Hij werd geboren in
Jette op 28 februari 1931, als vierde in een gezin van zeven kinderen. Zijn
vader was Marcel Boon, een arts en afkomstig uit de Rupelstreek. Zijn moeder
kwam uit Merchtem. Zij waren goede pianisten en gaven hun gave door aan de kinderen. Lager onderwijs: Sint-Pieterscollege
te Jette.
Hij studeerde aan het H.Hartcollege te Ganshoren en ging naar het daarna naar
het Seminarie bij de Witte Paters van
Afrika.
Hij werd priester gewijd op 1 april
1956.
Hij kreeg
de kans om aan de UCL geschiedenis te studeren. Op 11 juli 1964 verdedigt hij zijn
doctoraat. Drie jaar later krijgt hij daarvoor de Prijs Burggraaf Terlinden.
Daarnna
wordt hij benoemd in Burundi aan de Université Officielle de Bujumbura (UOB),
een stichting van de Jezuieten, om er Hedendaagse Geschiedenis, Geschiedenis
van de Moderne Tijden en Encyclopedie van de Geschiedenis te doceren, aan
studenten van de Rechten, de Economie en Letteren en Wijsbegeerte .
In
september 1970wordt hij bevorderd tot Decaan van de faculteit Letteren en
Wijsbegeerte van de UOB, en lid van de Academische Raad. Hij nam ondertussen deel aan zeer
interessante congressen: Cambridge (1968) (Over de Verlichting), Moscou (1970)
(Ideologieën en Kapitalisme), Quebec (1972) (Rol van de universiteiten in de
ontwikkelingslanden).
In mei
1972 moest hij Burundi verlaten omwille van de onlusten in de streek van de
Grote Meren waarbij een hel. Er vond
daar eeen genocides plaat. Op een week
tijd werden er ongeveer 150 studenten van de universiteit vermoord, samen met
enkele Afrikaanse collega's en mensen van de administratie. In enkele maanden
tijd werden er naar schatting 200.000 mensen vermoord.
Daarna
volgt zijn carrière in Vlaanderen. Begin
1973 wordt hij benoemd aan de UFSAL (
later KUB of Katholieke Universiteit Brussel, met ongeveer dezelfde opdrachten
als in Bujumbura.
Gedurende enkele jaren was hij lid van de priesterraad van Vicariaat Brussel.
In 1987
wordt hij benoemd als pastoor in Sint-Martinus Meise, waar hij Louis Geysen
opvolgt. Zijn opdrachten aan de KUB werden geleidelijke verminded tot 1992.
Vanaf 1996 is hij officieel emeritus.
Tot zijn
75 plus 6 maanden blijft hij pastoor van Sint-Martinus Meise. "De mooiste
tijd van zijn leven!" naar eigen zeggen.
Hij
stierf op 27 september 2012.
|