Nog geen 5 minuten later werd ik één van hen. Met mij in het ziekenbed reden ze door de gangen; van de vierde verdieping naar het gelijkvloers. Akelig op zijn minst, want meer dan het plafond kon ik heel die tijd niet zien. Een infuus, en nog een prik, ik had het er wat moeilijk mee dat ik plots iedereen moest vertrouwen in wat ze met mij deden, maar op dat moment was het te laat om nog terug te keren. Annie gaf dan wel een bezorgde blik, maar was een prima verpleegster om me gerust te stellen. De lampen maakten me duidelijk dat ik in de operatiekamer was; het was er ook veel koeler dan verwacht. Hier werden duidelijk de voorbereidingen op mijn operatie getroffen. Ik overdacht snel dat ik beslist wou lachen als ik die namiddag terug het licht en de mensen zou zien. Toen ik nog wakker was, legde ik alle vertrouwen in wat ze me toedienden om te slapen - alle hoop dat ik nadien terug wakker zou worden. Ik voelde het slaapmiddel door mijn ader komen.
Zeg maar eens iets door de telefoon, vroeg Annie. Amper tot besef gekomen dat ik er terug was na een geslaagde operatie, legde Annie de telefoon aan mijn oren, in rechtstreeks contact met mijn ouders. Een zalig besef dat ik terug wakker was. I did it, yes!! Half in slaap, half in pure blijheid, half met pijn hoorde ik de verpleegsters praten. Hoe belangrijk dat ik mensen hoorde, dat de stilte mij niet achterliet. Ik moet waarschijnlijk de laatste op recovery geweest zijn, toen een verpleegster een praatje met me kwam slaan. Al had ik nog veel pijn, ik kon mee praten en was haar dankbaar dat ze zo dicht bij me en geïnteresserd wou zijn. Haar naam weet ik dan niet meer, maar ik zal zeker niet vergeten wie ze voor mij was.
Ja ik ben er, ik ben er... Een collega en mijn ouders zaten reeds een paar uur te wachten in de kamer. Duidelijk blij maar ook een beetje geschrokken bij het zien dat ik moest revalideren.
Een schreeuw van pijn, een blik van eenzaamheid, een fonkel van hoop, een tik van ongeduld... duidelijk aanwezig bij mensen die me aankeken toen ik de gang doorwandelde. Hoe belangrijk het is dat je naar een patiënt lacht, dat je hen goeiemorgen wenst, dat je even naar hen kijk... ik realiseerde dat het ziekenhuis snel een eigen verhaal krijgt. Een verhaal waar ik vroeger niet stil bij stond, waar ik té weinig aandacht voor had. De nacht was er stil, maar ieder lag er met zijn eigen vragen.
Ik zocht nog snel en vond haar. Mijn verblijf was dan wel kort, maar een dankjewel aan de verpleegster was het minste wat ik kon doen. Zij en haar collega's betekenden veel voor mij. Maar niet alleen zij, maar ook mijn ouders, familie, vrienden, collega's. Door een berichtje, een bezoek, samen met hen zal ik worden wie ik voorheen was. De goede zorgen van mijn ouders, de wegemeende 'Hoe gaat het me je'... een mens groeit opnieuw.
Zo heel af en toe maak ik nu een vreugdesprong; ik voel me elke dag een stukje beter. Tegelijkertijd denk ik aan mensen die nog in het ziekenhuis zijn, aan mijn kamergenoot of hij ook al naar huis zou mogen en aan de verpleegsters die elke dag hun werk met hart en ziel willen doen. Ze hebben indruk gemaakt op mij.
Ik word wat ongeduldig dat ik nog niet naar Gent kan. Nog even op mijn tanden bijten. Maar binnenkort trakteer ik!
Aan mijn ouders, familie, vrienden, collega's... dank je wel!
10-11-2007 om 23:24
geschreven door Gert Bourgeois 
|