Vandaag brengen we onze laatste hele dag in Griekenland
door. Het is tijd om te overlopen wat we beleefd hebben.
Allereerst is Griekenland bijna nergens vlak. Het is
minstens heuvelachtig en overwegend bergachtig. Geen lieflijke bergen zoals bij
Heidi, maar ruw, ontoegankelijk, steil. Het gevolg is dat er maar af en toe een
recht stuk weg is, vooral bochten in alle soorten. Vier rijvakken zijn dan ook
zeldzaam, op een paar nieuwe autowegen na. Als je daarop wil rijden betaal je
tol, en voor een camper is dat evenveel als voor een autobus. Het is dus niet
goedkoop, er is dan ook weinig verkeer. Die snelwegen zijn wel echte
huzarenstukken: tunnels, viaducten, en dat regelmatig op grote hoogte. Door een
dorpje rijden met de camper is vragen om moeilijkheden: overal staan autos
geparkeerd, de wegen zijn amper breed genoeg om één auto door te laten. We
hebben regelmatig achteruit terug moeten rijden om een andere weg te proberen.
Met de moto is het een heel ander verhaal. Grieken rijden heel veel met
brommers en motos. Met al de bochten is het hier een paradijs voor een echte
motorijder. Niet voor mij dus: scheefhangen in de bochten tot je benen bijna
het asfalt raken, ik huiver ervan. Ik moet toegeven dat de moto wel een ideale
oplossing was om ons te verplaatsen; We zijn overal geraakt waar we wilden zonder
grote inspanningen. Dat heeft het mogelijk gemaakt dat ik uitgerust aan de
wandelingen op de sites kon beginnen.
De Grieken zelf zijn heel vriendelijke mensen. Ze zijn
altijd tot een babbel bereid, en al is het niet altijd makkelijk om hun Engels
te verstaan, ze krijgen heel veel verteld. We hebben heel veel verschillende
mensen ontmoet: een Griekse jongeman die ons een heel stuk voorreed op de moto,
twee politiek geëngageerde neven die niets van Tsipras moesten hebben, een oud
vrouwtje dat een camping uitbaatte en ons eieren, sinaasappels en kruiden gaf,
een middelbare scholier die in perfect Engels vertelde over de camperplaats van
zijn ouders, een oude campinguitbater met een doorrookte stem die Patrick een
kruisje en voor mij een armband gaf, de dronkaard die ons naar het restaurant
van een vriend wilde brengen. Eigenlijk kan ik blijven vertellen, elke
ontmoeting had wel iets speciaals. Je merkt wel dat dit land een zware crisis
doormaakt: in de dorpen zie je bijna geen jonge mensen. Heel veel oude mensen
werken nog: kleine zelfstandigen die waarschijnlijk amper of geen pensioen
hebben. Op het platteland en in de bergen staan veel vervallen huizen. Hier en
daar zagen we zelfs plaatijzeren krotten die bewoond waren.
De Griekse keuken is lekker (wat we al wisten, maar nog eens
bevestigd kregen). We hebben in geen chique restaurants gegeten, alleen in
echte Griekse tavernas met meestal een beperkt menu. Ik heb reeds verteld over
de sublieme moussaka die ik in Korinthe at. Patrick heeft verschillende keren
zelf tzatziki gemaakt en zijn tzatziki heeft nu echt wel een Grieks niveau
bereikt. De meeste winkels in de dorpen verkopen maar een beperkt aantal
groenten: tomaten, aubergines, courgetten, komkommers, rode uien en knoflook.
Als we zelf kookten, was de keuze dus eerder beperkt: Griekse salade en een
stoofschotel met groenten, wat vlees of vis. Beenhouwerijen hebben we hier niet
gezien. In de meestal kleine supermarkets die we bezochten lag alleen diepvries
vlees en vis. Brood is een geval apart. Bakkerijen vind je in elk dorp. Het
brood kan alle vormen aannemen: van groot Frans brood, plat Frans brood tot
rond, maar nooit zo dik als thuis en altijd wit. Een keer hebben we donker
brood gevonden. Sinaasappels zijn hier spotgoedkoop, Abrikozen en pruimen iets
goedkoper, maar appels en peren zo duur als thuis. Levensmiddelen zijn hier
niet goedkoop: melk is duurder, vlees en vis ongeveer even duur.
De campings dan. Ik heb het al geschreven: veel goede wil
maar weinig vakmanschap. Het sanitair en de afwaskeukens zijn netjes, maar oud.
Alles lijkt minstens dertig jaar geleden gebouwd te zijn. Op de camping bij de
Meteora stonden wij bij het nieuwe toiletgebouw, toch ook al tien, vijftien
jaar oud. De Griekse afvoerleidingen zijn niet berekend op toiletpapier. Dat
moet je deponeren in een afvalemmer naast het toilet. Een gewoonte die we
kenden uit Noord Afrika. Op de drukste campings stonden geen twintig campers of
caravans. Het is hier nog echt laagseizoen. Af en toe zagen we mensen terug op
een volgende camping. Zo zagen we viermaal een Duitse hotelbus die zowat
dezelfde route volgde. Als we geluk hadden was het campingrestaurant open,
anders was het op zoek gaan in het dorp of zelf koken. De prijs per
overnachting is niet echt goedkoop: minimum 17 euro en het maximum tot nu toe was 25 euro, meestal
elektriciteit inbegrepen. Op een van de duurste campings moest je 20 eurocent
betalen voor warm douchewater. Dat was voor Patrick erover: de tweede keer zijn
we samen gaan douchen in een cabine
Het sanitair onderweg was bijna altijd in orde, soms zonder toiletbril maar
altijd proper. In een van de Meteorakloosters stond nog een authentiek Frans
toilet, maar de nonnekes hielden het echt schoon.
We hebben prachtige sites gezien. In vergelijking met dertig
jaar geleden was alles veel professioneler en beter georganiseerd. Nette voetpaden,
geen geklauter meer tussen archeologische resten. Ook stonden er meestal borden
met uitleg in het Grieks en het Engels, in Olympia ook in het Duits, want
Olympia is opgegraven door Duitse archeologen. Eigenlijk waren het Fransen die
de eerste resten vonden, maar omdat ze alles wat ze gevonden hadden
onmiddellijk naar Parijs versjouwden, verbood de Griekse regering hen om terug
te komen. In Mystra hadden ze geen goed gedacht over het intellectueel niveau
van hun bezoekers: elk bord werd minstens eenmaal, maar vaak tweemaal herhaald
De inkomgelden zijn niet goedkoop: voor de grote sites betaal je twaalf euro
per persoon, maar je kreeg wel waar voor je geld. Het museum van Olympia was
het mooiste dat we zagen, met Delphi bijna even goed. Kleine sites zoals het
kasteel in Kastro of het folkloremuseum in het dorpje bij Delphi waren (nog)
niet geopend.
Het weer was niet echt schitterend. We hebben een paar keer een lichte regenbui gehad en vorige zaterdag een echte zondvloed. Meestal was het s morgens zonnig maar kwamen in de loop van de dag de wolken opzetten, wit maar ook grijs. De temperatuur schommelde tussen de 20 en de 25 graden, maar wel met regelmatig flinke eerder koele wind. Vandaag (onze laatste dag) is het schitterend weer. De zon is echt warm, de hemel stralend blauw. Nu steekt er wel weer een frisse wind op.
s Nachts hebben we het niet te warm gehad. We hadden ons dekbed thuisgelaten en sliepen met een deken, sprei en enkele plaids, wat den heel
gedoe was.
Eindconclusie: we
hebben een prachtige vakantie gehad. Nu nog de overtocht met de boot en in drie
dagen naar huis rijden.
|