° Jette 10.10.1919
Priester gewijd te mechelen op 3.6.1944
Leerkracht aan het O.L.V.Kollege te Vilvoorde van 1956 -1962
Pastoor St.-Martinus-Meise van 1962 1987
Diocesaan aalmoezenier gulden Leeftijd 1988 1999
+ Leuven 16.8.2013 en begraven in Meise in de familiegrafkelder
Op 9 september 1962 werd hij verwelkomd als nieuwe pastoor. Herman boon pr. was toen nog onderpastoor
tot 2005. Dan kwam Van Regenmortel en
later Herman (Bie) Boon.
Hij bouwde het meisjeschiroheem en deed veel renovaties aan
In Memoriam Louis Geysen
Louis
Geysen werd op 10 oktober 1919 te Jette geboren en op 3 juni 1944 priester
gewijd. Na zijn wijding werd Louis Geysen leraar te Vilvoorde,
in het Onze-Lieve-Vrouwecollege. In 1956 werd hij
tot 1962 onderpastoor in de H. Mariaparochie te Schaarbeek, daarna werd hij
pastoor in de Sint-Martinusparochie te Meise en dit bleef hij tot 1987. In 1988 werd hij diocesaan
verantwoordelijke voor de Gulden Leeftijd tot in 1999. Op
9 september 1962 werd Louis Geysen in Meise verwelkomd. Hij gaf daar gedurende 25 jaar het
beste van zichzelf.
Het
waren de bewogen zestiger jaren, waarin ook het tweede Vaticaans concilie
plaats vond. Een nieuwe wind zou waaien in de Kerk. En er was wind, ten allen
kant. In menige parochie stak er zelfs een storm op. Sommige priesters raakten
geïsoleerd en haakten af. Maar onze
nieuwe pastoor bleef nuchter, zocht ondersteuning en probeerde te realiseren
waarvoor hij zich geroepen en gezonden voelde. Wie
hij ontmoette, sprak hij enthousiast aan: Ik nodig je uit om mee te doen. Er
is werk genoeg. Ik mag toch op jou rekenen? Zijn open blik en ontwapenende
lach vermochten veel. Louis
heeft veel parochianen gemobiliseerd en gemotiveerd. Hij bezat de gevoeligheid
en de kunst om in mensen hun talenten en sterktes te ontdekken, ze te waarderen
en te optimaliseren. En dan... gaf hij zijn volste vertrouwen. Zo
werden ZIJN en HUN dromen gerealiseerd: een open, gastvrije gemeenschap waarin
mensen zich thuis voelden en waarin ook God zijn thuis kreeg. Bij
dit alles viel op dat vooral de kinderen, de jongeren, de jeugd, zijn
bijzondere aandacht kregen. En het onderwijs lag hem na aan het hart. Hij wou
absoluut zusters in zijn school en in zijn parochie. Hij vroeg en kreeg de
Annuntiaten van Heverlee. Een garantie voor degelijkheid, vond hij dat.
Gedurende
al die jaren in Meise - een kwarteeuw, van 1962 tot 1987 - hebben we Louis
gekend als een typische Belg: met een baksteen in de maag. De
Sinte-Maartenschool groeide en bloeide, en steeds opnieuw moesten er lokalen bijgebouwd
worden. Het waren gedurfde ondernemingen, want de financiering rond krijgen was
telkens een titanenwerk. Maar Louis had een sterk geloof in mensen; dat liet
hem toe groot te zien en er consequent naar te handelen. Ook
de bouw van een meisjes-chiroheem was een levensdroom, die hij kon
verwezenlijken nog net voor hij met pensioen ging. Bouwen,
verbouwen, restaureren,... Het waren noodzakelijke dingen, maar het waren
slechts randvoorwaarden voor het echte werk: samen bouwen aan een warme parochiegemeenschap, geïnspireerd door de
boodschap van het evangelie. Met
zijn parochieraad organiseerde hij geloofsavonden voor alle geïnteresseerden.
Ze trokken volle zalen. De
zieken lagen hem na aan het hart. Daarom vond hij het zo belangrijk dat de
parochiale ziekenzorg werd gestructureerd. Zijn aandacht ging naar alle bewegingen en
organisaties. Hij was er ook een graag geziene gast. Maar
zijn blik was ruimer dan de eigen kerktoren. De parochiale inzet voor de derde
wereld vond hij heel belangrijk, en hij juichte graag de prachtige initiatieven
van leken toe, zoals het RIGU-fonds opgericht door wijlen Jef Moens.
Louis
was een door-en-door goede mens, met een sterke geest en een groot, warm
hart. Een hart dat trouw en sterk bleef,
ook als het zwaar of ondankbaar werd. Hij
was een vrome man. Hij bad veel, en putte zijn kracht uit het evangelie. Hij
was een milde man, attent, vriendelijk, dankbaar. Nederig en verdraagzaam ook. Wij
zijn er de bevoorrechte getuigen van geweest met hoeveel waardering en vreugde
hij kon samenwerken met o.a. de twee Hermannen Boon, hoe verscheiden zij ook
waren. Louis
bracht mensen samen en probeerde hen samen te houden, zoals het een herder
past. Hij haalde mensen uit de eenzaamheid, hielp spanningen overbruggen en maakte
samenwerking mogelijk. Hij
was een priester van alle tijden, een teken van eenheid. Iemand zoals onze
huidige paus zijn priesters droomt. Ik
kan Louis niet beter omschrijven dan met de woorden van Marcel Weemaes:
Mens voor de mensen zijn, herder als God.
Trooster voor groot en klein, zo lief als God.
Klein met de kleinen zijn, vriend onverwacht.
Niet op zich zelf maar op anderen bedacht.
Zieken omarmen, hun tranen verstaan.
Met hen de kruisweg ten einde toe gaan.
Van God gezonden zijn, deemoedig en vrij.
Teken van vrede zijn, zo trouw als Hij.
Zo
probeerde Louis te zijn en te leven. Zo hebben we hem in Meise ervaren: als een
geliefde herder. We
zijn dan ook dankbaar dat hij bij ons in Meise begraven wordt. Hij
zal er rusten tussen velen die met hem de weg gegaan zijn, de weg van
getuigend in het leven staan. Hij
zal er rusten als een herder tussen zijn mensen...
Zuster
Dominica
|