Deze week hebben we Sophie Scholl gezien, een ontroerende biografie van een jonge Duitse die haar leven offert in het verzet tegen de nazis. Het is moeilijk je ogen droog te houden wanneer Sophies vader haar vlak voor haar executie duidelijk maakt hoe trots hij wel is op zijn moedige dochter. Respect voor die heldin, dat is het gevoel dat achteraf overheerst: laten we allemaal een voorbeeld nemen aan haar dapperheid, een standbeeld voor dat kind!
Nu is Hitler-Duitsland natuurlijk geen slechte achtergrond voor een verhaal over moed en zelfopoffering. Geen ander tijdsvak waarin het kwade zó donker was als toen: elk rechtgeaard mens voelt vandaag terstond weerzin bij haar praktijken van marteling, willekeur en rassenhaat. Dat zwart-witte is vooral handig omdat je op die manier nooit moet twijfelen of je je geweten dan wel de wet moet volgen: je geweten boven de wet mag plaatsen is een stuk evidenter als die laatste het product is van een onmenselijke dictatuur.
Vandaag is de werkelijkheid natuurlijk een stuk minder zwart-wit. We kunnen het nog wel oneens zijn met bepaalde wetten, maar die zijn wel democratisch tot stand gekomen in een rechtstaat. Dat maakt de afweging tussen geweten en wettelijkheid natuurlijk een stuk gecompliceerder. En daarom zal een hedendaagse Sophie Scholl ook op heel wat minder instemming kunnen rekenen.
Laat ik een voorbeeldje nemen uit de Oude Doos. Vorige week liep ik op een feestje nog een oude bekende tegen het lijf. We kenden elkaar van een gedeeld engagement in de rand van een aantal politieke bewegingen eind jaren 90, zoals bijvoorbeeld de periferie rond het Collectief tegen de Uitwijzingen, de organisatie die indertijd middels burgerlijke ongehoorzaamheid en directe actie de gedwongen uitwijzing van afgewezen asielzoekers probeerde te verhinderen.
Ik leerde het Collectief kennen op een warme zomeravond in 98, toen iemand me op een feestje vroeg om s anderendaags naar Zaventem te komen om de uitwijzing van een Nigeriaanse vrouw te helpen tegenhouden. t Was dringend: de vrouw in kwestie was gevlucht omdat zij in Nigeria tegen haar zin ging worden uitgehuwelijkt worden aan een oudere, al met drie andere vrouwen getrouwde man. Dat leek mij alvast een goede reden om naar hier te komen, maar de Belgische Staat oordeelde daar jammer genoeg anders over. De vrouw was bovendien nogal van het strijdbare type: vier eerdere uitwijzingspogingen waren allemaal mislukt omdat ze erin geslaagd was de andere vliegtuigpassagiers aan haar kant te krijgen. Zon historie maakte de wetsdienaars die met haar uitwijzing waren belast natuurlijk alleen maar meer gedecideerd om de volgende keer wél succes te boeken Alle hulp was dus welkom om er voor te zorgen dat die jonge vrouw de gewapende arm der wet niet helemaal op haar ukkie zou moeten trotseren.
Ik dronk die avond teveel en ging niet. De uitwijzing mislukte gelukkig opnieuw.
Een maand na dat bewuste feestje probeerde de Belgische Staat de vrouw opnieuw het land uit te zetten. De dame protesteerde wat te luid en dus werd haar geschreeuw gesmoord in een kussentje.
Enkele uren later was Semira dood en wij onze onschuld kwijt.
Na de moord op Semira werd het even rumoerig. De dagelijkse betogingen brachten zelfs oproer tot in het anders bijna apolitieke Leuven. Een week later was er een betoging tegen een nieuwe gevangenis voor asielzoekers, ergens in de buurt van Luik. De emoties liepen natuurlijk hoog op, wat had je in die omstandigheden verwacht, het liep allemaal uit de hand, ik gooide voor de eerste en de laatste keer in mn leven een steen naar een politieagent, mis gelukkig.
De overheid en haar regering geraakte wat in paniek: raken aan de logica van de gedwongen uitwijzingen staat gelijk aan raken aan de kern van ons welvaartsysteem. Onze welvaart is immers voor een groot deel gebaseerd op ons vermogen om haar af te schermen van de miljarden minderbedeelden die op andere continenten zitten te dromen van hun deel van onze koek. We kunnen toch niet al de ellende van de hele wereld hier oplossen, hoorde je dan zeggen door mannen in een veel te duur pak met veel te dure autos. En dus moesten de poorten van Fort Europa op slot, en wie er toch nog doorheen geraakte moest onmiddellijk weer buiten. Nu krijg je iemand die écht niet weg wil uiteindelijk alleen maar weg wanneer je bereid bent dwang en geweld te gebruiken. Voor de verdediging van onze welvaartstaat leek een beetje geweld dus wel onvermijdelijk. Alleen leek de publieke opinie dat geweld niet meer te pikken. De oplossing bestond dan ook uit twee dingen: ten eerste zou de dwang waarmee mensen werden uitgewezen voortaan een humanitaire dwang zijn (hoe men iemand humanitair kon verplichten iets te doen wat hij echt niet wou wist niemand, maar men hoopte dat het afschaffen van het kussentje en alle andere te opzichtige excessen de publieke opinie wel zou sussen, wat ook gebeurde). En ten tweede moesten de ergste pottenkijkers aangepakt worden: wie nog teveel kabaal maakte rond die gedwongen uitwijzingen, zou het geweten hebben.
En of ze het bij het Collectief geweten hebben. Ik heb het gelukkig nooit van dichtbij mee moeten maken, maar die oude bekende dus wel, en hij beschreef het me vorige week met enige gêne. Mensen die s nachts uit hun bed werden gelicht, elke nacht opnieuw, maanden aan een stuk. Willekeurige huiszoekingen en ellenlange ondervragingen die het huis en het leven van de activisten helemaal overhoop gooide, ze verloren hun werk, ze werden vreselijk geïntimideerd: wie nog bleef meedoen was de volgende. Het moet voor hen een enorme desillusie geweest zijn, dat dat bij ons allemaal zo maar kon - volgens mijn oude bekende hield minstens één van hun, de meest idealistische natuurlijk, aan zijn aanvaring met de Belgische rechtstaat een jarenlange zware depressie over, en een hardnekkige paranoia - psychische littekens die nooit meer zullen helen.
De meesten hielden er toen mee op, of wat had je gedacht?Tegen een staatsmacht die de wet aan haar kant heeft maak je geen enkele kans, Sophie Scholl niet en de mensen van het Collectief niet. I fought the law, and the law won. Luisteren naar je geweten, ook al zegt de wet iets anders, het is een mooie boodschap voor een film, maar dat ook consequent in de praktijk brengen durven weinigen, en je zou voor minder ze zijn er bij het Collectief alvast zelf niet echt gelukkiger door geworden, vermoed ik. Respect verdien je er doorgaans niet mee, laat staan een standbeeld.