Inhoud blog
  • 919 Foto's erfgoedmeise
  • 918 Gids van Vlaanderen
  • 916 Verzamelingen
  • 920 Pers. archief Meise na 1945
  • 087 Roothuisje Plantentuin
    Zoeken in blog

    Foto
    Foto
    Foto
    erfgoedmeise
    Sib
    17-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.415 Van Campenhout Jules

    Hij werd geboren te Meise op 28 augustus 1901 en is er opgegroeid.  Hij beleefde er het wel en wee met mensen van zijn tijd.
    Op 28 november 1928 huwde hij met Céline Vanderbeken.  Uit dit huwelijk sproten 9 kinderen : 5 zonen en 4 dochters.
    Hij is de sociale werker van het eerste uur (1927).  In 1927 stichtte hij de plaatselijke ziekenkas en was de grote bezieler van de arbeidersorganisaties.  Hij was lid van de Koninklijke Maatschappij der Gewezen Soldaten  en van de fanfare Concordia, naast ongeveer alle sociale verenigingen.  Hij behoorde tot de eerste beiaardvrienden die in 1951 de oude beiaard realiseerden.
    In 1938 werd hij tot gemeenteraadslid verkozen.  In 1947 werd hij burgemeester van de gemeente Meise tot de fuzie met Wolvertem en Oppem.
    Hij is de grondlegger en de promotor van de sociale woningenbouw in Meise, dit vanaf 1947.  Reeds in 1949 werd gestart met de bouw van een reeks sociale woningen in de wijk Kasteelveld.  Dit om te verhelpen aan de schrijnende woningnood van toen, vooral bij minder begoede mensen.  Onafgebroken heeft hij dit grote werk ter harte genomen.  Toen stonden er al 300 sociale woningen in Meise en er kwamen er nog meer.
    Hij was en bleef de echte burgervader van alle mensen van Meise, die hij steeds met raad en daad bijgestaan heeft, zonder zich te bekommeren om hun politieke gezindheid of sympathie voor anders denkenden.  Zijn hoofddoel was : mensen in nood bijstaan en helpen om over hun tijdelijke moeilijkheden heen te geraken.  Dat heeft hij gans zijn lange loopbaan gedaan.
    Onder zijn impuls groeide de gemeente Meise uit tot een van de mooiste landelijke gemeenten van Brabant, waar het goed is om wonen.

    Op 23.9.1972 viering 25 jaar burgemeester van Meise : Toespraak voorzitter Jeugdraad Jef De Cuyper in naam van 3 raden Jeugdraad, cultuurraad en Sportraad

    Op 24 september 1977 werd zijn 30 jarig burgemeestersambt gevierd.
    Geschenk Maurits Naessens : originele plaat van Frans Masereel ingetekend door de weduwe, gewijd aan de bevrijding uit het concentratiekamp
    Toespraak Guido Erard ?
    Bericht aan de inwoners 13.9.1877
    Feestcomité onder schepen Xavier Olbrechts 14.12.1976
    Erecomité o.l.v. Eugeen Hemeleers


    17-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    16-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.418 Jos Lettens

    Jos Lettens was de zoon van Filibert en betrok de ouderlijke boerderij in de Kardinaal Sterckxlaan, nu omgebouwd tot dierenvoederbedrijf.  Hij was onze eerste belleman in de beiaardfeesten.  Hij volgde toneel aan de Academie in Meise en werd een verwoed toneelspeler in Kris Kras.  Later zou hij met enkele vrienden het cabaretgezelschap Sympatica oprichten, dat regelmatig optrad voor het goede doel.
    Hun namen werden op een van de beiaardbanken op de luisterplaats tussen de bibliotheek en de pastorie St.-Martinus aangebracht.

    Stamboom

    vermeld op de beiaardbanken met Jos


    Op mijn 59ste verjaardag verloor ik een van mijn beste vrienden.  Ik leerde Jos beter kennen tijdens de werkzaamheden voor het omvormen van het podium van het Willy Van den Berghecentrum tot het Spinet in het kader van toneelkring Kris Kras.  Samen met Louis Dierickx, mijn broer Piet en andere Kris Krassers hebben wij de sportzaal afgesloten van het podium met cyproc platen.  De Jos en ik werden belast met het afhalen van zetels van een failliete cinemazaal in Antwerpen.  Onderweg is een spontane vriendschap ontstaan.

    Toen zijn vrouw Alice nog leefde ging ik regelmatig langs op de boerderij (nu winkel voor dierenvoeding).  Achter het houtstoofje beleefde ik daar de sfeer van vroeger op onze boerderij Boechtstraat 21 (de Rozenboom).

    Toen Up with people de eerste keer te gast was in Meise trokken de Jos en ik naar Esch sur Sûre (Luxemburg).  De reden was dat een Luxemburgse T.V.-zender het optreden van de wereldvermaarde groep uitzond en dat wij dat niet konden ontvangen  in Meise.  Ik beloofde onze logés van Up with people een copie van hun optreden.  Maar daarom moesten wij tot ginder.  De plaatselijke dorpsonderwijzer had een video en nam de show voor ons op.  Wij logeerden toen in een appartement van Joséke, de dochter van de vrienden van Jos.  Bij zijn overhaast vertrek was de Jos vergeten verse kousen aan te trekken.  Hij vreesde dat deze kousen op de stoel voor zijn bed enige reukhinder zou opleveren.  Wij sliepen in dezelfde kamer.  Daarom kieperde hij zijn kousen in de papierbak voor de hele nacht.

     De Jos was daar zowat vriend aan huis bij al die stijve Luxemburgers.  Want die mannen en vrouwen  ontdooien is geen lachertje.  Anna en Frank en hun kinderen, die een groot stuk van het toerisme in die streek beheren, waren ons vertrekpunt.  De Jos had daar zijn eigen kamer, waar zijn pantoffels onder het bed stonden.  Hij ging daar prat op.  Maar bij ons volgend bezoek legde Anna de Jos voor de gelegenheid op de mansarde (een kamer waar de buitenmuur bestond uit de natuurlijke rotsen).  Ik kreeg zijn kamer en voelde mij er onmiddellijk thuis.  Toen werd ik ’s avonds in het Hotel de la Gare ingelijfd als ingezetene van Esch.  Ik werd daar prompt aan de stamtisch, een ronde tafel naast de toog, geïnstalleerd en kreeg een rondje van al de aanwezigen.  De lokale drank is de Quetsch (jenever 50 graden) van kleine blauwe pruimpjes.  ’s Anderendaags gingen wij de afvaart doen van de Moezel.  De hele voormiddag had ik een eigenaardig gevoel.  De lucht en de bodem schommelden zoals het water in de zee.  Dat werd echter deels gecompenseerd door de deining van het schip.  Maar toen ’s middags het gastronomisch maal geserveerd werd op het dek, was alles bij toverslag over.  De organisatie van de tocht was in handen van de tuindersclub waar Frank voorzitter van was.  En wij werden lid gemaakt van deze vereniging.


    16-04-2014 om 10:12 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.406 Keizerin Charlotte van Mexico

    Charlotte was de dochter van Leopold II.  Zij werd geboren in het kasteel van Laken op 7 januari 1840.  In 1856 ontmoette zij aartshertog Maximiliaan von Habsburg, broer van de keizer Frans Jozef van Oostenrijk.  Ze huwden op 27 juli 1857.
    Er waren troebelen in Mexico.  Een monarchistische groep kwam op het kasteel van Miramar bij Triëste en slaagde erin de aartshertogen te overtuigen de troon te bestijgen.  Maximiliaan en de aartshertogin scheepten in naar Vera Cruz op 28 mei 1864 en werden gekroond op 12 juni 1864.
    Een guerillaoorlog brak uit in Mexico en het Franse leger ontscheepte in Mexico waar ze aan de zijde van de Belgische troepen streden.  Onder bedreigingen van de U.S.A. trok Napoleon III zijn troepen terug en liet de jonge keizerin in de steek.  Keizerin Charlotte trok in 1866 naar Parijs om tevergeefs hulp te vragen aan de keizer van Frankrijk.  Twee nieuwe ontmoetingen kondigden haar mentale instorting aan.  Haar ontmoeting met paus Pius IX werd nog tragischer.  De keizerin ging er mentaal aan onderuit.
    Ondertussen werd keizer Maximiliaan gefusilleerd door de opstandelingen in Queretaro op 19 juni 1867.  De ongelukkige keizerin werd later van Triëste, waar ze door Franz-Joseh opgesloten werd,  overgebracht naar België door koningin Marie Henriette en generaal baron Goffinet.  Zij werd ondergebracht in het kasteel van Tervuren op 6 augustus 1867.  Na een brand  op 3 maart 1879 kwam de hoogwaardige zieke naar het kasteel van Boechout in Meise op 5 april 1879, nadat ze 5 weken in Laken was. Zij werd er omringd door haar hofhouding met de tederste zorgen o.l.v. baron Goffinet, de tussenpersoon met de koning.
    Leopold II zou het geld van Charlotte gebruikt hebben voor zijn Congo-avontuur.
    Hier begint het verhaal van Madeleine, de dochter van de teeltoverste Johannes De Cuyper, die vanaf 1921 tot de dood van de keizerin op 19 januari 1927 ooggetuige was en als kind de keizerin kon benaderen.  Haar verhaal dat grondig geverifieerd werd verscheen in "De waanzin van Charlotte" uitgegeven bij Epo in 2000.  De werk(st)ers op het kasteel getuigden ook van hun kortstondige ontmoetingen met de keizerin.  Een collectie geschenken van de keizerin aan de familie De Cuyper staat tentoon gesteld in een glazen schrijn in de bibliotheek van Meise.
    Over de keizerin werden verschillende boeken geschreven, waarvan de meeste in Mexico in de Spaanse taal.
    Bibliografie :
    Charlotte de Belgique van Comtesse H. de Reinach Foussemagne Libr. Plon Paris 1925
    Het koninklijk domein van Boechout van Edwin Ganz 1941 (oorspr. F en vert. N)
    De waanzin van Charlotte van Jos Pauwels (red.) uitgegeven bij Epo in 2000
    De keizerin van Mexico van Patrick Bernauw Davidsfonds 1999
    Verzameling Sib Meise Charlotte was rood van Patricia Galeana geschiedkundige van de Autonome Universiteit van Mexico (UNAM)
    Nieuw licht op Leopold I & Leopold II Het archief Goffinet Koning Boudewijnstichting 1997
    Tijdschrift Berla publiceerde :
    Prinses Charlotte, keizerin van Mexico 168 93.34.10
    Charlotte en Maximiliaan  van Julia Cornelissen 331 00.61.09
    De waanzin van Charlotte Pauwels e.a.  342 01.63.03
    L’impératrice Charlotte Le soleil de la mélancholie Dominique Paoli Perrin
    De kinderen van de koning alle erfgenamen van Leopold I Reinout Goddijn
    El castillo encantado de Maximilano y Carlota
    Leven en liefdes van Leopold I Henriette Claessens

    Op 5 april 1999 ging er een historische evocatie door in het kasteel van Boechout.
    De ambassade van Mexico richtte haar 3de colloquium "Ontmoeting van liberalismes" in op 14 en 15 april 2003 in Hertoginnedal in Brussel en de groep bezocht het kasteel van Boechout in Meise.
    Bij deze doen wij een oproep om via deze bron Sib te informeren over alles wat met de keizerin te maken heeft, om haar verzameling uit te breiden.

    Carlos Monsiváis Aires de familia. Cultura y sociedad en América Latina. Barcelona, Ed. Anagrama, Collección Argumentos, 2000
    Ignacio Díaz Ruiz. America l : apuntes para el fin del sigloatina in Patricia Galeana (coördinatrice).  Latinoamérica en la concienciaeuropea.  Europa en la conciencia latinoamericano.  Mexico, AGN, CCYDEL-UNAM, FFyL-UNAM, CONACULTA, FCE, 1999
    Emile de Kératry.  L’élévation de la chute de l’empereur Maximilien.  Intervention française au Mexique, 1861-1867.  Paris, Librairie Internationale, 1867
    André Castelot.  Maximiliano y Carlota.  La tragedia de la ambición, Mexico, Edamex, 1985
    José C.Valdés.  Maximiliano y Carlota en México.  Historia del Segundo Imperio.  Mexico, Diana, 1993
    Martin Quirarte.  Histografía sobre el Imperio de Maximiliano.  Mexico, UNAM, 1970.
    Suzanne Desternes y Henriette Chandet. 
    Maximiliano y Carlota.  2de uitgave, Mexico, Diana, 1968.
    Emmanuel Masseras.  Ensayo de un imperio en México. 
    Libros del Bachiller Sanson Carrasco, 1985.
    Emile de Kératry.  Elevación y caídadel emperador Maximiliano.  Intervencion francesa en México. 1861-1867.  Mexico.  Imprenta del comercio, 1870.
    Emmanuel Domenech. 
    Recuerdos de la época de la Intervención.  México tal cual es (1866) … Querétaro.  Demetrio Contreras, editor, 1922.
    Francisco de Paula de Arrangoiz.  México desde 1808 hasta 1867.  Mexico, Porrúa, 1968.
    José Luis Blasio.  Maximiliano íntimo; el emperador y su Corte (Memorias de un secretario particular).  Paris/Mexico, Vda. De Ch. Bouret, 1905.
    Patricia Galeana.  Monarquía o Repùblica?, México y su Historia (1855-1867), deel 7 – Los Tratados de Miramar.Mexico, UTEHA, 1984.
    Archief José C. Valadés.  Archief van Wenen vertaald in het Spaans.  Correspondencia sostenida entre el emperador Napoleón III, la emperatriz Eugenia, el archiduque Maximiliano y la archiduquesa Carlota, de octubre de 1861 a el 8 noviembre de 1866.
    Niceto de Zamacois.  Historia de Méjico, deel XVII, Barcelona/Mexico, J.F.Parres, Editor, 1881.
    Jesús García Guttiérrez.  La Iglesia Mexicana durante el Segundo Imperio.  Mexico.  Editorial Campeador, 1955.
    Andrew N. Cleven.  The ecclesiastical Policy of Maximiliano of Mexico, in The Hispanic American Review, Duke University Press, 1929.
    Egon Conte Conti. Maximiliano y Carlota.  Vertaling van Vicente Caridad, Mexico, FCE, 1944.
    Armand Praviel.  La vida tragica de la emperatriz Carlota. 1937 Serie Vidas Extraordinarias.1932  Buenos Aires Madrid Espasa Calpe.
    Alfred Jackson Hanna en Katryn Abbey Hanna.  Napoleon III y Mexico.  Mexico, FCE, 1973.
    Decretos y reglamentos(…) del Imperio Mexicano. 
    Mexico, Imprenta de Andrada en Escalante, 1865.
    Pierre de la Gorce.  Histoire du Second Empire.  Paris, 1874.
    Vicente Riva Palacio.  Antología.  Mexico, UNAM, Biblioteca del Estudiante Universitario, 1976.

    287 tot 290
    In de biografie van onze betreurde keizerin van de hand van Mia Kerckhove “Charlotte Van Laken tot Mexico : biografie van een keizerin”, uitgegeven bij Lannoo vertelt de schrijfster over de keizerin in Meise van 5 april 1879.

    Einde juli 1867 terug in Tervuren
    3 maart 1879 kasteel Tervuren brandt af
    5 weken in Laken
    5 april 1879
    Koning Leopold II kocht van graaf de Beauffort het kasteel van Boechout en van baron d’Hoogvorst het kasteel van Meysse. Bijna een halve eeuw woont Charlotte in het versterkt kasteel.
    In de biografie staat vermeld dat Maurice Van Laer hoofdtuinier was van Boechout.  De kleine Maurice was misdienaar en mocht ‘s zondags de mis dienen, uitgerust in prachtige zijde.  Als tijdens de consecratie het belletje rinkelde, riep de keizerin : “Entendez vous le canon?”.
    Rosalieke was vanaf haar 16 in dienst van de keizerin.  Zij mocht het fijne linnen strijken en werkte van zeven tot zes, met een middagpauze van twee uur.
    Vader Vandiest stond 35 jaar lang in dienst van het kasteel.  Hij was lakei en nam plaats naast de koetsier voor ritjes in het park.
    Julie Doyen was kamermeid en maakte het herhaaldelijk mee dat de keizerin woedend werd als ze de afbeelding zag van Frans-Jozef.

    Eens in het jaar op 15 augustus konden de Meisenaarts tijdens de Mariaprocessie de keizerin zien.  Er werd dan snoepgoed uitgedeeld aan de kinderen.  Mij werd verteld dat het hier om de St.-Annaprocessie ging.  De keizerin verscheen toen op het balkon, waaronder een altaartje werd opgericht en waar de pastoor de monstrans even kon laten rusten.

    Op de eerste dag van elke maand gaat zij even in een bootje zitten dat in de slotgracht aangemeerd ligt (foto)
    Op 18 januari 1927 overlijdt zij ten gevolge van complicaties bij een griep.  Er bestaan foto’s op haar sterfbed en van haar begrafenismis in de kerk van St.-Martinus.

    Enkele uittreksels uit de biografie :

    Pag.50 Huwelijkslijst van Charlotte : 6 dozijn slaapmutsen, 18 dozijn zakdoekjes, 44 japonnen (groen, zwart en paars fluweel), Brusselse en Gentse kant.
    Pag. 157 Chef pâtissier Le Grève was in 1924 in dienst van de keizerin
    Pag. 168 Zij moet het gemis aan een kind zeer pijnlijk aangevoeld hebben en had een adoptieplan Iturbide Augustin
    Pag.176 Leopold I met gezwollen voeten wandelt hij nog eens richting Meise + 10.12.1865
    Pag. 215 Ontzettend jammer is het dat Charlotte geen kind heeft.  Wellicht zou dit voor haar een laatste houvast betekenen, een betrachting, gewetensvol zoals zij is, de nodige levensmoed zou kunnen vinden.
    Pag. 217 Rapport van de graaf van Vlaanderen door dr. Riedel en Jilek “waanzin”
    Pag. 269 Moniteur belge 10 januari 1867 Lettre de Vienne : Wij vernemen dat de geneesheren die keizerin Charlotte behandelen, haar volledige genezing hebben vastgesteld.

    Habanera gezongen door Cub. Concta Mendoza
    La paloma
    Als zich toevallig bij je raam
    Een duifje neerzet
    Wees er dan lief voor
    Want ik ben het
    O, Chiquita, zeg ja,
    zeg dat je mij liefde geeft.
    O, kom bij mij Chiquita
    Daar waar mijn hart voor jou sluit.

    Kardinaal Sterckx zegende het huwelijk in van Leopold I x Louise-Marie op 9.8.1832
    In 1856 zong hij het Te Deum n.a.v. de verloving van prinses Charlotte.
    Leo I Vlaams station Aalter 1843

    Een aantal inwoners van Meise en omstreken werkten op het kasteel ten tijde van de keizerin. Volgende gegevens zijn verzameld via getuigenissen :
    De Cuyper Johannes : teeltoverste, in de volksmond boer van Boechout
    Van Buggenhout, grootvader van Paul Van de Velde : portier
    Van Nieuwenhove
    Van Diest Rozeke, tante van Jean Van Diest : strijkster
    Anicet Fréderique : bediende
    Van Praet Jaak : chef hovenier
    Van Campenhout Frans, De Donder Cesar, Luypaert Emile en Olbrechts Jean Baptiste : soldaten in Meise
    Millet Georges (molen) : cdt Infanterie
    Van Eeckhout Petrus Anton : kolonel
    Dewever : ordonnans
    Bas, Geuth en De Brandenère Germaine : gezelschapsdames
    Echtpaar De Vreught : controleurs
    Dupuis
    Krokaert Gustaaf
    Torrekens Théophile : koetsier
    Royer en Vandiest Michel : hulpkoetsiers
    Struelens Felix(vader van Jeanne) : bediende
    Verhaeghe : dokter
    Brands Felix
    Hubain : kok
    Verbaanderd Frans, De Doncker Jean en Potloot Louis


    16-04-2014 om 09:32 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.414 Boon Herman pr.

    Herman Boon pr.

    ° Laken 23 mei 1930

    1958 – 1968 onderpastoor in Meise

    1968 – 1971 aalmoezenier Universitair ziekenhuis St.-Rafaël Leuven

    1971 – 1988 diocesaan verantwoordelijke voor de missiepastoraal Mechelen
                         en pastoraal supervisor Johannes XXIII seminarie Leuven

    1988 – 2005 nationaal aalmoezenier van de burgerluchtvaart

    + Zaventem 5 mei 2005

    “Het leven is te kort om klein te zijn” Liber amicorum Herman Boon pr.
     geschreven door Jef De Cuyper uit Meise Sib 2006

    http://blog.seniorennet.be/hermanboonpr

    Publicaties VAN Herman Boon pr.

     

    1946 artikels in Jeugdlinie
    Bij ’t prinsenhoofd van Bert Servaes
    1956 – 1957 Verhalen over mijn 18 maanden soldatentijd.

    Kultuurtijdschrift voor de jeugd, paters Dominikanen.
    1956 Jeugdtoneel : Tarcitius in Moskou KSA – uitgave vertaald in het Oekraïens, Engels, Frans.

    1957 Het leven is te kort

    1957 tot 1970 Herman Boon pr. was een gekende medewerker van

    de tijdschriften Trouw en Lente, Jee van Chiro Nationaal verhalen en reportages,
    gesprekken met Felix De Boeck, Anton Van wilderode, Ernest Claes, Jacques Brel, Georges Brassens, cineast Tati, zanger Ray Charles, orkestleider Francis Bay, danseres Akarova,
    mediarubriek over film, chansons, , dans, bezinningen.

    1959 Jan Boon
    1961 toneel Peter Fechner, dood aan de Berlijnmuur
    1961 Zo was Jan Boon, getuigenissen over zijn vader
    1962 Zo sprak Jan Boon, toespraken van zijn vader

    1965 Folder jongeling Dank u voor zoveel, voor zovelen, genegen gezegend.

    1965 Leg in onze handen Heer.

    1965 Play time, een nieuwe film van Jacques Tati J65 november
    1966 Tituto, drie eenakters voor de jeugd
    1966 De zeerover en de teeroos, vijf jeugd – eenakters, uitg. Chirojeugd Antwerpen1967 Wij bouwen een stad van vrede, Vormselcatechese
    1968 Mensen kunnen voor mekaar

    1970 Een sirkel wit, gedichten
    1970 Deze man Jezus,
    1970 Wie heeft het laatste woord, het lijden of het leven ? in Straal tijdschrift voor de CM
    1970 Jezus in de film, Jezus tussen Marx en Coco-cola
    1970 Pastoor Bonus, maandschrift voor priesters
    1970 artikels in Kerk en leven
    1970 Inleiding tot de klankbijbel Glory Halleluia
    Van brommer tot bed, erotiek en de jongeren.

    1971 en 1987 produceerde Herman Boon pr. teksten, diareeksen, affiches, gebedsprentjes, met Rik Daze voor de missiemaand oktober.

    Hij werkte al die jaren mee aan vele radio – en televisieprogramma’s over geloven, kerk en missie.

    Hij produceerde 4 langspeelplaten bij Decca :
    het evangelie van Jezus Christus, getuigenis van Johannes, door Herman Boon gelezen in 1970 en het getuigenis van Mattheus in 1971.  Beide werden heruitgegeven op compact-disc door Avimo Leuven in 2004.

    1971 Opvoeden tot auditieve mentaliteit, referaat Vormingswerk voor het gezin

    1971 Ik zeg je, sta op, gebeden en bezinningen, Caritas Dienst Mechelen, met Fons D’Hoogh, met foto’s van Gilbert D’Haen, Rik Daze, Paul Van Wouwe en Walter De Mulder.
    1972 Ik heb met mijn vader gesproken, getuigenis over geloof in ‘ik zie het zo’ Lannoo
    1972 Missionaris zijn en missionaris worden 1972

    1973 Glimlach naar morgen, ervaringen van een ziekenhuispriester, uitg. Emmaüs, Desclée De Brouwer
    1973 Met Hem, gebeden en bezinningen, roepingpastoraal
    1973 Samen over het water wandelen, gelovend begeleiden van stervenden, tijdschrift Straal 3 maart
    1973 Door het oog van de naald, bezinnen en bidden om rechtvaardig te worden, nationale commissie voor rechtvaardigheid en vrede

    1974 Liederen voor vandaag,
    1975 Mederedacteur van het driemaandelijks tijdschrift “Nieuws uit Galilea”, de kerk in het heilig land sinds 1975.  Hij leidde 50 bedevaartsgroepen doorheen het heilig land.  Hij schreef en sprak velvuldig in heel België over onze kerk in Palestina en Israël.

    1975 Leg je handen op mijn leven, over de priester vandaag, uitg. Emmaüs
    1976 Liederen van hoop en vrede, met muziek van Pol Bess, Decca

    1976 Mijn moeder Maria Ceulemans gedenkend, uitvaart te Bertem 9 september 1976
    1977 Frans Boon, een orgelmissie in Japan en Korea, in weekblad Spectator
    1979 Ik zet mijn boog in de wolken, missiegebeden en bezinningen, Centrum voor Evangelisatie

    1979 Een keer voor eeuwig ; doodsprentjes

    1980 Nieuwjaar

    1980 Maria, moeder van de kerk in missie, wees gegroet ; Jamaica

    1980 tot 1987, jaarlijks, 31 dagen missiemaand, bundeltje missiegebeden en bezinningen voor elke dag van de missiemaand oktober
    1980 Mensen met missie, verhalen over missionarissen, Lannoo
    1981 Span wijd je tentzeil uit, missiegebeden en bezinningen, Pauselijke missiewerken
    1982 Lieve Moeder, vrouw van eenzaamheid 1957 ; Kerstfeest

    1982 Kijk, Kerk in missie, een werktentoonstelling voor missionaire vorming, pauselijke missiewerken
    1982 Om ja te zijn, werkboek over roepingen, De Standaard
    1984 Missionaire opvoeding van de kleuters, schoolpastoraal Mechelen – Brussel
    1985 Jullie zijn sterk, paus Johannes – Paulus II spreekt tot de jongeren, uitg. Unistad
    1986 Het oog binnenwaarts, Felix De Boeck in tijdschrift Theresia, Gent mei en juli
    1987 Weerbaarheid vanuit inwendigheid, in Steek jezelf voorbij, eigentijdse jeugd
    1988 De toekomst van de parochie, parochie en missie
    1988 Kruis vooraan, achteraan biografie Camille Colruyt tekst Heer…

    1989 Gebed voor de missiemaand prentje oktober

    1989 Pater Damiaan Missio

    1989 Cantate Johannes XXIII, de goede herder, met muziek van P.Pieters, Lemmensinstituut Leuven, 30 november 1989
    1990 Wees gegroet Maria (5 talen) folder vliegtuig met O.L.V.beeld van het onthaal

    1993 Soms verlang ik hevig ; Nieuws uit Galilea  pag. 18

    1994 Mensen met vleugels, ervaringen van een aalmoezenier in de burgerluchtvaart, Licap
    1994 Samen eenzaam, in ‘ waar ik van droom’, eigentijdse jeugd, Davidsfonds
    1995 Verdoving vloeit uit wolken Lier 15 augustus

    1996 Vuurtorens Herman Boon een man met vleugels KTRO Programma december

    1997 Felix De Boeck 5 januari

    1997 Ik loof en dank u waarheid God ; een heel pak

    1998 Jan Boon en Michel De Ghelderode, 1 september 1998
    1998 Bij het huis van mijn vader, Halle , 5 september 1998
    1999 Ik was een vreemdeling, tijdschrift Communio, 3 , 1999
    1999 Bekleed mij met jouw schoonheid, in Dag na het zaaien, Eigentijdse Jeugd
    1999 Kleurfoto twee kerkvaders in Jeruzalem FR Herman Boon Belgium april 1999
    1999 Vriendenkring der oud – strijders VRT RTBF 5 11 99 INR NIR Reyers Herman aalmoezenier ondervoorzitter Greta Boon toespraak Greta Boon 8pp

    2000 Mijn tederheid zijt gij, de zachte bries 23 mei

    2000 In december 1916 Servais

    2000 Vulkaangeschroei

    2000 Voorwoord tot Emile Shoufani, de pastoor van Nazareth, Halewijn
    2001 Mijn broer Frans, missionaris in Japan en Korea, Heverlee, 19 september 2001
    2001 Een ezel om Christus tekst Nieuws uit Galilea september

    2002 Een getuigenis van een luchtvaartpriester, jaarboek oud – leerlingenbond St.-Jozefscollege Turnhout
    2003 Het ware verhaal van Jan Boon en het N.I.R., zomer 1940, juni 2003
    2003 Pastoraal in het universitair ziekenhuis Sint – Rafaël 1968 – 1971, een verhaal gevraagd door de huidige pastores, september 2003
    2004 De eer van mijn vader, tijdschift Nucleus, september 2004
    2003 Mijn broer Eduard gedenkend, 28 juli 2003
    2003 Ik geloof in één God  ; folder kapel

    2003 Engel Rafaël Shoufani luchthaven juni

    2003 Ommuurd wordt Bethlehem met tanks bezet Kerstmis

    2004 Goede engel Rafaël

    2005 Neem alleen een stok mee, over priester en geld, tijdschrift Heiliging, Sint Andries Brugge

    2005 ’t Pallieterke Bozar 11 mei

    2005 Mensen in de burgerluchtvaart 20.1.

     

    Televisieprogramma’s over en met Herman Boon pr. :

     

    1989 RTBF
    1991 Met Margriet aan zee op 8 en 11 mei
    1993 VRT 31.8
    1996 Vuurtorens KTRC 22.12
    1996 Het priestercelibaat met Jan Van Rompaey VRT
    1997 10.5 Le coeur et l’ esprit Télévision catholique
    1997 15.8 Ring T.V.
    1997 18.11 Ter Zake
    1998  Boot – schappen Ingelmunster

     



    1998 Herman Boon pr., aalmoezenier van de burgerluchtvaart, Kopen Wattez
    1998 30.9 Proces Semira Adamu
    1999 Kerstnacht loods 41 luchthaven van Zaventem
    2000 19.1 Oecumenische gebedsdienst
    2000 12.8 Doopsel in de kapel Engel Sint – Rafaël luchthaven Zaventem
    2001 5.7  de luchtvaartaalmoezenier
    2001 20.9  kanaal Z Sabena
    2001  5.11 Faling Sabena in Man bijt hond
    2001 18.12 Koppen
    2002 april Ring TV in het Sheraton hotel
    2003 14.1 Opdracht in de Sint – Pietersparochie Wezembeek – Oppem, Télévison catholique Belge
    2004 30.5 Canvas Stemtest

    Het evangelie van Jezus.  Het getuigenis van Matteüs.   Herman boon pr. Avimo VZW 

    Het evangelie van Jezus.  Het getuigenis van Johannes.  Herman Boon pr. Avimo VZW

    VZW Avimo Kerd. Mercierplein 3, 3000 Leuven Tel. 016234293 avimo@kerknet.be

     

    Video en film over Herman Boon pr. in mijn bezit

     

    “ Kortstondige ontmoeting met Pr. Herman Boon”               53 min.   8.01.2002

    “ Inleiding Meise, onder de toren van St. – Martinus”           48 min. 10.11.2001

    “ Patlub circus” videofilm in normaal 8                                 .8.1965

    opnamen van Ring-TV en VRT – nieuws met Herman Boon pr.

     

    Publicaties OVER Herman Boon pr.

     

    Aan de oeroever word ik overeind gezet”, in memoriam Herman Boon pr. , Vrienden van Galilea 2005  Jozef Ghijs Antoniuskaai 14a, 9000 Gent , tel. 092668721

    Herman Boon : 1931 – 2005 uit gastboeken in de kapellen aalmoezenier Zaventem

    Het leven is te kort om klein te zijn.

    Liber amicorum Herman Boon pr.  Jef De Cuyper Sib 2006


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.425 Chabert Jos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jos  Chabert werd geboren op 19 maart 1933 in het Brusselse Etterbeek.  Hij studeerde aan het Sint-Jan-Berchmanscollege in Brussel en aan het klein seminarie in Mechelen. Aan de KU Leuven doctoreerde hij in de rechten. Eind jaren vijftig zou hij aan de slag gaan als advocaat bij het hof van beroep in Brussel.
    Als zoon van een lokaal mandataris kreeg Chabert de politieke microbe al snel te pakken.
    In Leuven kwam hij in contact met politiek gelijkgestemden Mark Eyskens en Wilfried Martens. Als jonge advocaat met een uitzonderlijk redenaarstalent werd door Jef Claes in de gemeenteraad gehaald.  Jean Pierre De Cuyper stond zijn plaats als K.W.B.-afgevaardigde voor hem af.  Toen waren er nog geen nationale partijen in de lokale politiek, maar een allegaartje van de zetelende meerderheid tegen de oppositie.



    Hij werd na verschillende café-meetings met Jules Van Campenhout, waarbij hij vanachter de toog op een bierbak de aanwezigen toesprak verkozen met 
    294 voorkeurstemmen en werd in 1965 werd hij schepen van Financiën in Meise onderwijs en cultuur.
    Hij liep al snel met een vrij vernieuwend idee rond, om mensen zich beter te laten verstaan  door het leren van de andere talen.  Hij opteerde voor een talenpracticum. 
      Op de trappen van de St.-Martinuskerk in Meise, na de hoogmis, sprak hij mij, als jong onderwijzer en voorzitter van de Jeugdraad aan.  Ik had met het Oudercomité een studiedag bijgewoond over het talenpracticum als nieuw didactisch instrument en zo werd ik de medeoprichter van het  audiovisueel Centrum voor volwassenenonderwijs in Meise.
    Zijn tweede grote realisatie was het Willy Van den Berghecentrum.  Onder zijn beleid barstte de Gemeentelijke Jongensschool snel uit haar voegen.  In de Jeugdraad stonden wij ons speelplein af, om de realisatie van de school (met talenpracticum), sporthal en zwembad mogelijk te maken.  Toen de voorzitter van de C.V.P.-Meise overleed werd het complex op zijn voorstel naar hem genoemd : Willy Vanden Berghecentrum.
    Al snel werd hij verkozen als parlementair in 1968 voor de CVP met Paul Van den Boeynants.  Ik had de eer om zijn echtgenote Cecile Boon, die les volgde in het Audiovisueel Centrum, via het commandopaneel  mee te delen dat haar man verkozen was en dat zij dringend naar huis moest.
    Hij ruimde plaats voor Xavier Olbrechts.
    In 1971 werd hij voorzitter van de CVP-fractie in de Kamer en in de raad van de Nederlandstalige Cultuurgemeenschap.
    Daarna werd hij minister van van Vlaamse cultuur en Vlaamse zaken, van Verkeer, Openbare werken en van Instititutionele hervormingen. Hij was de drijvende kracht achter de snelheidsbeperkingen, de 0,8 promille-grens en de gordelplicht. Hij stapte later over naar de Brusselse politiek. Van 1989 tot 2004 zat Chabert onafgebroken in de Brusselse gewestregering.  Hij was gedurende 40 jaar parlementslid en 25 jaar minister.  Hij werd ook minister van staat in 2009.
    Hij overleed op 9 april 2014.  Hij werd 81 jaar.

    De Eddy Merckx van de politiek

    Gisteren is minister van Staat Jos Chabert (81) overleden. Chabert zetelde in totaal meer dan 24 jaar in verschillende federale en Brusselse regeringen voor zijn partij, de CD&V.

    Zowat tien jaar geleden vroeg Anja Otte, redactrice van De Standaard, aan Jos Chabert naar de tien momenten die zijn leven hadden getekend en veranderd. Een beter eerbetoon aan de eeuwige minister konden we niet brengen.

    1. Welsprekendheidstornooi

    HOU jij nog eens een speechke, zei Godfried Bomans. We waren op de terugweg naar Leuven van Gent, waar ik net het interuniversitair welsprekendheidstornooi gewonnen had. In elke herberg waar we stopten, legde Bomans een grote witte zakdoek op een tafel. Hou nog eens een speech, zei hij.
    Het jaar ervoor had Mark Eyskens datzelfde tornooi, dat in die tijd een enorme weerklank kende, gewonnen. Eyskens zat een jaar voor mij in de rechtsfaculteit, Wilfried Martens twee jaar na mij. Door onze gemeenschappelijke achtergrond heb ik altijd in volle vertrouwen kunnen samenwerken met Martens en Eyskens, ook op moeilijke momenten binnen de partij. In Leuven waren de Christen - Democratische studenten gemarginaliseerd, ook al was de partij de sterkste politieke formatie. Het Vlaams-nationalisme leefde er sterk.
    De Brusselse studenten, waar ik voorzitter van was, legden zich vooral toe op cultuur. Zo was ik, samen met Hugo Weckx, te horen op De grote salamander. Mijn schoonbroer, wijlen Bob Boon, had me gevraagd om met tien, vijftien studenten een plaat op te nemen met studentenliederen. Het werd een reusachtig succes. De grote salamander was twee jaar aan een stuk de best verkochte langspeelplaat. Bij de 45-toerenplaten was dat Qué Sera Sera. Doris Day, ik bevond ik me in goed gezelschap.
    We speelden ook toneel, een eenakter van Nicolas Gogol, De oplichters. Het stuk ging over vier kaartspelers die elkaar bedrogen. De regie was heel vernieuwend. We waren alle vier in habijt en terwijl we rond dansten op het podium, legden we af en toe een kaart op tafel. In de pioniersjaren van de televisie is dat zelfs op het kleine scherm geweest. Ik heb het zelf nooit gezien, maar de dag na de uitzending stond ik te liften richting Leuven. Heb je gisteren televisie gekeken, vroeg de bestuurder die me meenam. Nee, antwoordde ik. Je hebt geluk, want zoiets belachelijks heb ik nog nooit gezien, zei hij. Vier onnozelaars die stonden te dansen terwijl ze kaartten!
    Nadat ik afstudeerde, kreeg ik telefoontjes van verschillende partijen. Ik heb geen seconde getwijfeld. Ik ben Christen - Democraat van thuis uit.

    2. De boeren van Meise

    In een klein cafeetje in Sint – Brixius - Rode stelde de burgemeester -- niet de echte, de informele -- me voor als ,,de nieuwe Eddy Merckx van de politiek’’. Ik zag het scepticisme op de gezichten van de boeren. Ik was een Brusselaar, met een Franse naam bovendien. Ik sprak hen toe van achter de toog, tussen de bierpullen. Ik kom uit Brussel, zei ik. Mijn vader was landbouwer, mijn grootvader ook. Ik ga jullie respecteren. Iedereen die hier komt wonen, moet jullie respecteren. Achteraf vertelde een van hen dat hij op mij zou stemmen, omdat ik ,,zo schoon kon klappen’’. Thuis heb ik tegen mijn vrouw gezegd: ik ga in de politiek.
    De burgemeester van Strombeek wou dat ik hem opvolgde, maar we vonden geen woning in die gemeente. Daarom was ik als jonge advocaat in Meise gaan wonen. Ik was er verkozen voor ik er woonde. Ons huis was nog niet af.
    In Meise heersten grote spanningen. Er was een systematisch misprijzen van de Franstaligen voor de Vlamingen. Toen heb ik besloten dat we elkaars talen niet moesten bevechten, maar aanleren. Ik heb als schepen een talenpracticum opgericht. (Tot 5.8.2008 Audiovisueel Centrum en daarna C.V.O. Meise en Jette).  Dat was een onmiddellijk succes, vandaag zijn er meer dan 3.000 leerlingen. De spanningen waren voorbij. De mensen ontmoetten elkaar in het taallaboratorium, ze kenden elkaar, het was één grote familie geworden van mensen die elkaar eindelijk konden begrijpen. Sindsdien is het harmoniemodel mijn leidraad. Ik heb het later meegenomen naar Brussel genomen.

    3. De gemiraculeerde van VDB (1968)

    Ik heb nog altijd spijt dat ik in 1968 niet naar Parijs ben gegaan. De verbeelding aan de macht, dat sprak me aan. Ik wou nog student zijn, maar ik was al kamerlid. ‘De gemiraculeerde van VDB’, noemde de pers me, al is dat waarschijnlijk geen goed Nederlands.
    Paul Vanden Boeynants nam in 1968 niet met de PSC deel aan de verkiezingen in Brussel, maar met een unitaire scheurlijst, waarop Franstaligen en Vlamingen elkaar afwisselden. Ik stond twaalfde of dertiende. Uiteindelijk haalde de PSC maar één zetel en wij negen. Zes ervan waren voor Vlamingen, wat uiteindelijk nog wat moeilijk lag. Paul De Keersmaker, Leo Vanackere -- de vader van Steven (Vlaams parlementslid, red.) -- en ik waren verkozen dankzij onze voorkeurstemmen. Dat was toen nog veel moeilijker. Sinds 1830 was het nooit gebeurd. Je bent nu wel verkozen, zei een journalist van Het Volk me in het parlement, maar herkozen worden is bijna onmogelijk.
    VDB had het voor mij omdat ik, net als hij, altijd het FDF bevochten heb. In Vlaams-nationalistische kringen had men het niet begrepen op VDB, maar je kon hem er niet van beschuldigen dat hij ook maar iets tegen de Vlamingen deed. Hij kalmeerde de gemoederen.
    Op zijn begrafenis heb ik, op zijn verzoek, het woord genomen. Natuurlijk heb ik zijn beroemde uitspraak in herinnering gebracht. ,,In de hoofdstad van Europa zouden wij verkiezingen moeten organiseren voor wat pensen en compote!’’ Bepaalde kringen in Vlaanderen en Wallonië hebben die uitspraak heel slecht onthaald. Ze kennen de Brusselse ziel niet.

    4. Debat in Parijs

    De ambtenaren in Brussel stonden bij hun auto’s te luisteren naar de radio. De Franse radiozender Europe Numéro 1 had me uitgenodigd voor een debat met het FDF-kopstuk Lucien Outers. In Parijs. Zorg dat je een goede opener hebt, had Theo Lefèvre me aangeraden, want alle kranten zullen erover schrijven. Ik bedacht dat ik een Franse naam heb, terwijl ik de Vlaamse gemeenschap vertegenwoordigde, en mijn opponent een Vlaamse naam, terwijl hij de Franse gemeenschap vertegenwoordigde. Zo zie je maar hoe complex de Belgische situatie is, zou ik zeggen.
    In de studio’s -- Yves Montand liep er ook ergens rond -- leidde de presentator ons in: Chabert heeft een Franse naam en Outers een Vlaamse. Voilá, la complexité de la Belgique. De moed zonk me in de schoenen. Daar ging mijn opener! Bon, het debat verliep toch goed. Chabert legt Outers plat in Parijs, kopten de kranten. Le petit flamand in Parijs, het was een beetje het syndroom van de martelaar.
    Ik was geen flamingant, maar ik kwam op voor de belangen van de Vlamingen omdat ik de wijze waarop men ons behandelde aanvoelde als een zware aanval op een elementaire, menselijke en sociale verzuchting. Het allereerste Vlaamse decreet draagt mijn naam: als je verkozen bent in Vlaanderen moet je de eed afleggen in het Nederlands. Le Monde heeft nog een stuk aan mij gewijd onder de titel ,,Cet homme est dangereux’’. Pas op, hij is vriendelijk, hij spreekt goed Frans, maar in onderhandelingen is hij bijzonder hard.
    Hugo Schiltz is veel redelijker dan jij, heeft Paul-Henri Spaak me ooit gezegd, tijdens confidentiële gesprekken in Limburg, omdat ik de uitbreiding van Brussel onbespreekbaar vond. Op de terugweg zijn we nog iets gaan drinken bij mij thuis, waarop Spaak ‘s nachts een zware toeval heeft gekregen. Qu’est-que tu as mis dans mon Schweppes-tonic, vroeg hij me na zijn operatie.
    Enkele maanden na het debat in Parijs werd ik fractieleider. Dat viel samen met die andere vernieuwing. Omdat de gedoodverfde kandidaat Leo Tindemans liever minister van Landbouw bleef, moest een raad van wijzen op zoek naar een nieuwe partijvoorzitter. De ene kandidaat na de andere viel af, tot enkel Wilfried en ik overbleven. Ons werd gevraagd naar buiten te gaan. Terwijl we enkel uren wachtten, heb ik hem gezegd dat hij het moest doen. Dat heb ik in 1979 nog eens gezegd, toen de partij mij aanbood eerste minister te worden.

    5. Regering-Leburton (1973)

    Mijn eerste ministersambt was een grote ontgoocheling. De regering-Leburton, een tripartite, was veel te groot. Zesendertig ministers en staatssecretarissen. De zesendertig kandelaars, werden we genoemd. De premier was geen begeesterende figuur, hij was altijd vermoeid, sprak nauwelijks Nederlands.
    Toen de regering na 18 maanden viel, had ik mijn eerste twee departementen achter de rug: Nederlandse Cultuur en Vlaamse Aangelegenheden. Daarna zijn er nog veertien of vijftien gevolgd. Ik heb bijna alle ministeriële departementen gedaan, met uitzondering van Defensie en Nationale Opvoeding.
    In die tijd vielen regeringen om de haverklap. In ‘75, ‘77, ‘78. Telkens kwamen er verkiezingen, telkens kwam ik terug, omdat ik ontzettend veel stemmen haalde. De mensen, de kiezers zijn mijn werkgevers. Ze stemmen voor mij, tja, ik weet ook niet waarom. Ik weet alleen dat ze me op straat komen vertellen dat ik een toffe pei ben. Ik zeg altijd dat als ze mij beu zijn, ze niet langer voor mij moeten stemmen, maar ze worden mij niet beu.

    6. Veilig met Chabert (1974-1980)

    Jarenlang ben ik minister van Verkeer geweest. Daar kwam de PTT bij, de RTT, toerisme, het havenbeleid. Een gigantische portefeuille. Ik had meer dan 140.000 mensen die voor me werkten: de post, Sabena, de treinen, de trams, de administratie. Voor de functie die ik toen had, zijn me na de regionalisering dertien ministers opgevolgd.
    Ik heb de metro geopend in Brussel. Nu nog bezoek ik in alle steden waar ik kom de metro. Onlangs was ik twee dagen in Noorwegen, ik heb de metro van Oslo bezocht. In Athene ging in met de metro naar de Olympische Spelen. Een metro is overal een metro, maar in Moskou heb ik gezien hoe mooi de stations kunnen zijn. Dat wilde ik ook. In afwachting dat de mensen naar de musea gaan, haalde ik onze grote kunstenaars, zoals Delvaux, naar de metro.
    Le Soir noemde heeft me ooit de metromaniac, maar als we nu de metro niet hadden, dan waren de files nog een pak erger.
    Ik heb de autogordel ingevoerd. Alle vrouwen waren kwaad op mij -- ze droegen toen nog zijden jurkjes. Ik heb de valhelm ingevoerd. Alle jongeren kwaad. Toen ik de snelheidsbeperking van 120 kilometer per uur invoerde, waren ook nog eens alle mannen kwaad. Ik heb de pro mille verlaagd van 1,5 tot 0,8. Ik had in de kazerne van Etterbeek vijftig gendarmes laten drinken, tot ze 0,8 promille hadden. Nog nooit zo’n zatte bende gezien. Kinderen achteraan in de auto, de mistlamp... Maatregelen nemen was toen veel makkelijker. Ik deed dat gewoon per koninklijk besluit en ging vervolgens op tv uitleggen waarom.
    Mijn campagne daarna was: ‘Veilig met Chabert’. Ik haalde meer stemmen dan ooit tevoren, hoewel mijn medewerkers het ergste voorspelden.

    7. Minister-af (1981)

    Achteraf gezien had ik misschien anders moeten reageren. Wilfried Martens had als premier ontslag genomen omdat de socialisten zijn saneringsplan verwierpen. De partij wou verder met een andere premier, Mark Eyskens. Ik was chef de file van de CVP-ministers. We hebben voortgedaan, maar dat bleek een grote, grote mislukking te zijn. De socialistische vakbonden waren onwrikbaar. We hadden beter nieuwe verkiezingen gehouden.
    Ik stelde voor om de index te plafonneren. Het was oliecrisis, de inflatie ging naar 15, 16 procent. Dat was onhoudbaar. Guy Mathot ging akkoord met de plafonnering, maar hij heeft dat nooit durven zeggen tegen zijn socialistische collega’s. Toen ik het voorstel op tafel wierp, weigerde Philippe Moureaux. Ik keek naar Mathot. Eh bien, filou. Maar hij haalde alleen de schouders op. Met het vallen van de bladeren is dan ook de regering-Eyskens gevallen. Wilfried heeft het moeilijk gehad met die episode. Hij heeft me dat nooit gezegd, maar ik heb het in interviews gelezen.
    Daarna was ik minister af, hoewel ik opnieuw heel veel stemmen haalde. Ik heb daar nooit een negatief woord over gezegd. Veel mensen begrepen het niet, mijn afdeling wou zelfs gaan betogen. Ik heb uitgelegd dat als een regering zo slecht presteert, iedereen naar de reservebank moet. Ik ben wel de enige die daarna nog is teruggekomen.

    8. Japan (1985)

    Ik was de commissaris voor de wereldtentoonstelling in Tsukuba. Een grote eer. Ik heb dat bijzonder graag gedaan. Tegelijk was het best moeilijk: ik was tegelijkertijd de feitelijke ambassadeur in Tokyo, omdat de echte ambassadeur ziek was. Dat was daar een onafgebroken defilé van belangrijke mensen uit de hele wereld, de partijvoorzitters, de koninklijke familie. Ik zat ook nog in de Senaat. Als het spande, belde Wilfried me op. Dat ik moest komen stemmen. Dan sprong ik in het vliegtuig naar België.
    Japan stond op het hoogtepunt van zijn economische welvaart. Dat was voor mij een nieuwe wereld. Ik heb me een deel van de Japanse mentaliteit toegeëigend. Zelfdiscipline. Niet alles verwachten van de politiek.

    9. Telefoontje van Van Rompuy (1989)

    Ik heb altijd gezegd: op mijn vijfenvijftigste stop ik ermee, want dit hou ik nooit vol. Ik ben een politicus van zestien uur per dag. Maar in 1988 kreeg ik een telefoontje van Herman Van Rompuy. We hebben je nodig in Brussel, zei hij.
    Tijdens de eerste regeerperiode van de Brusselse gewestregering hebben we de lijnen uitgezet. Ik had daar een goede partner voor, Charles Picqué. We besloten ons zoveel mogelijk in te zetten voor Brussel en ons zo weinig mogelijk bezig te houden met de nationale politiek, of met de Rand.
    Ik geloof nog altijd in het harmoniemodel. Nooit zullen we hier voor honderd procent alle spanningen kunnen wegnemen, maar we staan al ver als de mensen meerdere talen leren. Anders zit je in een scenario van polarisatie. Sommigen hebben hun handelsmerk gemaakt van het opkloppen van de problemen van Brussel, maar we mogen niet verzanden in oeverloze debatten over het communautaire. Er zijn genoeg andere noden.
    Als er één Brusselaar is, ben ik het wel. Mijn vader was schepen in Sint-Pieters-Woluwe, ik ben geboren in Etterbeek. Het FDF en het Vlaams Blok hebben me tot vervelens toe lastiggevallen met het verhaal dat ik niet in Brussel zou wonen, omdat ik ons huis in Meise nog bezit als buitenverblijf. In het weekend rij ik er het gras af. Het ging zelfs zover dat er op maandagochtend mannen vanuit het struikgewas foto’s maakten. Ik heb onmiddellijk naar Georges Clerfayt (FDF) gebeld. We leven in een vrij land, ik mag gaan en staan waar ik wil, zei ik. Hij gaf me gelijk. Het is opgehouden.

    10. Opnieuw minister-af (2004)

    Om geslachtelijke redenen kon ik niet in de regering blijven. Goed, dat is zo. Ik ben niet ongelukkig. Ik heb het ondervoorzitterschap van het Brussels Parlement aangeboden gekregen door de drie Vlaamse regeringspartijen als waardering en daar ben ik dankbaar voor.
    Als je zo’n actief leven gehad hebt, is het ergste wat je kan overkomen plots een leeg blad in je agenda. Het is mij nog niet overkomen. Gelukkig heb ik van mijn ouders een goede gezondheid meegekregen. Ik voel me kiplekker.
    Deze week heb ik alweer afspraken in verband met het Interreligieus Platform, dat ik opgericht heb. Er was wat weerstand tegen dat platform. Gaan we de pastoors baas laten spelen, vroeg men. Maar daar heeft het niets mee te maken. Zij kunnen hun volgelingen tot kalmte aanmanen. Als Franse journalisten ontvoerd worden in Irak, staan de leiders van de islam naast Chirac. Dat kan hier ook gebeuren, hé.
    We leven met 172 nationaliteiten in Brussel. Als we permanent in spanning leven, met rellen en terreur, dan wordt het hier een hel. We zijn er met veel vallen en opstaan in geslaagd de Brusselaars te doen beseffen dat ze gelijklopende belangen hebben. Geef Brussel nog tien jaar en het wordt een heel, heel mooie stad.

    Chabert in verkiezingsmodus in 2004 © Herman Ricour


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.424 Verbelen Mathilde

    Mathilde Verbelen werd op 30 oktober 1915 in de wijk Verbrande Brug te
    Grimbergen geboren. Ze groeide er op als de tweede oudste in een gezin van
    vijf kinderen, waarin ze gelukkig leefde in een warm familieverband. Haar
    grote dankbaarheid daarvoor heeft ze later gedurende lange tijd getoond in
    de lieve aandacht en zorg die ze had voor haar zieke moeder.
    Mathilde had het verlangen zich te wijden aan de vorming en opvoeding van
    kinderen en daarom ging ze aan het H.-Hartinstituut te Heverlee een
    opleiding volgen om onderwijzeres te worden. Dit beroep oefende ze uit in de
    parochieschool te Humbeek die geleid werd door de zusters van Opwijk. Gans
    haar loopbaan heeft ze les gegeven in het eerste en tweede leerjaar, maar
    vooral in het eerste leerjaar.
    'Onderwijzen is het wonder wijzen' schreef professor Jacques Claes. Is er
    iets mooier dan jonge kinderen die prachtige en wijdse wereld te helpen
    ontdekken, hen te leren lezen, leren rekenen, leren schrijven en vooral hen
    ook dicht bij Jezus te leren leven via het catecheseonderricht. Kinderen
    voorbereiden op hun Eerste Communie, wie het ooit gedaan heeft, die weet wat
    dit betekent en welke vreugde dit schenkt.
    In die tijd was Mathilde ook actief lid van de BJB en van een toneelkring.
    In het verenigingsleven ontdekte ze de grote waarde van wat sociale inzet
    kan betekenen.
    Tijdens de vakantieperiodes ging ze graag op reis, de lokroep der bergen
    trok haar wel aan. Wanneer ze dan toch wat alleen was, dan hield ze zich
    heel creatief bezig met het maken van mooie handwerkjes. Haar familieleden
    bewaren er nog mooie exemplaren van.
    Begin van de zeventiger jaren ging Mathilde op pensioen en toen brak een
    gans nieuwe wereld voor haar open. Ze heeft zich van dan af met veel energie
    en toewijding ingezet voor onze Sint-Martinusparochie.
    Ze animeerde meerdere activiteiten in de buurt waar ze leefde. Wat daarbij
    opviel was haar grote Mariaverering met o.a. haar aandacht voor het
    O.-L.-Vrouwkapelletje in de wijk waar ze woonde. Haar bijzondere inzet voor
    kinderen kon ze meermaals tonen wanneer ze kinderen van onze
    Sinte-Maartenschool vergezelde op bos- of zeeklassen.
    Vele jaren was Mathilde lid van de parochieploeg. Ze hielp bij de
    versiering van onze kerk met bloemen, was lid van de liturgische werkgroep,
    en haar aandacht voor zieke parochianen heeft ze met erg gewaardeerde
    toewijding vele jaren op zich genomen.
    Mathilde was lange tijd lid en voorzitter van de Gulden Leeftijd; een groep
    gepensioneerde mensen die maandelijks bijeenkwamen in de chirolokalen maar
    ook bij haar thuis, en die telkens samen spraken rond een thema dat met hun
    leven te maken heeft.
    Velen zullen de herinnering bewaren aan de wijze waarop ze als lector haar
    rustig en aangenaam klinkende stem ten dienste stelde voor de verzorgde
    vieringen in onze kerk.
    Mathilde leefde vele jaren met een warm hart voor haar familie en voor haar
    parochie.
    De laatste vijf jaren van haar zo mooie leven bracht Mathilde door in het
    H.-Hartrusthuis te Grimbergen. Ook daar werd ze alweer lid van een aantal
    gespreksgroepen zoals poëzie en filosofie, maar ook in het zangkoor was ze
    present. Naar klassieke muziek luisteren bracht haar tot weldoende rust.
    Laten we de schone herinneringen aan Mathilde dankbaar bewaren in ons
    geheugen en vooral in ons hart. De herinnering aan een bijzonder
    verdienstelijke vrouw die we vele jaren in ons midden mochten hebben en die
    altijd heel dankbaar geweest is voor al wie goed voor haar was.

    Magister van St.-Elooi Meise Frans Stoffelen


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.423 Geysen Louis pastoor

    ° Jette 10.10.1919
    Priester gewijd te mechelen op 3.6.1944
    Leerkracht aan het O.L.V.Kollege te Vilvoorde van 1956 -1962
    Pastoor St.-Martinus-Meise van 1962 – 1987
    Diocesaan aalmoezenier gulden Leeftijd 1988 – 1999
    + Leuven 16.8.2013 en begraven in Meise in de familiegrafkelder
    Op 9 september 1962 werd hij verwelkomd als nieuwe pastoor.   Herman boon pr. was toen nog onderpastoor tot 2005.  Dan kwam Van Regenmortel en later Herman (Bie) Boon.
    Hij bouwde het meisjeschiroheem en deed veel renovaties aan

    “In Memoriam” Louis Geysen

    Louis Geysen werd op 10 oktober 1919 te Jette geboren en op 3 juni 1944 priester gewijd. Na zijn wijding werd Louis Geysen leraar te Vilvoorde, in het Onze-Lieve-Vrouwecollege. In 1956 werd hij tot 1962 onderpastoor in de H. Mariaparochie te Schaarbeek, daarna werd hij pastoor in de Sint-Martinusparochie te Meise en dit bleef hij  tot 1987. In 1988 werd hij diocesaan verantwoordelijke voor de “Gulden Leeftijd”  tot in 1999.  Op 9 september 1962 werd Louis Geysen in Meise verwelkomd.  Hij gaf daar gedurende 25 jaar het beste van zichzelf.

    Het waren de bewogen zestiger jaren, waarin ook het tweede Vaticaans concilie plaats vond. Een nieuwe wind zou waaien in de Kerk. En er was wind, ten allen kant. In menige parochie stak er zelfs een storm op. Sommige priesters raakten geïsoleerd en haakten af.  Maar onze nieuwe pastoor bleef nuchter, zocht ondersteuning en probeerde te realiseren waarvoor hij zich geroepen en gezonden voelde. Wie hij ontmoette, sprak hij enthousiast aan: “Ik nodig je uit om mee te doen. Er is werk genoeg. Ik mag toch op jou rekenen?” Zijn open blik en ontwapenende lach vermochten veel. Louis heeft veel parochianen gemobiliseerd en gemotiveerd. Hij bezat de gevoeligheid en de kunst om in mensen hun talenten en sterktes te ontdekken, ze te waarderen en te optimaliseren. En dan... gaf hij zijn volste vertrouwen.  Zo werden ZIJN en HUN dromen gerealiseerd: een open, gastvrije gemeenschap waarin mensen zich thuis voelden en waarin ook God zijn thuis kreeg.  Bij dit alles viel op dat vooral de kinderen, de jongeren, de jeugd, zijn bijzondere aandacht kregen. En het onderwijs lag hem na aan het hart. Hij wou absoluut zusters in zijn school en in zijn parochie. Hij vroeg en kreeg de Annuntiaten van Heverlee. Een garantie voor degelijkheid, vond hij dat.

    Gedurende al die jaren in Meise - een kwarteeuw, van 1962 tot 1987 - hebben we Louis gekend als een typische Belg: met een baksteen in de maag. De Sinte-Maartenschool groeide en bloeide, en steeds opnieuw moesten er lokalen bijgebouwd worden. Het waren gedurfde ondernemingen, want de financiering rond krijgen was telkens een titanenwerk. Maar Louis had een sterk geloof in mensen; dat liet hem toe groot te zien en er consequent naar te handelen.  Ook de bouw van een meisjes-chiroheem was een levensdroom, die hij kon verwezenlijken nog net voor hij met pensioen ging.  Bouwen, verbouwen, restaureren,... Het waren noodzakelijke dingen, maar het waren slechts randvoorwaarden voor het echte werk: samen bouwen aan een warme parochiegemeenschap, geïnspireerd door de boodschap van het evangelie. Met zijn parochieraad organiseerde hij geloofsavonden voor alle geïnteresseerden. Ze trokken volle zalen. De zieken lagen hem na aan het hart. Daarom vond hij het zo belangrijk dat de parochiale ziekenzorg werd gestructureerd.   Zijn  aandacht ging naar alle bewegingen en organisaties. Hij was er ook een graag geziene gast.  Maar zijn blik was ruimer dan de eigen kerktoren. De parochiale inzet voor de derde wereld vond hij heel belangrijk, en hij juichte graag de prachtige initiatieven van leken toe, zoals het RIGU-fonds opgericht door wijlen Jef Moens.

    Louis was een door-en-door goede mens, met een sterke geest en een groot, warm hart.  Een hart dat trouw en sterk bleef, ook als het zwaar of ondankbaar werd. Hij was een vrome man. Hij bad veel, en putte zijn kracht uit het evangelie. Hij was een milde man, attent, vriendelijk, dankbaar. Nederig en verdraagzaam ook. Wij zijn er de bevoorrechte getuigen van geweest met hoeveel waardering en vreugde hij kon samenwerken met o.a. de twee Hermannen Boon, hoe verscheiden zij ook waren. Louis bracht mensen samen en probeerde hen samen te houden, zoals het een herder past. Hij haalde mensen uit de eenzaamheid, hielp spanningen overbruggen en maakte samenwerking mogelijk.  Hij was een priester van alle tijden, een teken van eenheid. Iemand zoals onze huidige paus zijn priesters droomt. Ik kan Louis niet beter omschrijven dan met de woorden van Marcel Weemaes:

    Mens voor de mensen zijn, herder als God.

    Trooster voor groot en klein, zo lief als God.

     Klein met de kleinen zijn, vriend onverwacht.

    Niet op zich zelf maar op anderen bedacht. 

    Zieken omarmen, hun tranen verstaan.

    Met hen de kruisweg ten einde toe gaan.

    Van God gezonden zijn, deemoedig en vrij. 

    Teken van vrede zijn, zo trouw als Hij.

    Zo probeerde Louis te zijn en te leven. Zo hebben we hem in Meise ervaren: als een geliefde herder. We zijn dan ook dankbaar dat hij bij ons in Meise begraven wordt. Hij zal er rusten tussen velen die met hem de weg gegaan zijn, de weg van ‘getuigend in het leven staan’.   Hij zal er rusten als een herder tussen zijn mensen...

    Zuster Dominica


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.421 Burm Jef

    Acteur Jef Burm is op 87-jarige leeftijd overleden aan een hersenbloeding. Hij verbleef in een rusthuis in Sint-Pieters-Leeuw, maar werd ereburger van Meise in 2004 waar hij jarenlang woonde sedert 1971. Hij was ook ereburger van Sint-Niklaas, zijn geboortestad.
    Hij was lid van de Kunstkring en droeg het GC De Muze een warm hart toe.
    Jef Burm speelde mee in tal van tv-series en Vlaamse films. Hij is te zien in onder andere 'Slisse en Cesar', 'Boerenpsalm', 'Het pleintje' - waar hij de immens populaire koster 'Felix' speelde - en 'De paradijsvogels'.
    Bij VTM speelde hij mee in reeksen als 'Wittekerke' en 'Nonkel Jef'.
    Hij speelde mee in films als 'Zware jongens', 'Boerenpsalm' en 'Blinker’ en ‘het Bagbag-juweel'. Vriendin Conny Neefs van Jef Burm noemde hem 'de Toon Hermans van bij ons'.
    In “Zonen over hun vaders” werd hij samen met mij, Stef De Ridder en … geïnterviewd.  Dit werd gefilmd.  Zijn 70ste verjaardag werd door VTM gevierd met een opname van zijn bekendste nummers.  Hierover bezitten wij ook de DVD-opname.

    Cassette over Golfbreker Meise met het Meiselied van Jef Burm

    Film van zijn begrafenis

    Film : vaders van ...

    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.420 De Boeck August

    Deze componist werd geboren in Merchtem op 9.5.1865 en stierf er op 13.10.1937.  Hij was de zoon van Florimond (Humbeek 18.11.1826) en zijn 2de vrouw Petronella Amelia Briers.
    Hij gaf pianolessen in Opwijk en was orgelist in de  O.L.V.-kerk in Merchtem tot 1895 en van de St.-Bonifaciuskerk in Elsene.

    Ik had de eer en het genoegen een oproep te mogen doen op Ring-TV om bij de Clara 100 verkiezing te stemmen voor August De Boeck uit Merchtem.
    Waarom, zou je zeggen.  August De Boeck is de componist van de cantate van de
    Baron d’Hoogvorstcantate (1893) die op 24.9.1893 uitgevoerd werd bij de inhuldiging van het standbeeld van de baron in Meise.  De tekst was van J. De Smedt, onderwijzer in Merchtem (Wie is die felle jonkheid daar?   Bezetting: zangstemmen (meisjes, knapen, mannen), fanfareorkest (piano).  Uitgebreid voorspel. Dominerend is het militaristische karakter (Baron d’Hoogvorst was ‘Generaal hoofd van de Burgerwacht van België’), afgewisseld met lyrische passages.
    Inhuldiging  10 september 1893.  Baron d’Hoogvorst was burgemeester van Meise van 1807 – 1866. Geschreven voor de onthulling van het standbeeld van Baron Emmanuel van der Linden- d’Hoogvorst op 9 oktober 1893 te Meise.

    Er is in Meise een tweede cantate opgevoerd : de cantate van Ba-tist (1926), de dirigent van de fanfare Concordia (de ëzzeëls – ë = doffe e).   Tekst van Jef Lettens (Hoe zonnig breekt de dageraad). Bezetting: zangstemmen (kinderen, vrouwen, mannen, de dichter), fanfareorkest (piano). Jubelcantate ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan der fanfare Concordia te Meysse, opgedragen aan haar dirigent (‘muziekbestuurder’) Baptist De Donder. Uitvoering op zondag 30 mei 1926.  Eenvoudige gelegenheidscantate.  In Meise was De Boeck erelid van de fanfare Concordia o.l.v. Baptist De Donder.
    Ik heb reeds de cantate van Baptist, waarvan ik de tekst heb, laten zingen en gefilmd.  Twee koorleden van destijds Celine Van Doorslaer en haar zus zorgden hiervoor.  Via mijn contacten kreeg ik ondertussen de partituur toegestuurd.

     

    De derde cantate op tekst van Jan De Smedt werd uitgevoerd bij de inhuldiging van de gedenksteen boven de deur van de St.-Maartenschool, ter ere van de stichtster van de school : gravin Roose – de Beauffort op 12 oktober 1902.

    Een van de kunsttoeren van A. De Boeck was de Brabançonne op piano spelen en bij elke maat van toonaard te veranderen, een halve toon hoger, om het stuk een paar octazven hoger te eindigen dan in het begin.

    Bijlage :

    Ik kreeg een e-mail van Pol Feytens (kenner van August De Boeck) : De partituur van d'Hoogvorst ligt bij het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven  Minderbroedersstraat 22  2000 Antwerpen  tel 03/222.93.20
    Van dit contact kreeg ik snel antwoord :
    Het gezochte zit in de verzameling handschriften (doos 7) van De Boeck. Het gaat om het originele handschrift van de componist, de zgn. dirigentenpartituur en omvat in totaal 118 bladzijden. Partijen zijn er niet. Het werk is zeer fragiel en het papier bepaald sprok. Fotocopiëren is een heikel werk met zulke historisch kostbare handschriften. Uitlenen voor uitvoering is niet mogelijk.
    August De Boeck

     

     

    Cantates

     

    De partituur van d'Hoogvorst ligt bij het Archief en Museum vvoor het Vlaams Cultuurleven  Minderbroedersstraat 22  2000 Antwerpen  tel 03/222.93.20 Marc Somers amvc.letterenhuis@stad.antwerpen.be

    schreef hij naar aanleiding van haar 50jarig bestaan de jubelcantate Ba-tist.

    Luc Vetrommen, dirigent van Brassband Buizingen is ook bezig met de studie van de cantates omdat hij te Merchtem wellicht een tweetal cantates in 2012 zal uitvoeren en hij bestudeerde de partituren.

     Michaël Scheck mscheck@yucom.be  luc.vertommen@telenet.be

    De Boeckjaar 2012 : Frank.teirlinck@scarlet.be

    Beste,

    Ik heb je prachtige website eens doorgenomen en zie dat je op vele domeinen actief bent.

    De Boeck had veel contacten met Meise. Ik heb er een paragraaf aan gewijd in de monografie.

    Meise zou wel een mooie plaats zijn om een De Boeckconcert te realiseren.

    Zelf heb ik daarvoor geen middelen. Ik ben de bezieler achter het De Boeckjaar en ken vele musici die De Boeck op hun programma hebben, zowel koren als solisten.

    De Boeck sprak liever over zijn tuin met prachtige bloemen , bomen, cactussen, duiven...dan over zijn composities.

    Misschien krijg jij wel inspiratie om iets te doen in 2012....

    Hartelijk,

    Frank Teirlinck

    ps. De Monografie verschijnt in oktober 2012 waar alle aspecten van zijn leven en werk uitvoerig worden belicht (ca.550 blz.)


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.419 Boon Herman (Bie) pastoor

    Hij werd geboren in Jette op 28 februari 1931, als vierde in een gezin van zeven kinderen. Zijn vader was Marcel Boon, een arts en afkomstig uit de Rupelstreek. Zijn moeder kwam uit Merchtem. Zij waren goede pianisten en gaven hun gave door aan de  kinderen. Lager onderwijs: Sint-Pieterscollege te Jette.
    Hij studeerde aan het H.Hartcollege te Ganshoren en ging naar het daarna naar het Seminarie bij de  Witte Paters van Afrika.
    Hij werd  priester gewijd op 1 april 1956.

    Hij kreeg de kans om aan de UCL geschiedenis te studeren.   Op 11 juli 1964 verdedigt hij zijn doctoraat. Drie jaar later krijgt hij daarvoor de Prijs Burggraaf Terlinden.

    Daarnna wordt hij benoemd in Burundi aan de Université Officielle de Bujumbura (UOB), een stichting van de Jezuieten, om er Hedendaagse Geschiedenis, Geschiedenis van de Moderne Tijden en Encyclopedie van de Geschiedenis te doceren, aan studenten van de Rechten, de Economie en Letteren en Wijsbegeerte .

    In september 1970wordt hij bevorderd tot  Decaan van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte van de UOB, en lid van de Academische Raad.  Hij nam ondertussen deel aan zeer interessante congressen: Cambridge (1968) (Over de Verlichting), Moscou (1970) (Ideologieën en Kapitalisme), Quebec (1972) (Rol van de universiteiten in de ontwikkelingslanden).

    In mei 1972 moest hij Burundi verlaten omwille van de onlusten in de streek van de Grote Meren waarbij een hel.  Er vond daar eeen genocides plaat.  Op een week tijd werden er ongeveer 150 studenten van de universiteit vermoord, samen met enkele Afrikaanse collega's en mensen van de administratie. In enkele maanden tijd werden er naar schatting 200.000 mensen vermoord.

    Daarna volgt zijn carrière in Vlaanderen.  Begin 1973 wordt hij benoemd aan de  UFSAL ( later KUB of Katholieke Universiteit Brussel, met ongeveer dezelfde opdrachten als in Bujumbura.
    Gedurende enkele jaren was hij lid van de priesterraad van Vicariaat Brussel.

    In 1987 wordt hij benoemd als pastoor in Sint-Martinus Meise, waar hij Louis Geysen opvolgt. Zijn opdrachten aan de KUB werden geleidelijke verminded tot 1992. Vanaf 1996 is hij officieel emeritus.

    Tot zijn 75 plus 6 maanden blijft hij pastoor van Sint-Martinus Meise. "De mooiste tijd van zijn leven!" naar eigen zeggen.
    Hij stierf op 27 september 2012.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.417 Leemans Raymond

    Een tweede erevoorzitter van de fanfare De Verenigde Broeders overleed op 24 juni.  Hij was 83 jaar.  Hij was tevens lid van de koninklijke fanfare De Vrije Vrienden uit Wolvertem.  Velen zullen zich Raymond herinneren als de joviale beenhouwer in de Boechtstraat, schoonzoon van Michel Van der Veken, één van de markante figuren uit de Cuyperstraat (nu Boechtstraat).  Zijn dochter Marie –Elise baatte tot voor kort nog een delicatessenzaak uit met vooral kaas in de vroegere beenhouwerij.  Zij stopte de zaak om zich volledig te kunnen wijden aan de verzorging van haar zieke vader.

    Raymond kwam uit een gezin van acht, authentieke Meisenaars, en groeide op in een klein boerderijtje op de hoek van de haagweg (kleine weg tussen de Nieuwelaan en het Willy Van den Berghecentrum.  Zijn vader was ook een gekende en pittoreske figuur uit het oude Meise, maar wie hierover meer wenst te weten kan de brochure hierover lezen van de hand van ex. gemeenteraadslid Piet De Cuyper.(Jef L DC)


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.416 Van Dievoet

    Op 6 juni 1998 overleed Jean Van Dievoet in de Sint-Jozefkliniek in Vilvoorde op de gezegende leeftijd van 89 jaar.  Hij beloofde de vijf laatste jaren nochtans ,tijdens het teerfeest van de Koninklijke Maatschappij de Gewezen Soldaten 1903 ,erbij te zullen zijn in 2003, als deze vereniging , waarvan hij de erevoorzitter was haar 100-jarig bestaan zou vieren.  Van iemand zoals Jean Van Dievoet kun je geen afscheid nemen op traditionele wijze.  Daarom volgt hier de strofe van het stamlied die aan hem gewijd is en die op een beknopte wijze samenvat wie en hoe Jean was (het wordt gezongen op de tonen van “Achter de kazerne” :

    En de Jean Van Dievoet, die schiet er niet naast.
    Met pijl en boog gewapend, staat hij nog steeds paraat
    Hij is er al jaren bij,
    met mop en grap – dikke sigaar
    En vrolijk klinkt zijn lied : de vrienden treuren niet !

    Zijn familie en vrienden, en zijn vrienden boogschutters uit het hele land, missen hem, maar zullen niet treuren.  Zij gedenken hem met bloemen die hij als botanicus koesterde.  En via zijn moppen, waarvan wij een video-opname maakten en het interview over de stamenees van Meise, dat wij opnamen op geluidscassette, zullen wij hem steeds onder ons kunnen terugbrengen zoals hij was : vrolijk en ten volle van het leven genietend ! (Jef L DC)

    Cassette met interview over "de stamënees van Meise"

    Video met moppen 

    http://nl.wikipedia.org/wiki/Dievoet

    Henricus (Hendrik) Van Dievoet was burgemeester van Meise van 1891 to 1904, boomkweker en bloemist; in de Eerste Wereldoorlog werd hij als gijzelaar door de Duitsers gefusilleerd.

    Hij heeft zijn naam aan de Van Dievoetlaan in Meise gegeven.

    Hij heeft ook zijn naam gegeven aan een soort appel "President van Dievoet": Malus domestica "Président van Dievoet" (syn. "Cabarette", "President van Dyvoet") is een oud appelras met grote, platte, groene vruchten. Afkomstig uit Noord-Frankrijk, bijzonder geschikt voor biologische teelt op sterkere onderstammen en gemakkelijk te bewaren tot einde mei. De vrij grote appel is geschikt voor verse consumptie, keukengebruik en voor verwerking tot sap, cider of appelmoes.

    In mijn streekboek "Meise, onder de toren van St.-Martinus" staat Henricus Van Dievoet alleszins in de lijst van de burgemeesters van 1891 tot 1904. 
    In "Meise, van oorsprong tot 1940" van Jef Heyvaert staat hij op pag. 220. 
    In "Meise" van Achiel Bettesone vinden wij hem in 1891.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.413 Schoeppen Bobbejaan

    Deze fluitende en jodelende zanger woonde, voor hij Bobbejaanland betrok in Meise in de d’ Hoogvorstlaan 23  sedert 1951.  Hij werd echter geboren in Boom.
    Ik herinner mij Bobbejaan Schoepen uit mijn jeugd.  Ik was zelfs op zijn trouwfeest in Meise in het Kursaal (nu Carpet De Donder).  Louis Neefs zorgde daar toen voor de animatie.  Alle inwoners van Meise waren uitgenodigd op het volksbal.  Collega’s zangers traden er op.  Ik mocht met mijn ouders mee en keek toe van op het “hoogsaal”, dat was de promenade op het eerste verdiep.  Via een trap kon je die bereiken en die liep heel de zaal rond, behalve over het podium. 
    Wij zullen hem blijvend herinneren in zijn liedjes “
    ‘k Zie zo gêre main doivëkot”, “De jodelende fluiter”, “Zie ik de lichtjes van de Schelde” en “Café zonder bier” of was het “Stamënee zonder bie”?  Zijn realisatie van Bobbejaanland in Lichtaart is uiteraard zijn levenswerk.
    Het  is minder geweten dat onze zanger in 1957 deelnam aan het Eurovisie songfestival, waar hij 8ste eindigde met “Straatdeuntje”.
    Onze burgemeester Marcel Belgrado nodigde hem destijds uit voor de opening van een kanarievogelshow in het Kursaal in Meise.  Hij bezit daar nog een foto van, waarop hij fier poseert naast Bobbejaan en het bestuur van de club.
    Schelmen uit Meise noemden hem ook “Schobbejak Poeppe”.  Je moet dit eerder als een koosnaam beschouwen, want de humor van de autochtone Meisenaars kent geen grenzen.
    Meise mag zoals voor Ann Christy ook voor Bobbejaan Schoepen


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.411 De Cuyper

    Waar momenteel het funerarium gebouwd werd, stond vroeger een “stamënee” die uitgebaat werd door drie ongehuwde dames “dë maskës tërps” of de gezusters De Cuyper.  Dat waren de tantes van mijn vader Jean De Cuyper, 3 van de 9 kinderen van Josephus De Cuyper          ° Wemmel31.7.1848 en Hellinckx Anna Maria.  De moeder werd snel weduwe en moest het alleen rooien.  Bovendien had zij een ongeluk en werd haar een arm afgezet.
    De herberg was in feite ook een kleine boerderij.  De herberg noemde niet voor niets “Laiterie impériale”. In een van de houten luiken zaten achter glas toeristische kaarten over het oude Meise van voor de fuzie.  Er was een foto van keizerin Charlotte bij en verschillende kaarten met afbeelding van de twee kastelen van toen in de Plantentuin.  Hier was reeds een toeristische activiteit en ik kreeg deze prenten toen ik onderwijzer werd in 1960.
    Catharina De Cuyper was de oudste ° Meysse 5.6.1890 en + Meise 12.6.1963.  Zij bewerkte het veld en ik mocht samen met haar optrekken om de kleine werkjes op te knappen op hun veld aan de hazenbos.  Anna De Cuyper ° Meysse 24.3.1893 en + Meise 6.2.1983 was naaister en knapte heel wat klusjes op voor de Meisenaars.  Zij was slecht te been.  Maria De Cuyper ° Meysse 31.1.1896 en + Meise 18.1.1990 hield tot de sluiting het “stamënee” open verzorgde het onthaal.  Pastoor Louis Geysen wist haar zelfs te strikken als kerkbewaardster, een taak die ze gewetensvol vervulde tot ze niet meer kon.  Zij behoorden tot de trouwe kerkgangsters.
    Het gebouw kreeg elk jaar voor de kermis een beurt.  De muren werden gewitkalkt en onderaan voorzien tot 1 m hoog met zwarte teer.  Dat was toen de jaarlijkse kermisopsmuk van de boerderijen.

    De ouders van de gezusters De Cuyper kwamen uit Wemmel : De Cuyper Josephus ° Wemmel 31.7.1848.  Joannes  ° Meise 15.8.1882 huwde met De Groof Elisabeth en zij betrokken de Rozenboom (boerderij met herberg), toen Boechtstraat 21.  Toen hij overleed trokken de kinderen Jean, Josephus en Amelie erin.  Jean was reeds gehuwd Van Keer Ludovica en had 4 kinderen : Jean Pierre, Frans, Josephus en Marie Jeanne.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.410 Naessens Maurits

    Toen wij destijds een samenwerking opzetten met de Kunstkring, kreeg ik toelating van de weduwe van Maurits Naessens, om de naam van haar man te gebruiken voor onze jaarlijkse prijs voor plastische kunst, die al jaren gesponsord werd door het Mercatorfonds.
    Ik leerde deze kunstmecenas kennen  toen het Davidsfond Meise een 11 juliviering organiseerde in zijn domein.  Later vroeg ik hem om als Meisenaar in de jury te zetelen van de toen nog Jules Van Campenhoutprijs voor plastische kunst van het Audiovisueel Centrum in Meise.  Het toeval wou dat een andere bank dan de zijne, de Generale Bank, sponsor was in 1981.
    Hij steunde, ondanks zijn andere overtuiging Jules Van Campenhout als burgemeester van Meise en vooral Herman Boon pr., toen die er onderpastoor was.
    Hij was de eerste Vlaming die directeur werd van een Franse bank, de Parisbas of Bank van Parijs en de Nederlanden, die opnieuw in de running is in de Fortis – saga.  Hij verzamelde kunstwerken en richtte het Osterieth huis op en het Mercatorfonds in Antwerpen.  Legendarisch zijn de uitgaven over schilderkunst, dikke en vooral dure boeken over verschillende strekkingen in de kunst door de eeuwen heen.
    Zijn “Liber Amicorum” “Maurits Naessens 70.  Het boek van de vriendschap” werd in 1978 uitgegeven bij Lannoo en daarin vinden wij nadere details over zijn leven en werk.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.409 Christy Ann

    Zangeres Ann Christy (° 1945 + 7.8.1984) trad regelmatig op in de tent op de jaarmarkt van Eversem.  Haar eigenlijke naam was Christiane Lenaerts.
    Zij kwam later in Meise wonen, eerst in de Zonnelaan en daarna op de Brusselsesteenweg.  Zij was er  samen met Eddy Merckx te gast op de zesurenloop in het centrum van Meise (foto) in 1984.
    De Cultuurraad van Meise hield een hommage aan de zangeres en gaf een C.D. uit met vertolkingen.  Jurgen De Kerf van theatercafé De Gekke Haan in Kallo geeft een muziektheatervoorstelling (http://www.de gekkehaan.be)  
    Wij kunnen haar omschrijven als een vechtster (zij stierf aan baarmoederhalskanker), sprankelende persoonlijkheid, indrukwekkende podiumverschijning, mooie stem en azuurblauwe ogen.
    De 25-jarige verjaardag van haar overlijden werd opgefleurd door het hommageproject van Free Souffriau.  Haar lievelingsnummer is “Bla, bla,bla”.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.408 Lettens

    Jozef Lettens was de zoon van Joannes Carolus Lettens, een handelaar uit Imde.  Hij werd daar geboren op 8 december 1876, was ook handelaar en vestigde zich in de St.-Elooistraat 2 in Meise.  Hij groeide op in een gezin met nog 3 broers en 2 zusters.  Dus zij waren met 6 kinderen.  In Meise werkte hij samen met zijn broer Filibert (zie St.-Elooigezellen).  Jef Lettens maakte een reeks gedichten, waarvan de manuscripten en de rechten in mijn bezit zijn.
    Later zou hij zich in Grimbergen vestigen waar hij te maken kreeg met de plaatselijke politiek en de abdij, waar hij brood leverde.  Hierover schreef hij een politiek getint pamflet “Het oordeel van Sinte Pieter (Gevolg aan een artikel “Peper en zout”, brief aan Bolle voor de Zwijgende Denker – zie Koornbloem – augustus 1926).  Hij onderhield contacten met Ernest Claes.  Zijn gedichten over het landelijke Meise belandden op de kaft van de schriften in de gemeenteschool.  Hij schreef ook de tekst van de Cantate van Baptist van fanfare Concordia, waar hij met zijn broer actief lid was.
    Zijn verzamelde gedichten werden door mij gebundeld en in hedendaagse spelling gezet (Sib P.M. 1.11.2.1999.  De bedoeling is ze uit te geven voor een welbepaald goed doel : “hulp aan mishandelde vrouwen”.

    Stamboom
    gedichten
    vermeld op de beiaardbanken met Jos

     http://blog.seniorennet.be/beiaardmeise

    Stamboom van de familie Lettens


    I              Jan Baptist Lettens, geboren te Wolvertem op 27 november 1811, molenaar wonende te Imde.
    Hij was gehuwd met Marianne De Greef, geboren te Wolvertem op 10 december 1920.
    Uit dit huwelijk :
    1. Josephus Cornelius, geboren op 5 mei 1848, molenaar, wonende te Imde, overleden te Wolvertem op 20 januari 1856, 7 jaar oud.
    2. Joannes Carolus, geboren te Wolvertem op 24 december 1850, volgt onder II
    3. Franciscus, geboren te Wolvertem op 19 maart 1853.
    4. Carolus Ludovicus, geboren te Wolvertem op 17 juni 1855.
    5. Barbara, geboren te Wolvertem op 19 december 1856.

    II            Joannes Carolus Lettens, zoon van I, geboren te Wolvertem 24 december 1850, handelaar, wonende te Meise.
    Hij was gehuwd met Nathalia Raes, geboren tussen 1843 en 1858.
    Uit dit huwelijk :
    1.
    Jozef (Jef), geboren te Wolvertem op 8 december 1876, handelaar, wonende te Meise, St.-Elooiweg 2
    Hij is getrouwd op 29 november 1905, op 28 jarige leeftijd met Amelia Adolfina Van Doorslaer, dochter van Petrus August Van Doorslaer en Maria Terwecoren, geboren te Meise op 4 april 1874.
    2. Filibert, geboren te Wolvertem op 13 februari 1888, volgt onder III
    3. Frans (zie steen Imde)
    4. Henricus, geboren in Imde op 23.3.1875 en gestorven op 11.10.31
    5. Marie
    6. Barbara

    III           Filibert Lettens, zoon van II, geboren te Wolvertem op 13 februari 1888 en overleden te Oppem op 23 september 1961, 73 jaar oud.
    Hij is getrouwd op 22 januari 1913, op 24 jarige leeftijd met Elisa Van Doorslaer, 24 jaar, dochter van Petrus August Van Doorslaer en Maria Terwecoren, geboren te Meise op (23 augustus 1888 ?)
    Uit dit huwelijk :
    1. Jan Corneel (
    Jos) Lettens, geboren te Etterbeek op 11 februari 1919, volgt onder IV

    IV           Jan Corneel (Jos) Lettens, zoon van III, geboren te Ettebeek op 11 februari 1919.
    Hij is getrouwd op 22 maart 1943, op 24 jarige leeftijd met Maria Elisabeth Maes, 22 jaar, geboren te Brussegem op 28 augustus 1920.
    Uit dit huwelijk :
    1. Anna Maria, geboren te Elsene op 27 december 1943.
    2. Filibert Benedictus, geboren op 15 december 1947.
    3. Margareta Josefa, geboren op 2 mei 1955.

    I   Jan Baptist Lettens

     

    II  Joannes Carolus Lettens

     

    III Jozef (Jef) Lettens

    III Filibert Lettens

     

    IV Jan Corneel (Jos) Lettens

    Deze stamboom moet nog verbeterd worden.

    Jos Lettens was de zoon van Filibert en betrok de ouderlijke boerderij in de Kardinaal Sterckxlaan, nu omgebouwd tot dierenvoederbedrijf.  Hij was onze eerste belleman in de beiaardfeesten.  Hij volgde toneel aan de Academie in Meise en werd een verwoed toneelspeler in Kris Kras.  Later zou hij met enkele vrienden het cabaretgezelschap Sympatica oprichten, dat regelmatig optrad voor het goede doel.
    Hun namen werden op een van de beiaardbanken op de luisterplaats tussen de bibliotheek en de pastorie St.-Martinus aangebracht
    op de beiaardbanken met Jos.

    In memoriam Jos Lettens

    Op mijn 59ste verjaardag verloor ik een van mijn beste vrienden.  Ik leerde Jos beter kennen tijdens de werkzaamheden voor het omvormen van het podium van het Willy Van den Berghecentrum tot het Spinet in het kader van toneelkring Kris Kras.  Samen met Louis Dierickx, mijn broer Piet en andere Kris Krassers hebben wij de sportzaal afgesloten van het podium met cyproc platen.  De Jos en ik werden belast met het afhalen van zetels van een failliete cinemazaal in Antwerpen.  Onderweg is een spontane vriendschap ontstaan.

    Toen zijn vrouw Alice nog leefde ging ik regelmatig langs op de boerderij (nu winkel voor dierenvoeding).  Achter het houtstoofje beleefde ik daar de sfeer van vroeger op onze boerderij Boechtstraat 21 (de Rozenboom).

    Toen Up with people de eerste keer te gast was in Meise trokken de Jos en ik naar Esch sur Sûre (Luxemburg).  De reden was dat een Luxemburgse T.V.-zender het optreden van de wereldvermaarde groep uitzond en dat wij dat niet konden ontvangen  in Meise.  Ik beloofde onze logés van Up with people een copie van hun optreden.  Maar daarom moesten wij tot ginder.  De plaatselijke dorpsonderwijzer had een video en nam de show voor ons op.  Wij logeerden toen in een appartement van Joséke, de dochter van de vrienden van Jos.  Bij zijn overhaast vertrek was de Jos vergeten verse kousen aan te trekken.  Hij vreesde dat deze kousen op de stoel voor zijn bed enige reukhinder zou opleveren.  Wij sliepen in dezelfde kamer.  Daarom kieperde hij zijn kousen in de papierbak voor de hele nacht.

    De Jos was daar zowat vriend aan huis bij al die stijve Luxemburgers.  Want die mannen en vrouwen  ontdooien is geen lachertje.  Anna en Frank en hun kinderen, die een groot stuk van het toerisme in die streek beheren, waren ons vertrekpunt.  De Jos had daar zijn eigen kamer, waar zijn pantoffels onder het bed stonden.  Hij ging daar prat op.  Maar bij ons volgend bezoek legde Anna de Jos voor de gelegenheid op de mansarde (een kamer waar de buitenmuur bestond uit de natuurlijke rotsen).  Ik kreeg zijn kamer en voelde mij er onmiddellijk thuis.  Toen werd ik ’s avonds in het Hotel de la Gare ingelijfd als ingezetene van Esch.  Ik werd daar prompt aan de stamtisch, een ronde tafel naast de toog, geïnstalleerd en kreeg een rondje van al de aanwezigen.  De lokale drank is de Quetsch (jenever 50 graden) van kleine blauwe pruimpjes.  ’s Anderendaags gingen wij de afvaart doen van de Moezel.  De hele voormiddag had ik een eigenaardig gevoel.  De lucht en de bodem schommelden zoals het water in de zee.  Dat werd echter deels gecompenseerd door de deining van het schip.  Maar toen ’s middags het gastronomisch maal geserveerd werd op het dek, was alles bij toverslag over.  De organisatie van de tocht was in handen van de tuindersclub waar Frank voorzitter van was.  En wij werden lid gemaakt van deze vereniging.




    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.407 Van den Berghe Willy

    In 1966, het jaar dat ik voorzitter werd van Jeugdraad Meise, trad een nieuwe voorzitter aan voor de Christelijke Volkspartij in Meise : Willy Van den Berghe.  Hij zou een onuitwisbare stempel drukken op de ontwikkeling van onze gemeente.
    Hij was toen 35 en verdiende reeds zijn sporen in de C.V.P.-jongeren van Mechelen.  Hij was burgerlijk ingenieur architect en volgde vervolmakingscursussen in operationeel onderzoek in Gent.  Hij was tevens oud K.S.A.-‘er.
    Hij werd productieleider, zeg maar manager, bij Procter &Gamble.
    Hij bouwde nauwgezet gedurende 10 jaar aan een eendrachtig partij-apparaat, waarvoor hij zich dag en nacht inzette.  De oprichting van de V.Z.W. Sport en Recreatie was van zijn hand.  Hij was tevens voorzitter van de V.Z.W. Boechout, het beheersorgaan van de Beschuttende Werkplaats voor Gehandicapten.  In dat verband zorgde hij ook voor de eerste samenwerking tussen Meise en Wolvertem.  De inplanting van de Parnassus school in het Openluchtsportcentrum De Nekker, werd door tegenkanting uit liberale hoek gekelderd.  Dat had alleszins een serieuze meerwaarde geweest voor onze gemeente.  Helaas onbegrip en zinloos partijbelang haalde hier de bovenhand.
    Bij de verkiezingscampagnes van Jos Chabert herinneren wij ons de zeeptonnetjes, die her en der opdoken, met een affiche op, van het hoofd van onze kandidaat.  Zo kreeg baron d’Hoogvorst een nieuw hoofd en dat zorgde voor heel wat wrevel bij de blauwe partij, die later zelf uitpakte met een blauwe Sint.
    Bij zijn overlijden in 1976 juist voor de fuzieverkiezingen, werd het Sport-, Recreatie en Onderwijscentrum naar hem genoemd op initiatief van Jos Chabert.  Een herinneringsplaat in de hal van de sporthal herinnert hieraan.  De naam zou in grote letters op het centrum moeten prijken als verzamelnaam voor alle latere initiatieven.  Zo zou men een man die dat verdient eren.  “Just do it” en “do it in excellency”.

    Zie  “Schoon Meise” maart 1967 en maart 1976 en daartussen regelmatig bijdragen van zijn hand over de C.V.P Meise.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.405 d' Hoogvorst

    Over baron d’Hoogvorst gaf Berla een kleine brochure uit die samengesteld werd door Raoul Moyson.  Op zijn doodsprentje staan zijn voornaamste titels : graaf van Hombeeck, generaal en inspecteur – generaal van de burgerwacht van het koninkrijk.  Hij behoorde in 1830 tot het voorlopig bewind.
    De familie d’Hoogvost (Barbara van der Linden) bezat het kasteel van Meysse in 1671 en behield het tot baron d’Hoogvorst het verkocht aan Z.M.Leopold II in 1883. (zie aflevering 56).
    Het standbeeld van baron van der Linden – d’ Hoogvorst kwam er op 24.9.1893 door het Brussels stadsbestuur.  Het is 3 m hoog en zou van beeldhouwer Laumans zijn.
    Er werd een cantate opgevoerd, bij de inhuldiging op 9.10.1893, waarvan de tekst geschreven werd door J. De Smedt uit Merchtem en de muziek werd gecomponeerd door A.DeBoeck uit Merchtem.
    Op 22 september 1930 werd een betoging van hulde en dankbaarheid gehouden ter ere van Generaal (van de Burgerwacht) Baron van der Linden – d’Hoogvorst, burgemeester van Meise van 1807 tot 1866.  Bij zijn standbeeld sprak Luitenant Baron Keucker de Watlet :
    “Baron Emmanuël van der Linden – d’ Hoogvorst werd te Brussel geboren in1781.  Hij was oud – lid van de provinciale staten van Zuid – Brabant en nam deel aan de omwenteling van 1830 en aan de opwekking van het Belgische vaderland, met grote invloed, milde toewijding en vastberaden wilsktracht.
    In de augustus – septemberdagen 1830 hadden de hoofdstad en het land vooral behoefte aan tucht en betrouwen.  Door de inwoners van Brussel uitgeroepen tot opperbevelhebber van de Burgerwacht, wist baron d’Hoogvorst weldra de netelige toestand te beheersen door zijn populariteit, zijn openhartigheid en zijn onbaatzuchtig karakter en zijn onverschrokken moed : het volksgewoel werd geremd en de orde hersteld en gehandhaafd.”
    Het is baron d’Hoogvorst die, op 21  september1830, te drie uur ’s namiddags, op het stadhuis van Brussel, het Voorlopig Bewind stichtte met Rogier en Jolly.  Later werden Copain, de Merode, de Potter enz. geroepen om er deel van uit te maken.  Dit blijkt uit de mededeling die Max uitsprak in dezelfde zaal van het stadhuis, op 21 september 1930, te drie uur ’s namiddags, in tegenwoordigheid van de d.rie families : d’Hoogvorst, Rogier en Jolly.
    In 1826 stond een deel van Meise in blakende gloed.  Baron d’Hoogvorst, ware burgervader, rekent niet als de nood klaagt en doet, op eigen kosten, de 32 afgebrande huizen herbouwen.
    Door zijn hoge gestalte en zijn felgebouwd lichaam, boezemde hij bij het volk ontzag in en won tevens zijn eerbied en genegenheid.  Edelheer, in de breedste zin van het woord : dit was Generaal Baron d’ Hoogvorst, burgemeester van Meise.
    In 1893 werd het standbeeld ingehuldigd en dat werd 100 jaar later door Berla gevierd.  Hierover bestaat een kleine brochure van Raoul Moyson, uitgegeven door Berla.  Bij die gelegenheid werd de d’ Hoogvorstcantate uitgevoerd.
    Hij was burgemeester van Meise, Wolvertem en Nieuwenrode.
    Hij legde de steenweg Wolvertem – Laken (nu Nieuwelaan)aan om de werkloosheid in te dijken.
    In 1816 schold hij de landpacht kwijt en legde de Koninklijke Kasteeldreef aan.

    Er verschenen in het tijdschrift Berla 4 artikelen over de baron :
    83 Foto’s inwijding standbeeld baron d’ Hoogvorst
    167 Een gemiste kans huis d’ Hoogvorst Brussel
    264 Een merkwaardige vrouw barones d’Hoogvorst
    442 Baron van der Linden – d’ Hoogvorst
    Ik heb de stamboom van de familie van der  Linden – d’ Hoogvorst op grond van mijn beschikbare gegevens samengesteld.
    Er is een wandelgids “d’Hoogvorstpad” uitgegeven door de gemeente in 1996 en er werd door de provincie met de gemeente een plaat gezet voor het standbeeld.
    In 2005 werd Christine van der Linden d’Hoogvorst ° Limoges 16.6.1946 en + St.-Lamberts Woluwe 23.7.2005 bijgezet in de crypte in de St.-Martinuskerk.

    Over baron d’Hoogvorst gaf Berla een kleine brochure uit die samengesteld werd door Raoul Moyson.  Op zijn doodsprentje staan zijn voornaamste titels : graaf van Hombeeck, generaal en inspecteur – generaal van de burgerwacht van het koninkrijk.  Hij behoorde in 1830 tot het voorlopig bewind.
    De familie d’Hoogvost (Barbara van der Linden) bezat het kasteel van Meysse in 1671 en behield het tot baron d’Hoogvorst het verkocht aan Z.M.Leopold II in 1883. (zie aflevering 56).
    Het standbeeld van baron van der Linden – d’ Hoogvorst kwam er op 24.9.1893 door het Brussels stadsbestuur.  Het is 3 m hoog en zou van beeldhouwer Laumans zijn.
    Er werd een cantate opgevoerd, bij de inhuldiging op 9.10.1893, waarvan de tekst geschreven werd door J. De Smedt uit Merchtem en de muziek werd gecomponeerd door A.DeBoeck uit Merchtem.
    Op 22 september 1930 werd een betoging van hulde en dankbaarheid gehouden ter ere van Generaal (van de Burgerwacht) Baron van der Linden – d’Hoogvorst, burgemeester van Meise van 1807 tot 1866.  Bij zijn standbeeld sprak Luitenant Baron Keucker de Watlet :
    “Baron Emmanuël van der Linden – d’ Hoogvorst werd te Brussel geboren in1781.  Hij was oud – lid van de provinciale staten van Zuid – Brabant en nam deel aan de omwenteling van 1830 en aan de opwekking van het Belgische vaderland, met grote invloed, milde toewijding en vastberaden wilsktracht.
    In de augustus – septemberdagen 1830 hadden de hoofdstad en het land vooral behoefte aan tucht en betrouwen.  Door de inwoners van Brussel uitgeroepen tot opperbevelhebber van de Burgerwacht, wist baron d’Hoogvorst weldra de netelige toestand te beheersen door zijn populariteit, zijn openhartigheid en zijn onbaatzuchtig karakter en zijn onverschrokken moed : het volksgewoel werd geremd en de orde hersteld en gehandhaafd.”
    Het is baron d’Hoogvorst die, op 21  september1830, te drie uur ’s namiddags, op het stadhuis van Brussel, het Voorlopig Bewind stichtte met Rogier en Jolly.  Later werden Copain, de Merode, de Potter enz. geroepen om er deel van uit te maken.  Dit blijkt uit de mededeling die Max uitsprak in dezelfde zaal van het stadhuis, op 21 september 1930, te drie uur ’s namiddags, in tegenwoordigheid van de d.rie families : d’Hoogvorst, Rogier en Jolly.
    In 1826 stond een deel van Meise in blakende gloed.  Baron d’Hoogvorst, ware burgervader, rekent niet als de nood klaagt en doet, op eigen kosten, de 32 afgebrande huizen herbouwen.
    Door zijn hoge gestalte en zijn felgebouwd lichaam, boezemde hij bij het volk ontzag in en won tevens zijn eerbied en genegenheid.  Edelheer, in de breedste zin van het woord : dit was Generaal Baron d’ Hoogvorst, burgemeester van Meise.
    In 1893 werd het standbeeld ingehuldigd en dat werd 100 jaar later door Berla gevierd.  Hierover bestaat een kleine brochure van Raoul Moyson, uitgegeven door Berla.  Bij die gelegenheid werd de d’ Hoogvorstcantate uitgevoerd.
    Hij was burgemeester van Meise, Wolvertem en Nieuwenrode.
    Hij legde de steenweg Wolvertem – Laken (nu Nieuwelaan)aan om de werkloosheid in te dijken.
    In 1816 schold hij de landpacht kwijt en legde de Koninklijke Kasteeldreef aan.

    Er verschenen in het tijdschrift Berla 4 artikelen over de baron :
    83 Foto’s inwijding standbeeld baron d’ Hoogvorst
    167 Een gemiste kans huis d’ Hoogvorst Brussel
    264 Een merkwaardige vrouw barones d’Hoogvorst
    442 Baron van der Linden – d’ Hoogvorst
    Ik heb de stamboom van de familie van der  Linden – d’ Hoogvorst op grond van mijn beschikbare gegevens samengesteld.
    Er is een wandelgids “d’Hoogvorstpad” uitgegeven door de gemeente in 1996 en er werd door de provincie met de gemeente een plaat gezet voor het standbeeld.
    In 2005 werd Christine van der Linden d’Hoogvorst ° Limoges 16.6.1946 en + St.-Lamberts Woluwe 23.7.2005 bijgezet in de crypte in de St.-Martinuskerk.S

    Stamboom Parenteel op Aldfear

    II (330) Op 22 september 1930 werd een betoging van hulde en dankbaarheid gehouden ter ere van generaal baron d’ Hoogvorst, burgemeester van Meise van 1807  tot 1866.  Bij zijn standbeeld sprak Luitenant baron Keucker de Watlet :

    “ Baron Emmanuël van der Linden – d’Hoogvorst werd te Brussel geboren op 7/6/1781.  Hij was oud-lid van de provinciale staten van Zuid-Brabant en nam deel aan de omwenteling van 1830 en aan de opwekking van het Belgisch vaderland, met grote invloed, milde toewijding en vastberaden wilskracht.
    In de augustus- en septemberdagen 1830, hadden de hoofdstad en het land vooral behoefte aan tucht en betrouwen.  Door de inwoners van Brussel uitgeroepen tot opperbevelhebber van de burgerwacht, wist baron d’Hoogvorst weldra de netelige toestand te beheersen door zijn populariteit, zijn openhartigheid en zijn onbaatzuchtig karakter en zijn onverschrokken moed.  Het volksgewoel werd geremd, de orde hersteld een gehandhaafd.”

     Het is baron d’Hoogvorst die op 21 september 1830 om 3 u. ’s namiddags op het stadhuis van Brussel, het Voorlopig Bewind stichtte, met Rogier en Jolly.  Later werden Copain, de Merode, de Potter enz. geroepen om er deel van uit te maken.  Dit blijkt uit de mededeling die Max uitsprak in dezelfde zaal van het stadhuis, op 21 september 1930, te 3 u. ’s namiddags in tegenwoordigheid van de drie families : d’Hoogvorst, Rogier en Jolly.

    In 1826 stond een deel van Meise in blakende gloed.  Baron d’Hoogvorst, ware burgervader, rekent niet als de nood klaagt en doet, op eigen kosten, de 32 huizen herbouwen.

    Door zijn  hoge gestalte en zijn fel gebouwd lichaam, boezemde hij aan ’t volk ontzag in en won tevens zijn eerbied en genegenheid, in de breedste zin van het woord : dit was generaal Baron d’Hoogvorst, burgemeester van Meise.

    Edwin Ganz


    XVI (344) d’Hoogvorst cantate

    Bij de inhuldiging van het standbeeld van baron d’ Hoogvorst werd een cantate van August De Boeck op tekst van J. De Smedt, beiden uit Merchtem.  De partituur van d'Hoogvorst ligt bij het Archief en Museum voor het Vlaams Cultuurleven amvc.letterenhuis@stad.antwerpen.be




    XVIII (346) Literatuurlijst

    Archief van de gemeente Meise
    Sylvain Balau, D’Histoire Contemporaine de Belgique 1815 – 1885
    A. Bartels, Révolution Belge
    M. Bologne, De proletarische opstand van 1830 in België
    C. Bronne, L’amalgame, la Belgique de 1814 à 1830
    Ch. De Leutre, Révolution de 1830
    H. Depester, 1830 Grandes figures
    De Potter, Révolution Belge de 1828 à 1839
    E. Ganz, Le domaine de Boechout
    C. Huysmans, La révolution de 1830 et le mouvement politique
    Th. Juste, Le congrés national
    J. Lefèvre, L. Verhasselt, J. t’ Kint, Wolvertem
    Prof. Dr. Theo Luyckx, Politieke geschiedenis van België
    C.Noppen, De heren van Boechout en hun waterburcht te Meise
    Ch. Polimont, Révolution belge 1830 – 1848
    H. Spinnael, Nieuwenrode, Kapelle op den Bos 1974
    J.J. Thonissen, La Belgique sous le règne de Leopold I
    Dr. J. Van den Eynde, Meise
     L. Van Neck, 1830 geïllustreerd
    A. Verhaegen, 1830
    Willemsfonds, Vlaamsch België sedert 1830
    J.Van den Eynde, Onze helden, Drukkerij Jammaer – Pulinx Wolverthem 1919
    Jan Van den Eynde, Meise, Nevada Brussel
    R. van den Haute, Meise in oude prentkaarten, Europese Bibliotheek Zaltbommel 1973
    Jef Heyvaert, Meise van oorsprong tot 1940,  Gemeente Meise, 2005
    Jef De Cuyper, Meise onder de toren van St.-Martinus, Het Streekboek, 2001
    A. Bettesone, Meise, Schoon Meise 3 Vakantiegenoegens Meise, 1997
    A. Bettesone, Meise, Schoon Meise 4 Vakantiegenoegens Meise, 1998
    A. Bettesone, De heerlijkheid van Boechout te Meise, Vakantiegenoegens Meise 1995
    Berla, tijdschrift ,Heemkundige kring Meise,
    L. Van Hemeldonck, Baron d’Hoogvorst, 892701
    E. Van Hemeldonck, d’ Hoogvorst hulde, 933301
    E. Van Hemeldonck,d’ Hoogvorst cantate, 933320
    E. Van Hemeldonck, Het standbeeld van baron d’ Hoogvorst, 006103

    Jef De Cuyper , http://blog.seniorennet.be/erfgoedmeise

    C83     Foto’s inwijding standbeeld baron d’Hoogvorst
    C167   Een gemiste kans : huis d’Hoogvorst Brussel
    C264   Een merkwaardige vrouw : barones d’Hoogvorst
    C442   Baron Vander Linden d’Hoogvorst







    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.404 Ganz Edwin

    In 1902 verleende baron Goffinet een verblijfsvergunning aan Edwin Ganz in het koninklijk domein van Boechout.  In het begin woonde hij boven de stallingen, achter de boerderij.  Later zou hij verhuizen naar de zolder van de Oranjerie waar hij op 20 augustus 1948 op 77 jarige leeftijd overleed.
    In 1986 hield de heemkundige kring Berla een retrospectieve in het kasteel van Boechout.  Deze tentoonstelling had beter in de Oranjerie plaats gevonden.  De kring gaf toen een brochure uit “Edwin Ganz” waarin naast een volledige biografie een overzicht van zijn werken werd opgenomen.  Er werden toen uit privé collecties werken opgehaald en tentoon gesteld.
    Er bestaat ook een Edwin Ganz trekpaardenroute van Meise naar Ossel.
    Het tijdschrift Berla publiceerde volgende artikels over de schilder :
    71   Foto’s werken Edwin Ganz
    73   Edwin Ganz
    74   Edwin Ganz
    76   Toespreken Edwin Ganz tentoonstelling
    285 Edwin Ganz en het Brabants trekpaard
    Hij ontwierp het eerste wapenschild van de gemeente Meise.
    Hij schreef ook “Le domaine royale de Boechout et ses chateaux” dat vertaald werd door Jean VanGijseghem.
    Le peintre Edwin Ganz van Lucien Jottrand, Maurice Rassenfossen en Georges Verdavaine uit 1931 Ed.  Belge expansion.

    In E.S.B. verscheen wat volgt :
    Een minister van staat stelde onlangs de vraag :”Wanneer gaat men Edwin Ganz, de onbekende, eens herdenken?”.  Reeds geruime tijd dachten wij eraan.  Toeval of niet, tegelijkertijd opperde R.Bellemans, voorzitter van de heemkring Berla van Meise hetzelfde idee.
    Wie is Edwin Ganz?  Niemand wist nog waar en wanneer hij geboren was en of er nog een foto van de man bewaard bleef.  Men herinnerde zich dat hij jaren lang ergens op het kasteel van Boechout (Oranjerie Kasteel te Meysse!) had gewoond; dat hij paarden en boerentypen had geschilderd; dat er ergens een koffer was.  Een paar oude getrouwen van ESB wisten dat er tekeningen van Edwin Ganz waren verschenen.  Maar wie was hij, wat had hij voort gebracht en welke was zijn betekenis?  Waar was zijn werk?  Een grote onbekende.
    De heemkring van Meise is op zoek gegaan; heeft ondertussen reeds heel wat terug gevonden, tot de bewuste ‘laatste koffer’.  De kring plant voor mei 1985 een tentoonstelling Edwin Ganz, een catalogus van zijn werk, een herdenkingsplechtigheid en in samenwerking met het genootschap een brochure “Edwin Ganz, de onbekende”.
    Graag werken wij samen en plannen een bijzonder ‘Edwin Ganz huldenummer’.  Hij heeft er recht op.
    Wie was Edwin Ganz ?  Een buitenlander, een Zwitser, die zich te Meise vestigde, er schilderde en tekende en zoals niemand in de periode 1920 – 1940 beter “de Brabander” – de mens, zijn omgeving en zijn paarden heeft getypeerd.  Een buitenlander die meer dan de eigen kunstenaars het volk van Brabant heeft aangevoeld.  Wij zijn geen kunstcriticus, maar geen van zijn tijdsgenoten heeft zoveel kracht en lijn gezet in “Paarden op hol”, “het vijfspan”.  Hij typeerde de “facteur, de koeter, meneer François” enz. de man van bij ons.
    Edwin Ganz verdient dat wij hem uit het onbekende halen en een plaats geven in de galerij van Brabantse kunstenaars.
    J.V. E.S. en de B. LXVII Jg. 10-11-12 1984

    Edwin Ganz Vraag

    In nr.4 van Eigen Schoon jg.1913 lezen wij volgende mededeling :
    Postkaarten.  De Brabantse typen getekend door Edwin Ganz zijn te verkrijgen bij de uitgever van Eigen Schoon, Mr. Frans Van Achter, te Asse.  De volledige reeks zal minstens twaalf nummers beslaan.  Zij worden verkocht aan de prijs van 2 fr. De 100, 1.25 de 50, 0.75 fr. De 25 en 0.5 fr. Het dozijn, 0.05 fr. het stuk; buiten verzendingskosten.  Iedereen zal eraan houden deze welgeslaagde tekeningen te bezitten; door het rond sturen bij middel van postkaarten, kan eenieder mede werken aan de propaganda van ons tijdschrift.
    Volgens de inhoud van de jg. 1913 werden volgende tekeningen van Edwin Ganz in Eigen Schoon gepubliceerd :
    Brabantse typen
    1. De trombalslager der Koninklijke Fanfaremaatschappij “De lustige trompetters”
    3de.afl. bijlage 1 E.S.B.maart 1913
    2. Jonge boer 4de afl.
    3. De oude schooier 5de afl.
    4. De koopman 8ste afl.
    5. De boerenknecht
    6. De paardenknecht bijlage 6 ESB februari 1914 9de – 10de afl.
    september naar de schilderij van Edwin Ganz 11de afl. bijlage ESB mei 1914
    7. De pachter
    De wildstroper, tekening van Edwin Ganz 12de afl.
    Wij bezitten 6 van de 7 tekeningen; nr. 2 Jonge boer ontbreekt.  Wie kan nr. 2 aan de redactie in bruikleen geven om de reeks in E.S.B. af te drukken ter gelegenheid van het Edwin Ganz huldenummer, voorzien voor mei-juni?  De bibliotheek van de abdij van Affligem of Grimbergen, de familie Jan en Paul Lindemans ?
    Bezit nog iemand de reeks, uitgegeven door drukker Frans Van Achter van Asse, opdat wij ze zouden kunnen afdrukken in E.S.B. ?
    Wij doen een dringende oproep tot onze oude leden en allen die E.S.B. 1911 – 1914 bezitten; tot geïnteresseerden uit Asse en omgeving.
    Wie bezit tekeningen en schilderijen van Edwin Ganz ?

    De redactie.  J. Verbesselt

    Deze tekst bevestigt mijn stelling, dat een meer pragmatische aanpak nodig is.

    MEI erf 69 Foto’s werken Edwin Ganz                                                                  85.13.11
    MEI erf 71 Ganz Edwin Bettesone Achiel                                                              85.14.01
    MEI erf 72 Ganz Edwin Van den Broeck Michel                                                   85.15.01
    MEI erf 74 Toespraken Edwin Ganz – tentoonstelling                                           86.16.04
    MEI erf 283 Edwin Ganz en het Brabantse trekpaard Van den Eynde Maurits     98.52.15

    Op het internet krijg je een reeks bronnen over Edwin Ganz.  Het zijn vooral verkopers van kunst die werken in hun aanbieding hebben.  Zo vond ik : Edwin Ganz (1871 - 1948) ‘Départ pour le pélerinage de St.-Eloy (1935) Canvas.  Signed ‘Edwin Ganz’.  Period frame in gilt wood. 103x72  Sale date : 08/02/2010  Result : 2200 €


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.403 Beekman Jan

    In mijn Streekboek “Meise, onder de toren van St.-Martinus” vermeldde ik deze schilder.  Er staat een afbeelding van het monumentale schilderij “De verrijzenis” uit het Chiroheem, dat hij op vraag van Herman Boon pr. zaliger schilderde.  Er staat tevens een foto van een tentoonstelling in Meise in het Willy Van den Berghecentrum.  Bij de stichting Veranneman in 2002 stelde Jan zijn werken nog eens tentoon.
    Jan Beekman werd geboren in Meise in 1929 en leefde en werkte later in Connecticut (USA).  Hij maakte het daar als constructivist en had een eigen website.
    De gemeente Meise kocht van hem twee moderne schilderijen, die vroeger in het talenpracticum van het Audiovisueel Centrum hingen(waar nu De Muze van Meise gevestigd is).  Zij werden na een kleine passage in de huidige lokalen in Wolvertem overgebracht naar het oude gemeentehuis in Wolvertem.  Of ze daar blijven zullen wij in het oog houden.


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.402 Lenaerts Henri

    Toen deze kunstenaar 80 werd, gaf  de gemeente Meise een korte autobiografie uit, in het Frans, vertaald door Guido De Henau.
    Zijn beeldhouwwerken werden tentoon gesteld in de Plantentuin van Meise.  Daarna schonk hij er twee aan deze wetenshappelijke instelling  :  ‘De vorser’ en ‘Menselijke bestemming’.   De gemeente kreeg er 4.  Aan de bibliotheek werd ‘Levensvreugde’ en ‘Eenzaamheid’ geplaatst.  Aan het Willy Van den Berghecentrum vonden ‘De vlucht van Icarus’ en ‘De geboorte van Venus’ hun vaste stek.
    Aan de ingang Meise - dorp van de Plantentuin stond reeds lang ‘De vruchtbaarheid’ (door de gemeente weinig creatief ‘Zittende boerin’  herdoopt.  Voor het standbeeld van baron d’ Hoogvorst, tussen de monumentale Amerikaanse eiken, troont ook nog een Mariakapel van zijn hand.  Het Mariabeeld van de  wijkkapel van het Kasteelveld werd gestolen en vervangen.
    De beelden van Henri Lenaerts zouden stijlvoller tot hun recht komen, moesten ze alle 8 hetzelfde naamplaatje krijgen, naar het voorbeeld van de 4 van de gemeente.  Die in de Plantentuin zijn verdwenen en de oude beelden kregen er nooit een.  Het is ook hoog tijd dat Henri Lenaerts, die enkele maanden geleden overleed, ereburger wordt van de keizerlijke gemeente Meise.
    De gemeente zou een reeks kleinere beelden krijgen, op voorwaarde dat ze die permanent tentoon stelt in de Pastorie St.-Martinus (weinig creatief door de gemeente helaas na gemeentehuis tot Cultuurhuis herdoopt).  Klassering houdt in dat men de oorspronkelijke benaming bewaard!  Anders doet men aan cultuurbarbarisme!
    Ik bezit een ets van de kunstenaar met de St.-Martinuskerk van de parochie Meise.  Als kleine jongen had ik de eer te mogen poseren voor Henri in 1949 in zijn klein huisje in een zijstraatje van de Boechtstraat.  Hij schetste mij in houtskool.  Toen hij tachtig werd heb ik hem naast de Mariakapel gefotografeerd.

    Hierop reageerde bart.teerlinck@scarlet.be , wiens vader een 10 tal beelden van Henri wil verkopen en misschien een tentoonstelling wil inrichten .


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.401 Mensen

    Wij zijn in onze wandeling door het erfgoed van het keizerlijke Meise op een punt gekomen, waar wij in het immaterieel erfgoed beland zijn : de inbreng van mensen die iets betekend hebben en een ernstige bijdrage geleverd hebben tot de kwaliteitsverbetering van onze biotoop, door wat ze waren of deden.  We beperken ons voorlopig tot zij die niet meer bij ons zijn, maar hun stempel drukten op wat ons erfgoed momenteel betekent.
    Een long - list zou hier op haar plaats zijn.  Maar de lijst is lang en de gegadigden, die voor zichzelf uitmaakten dat zij erin passen, is lang.  Velen voelen zich geroepen, maar nog meer voelen zich snel voorbijgelopen.
    Aangezien nominaties, laureaten, gulden boek ondertekenaars, ereburgers ... welig tieren in onze gemeente, gaan wij ons daar niet aan wagen.  Af en toe een hint naar een objectief en doorzichtig systeem met criteria die afleesbaar zijn, kunnen wij wel geven.
    Tot nu toe beperkten wij ons tot 3 kunstenaars, waarvan 1 nog in leven : Henri Lenaerts, Edwin Ganz en Jan Beekman.  Op het politieke forum behandelden wij, door de vraag van de heemkundige kring van Hombeek, tot baron d'Hoogvorst, al dan niet graaf van Hombeek.  Op parochiaal vlak kunnen wij niet rond Herman Boon pr., waarover wij echter reeds een volledig blog
    http://blog.seniorennet.be/hermanboonpr vulden en een publicatie uitgaven "Het leven is te kort om klein te zijn".
    Laat ons eens rustig nadenken hoe wij dit verder aanpakken.

    De inwijkelingen worden met voornaam genoemd.  De autochtone Meisenaars krijgen enkel de familienaam als titel, omdat we de stamboom behandelen. 


    16-04-2014 om 00:00 geschreven door Jef L. DC


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 07/11-13/11 2022
  • 31/10-06/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 28/08-03/09 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 03/10-09/10 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 01/12-07/12 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs