Gisteravond omstreeks 21u15 toen ik nog wat mails aan het
lezen was, plots pats: geen licht meer en ook geen stroom meer in de kamer.
Naar het onthaal, maar daar was niemand meer en uiteraard geen GSM nummer om
iemand te bellen. En heb ik mijn goeie zaklamp toch niet in de doos gestoken,
die ik in Saint-Jean Pied de Port naar huis heb gestuurd
Geen ramp, s nachts heb je doorgaans geen licht nodig.
Alleen is het wat vervelend als je op den tast hoogstnodig naar de sanitaire
voorziening moet en s morgens in de pikke donker je fietstassen moet pakken
Omstreeks zeven uur in de ochtend toch even gaan checken of er nog niemand aan de
receptie was. Stond daar een Engelsman in de gang: Did you have electricity
last night?. Aan de intonatie van de stem met bijhorende lichaamstaal kon ik opmaken
dat hij ook in het donker had geslapen
Een groot gedeelte van de dag nog op ca 850 m hoogte door
die oneindig uitgestrekte tierra de campos gefietst. Zo ver als je om je heen
kan zien, niks anders dan gemaaide korenvelden Onbewust moet ik denken aan de
stappende pérégrinos. Ik fiets in ongeveer 2 dagen door die monotone streek.
Zij hebben wellicht 7 tot 8 dagen nodig om daar doorheen te gaan Ik kan me
voorstellen dat ze hun goesting hebben van de tierra de campos Ik heb in
Vlaanderen al mooiere wandelingen gemaakt.
Wel vlak. Mijn uurgemiddelde benadert dat van een
doordeweekse fietsdagtrip in Haspengouw.
Onderweg niet zo heel veel te zien: het dorpje Ledigos met
zijn typische adobebouw (huizen opgebouwd uit blokken leem vermengd met stro
en de muren afgedekt met een lemen pleisterlaag). Sahagun met zijn kerken in mudajar-stijl
(met Moorse invloeden uit het zuidelijke Cordoba).
Maar Léon is echt de moeite waard! Een fleurige kleurrijke oude
binnenstad met een pracht van een 13 eeuwse gotische kathedraal ( 1800 m2 aan
glasramen!) , de in graniet opgetrokken Casa de Botines van Gaudi, de Plaza
Mayor en vele andere bezienswaardigheden. Van alle plaatsen die ik tijdens mijn
tocht heb gezien/bezocht , is dit bij uitstek numéro uno! Ik raad iedereen aan, die
in de buurt van Léon moet zijn, om deze stad zeker te bezoeken. Vaut le
voyage!!!
Morgen fiets ik naar Rabanal, dat is zowat halfweg de 30 km
lange klim naar Cruz de Ferro op 1500 m hoogte, het hoogste punt van mijn
tocht
Dag 22 â Maandag 22/sept â Burgos-Carrion de los Condes â 98 km â 17,5 km/u
Geweldig toch, hoe die Spaanse straten en pleinen vanaf half
vijf beginnen vollopen met volk. Tot vier uur geen kat op straat en dan in een
mum van tijd kan je over de koppen lopen. Een gezellige lawaaierige drukte. Naarmate
de avond vordert, wordt het moeilijk om een vrije plaats te vinden op een terras
van een tapasbar of restaurant.
Heb zelf wat rondgekuierd in de oude binnenstad. Vooral de
kathedraal van Burgos is (langs buiten) indrukwekkend mooi met zijn vele
beeldhouwwerken en ornamenten. Voor een (betalend) bezoek binnen was ik te
laat. Naar het schijnt zouden er nogal wat Vlaamse Meesters hangen.
Het heeft de ganse nacht geregend. Heb slecht geslapen en
was vroeg wakker. Dan heb ik een moeilijk moment: ik vraag me af wat ik doe in
dit bed, alleen en zo ver van huis. Omdat ik hierop niet direct een antwoord
heb, sta ik maar op, vul men fietstassen en ga ontbijten. Dat verdrijft de twijfel.
Na een flinke aanzet (3 km klimmen aan 6% - kwestie van de
benen wat los te rijden) de rest van de dag overwegend een vlakke en zelfs
licht dalende ritgefietst. Het ging dus
vlot vooruit.
De ganse voormiddag met mijn regenjasje gefietst. Links van mij een staalblauwe hemel, boven mij en rechts van mij donkere dreigende regenwolken. Ik was er niet gerust in. Maar ik heb blijkbaar een goede bewaarengel meegekregen die goed zijn 'weer'werk doet. Geen regen gehad.
Heb de hele dag in een glooiende hoogvlakte gefietst die de Tierra
de Campos wordt genoemd. Gedurende tientallen kilometers niets anders dan een
eindeloze zee van goudgele stoppelvelden tot aan de horizon. Waar ik ook rondom
mij kijk, niets dan afgemaaide korenvelden. Geen dorp, geen huis, geen mens,
geen tractor in het zicht Wat ik me heb zitten afvragen is, waar zitten al die
boeren die deze wellicht tienduizenden hectaren moeten ploegen, zaaien,
verzorgen en maaien ? Ook geen graansilos zoals ik er in het noorden van
Frankrijk zoveel heb gezien Moeilijk te begrijpen.
Op de weg de historische stadjes Castrojeriz en Fromista van
nabij bezocht. In Castrojeriz even gestopt voor een bocadillo con jamon de
Serrano, veel lekkerder, voedzamer en zeker gezonder dan de Franse
chocolatines
Mijn weg liep vandaag zowat parallel met die van de
stappende pérégrinos. Ze doken plots op uit een veldweg, liepen wat over de weg
waarover ik fietste en verdwenen dan weer in een veldweg. In de stoppelvelden.
Tegen de middag waren er al wat die het moeilijk hadden, meer strompelen dan
gaan. De meesten zijn immers al van voor zeven uur op pad. Tussen halfdrie en
halfvier verdwijnen de stappers uit het beeld. Rond dat uur zoeken ze in het
eerstvolgende dorp waar ze toekomen een slaapplaats voor de nacht. Wie niks
meer vrij vindt, slaapt in het portaal van de kerk
Vandaag ook een hond aan de leiband van een stapper gezien. Niks speciaal tenzij dat
de hond ook een rugzak droeg, eigenlijk twee, langs weerszijden over zijn rug
gebonden. Ik heb me twee dingen afgevraagd: wat zou er in die rugzakjes steken?
En zou GAIA dit wel OK vinden?
Ik ben halfweg de Spaanse Camino. Nog 420 km te gaan. Slaap
vannacht in de eenvoudige Hostal Santiago. 35 voor de kamer. Avondeten en
ontbijt moet ik in het stadje vinden, maar dat is hier geen probleem.
Restaurants in overvloed. 11 voor een repas pérégrino! Ik ga vanavond
wellicht toch voor iets meer
Morgen fiets ik opnieuw een vrij vlakke rit naar Leon.
Er zijn al 21 van de 28 fietsdagen voorbij. Hoe intens heb ik de voorbije 3 weken geleefd...
Op mijn km-teller staat intussen al 2082 km. Niet te geloven!
De teller van mijn BLOG staat al op 2340. Elke dag wordt hij gemiddeld 100 keer gelezen. Dank je wel. Zo voel ik me niet alleen op de weg als het even moeilijk wordt.
Dag 21 â Zondag 21/sept â Belorado-Burgos â 67,5 km â 16 km/u
Het was deftig koud deze morgen. Tot omstreeks het middaguur
met fleece over fietstrui en onderhemd gereden. Daar zal de hoogte wel voor
iets tussen gezeten hebben.
Deze morgen in één ruk (maar met wel héél veel pedaalslagen)
naar een hoogte van 950 meter gefietst. Mijn fiets en ik heel alleen op een slingerende
smalle asfaltweg, letterlijk geen kat in de buurt, een overdonderende stilte
Maar man, man, man, wat een panorama weer op de top Een goudgele diep glooiende
vallei, aan de overkant het donkere bergmassief en daar tussen in twee
geïsoleerde dorpskernen. Ik ben er even op de grond gaan zitten.
En dan verder via een aantal opeenvolgende afdalingen en
beklimmingen naar San Juan de Ortega op 1050 m. San Juan zou rond het jaar 11OO
deze verzorgingsplaats voor pelgrims hebben gesticht. Zijn crypte ligt in de
prachtig gerestaureerde kerk. Hier ontmoet ik weer veel stappende pelgrims. Zij
komen uit het bos naast de kerk en nemen een rustpauze op de grote plaats voor de
kerk. Schoenen en kousen uit. Veel beplakte tenen en omzwachtelde voeten. Een levensgrote reclame voor 'compete'! Een kleine bar zorgt er voor de innerlijke mens.
Op enkele lokale mountainbikers na, geen enkele fietser. En
nog steeds geen Belgische/Vlaamse pelgrim ontmoet, laat staan een fietsende
Dan gaat het in dalende lijn naar Burgos (870 m).
Een hotelletje gezocht in het oude centrum van de stad.
Hotel La Puebla, voor 51 een kamer + ontbijt. Vandaag ga ik over mijn
dagbudget.
Na fietskledij te hebben gewassen, zet ik een stap in de
stad.
Dag 20 â Zaterdag 20/sept â Logroño-Belorado â 96 km â 15,3 km/u
Na de gebruikelijke douche en het schrijven van mijn
dagverslag gisteravond (geen wifi echter), ben ik nog wat gaan kuieren in de
gezellige binnenstad en aansluitend het avondeten in El Rey del Jamon
genomen. Ik moet nog even wennen aan dat Spaanse tapas en raciones gedoe. Elk
op zich heel lekker maar samen een uitdaging voor de maag! Enkele motiliums
helpen me uit de nood.
Toen ik omstreeks half tien terug in de Calle San Juan
arriveerde, had de straat zich getransformeerd tot één lange
uitgaansbuurt.Werkelijk elk huis aan
weerszijden van de lange straat had deur en venster open gezet en zich
omgevormd tot een tapas- en wijnbar. Ca. 400 meter tapas- en wijnbars. Een zee
van volk zowel in de bars als op straat. En een Spaanse lawaaierige drukte van
jewelste. Een straat om te onthouden, die Calle San Juan.
Daniël was voor Spaanse normen vrij op tijd deze morgen.
Wat gesukkeld om de grote stad uit te geraken. Mijn GPS doet
soms rare toeren! De uitvalsweg was voor ca 6 km de Camino die de stappers
lopen. En dus heb ik er wat gepasseerd, met tientallen misschien wel
honderden- verlieten ze Logroño. Een stoet van rugzakkers.
Mijn weg vandaag is bondig te omschrijven als: vanuit
Logroño op 400 m hoogte geklommen naar een hoogte van 650 m, gedaald tot 500 m,
opnieuw geklommen tot bijna 800 m, gedaald tot 560 m en tenslotte geklommen tot
750 m hoogte in Belorado! De laatste 15 km heb ik weer serieus op mijn tanden
moeten bijten. Een stevige wind op kop maakte dat de snelheid drastisch daalde.
De hele voormiddag tussen de wijnranken van de Rioja
gereden. In de loop van de vroege namiddag verdwenen ze en kwam een oneindige
vlakte aan gele korenstoppels van afgemaaid graan in de plaats. Met op de
achtergrond een donker massief hooggebergte (de naam ken ik niet).
In Sto. Domingo de Calzada door de oude binnenstad gereden
en een dubbele cola gedronken met een
portie ravioli (is dat niet Italiaans?)
In Belorada waren alle albergues al completo. Ook in het
plaatselijke hotelgeen kamer meer vrij.
Na wat heen en weer vragen (toch even een beetje paniek, want die van het hotel
zij me dat ik moest doorrijden naar het volgende dorp, 15 km!) toch nog een
pensionnetje gevonden waar ik een deftige kamer huur voor 25 . Nu nog even
naar een goede bar en restaurantje op zoek.
Morgen een relatief korte fietsetappe naar Burgos.
Dag 19 â Vrijdag 19/sept â Puenta La Reina â Logroño â 72 km â 14,8 km/u
Gisteravond veel volk in het (overigens lekker)
buffetrestaurant, waarvan de gasten zowel in het hotel als in de albergue,
gretig gebruik maken. Ik heb samen gegeten met Antoine, een midden dertiger uit
Lorraine. Hij is 4 weken geleden vertrokken uit Arles. Eergisteren heeft hij
zijn baas gebeld met de vraag of hij nog 4 weken onbetaald verlof bijkreeg om
tot Santiago te stappen. Dat kreeg hij maar zijn baas vond hem toch een beetje
fou. Ik heb Antoine niet gevraagd waarom hij per sé en ongepland tot in
Compostella wilde stappen. Chacun a son chemin de Saint-Jacques, zeggen de
Fransen
Deze morgen nog even het mooie middeleeuwse Puenta La
Reinabezocht, een voorraad water en
echte Pims ingeslagen en vertrokken. Voorlopig geen chocolatines meer.
Heb gedurende tientallen km op een mooie brede weg gefietst,
die om de 10 km vóór een rotonde overging in een 4vaks-rijweg. Geen auto op die
weg, maar dan ook geen één! Dat kwam waarschijnlijk omdat 20 m langszij en
parallel de A12 liep, een zéér drukke autosnelweg. Ik begin te begrijpen waarom
Spanje aan de rand van een bankroet heeft gestaan
Het was zwaar vandaag. Aanhoudend klimmen en dalen. Mijn
gids heeft het woord klims vandaag vervangen door heuvels! Ik zie het
verschil niet: ze zijn even steil, even lang en komen snel na mekaar. Het
uitzicht boven is telkens wel fenomenaal.
De streek is ook duidelijk droger geworden. De bomen zijn
verdwenen en in de plaats zijn er mediterrane struiken gekomen. Het oogt ook
veel geler/bruiner.
Wel weer een paar sfeervolle plaatsjes bezocht: Estella, het
machtige Monasterio de Irache, en het middeleeuwse en gezellige Viana.
Naarmate de namiddag vordert verschijnen de eerste
wijngaarden van de Rioja. Ik verlaat Navarra en rijd de Rioja streek binnen.
Wat ik vandaag ook veel meer dan anders heb gezien, zijn
stappende pelgrims. Zij lopen een traject dat zowat parallel loopt met mijn
fietsroute, maar dan in de velden. Af en toe kruisen ze de steenweg. Ze zijn
met velen. Naarmate ik Logroño nader, lopen ze echt met tientallen achter
mekaar.
In Logroño blijken de drie albergues die ik had aangestipt,
al completo. Op zoek dus naar een pensionnetje. In de Calle San Juan in het
oude centrum van de stad, waar men mij eerst 100 vroeg voor een kamer, maar
dan de prijs terugschroefde naar 60 , toch ééntje gevonden aan een redelijke prijs
van 25 . Op de 4de verdieping weliswaar maar proper en met nieuw
sanitair. Mijn fiets kon ik stallen achteraan in de tapasbar van Daniël, die me
de kamer verhuurde. Hij beloofde me morgenvroeg om 8 u de bar open te doen
zodat ik aan mijn fiets kon.
Morgen wacht een lange moeilijke klimdag (of moet ik nu
heuveltjes-dag zeggen?) naar Belorado.
Dag 18 â Donderdag 18/sept â Ste. Jean-Pied de Port-Puente La Reina â 101 km â 15,5 km/u
Estoy en España. Ik ben er dus over geraakt, over de
Ibaneta-pas!
Toen ik gisteravond omstreeks 21u30 de kamer in kwam na
het schrijven en verzenden van mijn dagrapportje- waren alle bedden op één
na-bezet. 7 mensen in 4 stapelbedden op
ca 20 m2. Het is druk in de Auberge, zoals het druk was in het stadje. Heeft er
me daar vannacht toch éne gesnurkt!! Lawaai dat die kerel heeft gemaakt. Moest
ik nu die oordopjes gevonden hebben, die ik al twee weken meedraag in mijn
bagage
Deze morgen ontbeten met een ouder Canadees koppel (oud
vanuit het perspectief van een 62-jarige ). Zij had het zo niet op cyclists.
Why have they to go so fast down hill. They scare me!. Tja, wat antwoord je
daarop: because they do not know where the brakes are ! Tijdens het ontbijt
komen mijn twee Braziliaanse vrienden mij een lintje geven, zo eentje om rond
je pols of je enkel te binden. To remember, zeggen ze. Ik wist even niet wat
zeggen.
Hij viel nogal mee, de Ibaneta-pas. Een zachte aanloop van
ca 8 km, bij de Spaanse grens en verder vanaf Villacarlos even vrij steil (tot
9 %) en nadien gestaag klimmend, zoals mijn boekje dat zegt. De zweetdruppels
vielen ook gestaag van de klep van mijn pet. Drijfnat in het zweet en toch
enigzins fris. Daarom een extra fleece aangedaan. Rond km 20 kreeg ik het
moeilijk. Regelmatig gestopt om op adem te komen en bij te drinken. Eindelijk,
pal op km 26, het bord: Puenta Ibaneta 1056 m. Ik was blij dat ik boven was.
Ter plekke even gezocht naar een metalen kruisje dat twee
wandelmaten daar twee jaar geleden geplant hebben, tussen de vele andere houten
kruisjes en zelfs achtergelaten versleten wandelschoenen. Het stond er nog. Ik
heb een foto genomen.
Na enkele kilometers afdaling verrijst het machtige klooster
van Roncevalles, in de Middeleeuwen het opvangcentrum voor pelgrims na de barre
tocht over de pas. Het telt 400 kamers. Ter plekke een café con leche
gedronken en aan de praat geraakt met een groep van 6 Nederlanders, die
hospitaleros bleken te zijn in het klooster; dat zijn mensen die op
vrijwillige basis gedurende één à twee weken pelgrims opvangen en begeleiden in
de albergue van het klooster. Ook vanuit Vlaanderen vertrekken op regelmatige
basis hospitaleros naar diverse Albergues in Spanje.
Na een flinke afdaling biedt de route mij ter hoogte van het
stadje Erro twee alternatieven: ofwel door Pamplona met twee extra klims, ofwel
langs Pamplona via de mooie vallei van de rivier de Erro. Ik heb voor het
laatste gekozen. Ik had effe geen zin meer in klimmen En die vallei was de
moeite waard.
Mijn voorraad drinkwater was bijna op. Geen nood, in het
eerstvolgende dorpje even stoppen. Ik was evenwel iets uit het oog verloren. Ik
ben in Spanje en daar houden ze siësta van 12 tot 16u! De winkel dusgesloten! Cerrada! Dus nog even verder zonder
water.
En dan gebeurt er wat elke cyclotoerist kent bij gebrek aan
te weinig drinken en eten: de man met de hamer komt langs! En die was al flink
op mijn kop aan het timmeren, toen ik bij het binnenrijden van Campanas langs de weg een
benzinestation passeerde, met een winkel! Twee colas gedronken en aansluitend
een liter water. Wat deed dat deugd.
Ik slaap vannacht in Hotel Jakue, juist voor het
middeleeuws stadje Punta La Reine. De ernaast liggende Albergue de
péregrinos was volzet en ik had echt geen zin meer om nog wat verder te
rijden. Ik ben duidelijk niet de enige pelgrim in het hotel.
Dag 17 - Woensdag 17/sept - Oloron-Saint-Jean Pied-de-Port - 72 km
Deze morgen las ik in mijn gids: Vandaag krijgt de fietser
een voorproefje voorgeschoteld met de beklimming van de Col Ozquis, 5 km langwaarvan 3 kmaan 8 %... In de Tour wellicht een niemendalletje van 3de of 4de
categorie maar met mijn 30 kg fiets en bagage + 3 liter water niet te
onderschatten. Bij de bakker wat extra chocolatines gekocht en op weg. Mij de
eerste 40 km in de aanloop ervan mentaal voorbereid door mezelf wat op te
peppen, zoiets van ge kunt dat ge kunt dat
Uiteindelijk vrij vlot naar boven gegaan. Heb 3 keer gestopt
om op adem te komen en wat bij te drinken. Boven op de top een grote cola
gedronken in het eerste café dat ik tegenkwam.
De rest van de rit verliep vrij rustig. Nog wat op en en af
en daar was Saint-Jean Pied de Port, hét verzamelpunt van de pelgrims die de
Camino Francés willen stappen. Een gezellig middeleeuws stadje langs de
contouren van een citadel gebouwd door Vauban .Erg toeristisch ook. Er is veel volk. Rugzakkers stromen de
ganse dag van alle kanten constant toe.
Ik slaap in een gïte Auberge de Pélerin . Ik deel de kamer
met twee Braziliaanse vrienden, veertigers, die de Camino voor de tweede keer
lopen. Ze zijn 6 dagen eerder in Lourdes vertrokken. Wat bezielt mensen toch om
zon verre reis te maken om hier wat te komen afzien?
Ben naar het lokale postkantoor geweest en heb gevraagd naar
een standaardzending naar België. Heb een doos gevuld met overbodige bagage die
ik tot op heden niet heb gebruikt (bijna 3 kg ) en opgestuurd naar het
thuisadres. Elke kg die ik niet over de Pyreneeën moet meenemen is er een
gewonnen. Nadat ik mijn was heb gedaan,
nog even het fietsschema voor morgen heb doorgenomen, zoek ik een goed
restaurantje op, aanbevolen daar de garcon, waar ik eerder een pintje heb
gedronken. Weer heerlijk gegeten voor 23,5 .
Morgen is het dus D-day. Dan maak ik via de Ibaneta-pas de
grote oversteek naar Spanje. 23 km klimmen. Ik kijk er naar uit en ik kijk er
tegen op
Bij leven en welzijn maak ik morgen mijn dagberichtje vanuit
Pamplona of daar ergens in de buurt.
Dag 16 - Dinsdag 16/sept - Lourdes-Oloron Ste Marie - 70 km
Gisterennamiddag na bezoek aan de Grot had ik zin in een
goeie pint bier.En waar valt mijn
(geoefend) oog op? Een bar/café genoemd: Aux Armes de Belgique. Ik dacht, als
ze hier geen Duvel hebben, dan nergens. En, Edgard en maten van de kookclub van
LG Neerwinden, gisteren effectief na 16 dagen mijn eerste Duvel (eigenlijk 2)
gedronken. En dat die gesmaakt hebben!
Vannacht nog eens geslapen in een gezellig familiehotel van
Auberges de France: Hotel de Nevers. Nette kamer, heerlijke maaltijd
gisteravond en navenant ontbijt deze morgen. De rekening was wel wat hoger dan
mijn gemiddeld vooropgesteld dagbudget, maar uitzonderlijk mag dat wel eens.
Dat budget ligt trouwens op ca. 50 per dag bij een verblijf in een gïte (de
pélerin): 15 à 20 voor de overnachting, 15 à 20 voor een repas (de pélerin)
en ca 10 om de dag door te komen (chocoladekoeken en water en andere
noodzakelijke overlevingsmiddelen )
Vandaag weer een prachtige rit. Tussen Lourdes en Nay langs
de wildwater rivier Gave de Pau gefietst. Vanaf Nay op een hoge heuvelkam
gedurende ca 20 km een rustige land- en bosweg gevolgd met langs me diepe steile
Pyreneeën weiden met bellende koeien en verder zicht op het wel heel nabije
massieve hooggebergte. Wat een landschap! Wat een panorama! Geen woorden kunnen
dit beschrijven, geen foto kan dit vastleggen. Hiervoor doe ik het (o.m.). Tussendoor
2 klimmetjes van een km van 6%. Pff, 6% , die steek ik intussen in mijn
binnenzak De laatste 15 km de vallei in en dan in strak tempo aan 25 km/u
langzaam dalend naar Oloron Ste-Marie.
Slaap vannacht weer in een prachtige gïte: Le Relai du Bastet.
Voor mij 5 sterren deze keer. Frankrijk verzorgt zijn pélerins. Intussen zijn verschillende stappers
toegekomen. Ik hoor verschillende talen spreken: frans, spaans, italiaans.Ik deel de kamer vannacht (niet het bed wel
te verstaan!) met Caroline, een jonge sympathieke Zwitserse (dit is het moment
waarop Maryse een beetje ongerust wordt!?), die op 19 augustus in Arles is
vertrokken, intussen al 600 km heeft afgelegd (te voet met rugzak!!) en
helemaal tot in Compostella wil stappen. Zij rekent tenminste 10 weken nodig te
hebben. Later op de namiddag heeft de 68-jarige Daniël, die in Toulouse is
vertrokken, het derde bed van onze kamen ingenomen.
Heb vanavond heerlijk gegeten in een klein restaurantje
recht over de gïte. Wie ooit in Oloron passeert, een adres om te onthouden:
Aux Instants Gourmands op de Place de
la Résistance. Ik was de enige gast van de mensen die in de gite verblijven.
Stappers doen het in de regel zuiniger. Zij koken hun eigen potje savonds. Zij
zijn immers langer onderweg.
Nog steeds geen Vlaming/Belg ontmoet of een fietsende
pelgrim. Een uitstervend ras ?
Dag 15 - Maandag 15/sept - Maubourget-Lourdes - 68 km - 17,8 km/u
Geloof het of niet, deze morgen bij het ontbijt vraagt Mme
Michel me of ik in haar Facebook pagina een appreciatie wil achterlaten. Ik
beloof haar dat ik dat zal doen. Alleen, ik zoek in mijn bewoordingen nog naar
het juiste evenwicht tussen het hartelijk onthaal en gezelschap en de (iets) minder
confortabele gïte
Vandaag een vrijwel vlakke rit gereden. Een beetje zoals een
zondagse fietsuitstap met Maryse, maar dan zonder terrasje. Ik hou me voorlopig
aan mijn dagelijkse dieet: om het 1,5 uur een vettige chocolatine,
afgewisseld met een vettige rozijnenkoek. Ik denk éénmaal thuis, dat ik geen
chocoladekoek meer kan zien of ruiken Ik hoop dat mijn cholesterol-pilletjes
hun werk doen
Ik ben er vandaag steeds dichter naartoe gereden, de
Pyrenéen, bedoel ik. Gesluierd in gitzwarte donderwolken, maar ik kon heel
duidelijk de besneeuwde flanken van het hooggebergte zien.
Wat me ook constant gezelschap hield, was de maïs langs
weerszijden van de weg. Gedurende tientallen kilometers maïs, maïs en nog eens
maïs. Van een monocultuur gesproken!
Een heerlijke fietstocht in een vallei met zicht op het
hooggebergte. Alleen kwam op ca. 10 km van Lourdes de regen wat roet strooien
in het fietsplezier. Maar ik klaag niet. Een mens mag niet alles verlangen. Ik
heb de voorbije 14 dagen in optimale weeromstandigheden kunnen fietsen: zon, 25°
en de wind in de rug. Mijn weer-engel
(of zijn het toch de weergoden ?) heeft zijn werk goed gedaan.
Volledig uitgeregend (een beter woord is zeiknat) arriveer ik in Lourdes. Maar geloof het of
niet, op het moment dat ik de stad binnenrijd, gaat de zon schijnen. Wat een heerlijk gevoel.
Eerst een gezellig hotelletje gezocht, een warme douche en
dan een wandeling naar de grot.
Ik heb er 4 kaarsjes aangestoken. Eentje voor mezelf
(egoïst) met de vraag voor een veilige verderzetting van mijn reis, eentje voor
Maryse, mijn kinderen en mijn kleinzoon, dat ze een goed en gelukkig leven
mogen hebben, zoals ik er tot op vandaag één heb gehad. Eentje voor de familie,
vrienden en kennissen, vooral voor die, die vandaag (erg) ziek zijn, dat ze
mogen genezen en nog een tijd verder genieten van het leven. En eentje voor
een vriendin van dochter Klara aan wie ik dat speciaal beloofd heb. Even toch
een emotioneel moment in die kapel.
Dag 14 - Zondag 14/sept - Castet-Arrouy-Maubourget - 114 km - 15,7 km/u
Gezien de dreigende onweersvoorspellingen, deze morgen al
vrij vroeg vertrokken. De eerste 40 km waren weer serieus op en af. Hoge
heuvels en diepe valleien waar de overigens rustige weg zich langsheen
slingerde. Nadien werd het allemaal wat minder heuvelachtig, eerder zacht
glooiend. Gelukkig maar, want dit had ik geen 100 km volgehouden.
Vanaf km 80 was het weer klimmen geblazen. De heuvels
volgden mekaar in snel tempo op. En plots op één van die heuveltoppen waren ze
daar de Pyreneën. Een beetje schimmig door de donkere onweerswolken die erover
heen hingen, maar toch kon ik duidelijk de contouren van het bergmassief
onderscheiden.
Tijdens de laatste 13 km moet ik nog tot driemaal toe een
beklimming van 7% overwinnen. Op de tweede heuveltop zet ik me even aan de kant
van de weg om op adem te komen en wat te drinken. Staat er een bordje Chemin
de Crète. Alsof ik dat nog niet wist En wat verderop, om me helemaal te
overtuigen, een groot blauw bord: Département de Haute-Pyrénées!
Enfin, ik ben er geraakt. En het was tijd. Mijn energie was
op, helemaal op. Dat merk je als je van je fiets stapt en je enige tijd op je
benen staat na te trillen.
Mijn gastvrouw van de gïte, Mme Michel, is een beetje een
lieve verwarde zonderlinge. Haar gïte is dat helemaal
Blijkbaar twee jaar geleden afgebrand en geen tijd/geld(?)
gehad om opnieuw op te bouwen. De benedenverdieping bestaat uit één kamer van
5x5 meter, die dient als keuken, eetplaats, salon, berging, wasplaats en trap
om naar boven te gaan .God, wat staat daar allemaal bijeen op 25 m2 . De
bovenverdieping bestaat uit één slaapkamer, waarin 5 bedden staan, waarvan 1
dubbel. Ik denk dat Mme Michel deze avond bij haar gasten slaapt..(naast mezelf
nog een jong Frans koppel, dat voor het tweede opeenvolgende jaar 4 weken een
stuk van de Chemin Saint-Jacques loopt).
Wanneer ik aanbel begint ze een verhaal over beestjes die
in de rugzakken van de pelgrims zouden zitten en zich dan in het huis zouden
nestelen. Veel van haar huis is effectief niet overgebleven heel de achterbouw
is een ruine Gestut Ik denk bij mezelf, dit staat er al twee jaar zo, dat
gaat vannacht ook niet invallen Ik moet dus mijn fietszakken in de al heel
kleine ruimte beneden achterlaten (op een houten pallet die juist achter de
voordeur op de grond ligt) en alleen het allernoodzakelijkste mee naar boven
nemen. De sanitaire inrichting is wel oké.
Het jonge koppel heeft zijn eigen potje gekookt, in de tuin,
tussen het puin . Mme Michel heeft voor mij meegekookt en mijn was gedaan, allemaal
in die kamer in de benedenverdieping Een gezellige tête-à-tête Blijkt dat ze
ook nog een beetje alternatief is. Tijdens de hoofdschotel komt een jongere
vriendin aanbellen, zet zich bij ons (ongevraagd) aan tafel en haalt een doos
boven met kleine aperitiefhapjes van op brood gesmeerde wilde planten. Die was ze deze namiddag in de velden gaan zoeken. Une
passion, zegt ze met veel overtuiging. Ik moet en zal proeven. Hopelijk haal
ik de ochtend
Morgen doe ik via een relatief korte rit een ommetje naar
Lourdes. Mme Michel kent daar een goed adres om te overnachten. Ik weet nog
niet of ik daar gebruik zal van maken
Dag 13 - Zaterdag 13/sept - Cahors-Castet-Arrouy - 117 km - 15,7 km/u
Vannacht geslapen in een Auberge de Jeunesse, in het centrum
van de stad. Met 6 heren op een kamer. Allen stappers, waaronder twee Duitsers.
Ik was de enige fietser.
Na een flinke aanzet deze morgen (klim van ca 4 km aan 7%)
viel de rest van de dag goed mee. Een flinke afdaling naar de vallei van de
Garonne en dan verder over een licht glooiende weg. Alleen op het einde was het
weer wat klimmen, maar geen steigpercentages meer waarop ik mijn gebitje kapot
zou gaan bijten
Om 10 uur tijd voor mijn eerste chocoladekoek. Ik heb een
zeer gevarieerd menu overdag: een chocolatine (chocoladekoek) afgewisseld
met een rozijnen koek, afgewisseld met een chocoladekoek . met af en toe een
banaan ertussen Doorgespoeld met ca 4 à 5 liter water per dag. En dan heb ik s
avonds nog dorst
Vandaag onderweg heel wat stappers voorbijgereden. Af en toe
met iemand een korte babbel gedaan. Zoals met een Duitser uit de buurt van
Aachen, die de route in jaarlijkse etappes doet. Hij hoopte tegen zijn
pensioenleeftijd in Compostella te geraken. ..Hij zag er nochtans nog vrij jong
uit
Vandaag weer enkele prachtige Middeleeuwsesteden en dorpen gezien, zoals Moissac met
zijn indrukwekkende Saint-Pierre abdijkerk en vooral Auvillar, dat tot één van
de mooiste dorpen van Frankrijk wordt gerekend en op de UNESCO werelderfgoed
lijst prijkt. Wat een prachtig gerenoveerd middeleeuws dorp. Je kan van
Frankrijk veel zeggen, maar hun historisch erfgoed, daar zorgen ze voor als
geen ander.
Ik verblijf deze nacht in een Gïte communale de pélerins
in Castet-Arrouy. Het lokale stadhuis (Marie) omgebouwd tot een prachtig
gerenoveerde gïte . Mocht er een klassement bestaan, dan kreeg die van mij 4
sterren! Compleet uitgerust. Moderne nieuwe sanitaire uitrusting. Was- en
droogmachine, alles er op en eraan. Maar je slaapt er gemengd in een dortoir en
je moet er je eigen ontbijt prepareren. Vijf Franse koppels uit verschillende
streken: Normandië, Cannes, Haut-Pyrenées, Le Puy houden me gezelschap. Allemaal
stappers.
Recht tegenover is een restaurant La Plancha. Dat gaat
alleen open als er pelgrims in de gite verblijven. Vandaag dus. Een grote tafel
gedekt voor 11 op het pleintje recht tegenover de gite. Een hele gezellige
bedoening. Hier worden vriendschappen gesloten (voor het leven). De groep was
onder de indruk van mijn solo-reis naar Compostella. Ik begin te beseffen dat
ik een beetje een rariteit ben binnen het pelgrimsgebeuren
Dag 12 - Vrijdag 12/sept - Rocamadour-Cahors - 65 km
Gisteravond zat ik letterlijk op mijn tandvlees. Buiten het vele
klimwerk heb ik echt niet veel op papier gezet. Waar de benen vol van zijn,
loopt de pen van over zeker (of zoiets )
Rocamadour is speciaal. Letterlijk geplakt tegen een
rotswand, met onder zich een diepe kloof. De Cité (oude stad) is maar één
straat breed, die je van boven naar beneden wandelt en omgekeerd. Erg
toeristisch ook.
Le Sanctuaire van de zusters van Maria bevindt zich nog
een stuk boven de stad. Je kan er met een ascenseur naartoe maar ook met een
123 treden tellende trap. In de Middeleeuwen zouden de pelgrims deze trap op hun knieën
naar boven zijn geklommen (op een pancarde staan de namen van enkele toenmalige
bisschoppen en koningen). Via
deze trappen kom ik in de Cité terecht, op zoek naar een tof restaurantje.
De Gïte waar ik slaap wordt beheerd door een Christelijke Stichting
Lou Cantoe en wordt dagelijks ge-exploiteerd door enkele (gepensioneerde?) zusters van Maria. Hun doel is om pelgrims op
weg naar Compostella een eenvoudig onderdak te geven. Aan de pelgrim wordt een
vrijwillige bijdrage gevraagd voor een overnachting. In het huis zijn 8 kleine
kamers die allemaal bezet zijn met stappers (ik ben de enge fietser). Het is er
best gezellig.
Ik heb er goed geslapen. Omstreeks 6 uur in de morgen (het
is nog pikkedonker) hoor ik de eerste rugzakkers zich klaarmaken voor vertrek.
Tegen 7 uur, als mijn wekker gaat, zijn alle kamers al leeg en zijn de zusters
al ijverig bezig met het reinigen ervan. Inpakken en vertrekken is dus de
boodschap.
Na een forse aanzet (4 x 2 km omhoog aan 7 % en telkens
respectievelijk omlaag) rij ik vanaf Labastide (na een koffie met een
croissant) het dal van de Lot in en volg dat voor ca 40 km stroomafwaarts. Wat
een heerlijk gevoel. Dit is nog eens een fietsmoment op zijn best. Dat best nog
een paar dagen mag blijven duren (je mag eens dromen )
Cahors is een leuke Zuid-Franse stad waar het tof is om rond
te kuieren. Smalle Middeleeuwse straten, gezellige pleintjes met terrasjes met
steeds aanwezige platanen Ik ben duidelijk in Zuid-Frankrijk. Je zou er zowaar
een vakantiegevoel bij krijgen..
Dag 11 - Donderdag 11/sept - Uzerche-Rocamadour -105 km - 14,5 km/u
Het was erg fris deze morgen in mijn chalet aan de oever van
de Vézère. Met fleece vertrokken maar
die was snel overbodig.
Mijn gids zei me dat vandaag één van de moeilijkste stukken
van hele route naar Compostella aan bod kwam door de vele lange en steile hellingen.
En dat heb ik geweten. Afzien was het, tot de laatste km. Ik
was meurf zoals ze dat in het schoon Landens zeggen.
Verstand op nul, de ogen strak op de weg zowat 2 meter voor
het voorwiel en duwen maar, duwen maar Ik heb de ganse dag tegen mezelf
gepraat:amai, amai! En komaan joeng,
komaan joeng !
Ik ben er geraakt. De laatste helling van 2 km (7%) ben ik 5
keer van de fiets gemoeten. In Rocamadour zelf heb ik de fiets naar boven
geduwd. Mijn gite lag natuurlijk weer tegen de kapel van de zusters van Maria,
op het hoogste punt van de berg. Voor de toeristen is er vanuit de cité een ascenseur
naar dat hoogste punt, gebouwd door een Landenaar en vriend. Maar ik mocht daar
met mijn fiets niet in, dus duwen maar.
En wat van het landschap en de cultuur? Prachtig wellicht,
maar vandaag dus voor mij geen prioriteit. Ik kom misschien nog eens terug met
de auto om daar van te genieten
Ik heb mezelf al wijsgemaakt: als je dit kan moet wat rest
ook nog wel kunnen
Enfin we zien wel. Morgen een (relatief) korte tocht naar
Cahors. Kunnen mijn lichaam en vooral mijn benen wat rusten. Ze hebben het
nodig.
Vannacht weer weinig geslapen. Mijn gïte lag op ca 100 m van
de Klokkentoren van de abdij. Die klok sloeg echt waar- om het kwartier een
zware doing met een nagalm van minstens één minuut en elk uur van de nacht
het aantal overeenstemmende doings. Wat kan zon klok toch luid klinken in de
nacht Ik ben -denk ik- een vrij verdraagzaam man, maar als ik inwoner van Bénévent zou zijn, zou ik een mars organiseren naar de paters van de abdij met het dwingende verzoek om die klok s'nachts te doen zwijgen...
Deze morgen ontbeten met drie stappers, twee vrouwen en
een man, uit diverse Franse windstreken. Op weg naar Compostella, maar elk als einzelganger
op zijn/haar tempo. Eén van de dames zei me dat ze al verschillende jaren na
mekaar haar verlof gebruikte om gedurende 3 weken een traject af te leggen. Ze
had dit nodig zei ze.
Bij het verlaten van Bénévent kom je onmiddellijk in een
bosrijk en vooral heuvelachtig gebied terecht. De valleien worden steeds dieper
(tot soms een heuse kloof), de hellingen langer en dus ook de klimpartijen
Op km 45 in St.Léonard-de-Noblat, een schilderachtig
middeleeuws stadje met leuke pleintjes en terrasjes een koffie gedronken. Ik
had mijn gids goed gelezen: hier inkopen doen want de volgende 30 km geen
winkel meer. En effectief, geen winkel maar ook zelden zelfs een huis. 30 km langs
smalle bosrijke veldwegen, slechts één rijvak breed.
Op een 30 km van Uzerche zei mijn boekje: lange klim 7%.
Ik verwed er mijn klak op dat de auteur hier bewust geen lengte heeft vermeld,
om ontmoediging van de fietsende pelgrim te vermijden. Wat was die helling lang
Daar kwam geen einde aan.
De vermoeidheid begon echt te wegen. Blij dat ik een bord
Uzerche zag.
Ik slaap vannacht in een houten chalet van de camping La
Minoterie. Wat afgeleefd, maar ik heb een bed. Gezien geen restauratie op de
camping ben ik in de stad wat gaan eten. In het restaurant zat een Vlaams
koppel uit Oostende. Hij was ook recreatief fietser en dus erg geïnteresseerd
in mijn avontuur. Ik heb hem het adres van mijn BLOG gegeven. Ik denk dat hij
zijn vrouw gaat overtuigen Het waren de eerste Vlamingen op mijn weg.
Mijn schietgebedje gisterenavond heeft geholpen. Ik had
gevraagd dat de onweders met bliksems en donders zouden verdwenen zijn tegen de
ochtend. En ze waren weg. Alleen had ik niks over regen gevraagd. En ja, het
regende dus pijpenstelen toen ik omstreeks 8u in de morgen moest vertrekken
Maar een enthousiaste pelgrim laat zich daardoor niet
afschrikken. Regenjasje en fietshelm aan (verse regen op stoffige asfalt kan
soms erg glibberig zijn)en weg was ik. Na
5 km stonden mijn schoenen vol water: bij elke pedaalslag klonken mijn voeten
in mijn schoenen als sop sop sop
Op km 7 moest ik volgens mijn boekje even halt houden bij de
middeleeuwse kasteelhoeve in Sarzay. Bij de laatste bocht in een helling zag ik
de indrukwekkende toegangspoort maar ook een grote zwarte hond die daar voor zat. Die kreeg mij ook in het
vizier en snelde al blaffend naar me toe. Een moment dacht ik nog om mijn daser
boven te halen (een toestel dat op basis van ultrasoongeluiden bijtgrage honden
op afstand houdt) maar dan moest ik van de fiets en dat vond ik op dat moment
geen goed idee Ik heb me dan maar recht gezet en riep : weg
joeng, weg joeng. Maar dat beest verstond natuurlijk geen Nederlands en bleef
me ca 100 meter blaffend volgen. Tot hij het blijkbaar welletjes vond en terug
naar zijn strategische zitplaats voor die grote poort ging zitten. Wellicht om
een volgende pelgrim de stuipen op het lijf te jagen Ik versta nu ook beter
het begrip hondenweer: als het regent, zet je de hond buiten
Intussen bleef de regen met bakken uit de hemel vallen.
De volgende kilometers reed ik regelmatig wat rugzakkers
voorbij. De wandelende rugzakken waren inmiddels veranderd in puntkabouters, een
grote cape over het hoofd en over de rest van het lichaam (inclusief de rugzak),
helemaal tot onder de knieën. De
wederzijdse bonne route klonk op dat moment enigszins cynisch maar het was
wel gemeend.
Ik heb vandaag weer naar hartenlust kunnen schakelen (=
ander woord voor klimmen!). Het waren er weer veel vandaag, heuvels bedoel ik.
Volgens het hoogteprofiel ca 24. maar het leken er wel 44. En steil jongens Mijn gemiddelde
km/u dagsnelheid is gezakt tot een minimum: 15,2 km/u. Dat zegt ook iets over
de moeilijkheidsgraad van de dag.
Wat heb ik deze namiddag weer door een prachtige streek
gefietst. Te vergelijken met onze Ardennen. Een slingerende weg tussen rotsen,
bossen en diepe valleien. Af en toe een prachtig meer.
In LaSouterraine (km
75) op een terrasje bij een café au lait telefonisch mijn slaapplaatsen voor
de komende drie dagen gereserveerd en opnieuw op weg, voor nog een laatste 20 km schakelen.
De laatste 4 km voor Bénévent-LAbbeye erg steil bergop. En
toen viel plots mijne frank (euh Euro). Bénévent-LAbbeye. Dat is een ABDIJ. En waar bouwden ze in de Middeleeuwen abdijen?
Ja, juist, boven op de heuvel!Ik dus 15 kg fiets en 15 kg bagage de laatste 200 m naar omhoog duwen. Ik weet mijn slaapplaatsen
wel te kiezen
Ik slaap vannacht in Gïte/B&B La Chouette. De
gastvrouw is een Américaine, vraimant 'chouette' Ze spreekt frans met een echt
sappig Amerikaans accent. Op zon moment vind ik het spijtig dat ik ondanks 2
kg IT-spullen in de fietstas (inclusief oplaad- en datakabels) er niet slaag om
een geluidsbandje in dit bericht te integreren. Ik ben nooit een IT-techneut
geweest (zegt de ingenieur!).
Voor het avondeten nog even langs de plaatselijke bar
geweest op het marktpleintje. Ze schenken er Grimbergen van het vat. Geweldig
hoe zon biertje ( om eerlijk te zijn 2) kan smaken na zon dag schakelen.
Dag 8 - 08/Sept - Nevers-La Chatre - 134 km - 16,8 km/u
Deze morgen aan het ontbijt mijn Japanner niet meer gezien.
Jammer. Anders hadden we ons boeiend gesprek van gisteravond verder kunnen
zetten Ik heb deze nacht nog liggen denken: dit moet wel een heel gelovig (of
heel dankbaar) man zijn om voor de vierde keer vanuit het verre Japan naar
Frankrijk te komen en vanuit Saint-Jean-Pied De Port de 800 km lange Caminote stappen. Respect!
Vannacht heel slecht geslapen. De beelden van de fietsdag
bleven in mijn hoofd spoken. Nochtans fit opgestaan. Ook de benen voelen goed.
De eerste 70 km van de rit waren snel. Eerst langs het
jaagpad van de Loire, later in een brede vallei met hoofdzakelijk gesloten
landschappen van met hagen en bomen omringde weilanden.
Ter hoogte van km 70 in het stadje St-Amand-Montrond liep
het mis.Na een verkenning van het
stadje vond ik de uitvalsweg niet. Ook mijn GPS had blijkbaar last van de
warmte en bleef me maar rond het marktplein laten draaien. Na drie kwartier zoeken bleek dat ik een heel
smalle gravel-veldweg op moest. Vanaf dan ging de route over niet genummerde
veldwegen. Geen nummering, dus ook geen borden langs de weg. Het was dus goed
uitkijken om niet verkeerd te rijden.
Met die veldwegen doken plots ook weer de stappende
rugzakken op. Tja, langs achter gezien zie je vooral een rugzak met daaronder
een stel benen Begrijp me niet verkeerd: ik heb heel veel respect voor die
mannen en vrouwen die van God weet waar naar Compostella stappen.
Die veldwegen gingen bovendien behoorlijk op en af. Korte
nijdige kuitenbijters zoals bij ons in de fruitstreek. Dat bleef zo maar
doorgaan. De vermoeidheid begon zich te manifesteren.
Tot ik bij het binnenrijden van Chateaumeillant (km 110)
plots in een heuse wielerwedstrijd verzeilde. Ik mocht in de richting van de
wedstrijd meerijden, als ik me maar rechts van de weg hield.Moest ik toch niet de hoofdstraat door zeker,
waar de aankomstmeet was getrokken Op het voetpad links en rechts veel
volk.Algemene hilariteit dus als ik die
hoofdstraat enkele minuten na de coureurs op mijn kleinste verzet oprijd,
maar ook oprecht handgeklap van veel mensen zo voelde het toch aan die mijn
blauwe schelpstickers op mijn fietsbagage hadden herkend. Dit deed mij goed.
Mijn vermoeidheid was even weg.
Nog 20 km moeilijke veldwegen te gaan.
Ik slaap vannacht in Hotel/Restaurant Au Jardin dété.
Klinkt gezellig, is ook heel gezellig. En er wordt Aflligemse van het vat
geschonken. Een hoogzwangere gastvrouw is de vriendelijkheid zelve.
Terwijl ik dit schrijf is de hemel boven mij gitzwart
geworden. Her en der bliksemflitsen. Ik ga seffes toch een schietgebedje doen
met de vraag of dit morgenvroeg voorbij getrokken zou zijn.