Als overtuigd vegetariër en melkverlater (en als vrijwilliger bij de organisatie in kwestie) ben ik het doorgaans volmondig eens met de standpunten van EVA, het Ethisch Vegetarisch Alternatief. Doorgaans. Want in de onlangs in de krant en op de radio gevoerde discussie over melk, ergerde ik me bijna een indigestie aan één van de door ons gebruikte argumenten. Dat wringt natuurlijk - vandaar deze blog.
Wat me in het bijzonder stoorde, waren de conclusies die werden gekoppeld aan het voorkomen van lactoseintolerantie. Een korte toer op het web leert dat het argument niet door EVA werd bedacht het argument doet het blijkbaar erg goed doet onder veganisten maar in ons persbericht werd het als volgt verwoord:
Zon 75 % van de wereldbevolking verdraagt geen melk: een voldoende reden om ons ten minste even af te vragen of melk wel degelijk zon fantastisch voedingsmiddel is voor mensen.
Om te beginnen: ik begrijp de causaliteit in deze zin niet. Waarom zou het voorkomen van lactose-intolerantie bij drie kwart van de mensheid iets zeggen over de waarde van melk als voedingsmiddel voor dat andere kwart (en over dat andere kwart gaat het natuurlijk bij de promotie van zuivel)? Dat sommigen geen melk kunnen verteren, hoeft toch helemaal niet te betekenen dat melk ook voor anderen geen mooie bron van allerlei voedingsstoffen kan zijn?
Zelfs daarvan afgezien is de redenering biologisch gezien gewoon onjuist. Meer zelfs: als je dan toch zo nodig een conclusie wil koppelen aan het voorkomen van lactoseintolerantie, dan zou die vanuit biologisch perspectief net moeten zijn dat melk wel degelijk een fantastisch voedingsmiddel vormt precies het tegenovergestelde van wat EVA suggereert! Om dat in te zien, herhaal ik even wat lactoseintolerantie precies is.
Elk organisme heeft een bepaald enzym (lactase) nodig om melksuiker (lactose), dat in hoge concentraties in de moedermelk van zoogdieren voorkomt, af te kunnen breken. Bij zijn geboorte produceert iedere mens in voldoende hoeveelheden lactase. Dat moet ook wel: een baby kan zonder lactase geen melksuiker en dus ook geen moedermelk verteren, en dat stelt voor zo'n borstzuigende ukkepuk natuurlijk geen klein probleem. Bij sommige mensen stopt de productie van lactase na verloop van tijd zij worden lactoseintolerant - terwijl het lichaam van anderen wél lactase blijft aanmaken zij blijven lactosetolerant.
Vanwaar komt nu dat verschil tussen die twee groepen? Vóór de mens aan landbouw en veeteelt begon te doen, werd iedereen na verloop van tijd lactoseintolerant. Dat valt biologisch gezien eenvoudig te begrijpen: moeders stoppen na een tijdje met het produceren van melk (op zijn beurt om duidelijke evolutionaire redenen), en waarom zou ons lichaam energie blijven verspillen aan de aanmaak van een enzym dat toch nergens meer toe dient? Op volwassen leeftijd toch nog lactosetolerant blijven, was in die tijd biologisch gezien nutteloos - en dus kwam het niet voor. De ontwikkeling van de veeteelt veranderde echter de zaak. De jagers-verzamelaars die 10.000 jaar geleden begonnen dieren te houden, merkten immers dat niet alleen het vlees van de dieren voedzaam was, maar dat ook de melk van moederdieren veel stoffen bevatte die ze goed konden gebruiken - 't is te zeggen, tenminste die leden van de stam wiens lichaam het witte goedje kon verteren, de nog lactosetolerante kinderen met andere woorden.
De kinderen die het langst lactosetolerant bleven, konden 't langst van die melk drinken. En nu komt het: blijkbaar was die melk zó voedzaam dat kinderen met een lange lactosetolerantie evolutionair in het voordeel waren: ze hadden hogere overlevingskansen en brachten gemiddeld meer nakomelingen voort. Die nakomelingen erfden van hun ouders uiteraard de genetische aanleg om relatief lang lactosetolerant te blijven, waardoor ze weer betere overlevingskansen hadden, meer nakomelingen kregen, die elk weer enzovoort. Natuurlijke selectie zorgde er dus voor dat opeenvolgende generaties steeds langer lactosetolerant bleven totdat ze 't uiteindelijk hun leven bleven. Europeanen die massaal vee hielden - werden daardoor op termijn levenslang lactosetolerant, terwijl de oorspronkelijke bewoners van Amerika, waar geen grote zoogdieren voorkwamen en waar dus geen gratis dierenmelk voorhanden was om de natuurlijke selectie naar lactosetolerantie in gang te zetten, lactoseintolerant bleven. (Ik las deze week toevallig nog een anekdote over een Europese ontdekkingsreiziger die bij zijn eerste bezoek aan Amerika een inheems opperhoofd nietsvermoedend een kop warme melk aanbood als blijk van goodwill, waarna die lactoseintolerante Amerikaan uiteraard ziek werd, concludeerde dat men hem probeerde te vergiftigen, en er uiteindelijk een jarenlange oorlog van kwam. Had die man maar deze blog gelezen...)
Als we dus toch iets willen concluderen uit het voorkomen van lactoseintolerantie, dan zou het net moeten zijn dat melk - ook op latere leeftijd - bijzonder voedzaam is. Aan het vermogen om melk ook op latere leeftijd te kunnen verteren, moet klaarblijkelijk een duidelijk evolutionair voordeel hebben gekleefd, want het werd door natuurlijke selectie opgepikt en verspreid - de mensen die het vermogen bezaten, produceerden blijkbaar meer nakomelingen. Bij veehoudende stammen tenminste - bij stammen die geen melk tot hun beschikking hadden, was die eigenschap uiteraard nutteloos en werd ze dus niet geselecteerd.
Heel vreemd dus dat volgens EVA het voorkomen van lactoseintolerantie ons zou moeten doen twijfelen over de voedingswaarde van melk. Hoe kan dat niemand dat daar opmerkt bij EVA werken toch geen domkoppen? Ik weet het niet zeker, maar ik vrees dat het te maken heeft met de manier waarop (jammer genoeg) heel veel vegetariërs zich voorstellingen maken van de natuur. Tobias van EVA verwoordt het als volgt in z'n radio-optreden (dat verder overigens zeer verdienstelijk was, ik zou het zelf niet kunnen):
De mens is het enige zoogdier dat systematisch de moedermelk van een andere diersoort als voeding gebruikt. Dat geeft toch een indicatie dat zuivel geen onderdeel van onze voeding moet zijn? Het zou toch wel heel gek zijn van Moeder Natuur om een systeem georganiseerd te hebben waarin wij afhankelijk zouden zijn voor onze gezondheid van de moedermelk van een andere diersoort.
Of in dezelfde categorie, op de site van dierenrechtenclub Bite Back:
Het overgrote deel van de wereld wordt ziek van het drinken van melk. Behalve bij de Europeanen en Noord-Amerikanen: zij zijn zo geëvolueerd dat ze melk kunnen blijven drinken. Maar was dat wel de bedoeling van Moeder Natuur? Koemelk is bedoeld voor het kalf, net zoals moedermelk is bedoeld voor de baby.
Twee keer Moeder Natuur op het toneel, en twee keer gaan mijn tenen krullen. Want twee keer refereren de vegetarische auteurs aan een doelmatige natuur, met bedoelingen die zeker niet al te gek mogen zijn! Als er nu iets is wat ik als de centrale les van de evolutietheorie beschouw, dan is het wel de volstrekte ondoelmatigheid van de natuur (of eigenlijk: van het leven). De natuur hééft geen inherente bedoelingen, de natuur kent alleen feitelijkheden. Een melkklier kan het niets schelen of de melk die ze produceert wordt gedronken door een mensenkind dan wel door een kalf, een melkklier produceert gewoon melk (omdat ze daartoe geprogrammeerd werd door haar genen, die zelf dan weer door de evolutie geselecteerd werden omdat ze feitelijk in het voordeel van de drager bleken te werken niet omdat het de natuur haar bedoeling was dat kalfjes uiteindelijk melk zouden drinken). En andersom kan het ons lichaam werkelijk niets schelen of een voedzame vloeistof afkomstig is uit de melkklieren van een mens dan wel uit die van een andere soort: het enige wat voor ons lichaam écht telt, is of het haar de energie levert waarmee het via allerlei omwegen, natuurlijk uiteindelijk haar kans op nakomelingen vergroot.
Het laatste deel van Tobias' citaat doet tot slot nog meer wenkbrauwen fronsen. Waarom zou in hemelsnaam onze gezondheid niet wel kunnen varen bij (of zelfs afhankelijk zijn van) moedermelk van een andere diersoort? Met uitzondering van borelingen lijkt het me nogal de essentie van voedsel dat het doorgaans gaat om zaken die door andere levensvormen werden geproduceerd. De bladeren, weefsels, zaden of vruchten van planten lijken me in heel veel gevallen prima voedingsbronnen, ook al werden ze door een andere levenssoort geproduceerd (en hadden ze voor die plant een heel andere biologische functie (zich voortplanten, of aan fotosynthese doen, bijvoorbeeld) dan hun uiteindelijke bestemming, namelijk om door mij te worden geplukt en gegeten).
Betekent dit allemaal dat ik morgen weer lustig melk begin te drinken? Geenszins. Er zijn tal van goede argumenten te bedenken tégen melk, zoals dierenwelzijn (slechte leefomstandigheden, kalfjes die moeten worden geslacht om de melkproductie op peil te houden) en ecologie (mest, broeikasgasuitstoot). En zelfs voedingskundig zou het kunnen dat er iets te zeggen valt voor geen melk, en zeker voor minder melk al ben ik te weinig specialist om dat echt ten gronde te kunnen beoordelen. Alleen: als je wil weerleggen dat melk een goeie voedingsbron is, gebruik dan wetenschappelijke argumenten: ontleed de scheikundige samenstelling van melk bijvoorbeeld (hoeveel calcium en eiwitten zitten er in, hoe gemakkelijk zijn die door ons lichaam op te nemen?), of door na te gaan of veganisten gemiddeld gezonder of minder gezond zijn dan ovo-lacto-vegetariërs of omnivoren. Maar laat die nietszeggende of zelfs ronduit foutieve onzin over lactose-intolerantie en gekke bedoelingen van Moeder Natuureen volgende keer alsjeblieft achterwege.
Een discours is immers maar even goed als haar slechtste argument.