We zijn eergisteren als laatste mobilhome aan boord gereden van de Cruise Olympia, een nieuwere maar verder compleet identieke ferryboot. We kende dus onze weg. Na het garagedek naar onze kajuit op het achtste dek onze bagage wegzetten en even omkleden en dan naar het a la carte restaurant op het tiende dek. Daar krijg tenminste waar voor je geld. De selfservice is in verhouding zelfs duurder... Ons ontbijt a la carte kostte 9 euro, in de selfservice betaalde je voor een koffie en een fruitsap al 6,8 euro en dan had je nog niets gegeten. Gisteren duurde lang : lezen op het zonnedek, in de kajuit, in de lounge en nog eens opnieuw. We kwamen anderhalf uur later aan in Ancona dan voorzien. Omdat de camperplaats ons inde heenreis zo tegengevallen was, zijn we onmiddellijk uit Ancona vertrokken. We hebben ongeveer 150 km gereden en hebben dan overnacht langs de snelweg. Vandaag hebben we het noorden van Italië doorkruist. Omdat onze gps het al enkele dagen het laat afweten, rijden we nu op de kaart. Spijtig genoeg was die niet nauwkeurig genoeg om naar de geplande camping te rijden. De Gottardpas zag er nog heel besneeuwd uit, dus maar weer de tunnel. Deze keer moesten we niet lang aanschuiven. Net voor Luzano zijn we van de snelweg gereden om een camping te zoeken. En we vonden al een in het tweede dorp langs het meer. Het is de duurste camping van onze reis, maar we wisten al van de heenreis dat Zwitserland duur is. Het is wel een prachtig land. Nu staan we langs het Vierwoudstedenmeer met zicht op de bergen. We horen de oorbellen, kijken naar een ooievaarsnest en de zon is nog lekker warm. Een prachtige afsluiter van onze vakantie. Morgen gaan we kilometervreten en langs de autosnelweg overnachten. Maar eerst nog genieten ....
Vandaag brengen we onze laatste hele dag in Griekenland
door. Het is tijd om te overlopen wat we beleefd hebben.
Allereerst is Griekenland bijna nergens vlak. Het is
minstens heuvelachtig en overwegend bergachtig. Geen lieflijke bergen zoals bij
Heidi, maar ruw, ontoegankelijk, steil. Het gevolg is dat er maar af en toe een
recht stuk weg is, vooral bochten in alle soorten. Vier rijvakken zijn dan ook
zeldzaam, op een paar nieuwe autowegen na. Als je daarop wil rijden betaal je
tol, en voor een camper is dat evenveel als voor een autobus. Het is dus niet
goedkoop, er is dan ook weinig verkeer. Die snelwegen zijn wel echte
huzarenstukken: tunnels, viaducten, en dat regelmatig op grote hoogte. Door een
dorpje rijden met de camper is vragen om moeilijkheden: overal staan autos
geparkeerd, de wegen zijn amper breed genoeg om één auto door te laten. We
hebben regelmatig achteruit terug moeten rijden om een andere weg te proberen.
Met de moto is het een heel ander verhaal. Grieken rijden heel veel met
brommers en motos. Met al de bochten is het hier een paradijs voor een echte
motorijder. Niet voor mij dus: scheefhangen in de bochten tot je benen bijna
het asfalt raken, ik huiver ervan. Ik moet toegeven dat de moto wel een ideale
oplossing was om ons te verplaatsen; We zijn overal geraakt waar we wildenzonder
grote inspanningen. Dat heeft het mogelijk gemaakt dat ik uitgerust aan de
wandelingen op de sites kon beginnen.
De Grieken zelf zijn heel vriendelijke mensen. Ze zijn
altijd tot een babbel bereid, en al is het niet altijd makkelijk om hun Engels
te verstaan, ze krijgen heel veel verteld. We hebben heel veel verschillende
mensen ontmoet: een Griekse jongeman die ons een heel stuk voorreed op de moto,
twee politiek geëngageerde neven die niets van Tsipras moesten hebben, een oud
vrouwtje dat een camping uitbaatte en ons eieren, sinaasappels en kruiden gaf,
een middelbare scholier die in perfect Engels vertelde over de camperplaats van
zijn ouders, een oude campinguitbater met een doorrookte stem die Patrick een
kruisje en voor mij een armband gaf, de dronkaard die ons naar het restaurant
van een vriend wilde brengen. Eigenlijk kan ik blijven vertellen, elke
ontmoeting had wel iets speciaals. Je merkt wel dat dit land een zware crisis
doormaakt: in de dorpen zie je bijna geen jonge mensen. Heel veel oude mensen
werken nog: kleine zelfstandigen die waarschijnlijk amper of geen pensioen
hebben. Op het platteland en in de bergen staan veel vervallen huizen. Hier en
daar zagen we zelfs plaatijzeren krotten die bewoond waren.
De Griekse keuken is lekker (wat we al wisten, maar nog eens
bevestigd kregen). We hebben in geen chique restaurants gegeten, alleen in
echte Griekse tavernas met meestal een beperkt menu. Ik heb reeds verteld over
de sublieme moussaka die ik in Korinthe at. Patrick heeft verschillende keren
zelf tzatziki gemaakt en zijn tzatziki heeft nu echt wel een Grieks niveau
bereikt. De meeste winkels in de dorpen verkopen maar een beperkt aantal
groenten: tomaten, aubergines, courgetten, komkommers, rode uien en knoflook.
Als we zelf kookten, was de keuze dus eerder beperkt: Griekse salade en een
stoofschotel met groenten, wat vlees of vis. Beenhouwerijen hebben we hier niet
gezien. In de meestal kleine supermarkets die we bezochten lag alleen diepvries
vlees en vis. Brood is een geval apart. Bakkerijen vind je in elk dorp. Het
brood kan alle vormen aannemen: van groot Frans brood, plat Frans brood tot
rond, maar nooit zo dik als thuis en altijd wit. Een keer hebben we donker
brood gevonden. Sinaasappels zijn hier spotgoedkoop, Abrikozen en pruimen iets
goedkoper, maar appels en peren zo duur als thuis. Levensmiddelen zijn hier
niet goedkoop: melk is duurder, vlees en vis ongeveer even duur.
De campings dan. Ik heb het al geschreven: veel goede wil
maar weinig vakmanschap. Het sanitair en de afwaskeukens zijn netjes, maar oud.
Alles lijkt minstens dertig jaar geleden gebouwd te zijn. Op de camping bij de
Meteora stonden wij bij het nieuwe toiletgebouw, toch ook al tien, vijftien
jaar oud. De Griekse afvoerleidingen zijn niet berekend op toiletpapier. Dat
moet je deponeren in een afvalemmer naast het toilet. Een gewoonte die we
kenden uit Noord Afrika. Op de drukste campings stonden geen twintig campers of
caravans. Het is hier nog echt laagseizoen. Af en toe zagen we mensen terug op
een volgende camping. Zo zagen we viermaal een Duitse hotelbus die zowat
dezelfde route volgde. Als we geluk hadden was het campingrestaurant open,
anders was het op zoek gaan in het dorp of zelf koken. De prijs per
overnachting is niet echt goedkoop: minimum 17 euro en het maximum tot nu toe was 25 euro, meestal
elektriciteit inbegrepen. Op een van de duurste campings moest je 20 eurocent
betalen voor warm douchewater. Dat was voor Patrick erover: de tweede keer zijn
we samen gaan douchen in een cabine
Het sanitair onderweg was bijna altijd in orde, soms zonder toiletbril maar
altijd proper. In een van de Meteorakloosters stond nog een authentiek Frans
toilet, maar de nonnekes hielden het echt schoon.
We hebben prachtige sites gezien. In vergelijking met dertig
jaar geleden was alles veel professioneler en beter georganiseerd. Nette voetpaden,
geen geklauter meer tussen archeologische resten. Ook stonden er meestal borden
met uitleg in het Grieks en het Engels, in Olympia ook in het Duits, want
Olympia is opgegraven door Duitse archeologen. Eigenlijk waren het Fransen die
de eerste resten vonden, maar omdat ze alles wat ze gevonden hadden
onmiddellijk naar Parijs versjouwden, verbood de Griekse regering hen om terug
te komen. In Mystra hadden ze geen goed gedacht over het intellectueel niveau
van hun bezoekers: elk bord werd minstens eenmaal, maar vaak tweemaal herhaald
De inkomgelden zijn niet goedkoop: voor de grote sites betaal je twaalf euro
per persoon, maar je kreeg wel waar voor je geld. Het museum van Olympia was
het mooiste dat we zagen, met Delphi bijna even goed. Kleine sites zoals het
kasteel in Kastro of het folkloremuseum in het dorpje bij Delphi waren (nog)
niet geopend.
Hetweerwasnietechtschitterend. Wehebbeneenpaarkeereenlichteregenbui gehadenvorigezaterdageenechte zondvloed. Meestalwashetsmorgenszonnigmaarkwamenindeloopvandedagdewolkenopzetten, witmaarookgrijs. Detemperatuurschommeldetussende 20 ende 25 graden, maarwelmetregelmatigflinkeeerderkoelewind. Vandaag (onzelaatstedag) ishetschitterendweer. Dezonisechtwarm, dehemelstralendblauw. Nusteekter welweereenfrissewindop.sNachtshebbenwehetniettewarmgehad. Wehaddenonsdekbed thuisgelaten ensliepenmeteendeken, spreienenkeleplaids, wat den heel
gedoe was.
Eindconclusie: we
hebben een prachtige vakantie gehad. Nu nog de overtocht met de boot en in drie
dagen naar huis rijden.
Gistermorgenzagdehemelgrijsenhingendewolkenlaagbijhetopstaan. NaonsontbijtgingPatricknaardereceptie. Hijwasamperwegtoenhetheelhardbegonteregenen. Het goot, het donderde en het bliksemde.
Zeus was flink vertoornd! Na een half uur minderde het eindelijk, en kon
Patrick terug naar de camper komen. Overal stonden grote plassen water en het
was flink afgekoeld. Er zat niets anders op dan een voormiddag binnen blijven.
Na de middag
zagen we gelukkig terug de zon, wel tussen de wolken, maar ze was er weer. Omdat
we een dag langer in Olympia bleven, vertrokken we naar het museum over de
geschiedenis van de olympische spelen in de oudheid. We leven nu allebei zonder
tijd, en toe we in het museum aankwamen bleek het nog anderhalf uur open te
zijn. De dame aan de kassa vroeg naar onze tickets(van de vorige dag). Die
lagen in de camper. Dus Patrick op de moto naar de camping. Hij was op tien
minuten terug, maar zei dat hij veel sneller gereden had dan wanneer ik
achterop zat. Het museum stelde aardewerk met beschilderingen over de spelen en
atleten ten toon. Het hoogtepunt was den mozaïekvloer uit de Romeinse tijd met
de verschillende disciplines van de toenmalige spelen op, met erboven
muzikanten en dichters. De spelen mochten dan een wapenstilstand opleveren,
zelf waren ze niet echt zachtaardig: bij het boksen was alles toegestaan
behalve bijten en in de ogen steken (en dat laatste was in Sparta ook
veroorloofd)
Omdat onze tijd
in Griekenland er bijna op zit, zijn we daarna souvenirs gaan kopen in de winkelstraat. In de eerste winkel
spraken we met de Nederlandse eigenaresse, die al vijfendertig jaar in Griekenland
woont en met een Griek getrouwd is. Zij vertelde dat het echt niet goed gaat
met de economie. Haar zoon studeerde aan de hogeschool, was twee studiejaren
verloren door stakingen, moest daarna zijn legerdienst doen en was nu net
afgestudeerd. Hij was een van de gelukkigen van zijn jaar die werk gevonden
had: zes dagen per week bijna twaalf uur per dag voor 750 euro per maand. Nu
wordt op elke aankoop en elk verbruik in café of restaurant 23% btw geheven,
wat binnenkort 24% wordt. Zij vertelde dat veel Grieken alleen overleven door de
hechte familieband. Hoe waar dit was bleek uit de blijdschap en dankbaarheid
van de winkeliers in de volgende winkels waar we iets kochten.
Vanmorgen zijn we
naar onze laatste Griekse camping in Kato Alissos vertrokken. Het was echter
niet eenvoudig om uit Ancien Olympia weg te raken. We hebben het dorp langs
alle kanten doorkruist voor we eindelijk de juiste weg naar Pyrgos vonden. We
wilden nog een middeleeuws kasteel gaan bezoeken in Kastro, maar na verwoede
pogingen om de juiste weg naar boven te vinden, zei een dorpsbewoner dat het
verloren moeite was, want het kasteel was gesloten. Gelukkig was wel een taverne
open waar we heel lekker gegeten hebben: lekkere Griekse salade en verse calamares
met zelfgemaakte frieten. Weer kregen we een gratis dessert aangeboden: een
bord vol watermeloen.
En nu staan we in
de schaduw van olijfbomen voor onze laatste Griekse nachten.
Vandaag is het goede weer voorbij: grijze lucht, veel wind
en regelmatig regen. We hebben het even afgewacht, maar het bleef de hele tijd
hetzelfde. We zijn dan toch maar naar de archeologische site gegaan. Gelukkig
met de moto, want het is hier ook weer heel heuvelachtig. Olympia is, zoals we
wel konden vermoeden, de belangrijkste culturele en politieke stad uit de
oudheid. Tenminste zo staat het vermeld op het informatiebord. Twaalf eeuwen
lang van776 v.C. tot 393 n.C. werden hier om de vier jaar de olympische spelen
georganiseerd. Elke Griekse stad stuurde hier haar atleten naartoe en alle
oorlogen of conflicten werden stilgelegd uit respect voor de heilige
wapenstilstand. De spelen zelf duurde maar vijf dagen, maar er werden ook veel
culturele en politieke activiteiten rond gehouden. Ook waren er
trainingsmogelijkheden voor de atleten: in het gymnasium en in het palestra.
Het oudste hier opgerichte heiligdom was de tempel van Hera, maar het grootste
en belangrijkste was de tempel van Zeus. %%%FOTO1%%% De enorme schijven van de
Dorische zuilen liggen als salamischijven rond de tempel. %%%FOTO2%%% Onder de
tempel van Pelops (die zijn naam gaf aan de Peloponnesos) vonden de archeologen
een tumulus waarin voorwerpen en scherven gevonden werden van 3000 jaar voor
Christus. %%%FOTO3%%% Het stadion is indrukwekkend maar heel sober: enkel de
jury en hoogwaardigheidsbekleders zaten op stenen banken, de overige 45000
toeschouwers zaten op houten banken. %%%FOTO4%%% In het Leonidion (het hotel
voor de beter begoeden) lieten de Romeinen een zwembad aanleggen op de
binnenplaats. %%%FOTO5%%% Voor de eerste keer deze vakantie heb ik mijn paraplu
moeten gebruiken
Het museum was indien mogelijk nog indrukwekkender. We
hebben prachtige bronzen voorwerpen gezien, hele wapenuitrustingen en als
hoogtepunt de Hermes met de kleine Dionysos van Praxiteles.%%%FOTO6%%% Ik heb
genoten van alles wat ik gezien heb.
Na ons bezoek hebben we in het stadje nog een ijsje gegeten.
We blijven morgen nog hier want het is absoluut geen strandweer. Dus gaan we
morgen nog een museum bezoeken en in de winkelstraat kuieren.
Al twee ochtenden zijn we wakker geworden door het gekwetter
van de mussen achter ons. Wat die vogeltjes mekaar allemaal te vertellen hebben
zo s morgens vroeg, weet ik niet. Ik weet wel dat ze flink van hun oren kunnen
maken. Gisteravond hebben we in het campingrestaurant dovrades gegeten, een
zeevis. Het was heel lekker, zoals alles hier goed gegrild.
Vanmorgen vertrokken we naar Olympia. Omdat we geen
wegwijzers vonden in Mysthras, zijn we eerst terug naar Sparta gereden.
Gelukkig zagen we daar een bankautomaat, want we hadden s morgens onze laatste
euro uitgegeven. Je kan hier nergens met de kaart betalen, overal vragen ze
cash geld. Tot nu toe vonden we altijd gemakkelijk een automaat, maar Mysthras
was er geen rijk. Dus hebben we al ons geld bijeen moeten leggen om het
restaurant en de camping te kunnen betalen.
In Sparta zagen we wel een wegwijzer naar Kalamata, de
eerste grote stad op onze route. De weg die we volgden liep dwars door het
Taygetosgebergte ( tot 2400 meter hoog) en ging van zon 700 meter hoogte tot
meer dan 2000 meter. Het is al een heel oude weg, want Homeros vermeldt deze
route al. Het bochtige parcours leidde ons door verschillende prachtige kloven.
Ik heb ervan genoten maar ik was ook regelmatig bang. Ondanks het feit dat
Patrick heel voorzichtig door de bergen rijdt zag ik ons al eindigen als
kapelletje Boven was het maar twaalf graden en de bermen waren er schitterend
begroeid met veelkleurige bloemen. Uiteindelijk deden we bijna twee uur over de
58 km. De weg vanaf Kalamata tot in Olympia was ook mooi maar minder
spectaculair. Rond twee uur bereikten we de camping voor de volgende nachten.
Patrick is al op verkenning. Ik kijk uit naar de site van morgen. De reisgids
belooft heel wat
Vandaag hebben we Mystra bezocht, een Byzantijnse ruïnestad
op een heuvel dicht bij Sparta. Sparta was in de oudheid een van de
belangrijkste stadstaten, maar er zijn amper archeologische resten van
teruggevonden. Waarschijnlijk komt dit omdat Sparta geen omwalling had. Het rekende
voor zijn verdediging volledig op de sterkte van zijn hoplieten. Het moderne
Sparta is gebouwd door koning Otto I einde negentiende eeuw. Hij liet er een
raster van boulevards aanleggen, maar veel bijzonders is er niet te zien. Als
Mystra niet vlakbij lag, denk ik dat nog weinig toeristen naar Sparta zouden
komen.
Met de moto reden we naar de bovenstad. De inkom was gratis,
omdat het vandaag 18 mei Europese museum dag is. Van aan de inkom was het nog
een flinke klim tot boven in de versterkte burcht. Heel waarschijnlijk heeft
hier sinds mensenheugenis een verdediging gestaan maar begin dertiende eeuw
heeft een Franse kruisvaarder de versterking laten bouwen. De Byrantijnse
despoten en de Ottomanen hebben zijn werk verdergezet en uitgebreid. Vanuit het
Kastro wandelden we naar de bovenstad. Hier bezochten we twee monumenten : een
kerk die vernoemd is naar de Aya Sophia van Constantinopel en het veertiende-eeuwes paleis. Het paleis wordt helemaal gerestaureerd en heropgebouwd en kan
je alleen van buiten bewonderen.
Van de bovenstad reden we met de moto naar de benedenstad.
Ook hier wachtte ons weer een stevige klim. We hebben een aantal gerestaureerde
kerken bezocht, allemaal met nog min of meer goed bewaarde frescos. Ik moet
wel toegeven dat deze veertiende-eeuwse frescos minder mooi zijn dan de
frescos die we in Ravenna zagen. Op het hoogste punt ligt het Pantanassa
klooster, dat nog steeds bewoond is. In de kerk hangt een vergulde icoon van de
Madonna met kind. Eronder hingen massas zilveren en vergulde plaatjes als
bedanking voor een genezing. De museumwacht vertelde dat je in een aantal
winkels in Sparta deze plaatjes nog kan kopen. Gelukkig was er in het
kloostertje een kraan waar je water kon nemen want door de inspanning en de
warmte was mijn flesje water helemaal leeg.
Het weer is de laatste dagen aan het veranderen. s Morgens schijnt
de zon, stralend blauwe hemel en amper of geen wind. In de loop van de dag
komen er meer wolken en wordt de wind steeds harder. Vanavond ziet het voor het
eerst echt grijs, de zon is weg en het druppelt wat.
Morgen wacht ons een lange rit : door de bergen naar
Olympia.
Gisteren had ik een lang verhaal geschreven. Toen ik het
wilde doorsturen had ik plots geen verbinding meer en was mijn ganse verhaal
verdwenen. Dus nu een nieuwe poging.
De voorbije twee dagen voelde ik me minder goed. Daarom besloten we om Nafplion
links te laten liggen, met spijt in ons hard. Uiteindelijk was het belangrijker
dat ik me terug goed voelde. Wij zijn van Mycene naar Argos gereden. Eerst
hebben we de Akropolis bezocht. De eerste wegwijzer vonden we vrij gemakkelijk,
maar aan de eerstvolgende tweesprong stond geen bewijzering meer. We kozen
links en reden langzaam omhoog tot we tussen geparkeerde autos door moesten en
de straat doodliep voor een orthodoxe kerk. Het was er heel druk, allemaal
chique geklede mensen. Omkeren was onmogelijk. Patrick moest dus tussen de autos
achteruit manoeuvreren tot we eindelijk plaats genoeg hadden om te keren. Dan
maar de rechter afslag, langs een smal weggetje alsmaar omhoog tot we vlak voor
de akropolis aankwamen. Een prachtig zicht, maar de poort was gesloten. Even
rondkijken, een paar fotos en terug naar beneden. In Argos vonden we snel een
wegwijzer naar het amfitheater, en we bleven wegwijzers zien en volgen en
opeens waren we de stad uit en hadden we geen amfitheater gezien
Dan maar naar Tiryns. Net als Argos was Tiryns een stadstaat
uit de oudheid, wel een heel maatje kleiner. Argos behoorde bij de
belangrijkste stadstaten. Ik heb de indruk dat hier op zowat elke serieuze
heuvel een stad uit de oudheid ligt. Je kan dus archeologische sites bezoeken
tot je geen steen meer kan zien. Tiryns is echter van een ander kaliber : zoals
ik zei was het veel kleiner, en het lag op een heuveltje van 18meter hoog. Het
had dus behoefte aan een sterke omwalling en die heeft het ook gebouwd : acht
tot tien meter dik. De oude Grieken waren er zo van onder de indruk dat ze
zeiden dat de omwalling gebouwd was door de Cyclopen. Het was indrukwekkend
langs die dikke muren te lopen, en te zien hoe ze net als in de moderne
gevangenissen gebruik maakten van een sluis : eerst de ene poort dicht, dan pas
de andere open.
We hadden van Duitsers op de Meteoracamping gehoord over een
camping in Tolo, vlak onder de archeologische site van Asani. Tot onze
verbazing vonden we de camping zonder een probleem. We vonden een mooi plaatsje
(volgens het anywhere you want- principe) vlak aan het strand. En omdat ik me zoals
gezegd niet echt goed voelde, besloten we het even kalm aan te doen.
Pinkstermaandag lang geslapen (Patrick al vroeg gaan lopen,
helemaal de heuvel op), gelezen en in de late namiddag vertrokken we met de
moto naar Tolo. Onze eerste halte was de archeologische site. De poort stond
open, maar er zat niemand aan de kassa. Met bijna een miljoen euro van de EU is
de site helemaal in orde gebracht : een toiletgebouw op slot, een
multimediaruimte op slot en een kleine expositieruimte ook op slot. Dan maar
over het mooi aangelegde pad met trappen en kleine loopbruggen naar boven. Weer
een stevige verdedigingsmuur , ook een prachtig uitzicht over de baai. Ik moet
het waarschijnlijk niet meer vertellen, maar Asini was ook een stadstaat in de
oudheid, zelfs vermeld door Homeros in de Ilias.
Tolo is een Oostende van de Grieken: een breed zandstrand,
een haventje, hotels en appartementen. We reden er net als iedereen tegen de
richting door, hebben een lekker ijsje gegeten en inkopen gedaan in de
supermarket. s Avonds zijn we nog eens terug gereden om te gaan eten. We
hebben een heerlijke vissoep gegeten met een verse vis en heel veel groenten.
Vanmorgen zijn we richting Epidaurus gegaan met de bedoeling
vandaag een rustdagje op de camping en morgen het bezoek aan de site. Bleek dat
we eerst langs de site reden voor we aan de camping kwamen. Dus hebben we het
programma omgedraaid. Vanmiddag hebben we het prachtige amfitheater gezien. In
mijn enthousiasme heb ik mijn linkervoet gestoten tegen een steen. Resultaat
een flink bloedende vierde teen en de nagel los Maar ik ben flink geweest en
heb de pijn verbeten om het museum en het heiligdom van Asclepios nog te
bezoeken. Die oude Grieken kenden wel wat van geneeskunde: in het museum lagen
instrumenten die nu nog steeds gebruikt worden. De behandeling was
allesomvattend: vasten, of een dieet, baden, beweging en een nacht slapen in de
tempel. De slaap was de dood van de ziekte, de dromen van Asclepios brachten
genezing en s morgens werd je herboren wakker. De zieken kregen ook de raad de
wonderbaarlijke genezingen op de muren te lezen, een vorm van autosuggestie
Na ons bezoek besloten we onze planning aan te passen en al
door te rijden naar Misthras. Eerst rustige weg naar Nafplion en Argos, dan een
bergweg om u tegen te zeggen (weer vol kapelletjes in de bochten) en
uiteindelijk een bijna lege autostrade tot in Sparta (kostte wel 12 euro!). Nu
staan we op camping Castle View maar de talrijke bomen beletten ons het
uitzicht op het Kastro. Patrick vertrekt dadelijk op verkenning. Ik ben
benieuwd
Gisteren bezochten we de archeologische site van Korinthe. In de oudheid was dit een economische en politieke belangrijke stad. Ze dreef handel met zowat geheel de toen bekende wereld. Maar zoals het vaak gaat, gingen ook hier voorspoed en verderf hand in hand. In het heiligdom van Afrodite dienden wel duizend vrouwen, zogezegd als priesteres maar eigenlijk als tempelhoer. Toen al zeiden ze :"Naar Korinthe kan niet elke man gaan.". Het politieke centrum lag op een 500 meter hoge heuvel, aan drie kanten beschermd door steile rotsen, aan een kant beveiligd door drie verdedigingslinies. Dit Akrokorinthe was 24 ha groot en is sinds de oudheid altijd bewoond geweest. Ondanks de sterke verdediging toch steeds in andere handen. Billy, onze moto had ons een heel stuk omhoog, maar vanaf de eerste poort was het nog een flinke klim tot binnen de derde klim. De eigenlijke vesting (je zou kunnen zeggen het hoofdkwartier) lag nog een flink stuk hoger. Die klim was er voor mij teveel aan. Iets voor drie (het sluitingsuur) reden we terug naar het oude Korinthe. In het restaurant van de avond tevoren heb ik de lekkerste moussaka ooit gegeten. Daarna wachtte ons nog het museum en de archeologische site van de stad in de oudheid. Wat onmiddellijk opviel waren de monumentale zuilen van de tempel van Apollo die nog overeind stonden. Verder was er heel veel verbeelding nodig om de huizen en winkels voor je geest te toveren. Het moet wel een prachtige stad geweest zijn...
Na een goede nachtrust ruimde we op en maakten de mobilhome klaar voor de reis naar Epidaurus. Maar de Griekse bewegwijzering liet weer eens te wensen over. We kregen de keuze tussen Athene, Matras en Argos. Ten einde raad hebben we onze route dan maar aangepast en reden we richting Argos. Onze stop voor vandaag was Mycene. Mycene is bekend als een opgraving van Schliemann. Hij heeft hier 14 weken gegraven en is wereldberoemd. Zijn opvolgers archeologen hebben zeker zo'n belangrijke vondsten gedaan maar zijn nu vergeten. Eerst bezochten we het graf van Atreus, perfect bewaard en indrukwekkend: drieëndertig rijen kolossale stenen vormen een koepel van 12,5 meter hoog. Je komt er binnen door een lange hoge gang. Vandaar reden we naar de echte site. Eerst bezochten we het museum. De schat van Atreus staat tentoon in het archeologisch museum van Athene. Hier liggen enkel replica's maar die geven al een goede indruk van de pracht van het masker en de kroon van goud. Van daaruit zijn we naar het paleis geklommen, door de beroemde Leeuwenpoort (het oudste monumentale beeldhouwwerk uit Europa), weer een hele klim. Boven werden we beloond met sen prachtig uitzicht: over de fundamenten van de stad en heuvels vol olijfgaarden tot aan de horizon. Maar het bijzonderste moest nog komen. Na een lichte afdaling in noordelijke richting kwamen we bij het ondergrondse waterreservoir. Dit ligt gedeeltelijk onder en voorbij de cyclopenmuren en is uitgehouwen in de rotsen. Via trappen kan je 38 meter dalen tot op de bodem. Eigenlijk mag je maar een tiental meter omlaag om dan in het donkere trapgat naar beneden te kijken. Een bron buiten de muren vulde in de Oudheid het reservoir, waardoor de vesting ook een langdurig beleg kon doorstaan.
Na ons bezoek zijn we gaan eten in het restaurant dat gebouwd is rond het huis waar Schliemann in de negentiende eeuw verbleef. Wij hadden er een boeiend gesprek met de eigenaar Agamemnon over de politieke en de economisch toestand van Griekenland. Nu staan we op de camping van zijn tante. We zijn hier zeer goed onthaald. Tante bracht ons al dadelijk sinaasappels en een citroen. Net kregen we een bekertje koffie aangeboden.
Waar we morgen naartoe gaan, is nog niet zeker. We zien wel. Eerst nog een nacht goed slapen.
Gisteren was het minder mooi weer. Meer wolken en de zon veel achter die wolken. Na ons ontbijt zijn we met de moto naar Chrysso gereden, een dorpje onder Delphi. Patrick was er eergisteren naartoe gefietst en had er een authentieke winkel gevonden, kleiner dan een huiskamer thuis maar waar je ongeveer alles kon kopen. Bij aankomst in het dorpje dronken we eerst een koffie op een pleintje. Vooral mannen doen dat hier dagelijks. We hadden bordjes gezien naar een lokaal folkloristisch museum en gingen op zoek. De straat er naartoe leek op de Kerkstraat van vijftig jaar geleden: het ene winkeltje naast het andere, maar allemaal gesloten en de huizen in verval. Het museum bleek gesloten ondanks het feit dat het eigenlijk open moest zijn volgens de informatie. Op de camping bij de Meteora had een Duits koppel ons verteld dat vele kleine musea gesloten bleven omdat de overheid het personeel niet betaalde. Dus maar naar de winkel om boodschappen te doen.
Na het middagmaal vertrokken we naar Diakofto voor het volgende hoogtepunt. We reden langs de E65, een zogenaamde snelweg, maar slechts een rijstrook per rijrichting en zeer bochtig. In ongeveer elke flinke bocht stonden een of meerdere gedenkkapelletjes, oud en nieuw, in steen of metaal, groot en klein, af en toe met een foto van de verongelukte jongen. Ik heb ze niet durven tellen maar het waren er veel. Na bijna drie uur kwamen we aan in Nafpaktos. We hebben de beroemde Kastro in de verte gezien. Je kon er echter alleen te voet naartoe en dat was voor mij teveel. Via de nieuwe brug over de zeeengte verlieten we het Grieks vasteland en bereikten we de Peloponessos. De overtocht kostte elf euro twintig en onmiddellijk erna kwamen we aan de snelwegtol, nog eens zes euro twintig. Tot onze verbazing kregen we hiervoor een snelweg waar nog aan gewerkt werd, en mochten we niet sneller dan zestig kilometer per uur rijden, wat geen enkele Grieks deed! Langs de zuidelijke kant van de Golf van Korinthe bereikten we Diakofto. Een kilometer buiten het dorp was een gratis camperplaats op het strand. We stonden op drie meter van de zee, en zagen de bergen aan de overkant in het donker verdwijnen.
Vanmorgen zijn we vroeg opgestaan want we wilden het eerste treintje naar Kalavytra halen. We waren goed op tijd in het station, maar de trein was volledig bezet door een schoolreis. Ik heb de loketdame gesmeekt om toch mee te mogen, anders moesten we meer dan twee uur wachten. Het mocht uiteindelijk maar we zouden moeten staan. Vlak voor het vertrek zei de conducteur dat hij nog twee plaatsen voor ons had, wel op klapstoeltjes, maar we zaten. De hele rit genoten we van het gebabbel van de schoolkinderen, en de leerkrachten en mama's. De trein gaat naar het bergdorp Kalavytra door de Vouraikoskloof. Het was een spectaculaire rit met schitterende zichten. Kalavytra bereikten we na een dik uur. Het is een monument uit de Griekse recente geschiedenis: in de tweede wereldoorlog hebben de Duitsers alle mannelijke inwoners ouder dan 13 jaar doodgeschoten. Vrouwen, kinderen en ouderlingen waren opgesloten in de dorpsschool die in brand gestoken werd. Gelukkig kregen ze een deur open en konden wegvluchten onder de ogen van de Duitsers die hen lieten begaan. In het heropgebouwde schoolgebouw is nu een aangrijpend museum ingericht over deze gebeurtenis. Samen met de Vouraikoskloof een must voor ieder Grieks schoolkind.
Boven hadden we al enkele druppels regen gevoeld, maar terug beneden zagen we de overkant van de Golf niet meer, en terwijl we aan het inpakken waren kregen we een regenbui. Via de oude weg en een stuk nepsnelweg zijn we nu in Oud Korinthe beland, een dorpje landinwaarts van de stad Korinthe, waar we een camperplaats vonden vlak bij de archeologische site. We werden hier hartelijk welkom geheten en kregen een streekspecialiteit, ingemaakte (of opgelegde) rozijnen. Heel lekker. Korinthe was van oudsher bekend om zijn krenten..'
Morgen met de moto naar Akrokorinthe, hoog op een berg!
Vandaag hebben we de archeologische site en het museum van Delphi bezocht. Dertig jaar geleden deden we dit ook. De site nu was veel beter onderhouden dan toen : nu kon je over een aangelegd pad met trappen naar boven wandelen. Vroeger liep je tussen de verschillende gebouwen door. Informatieborden maakten ook dat je wist wat je zag. We hebben langzaam langs de heilige weg naar de tempel van Apollo gewandeld, naar het goed bewaarde amfitheater en uiteindelijk naar het stadion dat hoog boven de tempelsite ligt, tegen de zuidelijke helling van de Parnassus. Je wordt gewoon stil als je van daarboven naar beneden kijkt. Vorige keer zagen we arenden rondcirkelen boven de bergen, dit keer niet maar we hadden er al een gezien terwijl we zaten te ontbijten. Deze keer bezochten we ook het museum: prachtige meer dan levensgrote beelden, friezen, bronzen beeldjes van dieren. Indrukwekkend. Daarna zijn we met de moto gereden naar het Athenaheiligdom met de beroemde tholos, waarvan niet bekend is wat het doel ervan was. Onder ons zag je een zee van olijfbomen. In deze streek staan er zo'n driehonderdduizend. De campingeigenaars bezitten er tweeduizend vijfhonderd en persten er vorig jaar vijfhonderd liter olijfolie uit. Hiervan brengen wij een beetje mee naar huis.
Morgen verlaten we het vasteland en gaan naar de Peloponessos. De eerste nachten staan we op camperplaatsen en verwacht ik geen wifi te hebben. Ons volgend verslag is waarschijnlijk voor vrijdag uit Epidaurus.
Eergisteren vertrokken we uit Ioannina in de zon. Maar al snel kwamen er donkere wolken en terwijl we alsmaar hoger reden verdween de zon helemaal. Tot grote verbazing van onze gps-mevrouw vonden we toevallig de autosnelweg door het Pindosgebergte. Helemaal nieuw en daarom bij haar onbekend. Op meer dan duizend meter hoogte reden we door de ene tunnel na de andere. Het was spijtig dat we een afrit moesten nemen om naar de Meteora te gaan. Net voorbij Kalambaka doken de rotspieken op, verheven boven de laagvlakte. Patrick ging meteen op verkenning na onze aankomst op camping Vrachos Kastrakis. Ik deed het rustiger met een boek in de zon. In het campingrestaurant was het druk : de pope met zijn vrouw, verder vooral oudere mensen in zondagse kleding. Op een groot vuur buiten werd ons vlees gegrild. Heel lekker.
Gisteren hebben we de Meteorakloosters bezocht. Met de moto reden we tot aan het eerste klooster. En dan begon de klim : per klooster tussen de 150 en 200 trappen. We hebben er vijf bezocht, mijn benen waren doodmoe bij thuiskomst. De kloosters zijn allemaal indrukwekkend : een rijk versierde katholicon (kerk), bijna allemaal een schat aan oude boeken, iconen en wandtapijten. En overal leven nog monniken of nonnen. We hebben ook de constructie gezien waarmee ze netten met materiaal bovenhalen, vroeger zuiver met mankracht, nu is overal elektriciteit. Het viel ons op hoeveel Grieken hier naartoe komen, heel devoot kussen ze de iconen. Wat ook bijzonder was, ik mocht nergens in mijn lange broek binnen : ik moest er een wikkelrok over aan doen. Ieder klooster had er een grote voorraad van. In het grootste klooster was een museum over de onafhankelijks strijd en over de tweede wereldoorlog. Die monniken waren echte patriotten, er waren er ook genoeg gedood door de Turkse overheersers omdat ze trouw bleven aan hun geloof.
Vanmorgen begon onze grote verplaatsing naar het zuiden. In vogelvlucht zo'n kleine tweehonderd kilometer, maar dwars door de bergen. We hebben er uiteindelijk meer dan vijf uur over gereden. Een keer verdwaald in een stadje, een andere keer een afrit gemist maar verder goed door gereden. Nu staan we op camping Delphi. Van op onze standplaats zien we onder ons het stadje en in de verte de zee. De zon schijnt en er waait een fris briesje. Wat kan het leven toch mooi zijn...
Vannacht was het hier flink koud. We hebben al onze dekens opgelegd. Maar vanmorgen was de zon weer present. Na onze oefenrit gisteren met de moto, was het vandaag tijd voor het echte werk. Met de motto naar Dodoni,zo'n 21 km van onze camping. Gelukkig vonden we een vriendelijke Grieks die ons de weg wees door ons uit de stad voor te rijden op zijn moto tot we op de goede weg zaten. We konden kiezen uit twee routes : over de snelweg, of over een kleine weg over een berg. Het leek me geen van beide ideaal, maar we kozen toch voor de kleine weg. En dat heb ik geweten : een parcours waar iedere echte motorijder van snoept, maar ik dus niet. Ik denk dat Patrick vaak gedacht heeft: " ja, ja Hyacint ik doe het rustig aan "...
Dodoni is prachtig. In een keteldal met op de achtergrond een hoge berg ligt een indrukwekkende site. Vooral het amfitheater is bijzonder : tegen een helling gebouwd met nu nog tien meter hoge zijmuren. Een jonge vrouw, die toezicht hield, vertelde dat de muren nog tien meter hoger waren in de oudheid. Waar vroeger de eik van Zeus stond hebben archeologen in de jaren zestig een eik geplant, nu al een flinke boom. Van de tempels en de politieke gebouwen (een voor de volksvertegenwoordiging en een voor de bestuurders) zie je alleen nog de grondvesten. En we waren er bijna alleen. Onderweg naar Dodoni staken we een oude man op een ezel voorbij, en op de terugweg zagen we een kudde schapen met een herder.
Gisteravond deed Patrick boodschappen in een Grieks warenhuis. Omdat hij me dat graag wou laten zien, reden we de camping voorbij. Ik zag een wegwijzer naar de Peramagrot. In onze Michelin gids stond die vermeld met drie sterren. Wij er dus naartoe. Net na onze aankomst begon een rondleiding. Dit was zonder twijfel de mooiste grot die ik ooit zag. Er hoefde niets opgesmukt te worden met gekleurde lichten of muziek, de zalen vol stalagmieten en stalagmieten maakten je gewoon stil. De gids vertelde ons dat er heel veel vormen van stalagmieten en -tieten zijn en we hebben ze gezien : cactussen, kaarsen, bomen, gordijnen, spelden... In de grootste zaal stond een stalagmiet van een half miljoen jaar oud (koolstof-14 gedateerd). Het enige euvel was dat we ongeveer 600 trappen hebben gestapt, naar beneden tot 1 meter boven het niveau van het meer tot 35 meter . Maar het was de moeite waard. Toen we terug wandelden naar onze moto, sprak een oude man ons aan. Hij was, net als zijn zoon zilversmid en hij verkocht zijn winkel uit aan halve prijs. Er kwamen bijna geen toeristen meer, en de zaken gingen heel slecht. Uit medeleven maar ook omdat hij mooie werken had, hebben we een kleinigheid gekocht.
Nu zitten we weer terug in onze camper en er hangt een dreigend onweer boven het meer. Dadelijk een glaasje wijn met de beste fata van Griekenland, uit Dodoni!
We hebben net onze eerste keer gegeten op Griekse bodem. Na een rustige nacht aan boord kwamen we vanmorgen vroeg in Igoumenitsa aan. Aan de balie van Minoan ferries hebben we onze tickets terug laten veranderen in vertrekplaats Patras. Dat bespaart ons een kleine 500 km rijden. Daarna namen we de autoweg naar Ioannina. Ongelooflijk hoe kalm het erop was. Met leedvermaak dachten we aan allen die in België in de file staan. In Ioannina was het zoeken naar de camping. Er stonden wel genoeg bordjes, maar overal plakten er stickers op of was erop geschreven. Maar nu zitten we hier als enige camperaars in de zon aan het water van een prachtig meer. Tijd om even te schrijven.
Eergisteren hebben we Ravenna bezocht, vermaard om de vijfde en zesde eeuwse gebouwen met prachtige mozaïeken. We hebben zeven van de acht werelderfgoedsites bezocht. In de stad was het er erg druk : Italiaanse schoolkinderen op schoolreis. Buiten de stad waren we bijna alleen. Daar hebben we de San Appolinare in Class bezocht,die ik meer dan veertig jaar geleden ook bewonderd heb.
Van Ravenna reden we naar Ancona. Door werken op de snelweg misten we de juiste afslag. Geen probleem, de GPS weet altijd raad. Maar deze keer vertoonde onze mevrouw een grote voorkeur voor kleine wegen. Op een bepaald moment stuurde ze ons een grindweg in vol gaten, nog net berijdbaar. Maar een steile grinthelling deed ons rechtsomkeer maken. Een volgende poging eindigde in een oprit voor de werken aan de snelweg. Dus keerden we via de snelweg terug naar de juiste afrit. Vol goede moed startten we de zoektocht naar de camperplaats. Onze mevrouw was haar abnormale neiging nog niet vergeten en weer verdwaalden we, tot we eindelijk een bordje met een camper op zagen. Bij aankomst bleek het een troosteloze plaats : weinig actieve campers, vele gestationeerde waartussen het onkruid welig tierde.
De tocht naar de haven verliep vlekkeloos. eerst controle door de douane, mét spiegel om onder de camper te kijken, dan wachten in de rij. We moesten geduld oefenen : de ferry was meer dan een uur te laat aangemeerd, eerst alle voertuigen voor Matras erop en uiteindelijk wij. Omdat we na dertig jaar onze trouwreis dunnetjes overdoen had ik een buitenkajuit geboekt, wat volgens Patrick weinig zin had, want we zagen alleen maar water...
Vanmorgen scheen de zon. Dat deed deugd na de voorbije sombere dagen. Op de boerderijcamping in Zwitserland heeft het voortdurend geregend, ook "s morgens nog toen we richting Gottard vertrokken. Patrick had gezien dat we vlakbij Küssnacht logeerden. Als trouwe Belgen zijn we het kapelletje waar onze koningin Astrid verongelukt is, gaan zoeken. Met de hulp van een vriendelijke Zwitser hebben we het onmiddellijk gevonden. Heel sober, maar ook dramatisch als je leest dat Astrid nog maar 29 jaar oud was toen ze verongelukte....
Vandaar reden we naar de Gottardtunnel. De pas is nog altijd gesloten, wat goed te geloven is. Boven de bomengrens zijn de toppen nog maagdelijk wit. Terwijl het af en aan regende, reden we door het prachtige landschap van Centraal Zwitserland. Het is net alsof je door een miniatuurlandschap rijdt : in vergelijking met de bergen zijn de huizen, de kerkjes, de treinen zo klein... Een tweetal km voor de Gottardtunnel begon de file, maar alles is met lichten geregeld en je vordert gestaag. Tot het onze beurt was om de 17 km lange tunnel in te rijden. Toch een vreemde ervaring, meer dan een kwartier ondergronds rijden. Onwillekeurig moest aan het bus ongeval in Sierra denken... Toen we de tunnel uitkwamen was het droog, maar de wolken hielden de zon nog altijd tegen. Na een duur middagmaal in het restaurant van de parking Gottard Sud reden we nog een uurtje tot aan de Italiaanse grens. Onze GPS bracht ons zonder probleem naar de camping. Het is hier groen en met prachtige oude bomen. Verder ziet het er wat uitgeleefd uit, of is dit Italiaans ??? We wandelden langs het meer naar het stadje op zoek naar een restaurantje. Lavena Ponte Treza is duidelijk een grensstadje, dat leeft van de Zwitsers van over de grens. Naast de camping lag een Yama Fusion restaurant, maar dat leek van buiten niet veel bijzonders. Omdat ik na onze wandeling moe was, besloten we het toch te proberen. Ik zei nog tegen Patrick dat het te hopen was dat we er geen diarree aan over hielden. Binnen waren we aangenaam verrast : een sober interieur, en Japans, zoals we al vlug hoorden. We kregen een tafel voor twee, we hebben een erg lekker menu gegeten en we zagen de zaak vollopen. Toen we naar buiten gingen stonden er nog rijen wachtenden voor een plaatsje. Blijkbaar hadden we hét restaurant van de streek gevonden.
Straks vertrekken we voor een lange rit door Noord-Italië, naar Ravenna. We gaan nu twee maal overnachten op een camperplaats. Mijn volgende bericht zal uit Griekenland zijn.
Gisteren zijn we ondanks veel regen en file goed aangekomen in Speyer. En hier scheen de zon. We vonden een camping bij het Techniek Museum. Het centrum lag op wandelafstand. Het stadje ligt direct naast de Rijn, en de beroemde Romaanse basiliek staat - raar genoeg- buiten het centrum. In restaurant Peterselie hebben we lekker gegeten, dus geen wurst met sauerkraut. Na een eerder koude nacht (we hebben een zomerdeken op ons bed liggen) hebben we de basiliek uit de elfde eeuw bezocht. Indrukwekkend! Na het middageten zijn we vertrokken naar Meierskappel in Zwitserland. Nadat we over de grens waren werd de lucht donker en dreigend. En even later viel de regen er met bakken uit.
We staan nu op een boerderijcamping en het donkere weer heeft ons gevolgd.
In Delphi probeerden we melk te kopen voor ons ontbijt. In de hele winkel vonden we geen melk. Bij navraag bleek er ook geen melk te zijn. We hadden wel nog geen koeien gezien, maar schapen en geiten des te meer. Uiteindelijk geven die ook melk. Toen we terug thuis waren, hoorden we dat de kerncentrale van Tsjernobyl ontploft was. Wegens de straling mocht er in Griekenland geen melk verkocht worden. Uiteindelijk begrepen we het!
Ondertussen meerde de veerboot in Paros aan. Op de kade stonden een heleboel mensen te wachten. Het waren geen nieuwe passagiers, maar verhuurders van kamers, bleek snel. Na een dagje zon en zee huurden we een blauwe Vespa. De eerste kilometers gingen wat schokkend en hakkelend, maar je moet alles leren. eens wat beter gewend, gingen we voluit bergop, tot opeens het achterste wiel veel sneller wou dan het voorste en de Vespa steigerde. Tot onze verwondering stonden we plots rechtop met de steigerende Vespa voor Patrick. Van toen deden we het wat voorzichtiger. Paros staat vol witgekalkte huizen, bijna evenveel kerkjes met allemaal een blauwe koepel. Er leven zeker zoveel ezels als mensen, en overal zie je de zee.
Om een beetje cultuur op te snuiven namen we de ferry naar Delos, een nu onbewoond eiland waar ooit veertigduizend inwoners leefden. Door oorlogen en plunderingen werd het in de 1ste en 2de eeuw volledig verwoest. Al was er een stralend blauwe hemel, toch was de zee heel woelig. We waren allebei zeeziek toen we van de boot stapten. In de namiddag keerde de ferry terug om de bezoekers weer naar de bewoonde wereld te brengen. Het was een vreemde ervaring, met een tiental mensen door verder verlaten opgravingen te wandelen. Van Delos bezochten we Myconos, het Ibiza van Griekenland. Heel toeristisch met overal winkeltjes, en molens die niet meer draaiden.
Het laatste eiland dat we bezochten was Santorini. Eigenlijk is het het overgebleven deel van een nog actieve vulkaan na een uitbarsting in de oudheid. Om het bewoonde deel van het eiland te bereiken stapten we meer dan vijfhonderd treden langs de steile rotswand van het zeeniveau omhoog. We waren er net tijdens het orthodoxe Paasfeest. Tijdens onze wandeling over het eiland naar het pekzwarte lavastrand zagen we overal lammetjes aan het spit.
Gisteren vierden we onze dertigste huwelijksverjaardag, heel bescheiden met een etentje thuis. Toevallig kwam een goede vriendin op bezoek, en onze zoon, vrij tussen twee jobs, had een motorritje gepland van Antwerpen naar huis. Dertig jaar geleden was de lente nog ver weg op 19 april. Gisteren daarentegen scheen de zon, de tulpen bloeien en de bomen kleuren in alle tinten zachtgroen.
Donderdag 24 april legde de boot 's avonds aan in Patras. We vonden een kamer voor 1000 drachmen (wat nu zo'n 3 euro zou zijn!). De volgende morgen namen we de veerboot naar Nafpaktos. Ik herinner me nog dat we in de stralende zon nog vroeg in de morgen aan de kade zaten en door het heldere water de vissen zagen zwemmen. Vanuit Nafpaktos reed een bus naar Delphi. Met de bus reizen in Griekenland was een avontuur. Je moest op voorhand kaartjes kopen, want de bus zat vol als alle zitplaatsen op waren. Dat de kaartjes dan ook genummerd waren volgens plaats, hadden wij niet begrepen. Wij gingen dus zitten op de eerste vrije plaatsen. Plots stond er een Griek naast ons die driftig naar zijn kaartje wees, waarop wij onze kaartjes te voorschijn haalden en er ook naar wezen. Van zijn Griekse woordenstroom begrepen we niets. En omdat wij niet reageerden, keek hij even naar onze kaartjes en ging met een zucht op de ons toegekende plaats zitten.
Na een rit van drie uur door een schitterend landschap stapten we uit in het moderne Delphi. Het oude Delphi ligt vijfhonderd meter verder. De eerste aanblik was overweldigend: de tempelruïnes, het amfitheater en nog hoger het stadion, daarachter een monumentale rotswand. Hoog in de lucht cirkelden arenden. De dag erop stelde Patrick voor om naar de zee te wandelen door de olijfgaarden. Vanuit onze kamer keken we uit op de zee, en die leek bedrieglijk dichtbij. Al vlug stelden we tot onze teleurstelling vast dat de afstand veel verder was dan gedacht. Patrick heeft wel de irrigatie en het onderhoud van de olijfgaarden bestudeerd, en hij kon de werkwijze goedkeuren.
Van Delphi namen we de bus naar Athene. We kwamen 's avonds laat aan op het Omoniaplein. Het was er chaotisch druk, lawaaierig, broeierig warm en het stonk naar uitlaatgassen (de beroemde smog van Athene in de jaren tachtig). Terwijl ik bij de rugzakken bleef, zocht Patrick een kamer. Die nacht sliepen we vierhoog in een stad die nooit stil werd. Eigenlijk viel Athene ons erg tegen. We bezochten zoals alle toeristen de Acropolis en omgeving. Het was er zo druk dat de enige foto die Patrick kon maken zonder anderen erop een klaproosje was tegen een omgevallen zuil...
We namen dan ook vlug de beslissing om Athene te verlaten en naar de eilanden te varen, van Piraeus naar Paros.