Plattelandsgedachten over de grote wereld
Inhoud blog
  • Omdat wij verward zijn in verwarrende tijden.
  • Bioakoestiek of horen wat dieren vertellen.
  • Kijken en mijmeren in 2025
  • VERZET
  • Groen moet tegenmacht vorm geven
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    non sibi, sed aliis
    31-10-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is het een goede zaak dat gemeenten meer bevoegdheden krijgen?

    De gemeenten krijgen meer bevoegdheden. Deze regeringen waarin de liberalen van VLD, MR, en NVA het voor het zeggen hebben, gesteund door de vele burgemeesters en schepenen die in de verschillende parlementen zitting hebben, kiezen er steeds meer voor de gemeenten het heft in handen te geven. Of dit een goede zaak is durven wij te betwijfelen omdat de willekeur weer eens kan gestuurd worden door allerlei belangen die niet meer gefilterd zullen worden.

    Enkele voorbeelden van bevoegdheden die naar de gemeenten zijn toegeschoven.

    1. De IKEA wet. Waar voorheen een college van ambtenaren en regioverantwoordelijken over een dossier van een grote vestiging beslisten en de gemeenten adviseerden is het nu zo dat de gemeenten beslissen over grote winkelvestigingen en dat comité een vrijblijvend advies gevraagd wordt. Het is overduidelijk dat vele gemeentebesturen gevoelig zullen zijn voor grote winkelcomplexen omdat die aantrekkelijk worden geacht voor de diversiteit van het aanbod en tegemoet komen aan de koopwoede  van vele Vlamingen. De redenering dat als men in gemeente A geen vergunning geeft gemeente B wel zal happen is niet uit de lucht gegrepen.

    2. Gemeenten beslissen voortaan zelf wat er met het bedrag voor cultuur gebeurt. Het gaat om 84 miljoen € dat verdeeld wordt via het gemeentefonds. Het is niet moeilijk te voorspellen dat een groot aantal gemeenten een groot deel van het geld zal besteden aan brood en spelen, aan feestelijkheden en recepties of aan gebouwen die gerenoveerd of vernieuwd moeten worden. De bibliotheekverplichting, dat er in iedere gemeente een bibliotheek moet zijn vervalt, wat direct als gevolg heeft dat een aantal fusiegemeenten hun bibliotheek zien verdwijnen.

    3. De ontvoogding op gebied van ruimtelijke ordening geeft gemeenten de bevoegdheid te beslissen over stedenbouwkundige vergunningen en verkavelingsvergunningen zonder dat er nog andere instanties daar hun zeg over doen. Niet dat het huidige systeem van advies en controle door een gewestelijke ambtenaar waterdicht was, maar dit besluit zet de deur wagenwijd open voor vriendjespolitiek en een nog slechtere ruimtelijke ordening zonder enige objectieve derde. Natuurlijk is nog beroep mogelijk maar aangezien de provinciale gewestelijke ambtenaar nu ook al te dicht bij de gemeenten is geplaatst is hiervan niet veel tegenspel te verwachten.

    Besluit:

    Het is niet bewezen dat meer bevoegdheden naar de gemeenten een betere samenleving opleveren. Een derde partij op voldoende afstand van de gemeentelijke overheden is een belangrijke voorwaarde voor een beleid dat enkel kwalitatief is. Het beleid toeschuiven aan de gemeenten is een zeer riskante onderneming omdat de gemeentebesturen onder sterke druk staan van aanvragers. Voor grote gemeenten geldt dit minder dan voor de kleine die geen voldoende mankracht hebben om de dossiers administratief te doorgronden en waar het politiek personeel zich dikwijls laar leiden door de vox populi,  en onder grote druk kan staan.

    31-10-2015, 20:46 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    26-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van Overtveldt: van marktideoloog tot marktpoliticus.
    Onafhankelijke pers

    In de loop der jaren ben ik me steeds meer gaan ergeren aan journalisten die zonder verpinken politicus werden. Belet liep van de nieuwsdienst van de toenmalige BRT naar de de CVP, nu Cd&V, Sterckx stapte naar de VLD. Samen eindigden zij in het Europees Parlement. Sigfried Bracke vond vanuit de Nieuwsdienst van de VRT een onderkomen in de NVA. Een nieuw geval, zij het uit de schrijvende pers, is de overstap van Van Overtveldt, jarenlang hoofdredacteur van Trends, die met de NVA de politiek in wil. Mijn probleem is dat de heren in hun persverleden objectief leken te zijn en hun die status van objectieve waarnemer meenemen in verkiezingen. De nietsvermoedende burger in het ootje nemend. Want ze waren in hun objectiviteit natuurlijk ook al in de ban van de partij waarnaar zij lonkten, of waarmee zij goede vrienden waren.  Ik pleit dan ook al jaren voor een ontluizingspolitiek voor journalisten. Zij zouden minstens een hele tijd aan de zijkant moeten gaan staan vooraleer in de politiek te gaan.  Dat dit niet kan opgelegd worden is duidelijk maar het zou van een goede deontologie getuigen dat diegenen die de stap willen doen minstens een tijdlang niet meer op de eerste rij in de journalistiek zouden opereren. 

    De ideologie van Van Overtveldt

    Van Overtveldt verwijt in een column in DS de critici van de NVA "voortdurend sloganeske begrippen te herhalen, zonder veel verdere inhoud". Hij pleit voor de inhoud,"meer bepaald het economisch programma". En dan steekt hij van wal.
    " Dat je een maatschappij herkent aan de manier waarop ze met haar minstbedeelden omgaat, is een stelling die onderhuids aanwezig is in het hele programma van de NVA"  Het eerste deel van de zin is herkenbaar als cliché want zegt weinig of niets. Maar dat je onderhuids moet gaan in het programma van de NVA wijst er op dat Van Overtveldt hier niet veel woorden wenst aan vuil te maken. Het gaat bij hem om " een stevige economische onderbouw binnen een confederale structuur". Of het zo is dat als de markt goed draait alle problemen zijn opgelost waag ik te betwijfelen want dan blijft het herverdelingsvraagstuk en de vraag naar de prioriteiten in het beleid. En er is de grote onduidelijkheid wat die confederale structuur betekent. Brussel schrappen als derde gewest zal voor de Franstaligen niet kunnen en dus is het voorstel zonder onderwerp. Tenzij men in de NVA toch nog droomt van de afscheuring van Vlaanderen, dus separatisme. Het uitroepen van de staat Vlaanderen zal wel niet van een leien dakje lopen als de bevolking inziet wat dat betekent.

    Confederaal " is nodig omdat de verankering van een duurzaam sociaal-economisch niet kan binnen de Belgische structuur" en de regering tekortschoot bij het verhogen van het concurrentievermogen en de publieke financiën. Het eerste deel van deze bewering is een stelling die minstens betwistbaar is. Zeker als de PS als de grote boeman wordt voorgesteld. Het is de gekende formule van de volksvreemde boosdoener die "conservatief en archaïsch" is. Het is wel zeker zo, dat de PS andere waarden en normen verdedigt dan Van Overtveldt en de NVA zodat die PS in de weg zit om een sociaal-economisch beleid te voeren enkel en alleen gebaseerd op de marktideologie.Ook verdedigt de PS de verworvenheden van het verleden zonder de modernisering van de maatschappij te ontmoedigen. Dat dit niet ver genoeg gaat is een kritiek die in de hele oppositie is te horen maar de stelling dat de PS de schuld van alles is moeten we toeschrijven aan een overijverige politicus in spe die een column in DS opvat als een redactioneel commentaar in een rechts weekblad.  
    Wat het concurrentievermogen en de publieke financiën betreffen is volgens vele economen het onverstandig om in een sneltreinvaart besparingen door te voeren die de economische heropleving zouden kunnen fnuiken. Het concurrentievermogen opkrikken ten koste van de welvaartstaat, door de overheid op zwart zaad te zetten is geen goed idee. Verstandig besparen in het staatshuishouden is dat wel. Over het concurrentievermogen bestaan vele cijfers. Deze cijfers zijn gebaseerd op verschillende arbeidsmarkten in verschillende landen met verschillende systemen die vergeleken worden. Eén ding is zeker dat de minijobs en het gebrek aan minimumlonern die in ons omringende landen mensen tot wanhoop drijven geen deel kunnen uitmaken van een sociale welvaartstaat.

    Van Overtveldt wil ondernemerschap belonen, sparen stimuleren, werkende mensen meer laten overhouden, niet-gesubsidieerde jobscreatie als norm, het profitariaat halt toeroepen en de publieke financiën in orde krijgen. Slogans die een hele wereld verbergen. Ondernemerschap belonen en gesubsidieerde jobcreatie afbouwen betekent dat nog meer dan nu ondernemers het belangrijkst zijn in de samenleving, belangrijker dan leraars of zorgverstrekkers. Dat ondernemers nog meer staatssteun moeten ontvangen dan nu, dat zij nog meer vrijheid moeten krijgen om te ondernemen. Die ondernemerslogica leidt in Vlaanderen, onder de marktdemagogie, reeds tot beslissingen die nefast zijn voor natuur en milieu, voor werknemers in de bouw en transport, . 
    Met zoveel woorden zegt Van Overtveklt dat de gesubsidieerde sector moet aangepakt worden om te besparen, wat betekent nog minder geld voor onderwijs en zorg, en zeker niet voor diegenen die uit de boot vallen of dreigen te vallen. Het profitariaat moet een halt worden toegeroepen, wie dat ook zijn, onder welke omstandigheden. Zijn dat de gepensioneerden, de zieken, de werklozen? Deze laatste zeker wel door de verkorting van de werkloosheidstermijnen. Zo'n beleid zou "de perspectieven van de minstbedeelden "versterken. Geen zinnig mens die dat gelooft. Het vergroot enkel de kloof.

    "We willen niet meedoen aan de totale verstaatsing van de economie." Het zou interessant zijn te weten wat Van Overtveldt hiermee bedoelt. De verstaatsing van de economie is niet in gang, integendeel, de liberalisering van publieke diensten is in volle gang. De staat bemoeit zich steeds minder met de ontwikkelingen en de ideologie van de markt woekert in volle hevigheid. Nooit werd er meer geld in de banken en ondernemingen gepompt dan nu. De belastingen van grote bedrijven zijn gedaald naar beschamende percentages. De middenstand regeert het land met een beschamend milieubeleid en grote wachtlijsten. Wat Vlaanderen met NVA doet doet het niet beter. .

    De les

    Het is geen overhaaste conclusie om te stellen dat het offensief dat al jaren in een bepaalde pers aan de gang is om het marktprincipe door te drijven ook in de politiek tot volle wasdom komt. In tijden van crisis, zo leerde Friedman ons, dient men zijn slag te slaan. Crisissen zijn de uitgelezen plekken om datgene wat in een vorige tijd onmogelijk geacht werd, te realiseren. Wie daarvoor in de weg gaat staan krijgt de zwarte piet. De jonge mensen die de stress van de huidige tijd ervaren lijden onder de verwoestende werking van de markt die steeds sneller, steeds meer, steeds nieuwer propageert. De ideologen van deze ontwikkeling zijn in volle opmars, hebben zich op het einde van de vorige eeuw georganiseerd om hun doelstellingen te realiseren. En ze gebruiken daarvoor de politieke kanalen waar zij op kunnen surfen om hun elitedenken doorgang te doen vinden.  


    26-12-2013, 18:06 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    29-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ring Eeklo: open brief aan Michel de Sutter
    OPEN BRIEF AAN MICHEL DE SUTTER

    Geachte heer De Sutter, beste Michel, Ik heb aandachtig uw brief aan mij gelezen in het nieuwe blad van uw dochters, een blad waarmee ik u en uw familie het beste toewens.

    Laat mij toe één en ander toe te lichten. Ik ben de woordvoerder van het comité Eeklotegendering, dat voor het grootste deel bestaat uit Eeklonaars die gedupeerd worden door de aanleg van de zuidelijke Ring en mensen uit de natuurbeweging die een bijzondere band hebben met Het Leen en het landschap rondom. De pers lijkt te geloven dat ik als woordvoerder van het comité de enige tegenstander ben. Ik was persoonlijk ook zijdelings betrokken bij de acties in de jaren ‘70 die vermeden dat Het Leen een pretpark werd. Dat hebben we te danken aan Marc Boone, voorvechter van Het Leen als natuurgebied.

    Ons is het in de eerste pla ats altijd te doen geweest over de diversiteit, de waterstand en de lawaaiverstoring van Het Leen, maar ook om de belangen van de mensen die in en bij deze belangrijke groene long leven en werken. Dat het centrum van Eeklo een probleem heeft, is ook voor de tegenstanders van de Ring duidelijk. Daarom stelden wij enkele jaren geleden twee alternatieven voor, in het bijzonder voor het zwaar verkeer.
    Bij het eerste alternatief kon en kan men nog steeds een aantal maatregelen nemen die direct effect zouden hebben. Denken we maar aan de problemen bij het laden en lossen die telkens weer tot files leiden in het centrum van Eeklo. Andere knelpunten liggen in de Koning Albertstraat en de Tieltsesteenweg, waar men het vrachtverkeer zonder veel problemen kan weren en naar de Ringlaan sturen. Het is niet omdat er in het verleden grote fouten zijn gemaakt bij het toestaan van laad- en loszones, dat dit probleem niet kan worden aangepakt.

    Het omleiden van vrachtverkeer via de daartoe uitgeruste wegen, met name de Expressweg, kan zowel in Eeklo als op de N9 soelaas bieden. GPS-toestellen leiden het vrachtverkeer momenteel langs de N9.

    Ons tweede alternatief was een garantie voor een leefbaar Eeklo, dat (gekoppeld aan het weren van het grootste deel van het vrachtverkeer uit het centrum) plaats zou vrijmaken voor een aangenaam, veilig en leefbaar centrum. Voorbeelden daarvan vindt u op www.stRatengeneraal.be en op www.eeklotegendering.be.

    Eeklo kan slechts aangenamer, veiliger en fietsvriendelijker worden als er drastisch wordt ingegrepen in het verkeer. Zoals u weet wijzen de tellingen uit dat ongeveer 70% van het verkeer door Eeklo bestemmingsverkeer is, dus verkeer dat Eeklo als bestemming heeft. Met of zonder Ring, dat verkeer zal blijven komen - sterker nog: dit zal toenemen, zoals de cijfers uit de laatste jaren laten zien. Drastisch ingrijpen is, zoals de provinciale auditeur als vereiste stelt, de verkeersstromen in Eeklo doorknippen indien de Ring wordt aangelegd. Een aantal mensen, en als ik mij niet vergis ook u, verzetten zich tegen deze ingreep. Men verzet zich zelfs tegen het op twee baanvakken brengen van al dat verkeer. Dat is ook begrijpelijk, als er zoveel verkeer in Eeklo zelf moet zijn. De Ring leggen en Eeklo openhouden voor doorgaand verkeer is een combinatie die een groot deel van de problemen van het centrum laat bestaan en een open ruimte, een woongebied en Het Leen opzadelt met nieuwe problemen. Om dan nog niet te spreken van het verspreiden van ladingen fijn stof over de campus van een school met jonge mensen, die extra gevoelig zijn voor fijn stof.

    U heeft het ook over “het maximaal aantal mogelijke en vereiste milderende maatregelen tegen eventuele schade aan het milieu”. Dankzij ons verzet zijn op het einde van de procedure milderende maatregelen opgenomen, evenwel zonder ze uit te werken. Ze zullen later in de projectfase geconcretiseerd worden. Maar voor de zuidkant, dus de kant van Het Leen, is niets voorzien. Zelfs niet voor bewoners die op enkele tientallen meter van de geplande Ring hun wooncomfort verliezen. En zo zijn er nog wel zaken die hun beslag nog moeten krijgen. Denk maar aan het aanleggen van de Ringweg op 0,8 meter boven het maaiveld, terwijl we nu al weten dat het maaiveld ongeveer 1,5 meter onder de Bogaertmoerstraat ligt.

    Dus zullen wij als comité waakzaam blijven. Het zou goed zijn dat er geen ontheffing komt voor het Milieu Effect Rapport van de Ring, zodat alle gevolgen in kaart worden gebracht voor de juiste plaats en aanleg van de Ringweg. Ook moet er nog onteigend worden en moet er een stedenbouwkundige vergunning komen die onderworpen is aan een openbaar onderzoek. Wij zullen ook ijveren voor een goede oplossing voor de leden van ons comité en anderen die ons om hulp vragen.

    Misschien Michel, moeten wij er samen voor ijveren dat Eeklo zo vlug mogelijk een aantal maatregelen neemt om het zwaar verkeer uit het centrum te bannen, om de doorstroming te bevorderen door laden en lossen aan uren te binden, en als de Ring er dan toch zou komen om het verkeer drastisch in Eeklo te verminderen. Laten we daar niet bij vergeten dat zowel de fiets als het openbaar vervoer een prominente plaats moeten innemen. Want ook over dat laatste valt heel wat te zeggen. Waarom wordt bijvoorbeeld het idee van een stadsbus of een frequentere treinverbinding niet uitgewerkt? Ook dat behoort tot een langetermijnvisie rond mobiliteit om het autoverkeer in de stad te ontmoedigen.

    Guido Steenkiste

    29-11-2013, 10:19 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Afval voorkomen ook in het Meetjesland
    Voorkomen van afval is het belangrijkste.

     Wij van de natuur- en milieubeweging schuiven voorkomen van afval naar voor als prioriteit. In de ladder van Lansink is voorkomen ook het eerste punt, daarna komen hergebruiken, recycleren, verbranden en storten. Storten vinden we uit den boze, en dat komt ook niet veel meer voor. De verbrandingscapaciteit in Vlaanderen is te hoog waardoor afvalstromen naar verbranding worden geleid die men beter kan recycleren. Zo wordt nog steeds 60% van het plastiek verpakkingsmateriaal verbrand. Maar ook recycleren staat ter discussie. De recyclagedoelstellingen van verpakkingsmateriaal moeten omhoog, hergebruik waarvoor bijna geen beleid voorhanden is moet ernstig worden uitgebouwd en alle Groen Punt plastiek kan wat ons betreft in de PMD zak.

    Voorkomen

    Is voor ons het belangrijkste element en het minst gemakkelijk te beheersen. In onze consumptiemaatschappij is afval een ingrediënt van het koopgedrag. Doordat de producent zijn product zo net en hygiënisch mogelijk, en met de nodige toeters en bellen wil verkopen, krijgt de consument een product waarvan afval een belangrijk onderdeel is.

    Hoe voorkomen, hergebruiken of recycleren
    ?

    Dat het beter kan in het Meetjesland blijkt uit de cijfers van het restafval. Maar twee gemeenten scoren onder de 150 kg doelstelling. Maar Rijkevorzsel dat drie jaar op rij de beste leerling van de klas was scoort ongeveer de helft per inwoner. Ongelooflijk maar waar. Daar kunnen we nog iets van leren. Rijkevorsel haalt dan ook veel op. Het is geweten dat de haalmethode veel beter werkt dan de breng methode en hoe meer men selectief ophaalt hoe minder restfractie er over blijft.
    Rijkevorsel haalt het volgende op. RA (restafval - huisvuil) GFT (groenten, fruit- en tuinafval) PMD (plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons) P/K (papier en karton) GV/OM (grof vuil, oude metalen) SH (snoeihout) KGA : (Klein gevaarlijk Afval) Herbruikbare goederen (Kringwinkel)
    IVM, de Meetjeslandse intercommunale, haalt huisvuil, grof vuil,papier en karton, PMD op. Valt op datslechts enkele gemeenten GFT en snoeihout ophalen. Via de containerparken wordt de compostinstallatie in Eeklo gevoed. ( zie tabel groenafval via containerparken)

    IVM heeft een aantal voorstellen ter voorkoming, recyclage of hergebruik: -composteren, zowel thuis als via de compostinstallatie, -afvalarm tuinieren door minder te bemesten, te mulchen, te snipperen -koop niets dat niet nodig is, koop duurzaam, winkel afvalarm, breng naar de kringwinkel wat nog kan dienen -hergebruik luiers , en weiger niet geadresseerd drukwerk  Goede tips lijkt ons. Maar niet vanzelfsprekend om rond te sensibiliseren.

    IVM en de gemeenten doen weinig of niets rond het koopgedrag waarin het voorkomen van afval een belangrijke factor is. De Milieukoopwijzer van de Bond Beter Leefmilieu wijst je de weg naar milieuverantwoorde aankopen. Het is een helder, toegankelijk en onafhankelijk instrument gericht op de consument.
    Ook het afvalarm winkelen vraagt om nieuwe initiatieven. Het is één van de tips van de website van het OIVO (www.verdien1000euro.be). Daar vind je tips om afval te voorkomen maar ook om milieuvriendelijk te leven.
    De website www.zonderisgezonder wijst de weg naar een pesticide-vrije tuin en gemeente. Wil je geen telefoonboek meer, omdat je de nummers toch wel digitaal vindt, neem dan contact op via (http://info.truvo.be/nc/opt-out-form
    De kringwinkel wordt ook door IVM gepromoot als plaats waar allerlei bruikbare goederen een nieuw leven kunnen krijgen. De tweedehandswebsites zijn eveneens initiatieven die leiden tot het voorkomen van aankopen die nieuwe materialen in omloop brengen. .

    Groenten, fruit en tuinafval

    Sommige gemeenten halen ook tuinafval op. Anderen laten het naar het containerpark brengen. In Duitsland wekken verschillende zogeheten “bio-energiedorpen” zeer rendabel hun eigen energie op door vergisting, het omzetten van lokaal beschikbare biomassa in energierijk gas. Bond Beter Leefmilieu, energie-coöperatie Ecopower, expertisecentrum Biogas-E, afvalintercommunale Limburg.net, afvalverwerker Bionerga en communicatiebureau Vestal gingen samen op zoek naar de ecologisch en maatschappelijk beste manier om te vergisten in Vlaanderen. Het is een biomassabron die iedere burger produceert, zodat iedereen grondstoffen kan leveren om te vergisten. Als je de vrijgekomen warmte gebruikt voor een warmtenet, of voor de verwarming van publieke gebouwen (bijvoorbeeld een zwembad) kunnen diezelfde burgers mee genieten van de opgewekte groene energie.
    En ook buurtcomposteren kan in het Meetjesland beter. Buurtcomposteren bijvoorbeeld bij appartementsgebouwen en huizen met kleine of geen tuinen. Een buurtcomposteerplaats is een omheinde ruimte van ongeveer 5 x 5 m waarin een vijftal compostbakken worden geplaatst + een materialenhuisje en dit in de nabijheid van parken of groenzones.
    Bewoners van appartementen en serviceflats kunnen uiteraard geen compostbak of compostvat plaatsen. Ook een wormenbak valt moeilijk. Hun groente-, fruit- en tuinafval (GFT-afval) deponeren ze dan ook in de restafvalzak die vertrekt richting verbrandingsoven.
    In Torhout wordt wekelijks in totaal ongeveer 200 kg GFT-afval aangebracht in de twee buurtcomposteerplaatsen. Dat is 10 000 kg per jaar of 10 TON! De compost die ontstaat in de bakken wordt aangewend in de parken als grondverbeteraar.

    De vervuiler betaalt

    Bij IVM betaalt iedereen het bedrag dat de gemeente aanrekent voor het ophalen van het afval. De prijs van de afvalzak zorgt ervoor dat er een verband is tussen de hoeveelheid afval en de mate van vervuiling. Al is die relatie niet bij alle gemeenten dezelfde. Zo rekent Maldegem voor een gewone reshuisvuilzak 0,9 € , Eeklo 0,75 €, Aalter 1,125 en Kaprijke 1 €. Een PMD zak kost in Eeklo iets meer dan in de andere drie gemeenten. Wij pleiten voor één systeem in het hele Meetjesland.
    Een ander en beter systeem is het afhalen van containers waarin een chip is ingebouwd die registreert wie waar afval heeft laten ophalen. Van 1€ voor 40 liter tot 6 € voor 240 liter. ( Diftar systeem)

    Een voorbeeld van prijszetting ( gemeente Bierbeek)
    De volgende afvalstoffen worden GRATIS aan huis opgehaald: papier en karton, textiel, oude metalen, snoeihout.
    Worden TEGEN BETALING opgehaald: - plastic flessen en flacons, metalen verpakkingen en drankkartons (pmd) > blauwe zak (kost € 0,25/zak) - groente-, fruit- en tuinafval (gft) > groene DifTar-container - huisvuil (of restafval) > grijze DifTar-contaner De toegang tot het containerpark kost € 1 per bezoek. De toegangskaart (voor 10 bezoeken) à € 10 is te koop in het gemeentehuis of in de Bierbeekse winkels. Zoals overal kan je in Bierbeek bepaalde zaken GRATIS naar het containerpark brengen.
    Maldegem geeft een krediet van 25 € op de brengkaart. Kaprijke en Sint Laureins laten voor ieder bezoek betalen. Eeklo geeft 12 beurten gratis en laat daarna betalen. Aalter heeft een gratis containerpark.

    Wat kan je in Bierbeek TEGEN BETALING naar het containerpark brengen? - € 1: gras, bladeren, papier en karton - € 2: steenafval (per m³), gratis indien minder dan 50 liter - € 3: grofvuil (per stuk of bundel), sloophout (per m³) De betaling van deze fracties verloopt via extra knippen in de toegangskaart. Wat kan niet? Alle huisvuil dat selectief opgehaald wordt of in de container kan afgeleverd worden.

    Succesrecept voor een propere gemeente

    In 2011 was Rijkevorsel voor het derde jaar op rij de gemeente met het laagste restafvalcijfer van heel Vlaanderen. Met 72,64 kg restafval per inwoner mogen ze in Rijkevorsel bijzonder trots zijn op hun sorteerprestatie. Uit onderzoek van de OVAM blijkt dat gemeenten met een geslaagd gemeentelijk huishoudelijk afvalstoffenbeleid een proactief beleid voeren met volgende kenmerken:
    • nadruk op het afvalpreventiebeleid (thuiscomposteren, stickeracties om ongewenst reclamedrukwerk te weren, acties m.b.t. afvalarm winkelen of preventie in samenwerking met de lokale middenstand, promotie van herbruikbare materialen, …);
     • duidelijke communicatie naar de burger, in het bijzonder over de selectieve inzameling in de gemeente;
    • selectieve inzameling van GFT-afval;
    • toepassing van het ‘de vervuiler betaalt-principe’ via diftar-systemen (gedifferentieerde tarieven).

    Maatwerk

    De meeste Meetjeslandse gemeenten slagen er nog niet in om onder de beoogde 150 kg restafval per inwoner te blijven. In 2011 hebben 4 gemeenten een restafvalcijfer dat hoger ligt dan 170 kg per inwoner. Om het restafvalcijfer naar beneden te krijgen, wordt intensief met deze gemeenten samengewerkt. Zo werkte de OVAM een samenwerkingsverband uit met de stad Eeklo. In 2008 produceerde de Eeklonaar gemiddeld nog 183,06 kg restafval. De OVAM en de stad Eeklo maakten een stappenplan op maat van de stad. Het plan omvat zowel sensibilisatie als concrete acties in verband met huisvuil, grofvuil, GFT-afval, wijkcomposteringen, openbare reinheid, het containerpark, …

    Het principe 'de vervuiler betaalt' wordt zo goed mogelijk toegepast. Zo hebben de OVAM en de stad Eeklo de hoeveelheid grofvuil kunnen halveren, waardoor het restafvalcijfer daalde van 183,06 kg (2008) naar 162,58 kg (2011) per inwoner. Nog veel te veel maar toch een merkwaardig resultaat.

    Bijlage

    Algemene gegevens over afval in Vlaanderen Per Vlaming werd in 2011 gemiddeld 524 kg huishoudelijk afval ingezameld. Dat is 31 kilogram of 6 procent minder dan 10 jaar geleden, zo blijkt uit de jaarlijkse inventarisatie van huishoudelijke afvalstoffen van de OVAM
    71% van het huishoudelijke afval werd in 2011 selectief ingezameld met het oog op hergebruik, recyclage of composteren. De overige 29% vormt het restafval dat ingezameld wordt om het op een milieuverantwoorde manier te verwerken via verbranden en storten
    We behalen nog steeds de doelstelling van maximaal 560 kg huishoudelijk afval en maximaal 150 kg restafval per Vlaming,
    De totale hoeveelheid selectief ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen in 2011 bedroeg 2.379.195 ton of 375 kg per inwoner. Dat is 35.671 ton of 3 kg per inwoner meer dan vorig jaar.
    De organisch-biologische fractie (GFT en groenafval) blijft de grootste afvalfractie (31%) bij selectieve inzameling. Papier en karton (20%) is de tweede grootste fractie samen met bouw- en sloopafval (20%). Andere belangrijke fracties zijn glasafval (8%), houtafval (7%) en pmd-afval (3%) .
    Het aandeel grofvuil is de jongste tien jaar spectaculair afgenomen, van 40,52 kg per inwoner in 2002 tot slechts 29,33 kg per inwoner in 2011.

    IVM

    In 1980 beslisten 12 gemeenten om het afvalprobleem samen aan te pakken. Op 18 februari richtten Aalter, Assenede, Eeklo, Evergem, Kaprijke, Knesselare, Lovendegem, Maldegem, Nevele, Sint-Laureins, Waarschoot en Zomergem de Intercommunale Vereniging voor Huisvuilverwerking Meetjesland op. Deze intercommunale werd in 1986 uitgebreid met Deinze, De Pinte, Gavere, Merelbeke, Nazareth, Sint-Martens-Latem en Zulte. Sinds 2003 heet de vereniging officieel ‘Intergemeentelijke opdrachthoudende Vereniging voor huisvuilverwerking Meetjesland’ (I.V.M. o.v.). 

    29-11-2013, 10:15 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    01-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrachtwagens
    Vrachtwagens, vrachtwagens,vrachtwagens...

    Naar aanleiding van de verkeersproblemen in het centrum van Eeklo en de subjectieve inschatting van een steeds toenemende druk van vrachtwagenvervoer en ander zwaar verkeer op de dorpskommen en verbindingsstraten in en tussen de gemeenten van het Meetjesland gaan we eens wat dieper in op de problematiek van het zwaar verkeer.

    Eerste vaststelling:

    Er is een ongelooflijke aangroei van zwaar verkeer 

    In de periode 2003-2011 groeide het zware wagenpark aan met 157973 stuks, met meer dan 28 % dus. ( bron fod economie) 
    Als we nog verder terug gaan in de tijd: 

    In 1977 waren er 236000 geregistreerd, in 1997, 435000. 

    De evolutie van het aantal vrachtwagens, bestelwagens, terreinwagens en tankwagens van 2004 tot 2011 ziet er als volgt uit:

    2004  2005  2006  2007  2008  2009  2010  2011 
    556397 578124  604437  623250   642687  662780  676644  690837
    In 2012 tenslotte werden 714.370 zware voertuigen ingeschreven.

    Het zwaar vervoer over de weg is dus enorm toegenomen. Het  is dus logisch dat er op verschillende plaatsen meer zwaar vervoer wordt geconstateerd. 

    Tweede vaststelling:

    Vrachtwagens zijn veel gevaarlijker in het verkeer dan andere voertuigen. 
    In België vielen in 2007 154 doden in ongevallen met vrachtwagens, hetzij 14,5% van het totale aantal verkeersdoden (1067). 
    Nochtans waren vrachtwagens slechts betrokken in 5% van alle letselongevallen, terwijl ze 9% van alle afgelegde voertuigkilometers voor hun rekening namen. 

    Daar tegenover staat dat van alle voertuigen die in dodelijke ongevallen betrokken waren, maar liefst 12% een vrachtwagen was. Dit toont aan dat vrachtwagens een disproportioneel hoge dodentol eisen in vergelijking met de door hen afgelegde voertuigkilometers. 

    Dit reflecteert zich ook in de ernst van de ongevallen: waar we in België in 2007 25 doden telden per 1000 letselongevallen, liep de dodentol van vrachtwagenongevallen op tot 60 doden per 1000 letselongevallen. ( persconferentie staatssecretaris mobiliteit mei 2009) 

    Derde vaststelling 

     Vrachtwagens verbruiken en vervuilen veel. 
    Het onderzoeksbureau Transport and Environment liet de hogeschool Delft in 2009 de relatie onderzoeken tussen vrachtvervoer en vervuiling. Tegen 2030 zullen door het overmatige vrachtwagenverkeer 54% meer broeikasgassen worden gegenereerd, ondanks de inspanningen om de uitstoot te verlagen. 
    Het onderzoek komt ook tot de constatering dat 30 % van de files door vrachtwagens wordt veroorzaakt. In Amsterdam gaat men zelfs zover sommige vrachtwagens te bannen uit zogenaamde milieuzones, zones waar veel mensen wonen. 

    Wij vragen ons af welke vrachtwagens door onze Meetjeslandse dorpen en stadjes denderen en hoeveel die bijdragen aan de vervuiling. 

    Vierde vaststelling 

    Minister Crevits maakte met 53 steden in Vlaanderen en de grootdistributeurs een afspraak om voortaan te laden en te lossen voor de ochtendfile en na de avondfile. We juichen dit toe omdat we vroeger al het laden en lossen in dorpen en stadjes van het Meetjesland tijdens de dag zeer hinderlijk vonden. 
    Deze maatregel staat in schril contrast met de proeven die de Vlaamse regering liet doen met de supertrucks die nog vervuilender en gevaarlijker zijn. ( bron Komimo) 

    Een case 

    Een stadje in het Meetjesland wil de vervuiling in het centrum terug dringen door een Ring aan te leggen. Wij kunnen dat argument begrijpen maar groene jongens willen daarvoor een natuurgebied en omgeving niet opgeven. 

    Het stadje kent een vrachtwagenprobleem. Veel files worden er door veroorzaakt met vervuiling in het centrum tot gevolg. Het grootste deel van die vrachtwagens rijdt naar de industriezone. Vandaar dat er altijd is gepleit als alternatief het verkeer af te leiden naar het grotere netwerk van autowegen. Daarbij hebben vrachtwagens vrije toegang tot de industriezone 

    Tenzij de ruimtelijke ordening niet meewil 

    Een belangrijk bedrijf in het stadje in het Meetjesland heeft zo zijn bedrijfssite uitgebouwd dat de loszone moeilijk bereikbaar is vanaf de autoweg en daardoor worden woonstraten geteisterd door duizenden vrachtwagens die met grondstoffen het bedrijf bevoorraden. 
    Tellen we daar nog eens de 9000 vrachtwagens bij die de producten van het bedrijf vervoeren, waarvan een deel eveneens via het centrum rijden. 

    Het gevolg van een slechte ruimtelijke ordening en vergunningen die nooit hadden mogen worden afgegeven. 

    Voor dit bedrijf is er maar één oplossing nml het geleiden van alle trafiek via de industrieweg naar en van de laad- en loszones. 

    Een tweede case 

    Doordat een stadje in het Meetjesland de verbinding met een autoweg heeft verbroken voor eigen doeleinden krijgt het buurdorp dat wel die verbinding met de autoweg heeft nu al het verkeer vanuit het stadje over zich. Geruchten circuleren dat men van de verbindingsweg van het stadje naar de oprit een gewestweg zou willen maken. 
    Dat is onvoorstelbaar maar door het doorschuiven van de trafiek ( een gewiekste zet) is een landelijk dorp nu opgezadeld met veel vracht- en ander verkeer. 

     Er is maar één weg. 

    De vrachtwagens zijn er en zullen er blijven. De cijfers geven aan dat we mogen verwachten dat er nog meer zullen komen. Het is dus zaak de vrachtwagens af te leiden waar het noodzakelijk is: weg van de centra van dorpen en stadjes die het Meetjesland rijk is. Afleiden betekent dus dat vrachtwagens niet hun gps mogen volgen maar dat zij via daartoe uitgeruste wegen zo vlug mogelijk naar express- en autowegen moeten worden gedevieerd.

    01-07-2013, 07:26 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Megastallen ook in het Meetjesland een probleem.
    De verwachtingen zijn dat we in de toekomst te maken krijgen met een toenemende grootschaligheid in de landbouw 

    Uit een recente studie van de Vlaamse Overheid , weliswaar voor de runderteelt in Vlaanderen, blijken een aantal zaken: 

    Het aantal melkveehouders daalt in 15 jaar met 45 % 
    Het aantal melkkoeien per bedrijf stijgt in dezelfde tijd met 41 % 
    Het gemiddeld melkquotum stijgt in dezelfde tijd met 116 % 

    De bevraging van de landbouwers leidt tot volgende conclusies:   
    70 % van de ondervraagden wil groeien met gemiddeld 45 % 
    Eén op zes ondervraagde groeiers wil een groeisprong van 80 % 

    De driver van het geheel is de nakende afschaffing van het melkquotum. Daardoor zal een grote herstructurering van de Europese melkveehouderij gebeuren waarbij het aantal landbouwers zal afnemen en de overblijvenden zullen uitbreiden om de schaaleffecten te kunnen exploiteren. 

    Problemen worden gesignaleerd bij het afzetten van mest, de dure en schaarse grond, de grondgebonden kosten nemen toe en de afzet van de producten wordt moeilijker. Gezien de ontwikkelingen van de laatste jaren in de verschillende sectoren van de veeteelt kunnen we niet anders dan vrezen dat de kwestie megastallen zich in de komende jaren in verhevigde mate zal stellen. Zij maken immers deel uit van de evoluties naar grootschaligheid en intensivering van de landbouw zoals het Europees landbouwbeleid initieert. 

    Naast het ontwikkelen van een duurzame visie op de ontwikkeling van de landbouw dienen we ons dus te wapenen tegen een verdergaande claim op de open ruimte door megabedrijven. 

    Maar er is meer. Nederland heeft in de laatste jaren zijn beleid aangescherpt. Niet enkel woedt er op landelijk vlak een politieke discussie over de grootte van de stallen, ook zijn er provincies die zich verzetten tegen het geven van vergunningen voor te grootschalige bedrijven; Daardoor zijn er Nederlandse bedrijven die een toekomst zien in Vlaanderen waar de discussie nog niet tot conclusies leidt. 
    Nederlandse geldschieters, men vermoedt ook meelbedrijven , lokken Vlaamse familiebedrijven in dienst te treden van hun expansieve politiek en vragen via zusterbedrijven in België vergunningen aan voor de inplanting van megastallen die ze in Nederland niet meer mogen bouwen. 

    Wat is een megastal? 

    Dieren in een megastal komen nooit buiten, kunnen niet wroeten en zien (vrijwel) geen daglicht. Staarten worden zonder verdoving afgeknipt en hoektanden ingekort ondanks Europese wetten. Deze manier van veeteelt heeft weinig meer met landbouw te maken. Daarom noemen we een megastal ook wel een veefabriek. 

    Een megastal is een hele grote stal vol met dieren voor de productie van vlees of zuivel. Megastallen zijn minstens drie keer zo groot als een gemiddeld gezinsbedrijf. Je spreekt van een megastal bij de volgende aantallen dieren (bron: Alterra, kenniscentrum van de hogeschool Wageningen.): Niet iedereen is het hierover eens. Milieudefensie Nederland bijvoorbeeld vindt deze aantallen te hoog. 

    Zij zijn eerder gebaseerd op wat de vorige Nederlandse staatssecretaris Bleker voorstelde in de dialoog die hij hierover voerde met de sectoren. • 7.500 vleesvarkens, • 1.200 fokvarkens, • 120.000 leghennen, • 220.000 vleeskuikens, • 250 melkkoeien of • 2.500 vleeskalveren. Ook wij vinden deze getallen veel te hoog. De milieu- en natuurbeweging in Vlaanderen overlegt over de grenzen. (juli 2013) Een gemiddeld varkensbedrijf in Vlaanderen had 1103 varkens in huis in 2009. Een rundveebedrijf had gemiddeld 79 runderen op stal in 2007. 

    Wat is er mis met megastallen?

     1. De intensieve veehouderij is slecht voor het milieu, dieren en mensen:

    • Er ontstaat een groot mestoverschot, 
    In Vlaanderen wordt dit aangepakt door grootschalige mestverwerking. Verschillende beleidsmaatregelen zoals de vermindering van de veestapel, het gebruik van nutrientenarme veevoeders en verbeterde voedertechnieken en de mestverwerking gevolgd door export buiten Vlaanderen, hebben ertoe geleid dat het mestoverschot verdween. Ondanks de inspanningen die zijn geleverd om het mestoverschot in Vlaanderen terug te dringen, zijn de negatieve effecten van nutriënten uit bemesting nog niet van de baan. Zo zien we dat een aantal bedrijven nog altijd kampt met problemen bij hun mestbalans en dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater onvoldoende snel verbetert. We staan nog ver van de realisatie van de doelstellingen die zijn vastgelegd in de Europese Nitraatrichtlijn en in het Vlaamse mestactieprogramma 2011-2014 (MAP4) 

     • Door het grootschalig invoeren van veevoer wordt de kringloop van grond-veevoer-dier-mest-grond doorbroken. 
    In Zuid-Amerika raakt de grond uitgeput; in Nederland ontstaat een mestoverschot met als gevolg vervuiling van het oppervlaktewater en aantasting van de natuur door fosfaat, nitraat en ammoniak.

     2. Dieren worden behandeld als vleesmachines. 
    Duurzame veehouderij gaat uit van volgende principes die weinig of niet worden toegepast in de intensieve veehouderij. 
     Leven met ruimte – binnen en buiten – in een natuurlijke omgeving. 
    Pasgeboren dieren hebben recht op moederzorg. 
    Een natuurlijk groeitempo. 
    Geen pijnlijke ingrepen. Goede medische zorg. 
    Geen internationale transporten. 
    Goede verdoving bij de slacht. 

     3. Megastallen veroorzaken plaatselijke milieuproblemen.
      De uitstoot van fijn stof is groot. Het aantal bewegingen met vrachtwagens in de buurt neemt enorm toe. Er wordt dikwijls een loopje genomen met de voorschriften van inplanting zodat de visuele hinder toeneemt. De rampzalige ruimtelijke ordening in Vlaanderen waardoor wonen in landelijk gebied, tussen landbouwbedrijven, de regel werd zorgt voor sociale spanningen.

     4. Er zijn risico's voor de volksgezondheid in verband met de kans op de verspreiding van ziektes.
    De Nederlandse gezondheidsdienst wil strenge normen voor de afstand tussen de intensieve veehouderijen en nieuwe woningen en heeft op 1 km van deze bedrijven potentieel ziekmakende bacteriën vastgesteld. 

    5. Het veevoer komt uit andere landen (bijvoorbeeld soja uit Latijns-Amerika) en veroorzaakt uitputting van de bodem daar, 
    Tussen half 2010 en half 2011 ontboste 266 procent van de Amazone (bron: The expansion of soybean and Brasil’s new Forrest Code 2011). Met de kap gaat grote biodiversiteit verloren, wat het klimaat verandert. 
    Tropische bossen houden meer dan de helft van de CO₂ vast in de wereld, die bij de verbranding vrij komt en zorgt voor opwarming van de aarde (bron: Henson, R. Climate Change 2008). Ook wordt de grond onvruchtbaar door het ontbreken van begroeiing en het niet gebruiken van milieusparende landbewerkingstechnieken. 
    Elke kilo soja verpest zes tot tien kilo grond (bron: Soja doorgelicht 2006). 90% van de soja in de EU geconsumeerd wordt als sojameel. Dit sojameel wordt hoofdzakelijk als veevoeder gebruikt voor onze miljoenen kippen, varkens, koeien en vissen. Totale consumptie in België: 1.3 miljoen ton (3.5% van de EU-27 consumptie) Import hoofdzakelijk van Brazilië (en via Nederland) 

    Door de massale aanvoer van veevoer verdwijnt ook de verbondenheid van het boerenbedrijf met het landschap. 

    6. Veehouders zijn slachtoffer: voor iedere megastal sluiten minimaal drie gezinsbedrijven. 
    De gezinsbedrijven kunnen niet concurreren wegens de schaalvoordelen en worden meegesleurd in de lage prijzen zodat ze niet kunnen overleven. Zie de cijfers in de inleiding. Deze gelden nog meer voor varkensbedrijven. 

    Het aantal varkenshouders vertoont de laatste 10 jaar een voortdurend sterk dalende tendens. Over de periode 1997–2007 is het aantal varkens (figuur 5.1) (-16,2 %) minder sterk gedaald dan het aantal bedrijven  (-39,8 %). Het gemiddelde aantal varkens per bedrijf steeg daardoor sterk van 694 in 1997 tot 967 in 2007. 

     7. Megastallen verpesten het landschap en de open ruimte. 
    Ondanks het restrictief ruimtelijk ordeningsbeleid heeft zich in het landelijk gebied een sluipend proces van verstening voorgedaan. We schatten dat er op het platteland 10 % verstening is geweest in de voorbije 10 jaar en dat de landbouw daarvan de helft voor zijn rekening neemt. Het gebeurt zelden dat stallen en opslag worden afgebroken om plaats te maken voor grotere stallen. De oude gebouwen worden meestal behouden voor opslag, ook van mest. De open ruimte aangesneden om megastallen te bouwen is niet gering. Eer worden 6 à 7 ha landbouwgrond ingenomen om de stal en de nodige voorzieningen te bouwen. 
    Men poot in feite een industrieel bedrijf, een voedselfabriek in de open ruimte en vernietigt daarmee de toekomst van ruimtes in het landbouwgebied. Deze gebieden in Vlaanderen zijn al uiterst kwetsbaar door de ruimtelijke wanorde die ervoor heeft gezorgd dat in vele landbouwgebieden een verweving is ontstaan tussen wonen en landbouw. 

    Kortom, een megastal is een extreme vorm van intensieve veehouderij waar we vanaf willen. De intensieve veehouderij heeft een aantal grote nadelen. Deze gelden in het bijzonder voor megastallen. De vee-industrie draagt bij aan klimaatverandering, overbemesting en andere milieuvervuiling. Bovendien ontstaan er problemen met dierenwelzijn en gezondheidsproblemen voor omwonenden en veehouders. 

    Een platteland met boerderijen waar koeien, kippen en varkens in de wei scharrelen. Een duurzaam alternatief - goed voor mens, dier en milieu - ís mogelijk: met een milieuvriendelijke, grondgebonden veehouderij in een gesloten kringloop van land, voer en mest. Hiermee voorkomen we uitputting van landbouwgronden in Zuid-Amerika én overbemesting in eigen land. 

    Hoe ziet duurzame veehouderij er in de praktijk uit? ( milieudefensie Nederland) 

    Een duurzame veehouderij richt zich op de productie van dier- en milieuvriendelijke kwaliteitsproducten. In de praktijk gebeurt dat op boerderijen die werken binnen de natuurlijke kringlopen, met meer ruimte voor dieren en minder impact op het milieu. Kleinschalige boerderijen zijn de spil van de duurzame plattelandskringloop. 

    Met behulp van geavanceerde technieken produceren zij groente, fruit, graan, vlees, zuivel en eieren van hoge kwaliteit voor zowel de Belgische als de Europese markt. 

    De dieren leven van gewassen geteeld op de eigen boerderij of uit de omgeving; de mest wordt gebruikt voor het vruchtbaar maken van de eigen grond. Weilanden en akkers vormen een gezonde natuurlijke omgeving voor planten en dieren. 

    Gewassen groeien zonder gebruik van chemische toevoegingen, dieren lopen vrij in de wei of hebben een vrije uitloop. Dankzij hun milieuvriendelijke productiemethoden zorgen boeren voor een schone bodem en lucht en schoon grondwater. 

    Door de kleinschalige opzet is de uitstoot van broeikasgassen minimaal. 

    Hoe komen we tot een duurzamere veehouderij? 

    Op dit moment is de vee-industrie volledig ingericht om te produceren tegen een zo laag mogelijke kostprijs. Omwille van lage produktiekosten wordt op alle andere gebieden water bij de wijn gedaan: het milieu wordt vervuild, dieren worden als productie-eenheden behandeld en de volksgezondheid wordt blootgesteld aan gevaren. 

    De druk op de kostprijs van vlees en zuivel heeft twee belangrijke oorzaken: de markt en het overheidsbeleid. Op de voedselmarkt heerst een moordende concurrentie. 
    De supermarkten zijn in een doorlopende prijzenoorlog verwikkeld en stunten met vleesprijzen. 
    De overheid stimuleert schaalvergroting omwille van de internationale concurrentiepositie van de Belgische veehouderij. 

     Deze 'race to the bottom' is onhoudbaar. Er blijven steeds minder Belgische boeren over omdat ze niet kunnen overleven van de zeer kleine marges. Op den duur zal België de slag met goedkopere productielanden hoe dan ook verliezen. 

    Daarom moet er een trendbreuk plaatsvinden in de ontwikkeling van de veehouderij. 
    We moeten overstappen op een duurzame veehouderij waarin boeren een toekomst kunnen opbouwen. In een duurzame veehouderij krijgen boeren eerlijke prijzen voor kwalitatief hoogwaardige producten. In de productie staan dierenwelzijn en een schoon milieu hoog in het vaandel. 

    Hoe brengen we dit tot stand? 
    • De overheid kan strengere regels instellen op het gebied van milieu, dierenwelzijn en volksgezondheid, en zorgen dat de kosten hiervan terugkomen in de prijs van het product. Dit kan onder andere via een hervormd Europees landbouwbeleid.
     • De voedselindustrie kan zelf ook veel doen: supermarkten kunnen hun aanbod verduurzamen en vlees- en zuivelfabrikanten kunnen eisen stellen aan hun leveranciers. Producenten van veevoer kunnen foute soja uit hun keten bannen door over te stappen op in Europa geproduceerd veevoer. Supermarkten die zeer goedkoop vlees aanbieden zijn mee schuldig aan de intensivering van de landbouw, inclusief aan de bouw van megastallen. 
    • De consument kan ten slotte ook zijn steentje bijdragen door in de winkel te kiezen voor milieuvriendelijke producten, bijvoorbeeld biologische.

    01-07-2013, 00:00 Geschreven door Guido Steenkiste  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 09/06-15/06 2025
  • 17/02-23/02 2025
  • 25/11-01/12 2024
  • 01/07-07/07 2024
  • 04/12-10/12 2023
  • 14/08-20/08 2023
  • 06/03-12/03 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 16/08-22/08 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 19/10-25/10 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 01/07-07/07 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 26/11-02/12 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 18/12-24/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 23/12-29/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 05/11-11/11 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs