Ministerie van Binnenlandse Zaken
Boudewijn, koning der Belgen
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze groet.
De gemeenteraad van Meise, provincie Brabant, hebbende bij beraadslaging van 14
september 1963 de wens uitgedrukt gemachtigd te worden gebruik te maken van het
wapenschild dat vroeger in bezit dezer gemeente was;
Overwegende dat uit geloofwaardige oorkonden blijkt dat de schepenen van Meise
voor 1795 regelmatig gebruik hebben gemaakt van een bijzonder wapen;
Gezien de koninklijke besluiten van 6 februari 1837 en van 14 februari 1913,
tot regeling van de vorm der gemeentezegels;
Op verslag van onze minister van binnenlandse zaken en van onze minister van
buitenlandse zaken;
Op eensluidend advies van de Raad van Adel;
hebben wij gemachtigd en machtigen Wij,
bij deze opene brieven , de gemeente Meise gebruik te maken van dit wapen zoals
het hier beschreven en afgebeeld is :
van goud met azuren dwarsbalk en een schuinkruisje van keel over alles heen ; het
schild geplaatst voor een heilige Martinus te paard, zijn mantel delend met een
arme, alles van goud.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en onze Minister
van Buitenlandse Zaken zijn, elk op zijn gebied, belast met de uitvoering van
deze brieven, welke in het Staatsblad zullen opgenomen worden.
Gegeven te Brussel 15 maart 1966.
Getekend
Boudewijn
van Koningswege :
De Minister van Binnenlandse Zaken, De Minister van
Buitenlandse Zaken,
get. A. Vranckx
get. P. H. Spaak
29-08-2017 om 11:18
geschreven door Jef L. DC
|