Een lezende herder is een vreemd beeld, deze zijn immers meestal ongeschoold. Dat viel het meisje met wie Santiago in een dorpje praatte ook op. Dit komt door het feit dat Santiago zelf gekozen heeft voor het herdersvak. Hij wilde zelf de wereld zien. Hij wilde zelf ondervinden dat zijn streek de mooiste was en haar vrouwen de meest begeerlijke. Daarom koos hij voor de volledige vrijheid: leven van wat hij verdiende, nooit twee keer na elkaar op dezelfde plaats slapen en gaan reizen. Hij denkt ook na over het feit waarom zijn schapen hem volgen, hoewel ze weten dat Santiago hen vroeg of laat zal slachten. Hij ondervindt dat zijn schapen hem vertrouwen. Ze vertrouwen erop dat hij gedurende hun leven goed voor hen zal zorgen, wanneer de schapen dan te oud zijn, vertrouwen ze erop dat Santiago hen zo snel mogelijk slacht. Maar ook niet te snel, niet voor hun dag gekomen is. Dit is een eerste stelling die hij aanhaalt. Al meteen is de parallel met de realiteit te rekken. Hoeveel onder ons zijn geen schapen? We hebben blind vertrouwen in een leider die ons op ieder moment, wanneer hij ons niet meer nodig heeft uit de weg kan ruimen (figuurlijk natuurlijk). Maar aan de andere kant hebben de schapen hun herder nodig. Samen staan ze sterk (hoe cliché het ook mag klinken). Een groep enkelingen is nog altijd geen groep, er moet een blind vertrouwen zijn en ook een machtswillekeur van een vooruitgeschoven individu om een sterke, samenhangende groep te bekomen. Voorbeelden hiervoor zijn er genoeg te vinden. Vandaag zien we het fenomeen vooral terug in de teamsport. Vroeger meer dan vandaag in het leger, maar ook de zakenwereld blijft niet gespaard. Een beangstigend feit is dat het ook terug te vinden is in de gewone omgang van de mensen. Gewone vriendengroepen werken ook dikwijls op deze manier.
De reden waarom dit boek zo traag vordert, is waarschijnlijk de taalbarrière. Ik bezit de vaardigheid om vlot een Franse tekst te lezen nog altijd niet volledig. Al heb ik wel geleerd dat vaardigheden vergeten kunnen worden. Stilstand is achteruitgang en oefening baart kunst. Wanneer ik de laatste bladzijde van lAlchimiste heb bereikt, zal de kloof misschien nog niet dicht zijn, toch is er al een brug over gebouwd.
22-05-2010, 10:49 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
17-05-2010 |
l'Alchimiste |
Na germaanse werk, zoeken we onze heil in de romaanse taal. Om de ontgoocheling snel weg te spoelen, koos ik voor 'L'alchimiste' van Paulo Coelho, deze Braziliaanse schrijver werd meermaals vertaald naar het Frans en gebruikt voor onderwijsdoeleinden. Na het horen van de talloze verhalen van voorgangers, besloot ik dan maar het boek aan mijn oordeel te onderwerpen. L'alchimiste stak af met een kleine, mooie proloog. Het verhaal van Narsiscus werd opnieuw verteld door Oscar Wilde. De mooie jongen vond geen enkel schepsel dat even mooi als hem was, tot hij in een meertje zijn spiegelbeeld zag. Toch werd hem die liefde ontzegt, want telkens als hij hem probeert aan te raken, vlucht zijn spiegelbeeld. Bij gevolg kwijnt hij weg bij die waterplas, verliest al zijn schoonheid en sterft uiteindelijk. De Griekse Goden hebben medelijden met de jongen en leefden mee met het tragische voorval. Zij zorgde er dan ook voor dat er, als herinnering aan Narciscus, op de natte plaatsen in het bos, narsissen groeien. Wilde's verhaal begint wanneer het meer aan het wenen is. Als het wordt gevraagd waarom het weent, antwoord het meer dat het Narciscus mist. Op de vraag of het hem mist omwille van zijn schoonheid, valt het meer uit de lucht. Het meer wist immers niets af van zijn schoonheid, het huilt omdat het de weerspiegeling in Narciscus' ogen mist. Volgens Coelho is dit voor een Alchimist een goed verhaal.
Ik was al aangenaam verrast door de inleiding. Door een mindere kennis van andere talen, wordt de leerling meestal verplicht om thema's te lezen die hij/zij al lang wist. De platgetreden paden worden meestal opnieuw nog eens platgetreden. Hoewel dit gedeelte van het gedachtengoed van een Alchimist niet volledig vreemd is, is het toch vernieuwend en doet het me toch zeker hunkeren naar de andere kamers van een Alchimisten ziel.
17-05-2010, 20:07 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
15-05-2010 |
Coetzee |
Vandaag keek ik nog eens rond op het internet, en ik stootte op een artikel dat het literaire zwaargewicht John Maxwel Coetzee in zijn titel daagt. De schrijver werd benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Coetzee werk een tijdje geleden 70 jaar en de huldiging werd georganizeerd als een verjaardagscadeautje. Zijn uitgeverij, Cossee, de initiatiefnemer, organizeert naast een theatervoorstelling ook een verfilming, verschillende discussies en lezingen.
Coetzee zelf is een Zuid-Afrikaans schrijver. Hij groeide op in een Engelstalig gezin, maar toch spreekt hij redelijk goed Nederlands (dat lijkt immers zeer sterk op de plaatselijke Afrikaanse taal). Naast zijn studies en het doceren, is hij in de eerste plaats romancier. Hij is niet blind in deze maatschappij, hij geeft kritiek in zijn boeken en de media. Het logische gevolg, naargelang de kwaliteit van zijn werk, waren de vele prijzen die hij in de wacht sleepte. Toch kwam hij de prijzen nooit ophalen aangezien hij tegen de bijgevoegde media-aandacht was.
Een leuk weetje is dat de ontdekkende lezer kan meeprofiteren van 's mans verjaardag. Tot en met 5 juni zijn zijn boeken immer verkrijgbaar voor tien euro per titel. Dit is zowel voor u als voor mij een unieke kans, want ook ik heb nog niet de eer en het genoegen gehad om zijn werk onder de ogen te krijgen.
Bijlagen: http://www.literatuurplein.nl/nieuwsdetail.jsp?nieuwsId=2467
15-05-2010, 20:35 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
14-05-2010 |
About a boy V |
Tenslotte kwam ook aan dit werk een einde. Op inhoudelijk vlak liep het af zoals verwacht. Will, een volwassen man die vast zat in een onbezorgde en betekeningsloze kindertijd, kwam onder de invloed van zijn biologische leeftijd en liet daarop zijn mentale kindertijd varen. De vroeg-volwassen Marcus, zo geworden nadat zijn persoonlijkheid ingekleurd is geweest door de ingrijpende veranderingen en de specifieke karaktertrekken van zijn ouders, leerde opnieuw een kind te zijn en om te gaan met leeftijdsgenoten. Dit verklaart ook de titel (al was deze al vanaf het begin vrij voor de hand liggend): 'About a boy'. Het kan immers over beiden jongens gaan. De ene vertoefde nog in zijn kindertijd, de andere dacht dat. 'About a boy' verwijst naar Nivana's 'About a girl'. Op deze manier is de link naar depressie natuurlijk snel gelegd. Ik heb het hier niet over het ongelukkig overlijden van Kurt Cobain, maar over de tekst van het lied.
I need an easy friend I do, With an ear to lend I do, Think you fit this shoe I do, But DO you have a clue?
I'll take advantage while You hang me out to dry But I can't see you every night. Free ...I do
Hierboven staat een fragment uit deze tekst. Het is al duidelijk dat het onderwerp zich verloren voelt. Hij/Zij heeft een vriend nodig als klankbord, maar tegelijk weet die persoon ook dat dat klankbord nooit ten volle benut zal kunnen worden. Het klankbord kan immers niet weten welke last het onderwerp moet torsen op door de erosie van de tijd en miserie afgebroken schouwders. Dit vormt ook weer een reflectie op de mens zelf. Na een trieste klaagzang komt de uitdrukking 'ik weet het' vaak naar boven. Maar de uitspreker ervan weet het nooit, zelfs Heraclitus wist al dat er nooit 2 dingen hetzelfde konden zijn. Dus zoiets persoonlijks al zeker niet.
Om terug te komen op het boek, moet ik wel zeggen dat ik niet onder de indruk was van de vorm en de inhoud. Maar ik moet wel eerlijk bekennen dat ik niet met een 'tabula rasa' begon te lezen. Ik werd al verwent door eerder gelezen boeken en had een bepaald verwachtingspatroon gecreëerd.
14-05-2010, 01:25 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
12-05-2010 |
De libris literatuurprijs II |
Wie herinnert zich de post van 25 januari nog? Hierin beschreef ik de libris literatuurprijs naar aanleiding van de bekendmaking van de longlist.
Ondertussen zijn we al zoveel dagen verder, maar de wachtende worden beloont, want onlangs is er een winnaar uit de bus gekomen.
Bernard Dewulfs werd tijdens een tv uitzending voor zijn werk Kleine dagen gelauwerd en mocht het geld mee naar huis nemen.
De jury vond het een 'een fascinerende schildering van de evolutie van het samenleven in een gezin. Het zijn de beste schrijvers die geen kosmische thematiek nodig hebben om te schitteren, en om door te dringen tot de essentie van ons bestaan'.
De titel Kleine dagen lag ook geheel in de sfeer van de overtrekkende trend dat schrijvers het geluk opnieuw willen terugvinden in het kleinere.
Dit is ook het thema: het dagelijkse, gewone leven. Ieder moment kan men een epische heldendaad of een citaat dat als van een groot denker de geschiedenis in gaat, verwachten. Toch gebeurt dit allemaal niet.
Niet gebeuren? Laat ons zeggen: we zien het niet gebeuren. Langzaam broedt het en ontluikt na verloop van tijd, maar dan is onze aandacht door de diversiteit van gedachten en gevoelens en de eindeloze reeks van seconden, afgenomen tot een minimum waardoor we de ontluiking mislopen.
Binnenkort, als het lot het me toelaat, kruisen mijn wegen met die van een exemplaar van Kleine dagen. Wanneer ik dan in die situatie sta, zal ik niet twijfelen om het boek ter hand te nemen en te genieten van de kronieken van de kleine dingen.
12-05-2010, 17:44 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
11-05-2010 |
ode aan Marianne Dossche |
Maar al te vaak komt men in deze wereld opportunisten tegen, ook in de literaire wereld. Mensen die het niet goed voor hebben met de lezende medemens en bepaalde taken op zich nemen met het oog op de daartoe gelinkte vergoeding. Maar soms ontdek je dat er toch wel enkele zielen te vinden zijn die het echt menen met hun leest. Zo iemand is Marianne Dossche.
Marianne Dossche is bibliothecaresse in de bibliotheek van Deinze. De vrouw is geen schrijfster, geen dichtster, maar toch is haar hart voor de letter groot. Ze weigerde namelijk haar bibliotheek te sluiten wanneer men een onaangename geur opmerkte. Hij moest immers open blijven voor de uitleners en schoolgaande kinderen. Dagen werden maanden, maanden jaren en uiteindelijk zwerft de geur reeds 22 jaar door de gangen met boeken. Maar Marianne Dossche klaagde niet. De bibliotheek moest en zou open blijven. Werknemers zelf ondernamen wel een poging om de stank te verdrijven. Dit probeerde men te bereiken door een gat in de muur te slaan opdat er frisse lucht binnen zou kunnen komen
Nu, met de nakende examens, vond Marianne Dossche dat het juiste moment aangebroken was. De jeugdafdeling, waar de oorsprong van de verderfelijke geur zich zou bevinden, wordt tijdelijk verplaatst op het probleem op te kunnen lossen. Wel op 1 voorwaarde, voegde de vrouw er aan toe: op 1 september moeten de werken afgelopen zijn en de afdeling terugkomen.
Woorden schieten me te kort om mijn waardering over Marianne Dossche uit te drukken. De vrouw heeft haar prioriteiten gesteld: de jeugd en de mens in het algemeen moet de kans krijgen om boeken te lezen en uit te lenen, ondanks alles. Ze kwam hier niet voor op met de grote trom, maar verzweeg het probleem en minimalizeerde het eerder. Haar doelstelling was voldaan en dat volstond voor haar. De roem die haar nu (volledig terecht overigens) toe komt, was bijkomstig en stond ver weg van haar oorspronkelijke, nobele gedachte en drijfreden.
11-05-2010, 19:39 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
|
About a boy IV |
Het wordt ondertussen tijd om een eindsprint in te zetten omwille van de nakende deadline, want die blijken soms inderdaad zeer dodelijk te zijn.
Het verhaal zelf stroomt rustig verder. Enkel een abrupte anticlimax zou nog enige verbazing te weeg kunnen brengen. Ondertussen weet Fiona dat Will geen zoon heeft, maar hij wordt wel uitgenodigd voor het kerstfeest, al is het niet als Fionas vriend, maar als die van Marcus. De aanwezigheid van Suzie, die zwaar tilt aan het geval Ned, zorgt voor enkele oneffenheden in die avond (maar dat deed het drugverbruik van Marcus vader ook). Op Nieuwjaarsavond vond Will dan weer de vrouw van zijn leven: Rachel. Helaas bleek dat hij niet interessant genoeg was om een conversatie op gang te houden, of om enige interesse op te wekken bij zijn gesprekspartner. Daarom besloot hij dan weer om zijn antwoorden zo selectief uit te kiezen dat hij bepaalde gedeelten van de waarheid vergat te vertellen.
Het valt me op dat Will een echte escapist is. Hij heeft geen voeling met de aarde, zo gaat hij niet werken en rijdt hij soms gewoon rond in zijn auto omdat hij daar zin in heeft. Hij vlucht ook in de ruigere muziek van Nirvana.
Een ander feit is dat hij nooit voluit de waarheid vertelt (te meer omdat er niet veel te vertellen valt), hij schaamt zich voor die waarheid. Daarom ontsnapt hij ook hier uit zichzelf en geeft zijn gezicht een hele nieuwe identiteit.
Na deze korte adempauze is het weer tijd om verder te gaan. Zou de rest van About a boy mij nog kunnen vangen? Wordt deze stugge lezer gecapituleerd door de kronieken van Will en Marcus? Wie weet
11-05-2010, 19:17 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
09-05-2010 |
Poëzie op het oude kerkhof. |
Door de reis naar de wieg van onze beschaving, miste ik voor tien dagen de literaire ontwikkelingen op onze eigen bodem. Gisteren tijdens het recycleren vond ik weliswaar een krant die mij met de neus op de feiten duwde, ik had iets gemist.
De streekkrant van 21 tot 27 april kopte dat er poëzie op het oude kerkhof zou zijn. Hoewel dit een typisch en letterlijk geval van vijgen na Pasen was, nam ik toch de krant ter hand en las wat ik misgelopen was.
Het hele gebeuren nam plaats in de week van 25 tot 2 mei, op aangeven van de Week van Amateurkunsten. (Laten we het woord amateur hier niet onderschatten. Een letterlijke vertaling uit het Frans is liefhebber. Dit is toch de enige vereiste van een ware poëet? Iemand die houdt van het spel der woorden, ook al brengt het hem niets op. Iemand die uit liefde voor de letter componeert met zijn persoonlijke en het universeel lexicon, dat is de ware dichter.) Men kon een fietstocht maken in de buurt rond Tessenderlo om daar de verschillende kunstenaars bezig te zien of het werk te aanschouwen. Je kon (ja, kon, helaas) de verschillende ateliers aandoen en ook naar het oude kerkhof gaan. Hier vond oorspronkelijk de kunstmanifestatie Poëzie op het kerkhof plaats. Dit is een samenspel van voordrachtkunstenaars, muzikale begeleiders en een beeldhoudster. Vervolgens kan je de reis voortzetten naar één van de vele ateliers en voor de die-hards is er nog een expositie van beeldende kunst en gedichten.
Ik ben persoonlijke een grote voorstander van dit project. Niet alleen wordt de minder bekende poëet de kans gegeven om zijn/haar werk aan de buitenwereld te tonen, maar men toont het ook aan Leuconoë (afkomstig uit carpe diem, Horatius), witte zielen. (Men is oud, jong, verstandig, minder begaafd, het kan dus iedereen zijn). Kunst wordt nu zeer dicht bij de mens zelf gebracht, zonder die barrière van de kille musea of (voor sommigen) angstaanjagend stille bibliotheken. (Hoewel het idee van een kerkhof natuurlijk zeker niet minder luguber is).
Verder wordt nu de verwantschap van alle kunsten nog maar eens onderlijnt, ook weer naar de gewone mens toe.
Een meer dan geslaagd initiatief dus, helaas was ik niet in de buurt om de uitwerking ervan te beoordelen.
09-05-2010, 12:16 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
06-05-2010 |
About a boy III |
Ondertussen zijn we ongeveer halverwege het werk geraakt. Niettegenstaande dat het een moeilijke, oppervlakkige en voorspelbare start kende, zou de geoefende lezer een vermoeden van diepgang kunnen vermoeden. Ik blijf hier spreken in onzekerheden, omdat ik niet weet welke wendingen Nick Hornby nog voor ons in petto heeft.
Will en Fiona hebben elkaar ondertussen al ontmoet en uitgebreid kennis kunnen maken. Helaas slaat de vonk niet meteen over en Will denkt er ernstig over na om de premature relatie af te blazen. Tot Marcus opeens aan zijn deur komt kloppen. De jongen gaat binnen bij Will en kijkt mee tv met hem. Aangezien hij dit iedere dag herhaalt, beginnen de gesprekken langzaam te ontstaan. Marcus praat over vele dingen, maar het pestgedrag van zijn schoolgenoten verzwijgt hij. Ook op de dag dat ze hem bekogelde met snoepjes en hem zo Wills appartement binnen joegen, bleef hij het verzwegen niettegenstaande dat Will een uitleg vroeg. Marcus antwoordde zeer rationeel. Hornby zegt dat het leek alsof hij al jaren niet meer gepest is geweest. In een poging om het pesten te laten ophouden, koopt Will een paar sportschoenen voor Marcus opdat de wereldvreemde jongen een schaap in de kudde zou kunnen worden.
Dit was voor mij een eerste hoopgevend fragment, namelijk de confrontatie tussen een jongeren-gericht denker, zoals Will tegen een ouder-gericht denkster, zoals Fiona in het strijdperk der groepsdruk.
Ik hoop dat zowel dit facet van de problematiek rond de jeugd als andere facetten nog verder uitgespit zouden worden, maar dit kunnen we slechts op 1 manier te weten komen.
06-05-2010, 18:22 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
30-04-2010 |
About a boy II |
Het verhaal vloeit rustig verder.
Het wordt gedomineerd door twee heren, een jongeman van twaalf jaar oud, Marcus en Will, een zesendertig jarige vrijgezel.
Marcus is anders dan zijn leeftijdsgenoten. Hij moet de last van de echtscheiding van zijn ouders dragen, hoewel dit niet expliciet wordt gezegd, is het toch duidelijk waarneembaar in het verhaal. Het gevolg hiervan is dat Marcus buitengewoon volwassen is voor zijn leeftijd. Hij stelt de juiste vragen en heeft het karakter van nieuwe mensen, of die exemplaren van het mensdom die hij al langer kent, zeer snel door.
Will is ongeveer het tegenovergestelde van Marcus. Hij is een man zonder echt leven. Zijn vader heeft een liedje geschreven en Will leeft van de auteursrechten. De man heeft nog nooit één dag van zijn leven gewerkt. Niettegenstaande het feit dat hij meermaals met dat idee speelde, is het er nooit helemaal van gekomen. Hij beschrijft zichzelf vooral als toneelspeler. Om mensen van een andere sekse te verleiden (of beter gezegd: te misleiden) giet hij zijn persoonlijkheid altijd in het best passende omhulsel.
In dit geval is dat het omhulsel van een alleenstaande vader. Op deze manier hoopt hij jonge, mooie, gescheiden moeders te kunnen verleiden. Hij schrijft zich in voor een bijeenkomst van de zelfhulpgroep SPAT en daar ontmoet hij Suzie, een vriendin van Fiona, de moeder van Marcus. Tijdens een picknick komen de twee heren met elkaar in aanraking. Die avond gaat Will mee met Suzie om Marcus af te zetten, maar daar treffen ze Fiona, die net zelfmoord probeerde te plegen, aan.
Het verhaal vloeit verder volgens de vooruit uitgetekende koers. De lezer zou in geen geval moeilijkheden met de verhaallijn kunnen hebben na het lezen van het eerste gedeelte.
Een ander minpunt vind ik de overvloed aan woorden. Wanneer men een voorbeeld wilt geven, geeft men er een hele reeks, in plaats van één tekenend. Op zulke momenten gaat een mens terugverlangen naar de werken van Willem Elsschot.
Verder viel het me ook op dat het boek precies in filmversie geschreven is. Het zou zo verfilmd kunnen worden, de voorpagina, met Hugh Grant, suggereert dat ook nog maar eens.
Misschien wordt de inhoud aantrekkelijker, eenmaal het voorspel achter de rug is en de verhaallijnen zijn uitgezet, we kunnen slechts hopen.
30-04-2010, 22:30 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
28-04-2010 |
About a boy |
Na het succes van 'Speelbal', verdiepte ik me enkele dagen terug opnieuw in een door de school opgelegd boek. Aangezien het lezen van een Engels boek een compulsieve opdracht was, koos ik ervoor om mijn vrijetijdsbesteding voor de komende dagen daarop te richten. Ik ben eigenlijk niet tegen Engelse boeken. Ik had ten eerste altijd al de indruk dat men een boek enkel in de oorspronkelijke taal kon lezen. Dit was ook een minpuntje aan 'Speelbal', achteraf gezien. Woorden zoals 'Waanzinnig' waren volledig misplaatst, al begrijp ik wel wat de vertaler wilde doen. Maar het is nu eenmaal een feit dat men geen woordspelingen kan vertalen. Hoe dikwijls worden komische t.v.programma's niet vertaald en is de humor grotendeels weg? Het enige geestelijke aspect dat ons rest is dan de verontrustte façade van de protagonist. Verder is het een prima manier om een taal beter te beheersen. Hoe goed ons taalonderwijs ook is uitgebalanceerd, toch blijft het onmogelijk om alle facetten uit het dagelijkse leven te onderwijzen. Hier kan een boek wel soelaas brengen en de gaatjes vullen.
Helaas is 'about a boy', het opgelegde werk (geschreven door Nick Hornby) niet bepaald een boek dat aan mijn verwachtingen voldoet. De grammatica is niet veel soeps, woorden als 'dunno' horen niet thuis in de literatuur, ookal probeert men te schrijven in de volkstaal, dit is gewoon fout. Om het werk niet te volks te laten klinken, verwerkt Hornby er meermaals woorden zoals 'ought' in, waardoor er een zekere stijlbreuk is (dit is een meer verheven Engels woord, het wordt veel gebruikt in de literatuur, maar zo goed als niet in de gewone spreektaal.
Maar we blijven optimistisch, misschien wordt de boek wel beter naar maten de pagina's vorderen.
28-04-2010, 17:55 geschreven door Kim 
|
|
|
 |
|
 |
Nu is het aan u |
Maak uw bevindingen wereldkundig.
|
|
|
 |