Robert is overleden en daar kan ik niets aan veranderen
verhaal van een overlijden
07-04-2021
morgen
dag lieve Schat
morgen is mijn verjaardag en de eerste keer dat jij die niet mee beleeft.
vandaag was triest, ik mis je, mijn lichaam doet pijn en mijn geest wil niet vooruit. Ik wil achteruit in de tijd, de klok terugdraaien en tegen jou aanliggen, je kus op mijn kruin voelen, blijven slapen, je horen zuchten en klagen omdat ik niet stil kan blijven liggen in bed en jou wakker maak.
Als ik wakker word, wil ik je naast me zien liggen, voelen hoe je je arm over mijn lichaam legt en je been en hoe je mij kust.
Het is net of ik in een surrogaat-wereld leef, en ik heb geluk: ik heb vrienden die echt hun best voor mij doen, maar ze zijn jou niet ...
Waarom o waarom moest je sterven? en zo jong? Iedereen wordt oud tegenwoordig, maar jij niet...
Morgen is mijn eerste verjaardag zonder jou.
En ik heb zo'n zin om bij de pakken te gaan neerzitten...
Ik ben letterlijk zo eenzaam zonder jou...
Ik zie je graag, nog steeds, dus "tot de dood ons scheidt" is een lachtertje.
Tot ik sterf is logischer.
Morgen heb ik een vol programma: naar de bakker, iets lekkers halen voor Laura, met Philip gaan wandelen, misschien nog een beetje winkelen, en eerst en vooral naar jou begraafplaats. Met jou praten. Mij inbeelden hoe je in je kist ligt, als een skelet, met je mooie leren jas en je jeans en je bommelschoenen, en vooral: met de zegelring die ik je schonk en die je nooit af wou doen.
ik parkeer mijn auto en stap uit. Ik had verwacht dat je deur zou openzwaaien omdat je mij hebt zien aankomen, maar dat gebeurt niet...na aanbellen open je de deur en je lijkt zenuwachtig. Direct blijkt waarom je mij niet hebt zien aankomen: je was je koffiemachine aan het ontkalken.
Ik geef je het paasei dat ik heb gekocht, waarmee je oprecht gelukkig lijkt. Jij hebt niks voor mij maar ik zeg dat ik dat niet erg vind, wat ook gewoon zo is.
Je blijft zenuwachtig, biedt mij koffie aan, een koekje...fruit...ik lach en stel je gerust. Je antwoordt dat je nog niks hebt gegeten.
Je loopt rond in de keuken en maakt een sterke espresso voor mij. de hond zit duidelijk op een snoepje van mij te wachten, dus geef je mij het zakje met snoepjes en Alf komt dolblij bij mij zitten. Hij eet het snoepje heel snel op en we moeten allebei lachen. We babbelen en drinken koffie en eten van de druiven die je hebt gewassen en jij eet van de pralines in het ei. Het voelt allemaal zo goed en vertrouwd; waarom klikt het dan niet? Ik weet wat ik voel, en als ik je aankijk, denk ik dat jij hetzelfde voelt. we gaan wandelen met de hond, en bij terugkomst luisteren we verder naar de muziek die continu door streamt, en babbelen vooral. Als ik stilval lijk je lichtelijk uit balans. we kijken naar elkaar, glimlachen. Uiteindelijk geef ik toe aan mijn neiging om tegen je aan te gaan liggen. je legt je hoofd tegen mijn hoofd, wat mij oplucht. je zegt zachtjes dat je zo riskeert in slaap te vallen. ik sla mijn arm over je buik en jij legt je armen rond mij in een knuffel en streelt mijn rug. Ik voel je handen over mijn trui glijden en alles voelt zo goed. Waarom klikt het dan niet? Voor mij wel, voor jou niet...
we eten samen een quiche en drinken een beetje wijn. We stoppen niet met babbelen, hebben elkaar zoveel te vertellen...
Uiteindelijk besluit ik rond 22 u te vertrekken. Ik krijg nog een kus en dan sta ik naast mijn auto.
Jij stapt terug naar binnen. Als ik voorbij je huis rijd, zie ik je schaduw achter het gordijn.
Wat nu? wat moet ik doen? Geduld oefenen? wachten tot jij wel die klik voelt? ik voel me zo kwetsbaar en weet niet hoe mij te gedragen of hoe ik mij mag voelen zonder uiteindelijk gekwetst te raken.
De volgende morgen stuur ik je een berichtje, om te vragen of je goed hebt geslapen, eender welk excuus om jou in mijn leven te weten.
Je antwoordt beleefd en zegt dat je moet vertrekken. Ik zeg rij voorzichtig...opgelaten sluit ik af...
In januari heb ik mij aangemeld op een relatie-site; onbewust zocht ik naar het profiel van Robert, dat er natuurlijk niet was...
een boel mannen werden mij aangeboden als potentieel, maar, als ze mij al benaderden werd duidelijk hoe weinig eloquent ze waren; hoe gaat het...Hi...dag mooie dame enz...
als ik dan al eens antwoordde en uitbreidde over mezelf, kreeg ik ook eerder lauwe antwoorden; als er al een kwam.
tot ik op een dag een voorstel kreeg voor iemand, die zichzelf in meer dan een zin beschreef, en ook schreef dat hij tijd had, "ik ben de klok en jij geeft het tempo aan" of zoiets, ik ben niet meer op dat platform dus ik ben er niet zeker van.
Dus dacht ik: liken! en blijkbaar had hij dat ook gedaan want plots contacteerde hij mij en we gingen meteen aan de babbel, en alles wat hij zei klonk echt en eerlijk. Hij leek mij oprecht geïnteresseerd en ik besloot het aan te durven hem op messenger aan te spreken, wat hij fantastisch vond. We spraken over zijn en mijn werksituatie, over wat hij deed in zijn vrije tijd, wat schilderen bleek en ook boetseren. Hij was vrij bescheiden over zijn kunsten, ik vond zijn stem zo anders klinken dan die van Robert en wist niet of dit wel een goed idee was. Ging ik niet te snel? Wij bleven in contact, ook per telefoon, en hij zei dat ik een vlotte babbel had. We praatten veel online, en ik vroeg hem of ik niet te veel babbelde waarop hij onmiddellijk antwoordde: "niet genoeg". En toen vroeg hij mij om eens langs te komen...wat mij verontrustte. Ik zei hem dat ik eigenlijk naar mijn ouders wilde en hij begreep dat; ik kon op de terugweg als ik wilde langskomen bij hem - wat ik niet heb gedaan.
Hij suggereerde een tijdje later om bij mij langs te komen, en niet zoveel later heb ik hem uitgenodigd om met zijn hondje te komen wandelen, en ineens te komen eten.
Ik vond hem online heel sympathiek maar wou vooral weten of ik mij tot hem aangetrokken zou voelen. Als je met iemand online praat of telefoneert, vorm je die andere persoon naar de beeltenissen die je ziet terwijl je aan het praten bent. Dat vind ik nogal verwarrend. Dus zo gezegd, zo gedaan, en op een mooie dinsdagmiddag stond hij bij mij voor de deur, met bloemen en zijn hondje. Ik had de bloemen wel verwacht, maar was toch een beetje verlegen. Hij was ook timide, ik nam de bloemen aan en vroeg hem te gaan zitten. We zijn gaan wandelen, en ik was helemaal in de war, omdat ik fysiek absoluut geen aantrekkingskracht voelde. Dat was een beetje teleurstellend. Ik was vrij afstandelijk, durfde niet dicht naast hem te wandelen. Op de hondenweide was ik blij dat er nog andere personen waren, zodat ik niet alleen met hem hoefde te zijn. Thuis heb ik hem een koffie aangeboden en daarna hebben we de pasta gegeten die ik de dag voordien had bereid. Hij leek het niet echt lekker te vinden, hoefde geen tweede bord, en zei dat hij nooit veel at. Na het eten heb ik hem nog een koffie aangeboden, we hebben nog een beetje gepraat, en toen is hij vertrokken. Ik was opgelucht en besloot een beetje afstand te nemen. Ik had geen idee wat zijn indruk van mij was geweest, we bleven wel praten en ook soms bellen. en zo kwam het dat hij mij opnieuw vroeg via Messenger of ik eens naar hem wou komen in het weekend; ik antwoordde dat ik het nog niet wist, en hij zei iets te laten weten. Dezelfde week belden wij weer, en vroeg hij mij of ik nu wou komen, hij wou mij gerust komen ophalen en terugbrengen. Ik zei dat hij veel te goed was. Hij was steeds zeer vriendelijk en gaf mij regelmatig complimentjes, dus mijn gevoelens groeiden wel, ik dacht meer en meer aan hem....
Dus uiteindelijk hebben we dan een zondag samen bij hem thuisgebracht. Hij is mij komen ophalen en gaf mij een kus op de wang. we zijn bij hem thuis aangekomen en hebben koffie gedronken. we zijn samen gaan wandelen, en ik wou mijn arm door zijn arm halen, wat hij toeliet. Een tijdje later nam hij mij om mijn schouder en sloeg ik mijn arm rond zijn middel. ik was nog steeds een beetje onzeker en verlegen, maar hij keek mij aan en ik zag dat hij blij was.
Thuis aangekomen hebben we nog veel gepraat en hebben we geluncht. Alles liep zeer goed, maar na de lunch vroeg ik mij af wat er zou gebeuren; ik wou graag dat hij de volgende stap zette, maar wist niet goed hoe ik hierop zou reageren...hij legt zijn hoofd op mijn schouder, wat mij een opgelaten gevoel gaf.
hij draaide zijn hoofd naar mijn gezicht en onze ogen waren heel dicht bij. En plots waren we aan het kussen, hij liet mij niet meer los. Hij ging voor mij op de grond zitten op zijn knieën, en keek mij aan. Ik zei dat hij mij verlegen maakte, en hij zei dat ik hem ook verlegen maakte. We kusten en hij begon mij te strelen en ik hem. Ik vroeg of we naar bed konden. Hij zei lachend: wil je de schilderijen zien in mijn slaapkamer? En ik zei dat hij het zo puriteins wou aanpakken, dat dat goed voor mij was. In bed was het heerlijk, we lagen uren te vrijen, en ik voelde mij zo goed. Hij kuste mij en we praatten een beetje. Toen vroeg ik voor de grap: zijn we nu "in een relatie"? omdat dit typisch iets voor facebook was. Hij vroeg filosofisch wanneer een relatie eigenlijk echt begon...we bleven nog even liggen en gingen koffie drinken. Daarna bracht hij me naar huis. In de auto zei ik, dat ik de nicht van Robert zou vertellen dat ik iemand had gevonden, en dat zij dat waarschijnlijk too soon zou vinden. we praatten nog een beetje, en hij gaf me een kusje toen ik uitstapte en bleef nog even staan tot ik binnen was.
Toen hij thuis was, stuurde hij mij een berichtje, om mij te bedanken voor de mooie zondag. Ik zei dat ik nog iets zou eten en dat ik hem graag zag. Daarop antwoordde hij: dat is wel rap he lieveke? ik heb u graag met een smiley. ik schreef terug dat dat voor mij goed genoeg was. Waarop ik weer een kusje en een smiley ontving. Maar de volgende ochtend liet hij weten dat hij niet goed had geslapen door buikpijn en dat hij ook had liggen denken aan wat ik had gezegd, en dat hij dat te rap vond dat hij mijn gevoelens niet kon volgen. Ik heb hem geantwoord dat hij niet bezorgd moest zijn, dat we alles kalm aan zouden doen en dat het genoeg was dat hij mij graag had. Hij beaamde dat hij mij graag had.
Maar ik heb daar dan een hele maandag over zitten kniezen, mijn humeur ging van goed gezind naar onzeker naar boos en naar verdrietig.
's avonds was hij uit en kon ik hem niet bereiken, ik wist dat hij op familiebezoek was. Toen hij thuis kwam heb ik hem aangesproken en gezegd dat ik in de war was. Hij zei dat dat zijn schuld was. Ik zei hem dat ik toch duidelijk was geweest op het relatie platform, dat ik een serieuze relatie zocht en dat ik dacht dat het toch duidelijk was, gezien ik nog niet lang iemand was verloren, en mijn situatie met mijn dochter dat ik ook geen fulltime relatie zou aankunnen. Ik zei ook dat, als hij vond dat ik te snel verliefd was, dat dat niet mijn probleem was. Hij zei dat hij inderdaad een probleem had. Waarop ik zei dat hij slim en lief was, en dat ik het heel triest vond, maar dat ik zo met hem niet verder kon. Dat ik iemand nodig had die trots op mij was. Hij zei dat dat ook belangrijk was.
En toen had ik een slechte nacht. De volgende avond belde ik hem.
Ik verontschuldigde voor wat ik had gezegd over de relatie, en dat ik dit maar als kwinkslag had bedoeld. Hij leek ok, maar de volgende ochtend liet hij mij weten dat hij geen relatiemateriaal was en dat hij telkens mensen kwetste, ik heb hem gevraagd of hij wou dat ik gewoon verdween of dat ik mocht bellen. Hij stemde toe dat ik zou bellen, en deed toen alles luchtig af, hij was nooit boos geweest of gekwetst, en voor hem was er blijkbaar niets aan de hand.
Sindsdien is er iets veranderd. Ik ben onzeker, en ben bang over mijn gevoelens te spreken.
Hij contacteert mij, maar is oppervlakkiger en geeft geen complimentjes en laat niet blijken hoe of wat hij voelt. Doet hij dat uit beleefdheid, mij blijven contacteren? Wil hij niet gezien worden als iemand die mensen kwetst? Maar als je in het begin van je relatie al niet over je gevoelens kunt spreken, als je alleen zit in het weekend omdat de andere zijn weekend heeft volgeboekt en tijd maakt voor andere mensen, wetend dat jij alleen zit in een periode dat je toch veel vrienden nodig hebt, wat is dan nog de zin van deze relatie? Die ik geen relatie mag noemen? de vraag stellen is ze beantwoorden....
overvallen me, als ik naar de foto kijk van onze hond Boaz als pup.
Het is een foto gemaakt in onze slaapkamer, hij kijkt recht in de lens.
Onze adhd jack russell, zo koppig!
Het gemis overspoelt me. Flarden van andere herinneringen borrelen op: hoe Robert tussen de rayons in de supermarkt liep, en plots voorbij kwam met in zijn mandje een paar verpakkingen hondeneten! 's Morgens waren we in Kieldrecht een vriendinnetje van Laura gaan ophalen, en toen we er aankwamen, stond haar jongere zusje op het erf - ze woonden in een boerderij - met in haar armen een pup. Die pup was Boaz.
Robert sprong bijna uit de auto en vroeg: - een jack russell? En toen zij ja antwoordde, had hij al beslist dat dat zijn hond zou worden.
En die herinnering brengt weer een andere herinnering naar boven: hoe hij, op bezoek bij de moeder van een van mijn vriendinnen, overrompeld werd door het zicht van de vele honden die in de woning aanwezig waren: de moeder van Helga had een 50 -tal honden geadopteerd, waarvan er meer dan 30 in huis leefden, en een twintigtal buiten.
Robert had het niet zo met honden, maar toen hij ging zitten, en er een jack russell op zijn schoot sprong, zag hij dat als een teken dat dit hondje hem wilde verdedigen tegen de aanwezige meute.
ik voel nog steeds je armen om mij heen, dat gevoel zit in de hersenen van elke lichaamscel. Ik weet nog precies hoe het geluid was als je met je schoenen in de gang stil naar de slaapkamer liep, er binnenstapte en zachtjes op het linoleum het bed voorbij liep waarin ik nog lag te slapen - of deed alsof. Ik voelde hoe je naar mij keek, en hield mijn ogen gesloten. Je stem hoor ik nog steeds, de manier waarop je lachte en de wolf whistle die je maakte als ik mij uitkleedde. Ook je uitdrukking en de manier waarop je in een stoel zat of in bed lag en je hoofd op mijn hoofd legde. Het gevoel van je zachte haar tussen mijn vingers, en het gevoel van je schedel als ik je hoofd masseerde. Het gevoel van je ribbenkast en je schouder als ik tegen je aanleunde, jij je arm om mij heen, en hoe je zachtjes een zoen gaf op mijn kruin, en nog een...
Ik mis met je praten, of naar je te luisteren, je kon oeverloos doorgaan over kleine dingen, of over heel ingewikkelde onderwerpen zoals de tijdlijn van de Israëlische koningen, en je was dan altijd zo enthousiast.
Nu, naar mij, wordt er niet geluisterd. Mensen vragen soms hoe ik mij voel, ook online, maar echt een lang gesprek verwacht ik allang niet meer. 5 Minuten is de maximum. Ze haken af of beginnen over zichzelf.
Vele mensen rond mij rouwen, en we voelen ons op een of andere manier verbonden, maar het is geen verbinding die je enthousiast vermeldt. Alles gebeurt in stilte en met veel begrip voor elkaar, met veel respect.
Ik haat het nummer All I want for Christmas is You, omdat dat exact is wat ik nu wil, niets anders. Ik heb beslist niemand plezier te doen deze feestdagen dan mijzelf: ik vier kerst alleen dit jaar - met jou.
Liefje ik wou dat ik je had kunnen redden, ik wou dat jouw God echt bestond, dat ik kon bidden en vragen om jou terug te brengen. Zodat wij ons leven samen zouden kunnen afmaken.
Mijn lijf treurt als een treurwilg en ik zie er vreselijk oud uit. Wat haat ik dat! Jij noemde mij altijd jong en jeugdig. Ik had een "mooie huis". Je complimenten waren origineel.
Ik hou van jou voor eeuwig en altijd. Lieve schat. Ik hoop dat ik snel sterf.xxx
vannacht heb ik gedroomd dat ik bij je in de wagen zat, en daarna dat ik in een bar binnenkwam om jou te ontmoeten, maar dat je reeds vertrokken was; je was je portefeuille vergeten naast een leeg glas rode wijn.
Mijn vader ligt in het ziekenhuis, voor een check-up van zijn stents, die zijn in orde en morgen mag hij waarschijnlijk naar huis; in het Middelheim zijn ze wel vergeten zijn gouden armband en zijn horloge in te pakken, dus die moet ik gaan halen dit weekend: blijkbaar kan niemand deze items opsturen via post of ze even naar Palfijn laten brengen...ambetantenaren...neen, ik moet vanuit Herentals naar Wilrijk om dat even op te halen.
Als jij nog zou leven zouden we even samen rijden..en dat combineren met een bezoek aan de zaterdagmarkt of zo...
als die er staat nu in tijden van corona...
al die eenvoudige dingen die we deden die ik nu zo ms. gewoon in jouw gezelschap zijn. wat mis ik dat.
Je vol vuur horen praten over weer een geschiedkundige ontdekking die je had gedaan. Wat een verlies.
Waar vind ik nu een man met jouw koppigheid, intelligentie, rebelsheid die ook nog goed kan dansen en van soul houdt?
Op het werk ruikt de zeep naar appel, en elke keer als ik mijn handen was, denk ik aan jou en voel ik mij weer schuldig.
op 2 oktober, 1 dag naar de shunt - operatie, zat je rechtop in je zetel op je kamer, en had ik een appelkoek voor je meegebracht.
Eerst dronk je twee bekers koffie, die je enorm smaakten. Je at de appelkoek met veel smaak op. Het was de laatste keer dat ik je rechtop zag zitten en iets zag eten.
Ik zie je zo graag...hopelijk droom ik deze nacht weer van je xxxxx
de collega's zijn superlief, enkele weten al dat je overleden bent. Ik rijd blèrend naar huis 's avonds, blijkbaar heb ik nood aan een huiluurjte, net als sommige baby's.
Wat is de zin van dit leven? Ik kijk als door een glazen bol naar de mensen om mij heen, die gewoon hun leven leiden, terwijl ik snak naar een gesprek met jou, op bed naar een DVD kijken, samen slapen...
je opinie over wat Polen en Hongarije beslissen in dit verenigde Europa.
Alles draait om jou, ook al ben je er niet.
Wat was het weekend moeilijk, beseffend dat ik met deze stap, het starten in een nieuwe job, mij weer een stap verder van jou verwijderden: geen mogelijkheid meer om dagelijks naar jouw graf te komen en even met je te praten. Zelfs dat niet meer...
had ik maar geld om even ertussenuit te trekken, gewoon aan zee of zo, en lekker naar de zee staren.
Wanneer ik je huis betreed, voel ik een zucht van opluchting, van verlichting.
Binnenkort is ook dat voorbij, als je dochter er gaat wonen..
wat is mijn leven veranderd op een paar maanden tijd!
vandaag is extreem moeilijk, zit weer aan mijn eigen dood te denken...
het heeft geen zin om weer een nieuw huis te huren, een nieuwe job te starten, ik ben geen 20 meer en had graag een beetje meer vastigheid gehad.
Ook voel ik veel wanhoop en boosheid naar jou toe: waarom heb je niets geregeld? je wist al jaren dat je ziek was, maar hebt niets doorgegeven aan notaris, noch heb je je testament van 2016 veranderd, waar ik slechts als een voetnoot in voorkom...zonder ergens aanspraak op te kunnen maken...
dus weg huis, weg alles, ...
daar heb ik geen zin meer in.
Hopelijk krijgt Laura snel een woning in Nederland bij haar vriend.
Dan kan ik er de brui aan geven.
Ondertussen blijf ik boos! je zei steeds: ik wil voor je zorgen, ik wil niet dat jij nog moet verhuizen. De "wil" is er te veel aan he! het had moeten zijn: ik zorg voor je, je moet niet meer verhuizen...
maar blijkbaar was ik dat niet waard. Ik ben het beu sterk te zijn! Ik ben toe aan een adempauze en rust.
vandaag ben ik zoals elke dag je graf gaan bezoeken. Ook Mirjam was er met de kinderen.
Zij hebben wat beeldjes op je graf gezet: het waterkommetje voor de vogels met de twee slakken, de twee kleine kabouters en twee vogeltjes.
Ik mis je, wil je helemaal niet herdenken, wil niet naar je lege huis om je poes eten te geven.
Neen, gewoon bij je binnenkomen en jou zien zitten aan je bureau, of je horen roepen "Elza?" als je de voordeur hoort en in de slaapkamer naar een film aan het kijken bent.
thuiskomen...
dat is voor mij voorbij, voor altijd.
Ik weet het er moet tijd over gaan, maar dat wil ik ook niet: ik wil de klok kunnen terugdraaien en jou redden uit de handen van de dokters die ook voor een raadsel stonden en niets mis konden vinden, hoewel je comateus in het ziekenhuisbed lag. Wie weet had je nog geleefd.als ik je een paar weken eerder terug naar huis had gehaald....je had zo'n fobie voor ziekenhuizen...
Te laat he. Jij zei altijd "hadden is dood" en zo is het.
Mijn lieve schat, ik mis je, onze gezellig sleur, eten, een dvd kiezen, ruzie maken over wat we gingen zien, in het weekend naar de stad en naar de winkel en af en toe een lang weekend weg, naar Aken of de zee of de Ardennen of Normandië...
ik mis je ...ik val in herhaling.
Soms moet ik zo hard huilen dat ik bang ben en eigenlijk ook hoop een hartfalen te krijgen.
toen we bij je graf stonden, moest ik weer denken aan hoe diep je lag, en hoe je daar langzaam ligt te ontbinden. Hopelijk lig je er niet helemaal opgezwollen van de gassen in je lichaam. Je zult ondertussen wel vol zitten met maden en andere dieren die zich nu naar hartenlust kunnen ontwikkelen aangezien je lichaam zich niet meer kan afweren. Ik zie je zo graag...nog steeds.
Als Laura eindelijk de kans krijgt te gaan samenwonen met Patrick, en alles loopt goed voor hen, dan hoop ik heel snel te sterven. Niet omdat ik denk dat ik je dan zal terugzien, dat vind ik grote onzin, maar omdat ik niet weet wat voor mij de zin nog is om hier nog rond te lopen. Been there, done that - en de mensen gaan niet plots veranderen.
lieveling dikke kus - je bent de man van mijn leven. xx
Ik stond fris op, en dacht dat het precies beter ging: ik kon snel uit bed, gisteren lag ik nog een uur lusteloos te liggen voor ik eindelijk mijn moed bijeen raapte en opstond.
Naar je huis, poes eten geven, en eindelijk nog eens schoongemaakt: overal gestofzuigd, het verfmateriaal uit je bureau opgeborgen in de garage, de vlakken in de keuken gepoetst en een beetje opgeruimd.
Daarna naar je graf, dat er wel een beetje verfomfaaid bij lag na de hevige regenbuien van gisterenavond.
Supermarkt, lunch.
En dan begint het wachten tot ik jou zal zien. Nutteloos natuurlijk. Je verwijdert je verder en verder van mij, ligt in de aarde te ontbinden.
Ik heb allerlei fantasieën dat ik terug kan in de tijd, tot ik zes ben, en jou een brief kan schrijven om je te waarschuwen voor je toekomst, voor de kanker, en voor je vrouw die je verlaten zal.
Ik vraag je op me te wachten, zeg dat ik je in 1993, het jaar dat je vrouw weg is, zal opzoeken...
was dat maar mogelijk....
Alles is zo kleurloos, lachen klinkt hol, alles is overbodig. Jou heb ik nodig, hoe je mij vastpakte, op het einde, elke keer als ik je hielp je hemd aan te doen: je pakte me dan stevig in je armen....
Wat hebben we weinig tijd gehad tussen de diagnose en je dood...het is gevlogen. En wat hebben we weinig kunnen doen. Maar ik genoot ervan met jou in bed naar een dvd te kijken, mij tegen je borst te vleien met je armen om mij heen, en van hoe je mij een kusje gaf op mijn haar, en dan nog eentje...
Of je lag op mijn schoot, en ik streek je door je haar en masseerde zachtjes je huid. Dan zie je " oh schat je doet mij goed!". En eenmaal ontspannen viel je zo in slaap...
helaas is dit verleden tijd. Je bed staat eenzaam in de pas geverfde slaapkamer, en je foto kijkt mij glimlachend aan als ik de kamer binnenkom. Het s een mooie foto, je staat in je tuxedo tussen je drie Engelse nichten die ook stralen en een hoog glittergehalte vertonen. Wat was je toen jong en sterk! Twee maanden later zouden we elkaar leren kennen...
weet je nog hoe het begon? we waren beiden uitgenodigd ergens begin 1999, door een wederzijdse vriendin, op haar verjaardag.
Ik had je enkele jaren daarvoor ook al ontmoet, al zul je dat niet meer geweten hebben: het was in '97, je was toen de vriend van Veerle, onze wederzijdse vriendin, en zij nodigde mij ook toen uit op haar verjaardagsfeestje in een karaoke-bar in het centrum van Antwerpen. Ik ben toen gegaan, zij heeft me aan jou voorgesteld, en je hebt mij toen heel beleefd een hand gegeven. Zonder mij echt aan te kijken. En dat was dan dat.
In 1999 verliep het iets anders: ondertussen waren jullie niet meer samen, maar waren we weer beiden uitgenodigd. Ik herinner mij niet zoveel meer van die avond, enkel dat we ergens met zijn allen iets waren gaan drinken, en daarna naar de karaoke-bar afzakten. daar, in de kelder vroeg je mij of ik wou dansen.
Ik keek je aan, zag dat je een jeanshemd en- broek droeg, en in het flauwe licht meende ik ook een paar boots te zien. Ik dacht: "oh nee! een ouwe rocker".
maar ik accepteerde en danste even met je. Intussen kwam Veerle er ook bij en jij danste toen even met haar.
Op het einde van het feestje kwam Veerle naar mij, en zei dat jij me wel een lift naar huis wou geven, mocht ik dat nodig hebben: hij zou haar ook naar huis brengen.
dus zo gezegd, zo gedaan. We gingen naar de garage, waar een mooie bordeaux-rode BMW 525 stond. Veerle zag mijn gezicht en zei: "jaja".
We stapten in, en ik dacht dat jij eerst mij zou afzetten en dan je ex, maar jij deed het andersom. Je nodigde mij uit vooraan in de wagen te komen zitten, wat ik deed.
Onderweg naar huis vroeg je meer over mij, wat ik voor werk deed, en of ik een relatie had. Ik vertelde je dat ik werkloos was en dat ik een cursus aan het volgen was voor meertalig bediende. Je zei dat mij dat zeker werk zou bezorgen, en dat je dochter ook werkte in de "maritime" aan een loket. Ik zei je dat ik een relatie had met een vriend die ook nog een andere vriendin had. Dit was de waarheid, en ik vertelde je dit omdat ik je wou afschrikken. Ik dacht dat jij zeker zou denken "wat is dit voor iemand?" en mij met rust zou laten.
Je zette mij af en reed weg. Ik dacht dat de kous af was. Maar een tijd later, ik weet niet meer hoe lang, een week, twee weken, een maand? belde je mij om mij uit te nodigen samen naar de cinema te gaan en eerst een stukje te eten. Ik was vrij lang stil, en jij zie: "zeg ja!" Wat ik toen deed...
De avond van de afspraak trok ik een oude trui aan, omdat ik je in geen geval de indruk wou geven,dat ik belangstelling voor je had.
Ik had, na jouw telefoontje Veerle gebeld, om te vragen wat er mis met je was. Zij zei: "niks, hij is een heel vriendelijke man." Zij had hem mijn telefoonnummer gegeven: hij had haar gebeld en het gevraagd.
De avond was heel prettig, we gingen een snack eten en daarna de film "Die Hard" zien. dat was op 1 maart 1999. Dit werd onze datum, de datum van het begin van onze relatie.
Ik ben nog steeds gelukkig dat je mij toen gekozen hebt.
vandaag was D Day: je begrafenis. Vannacht heb ik zeer slecht geslapen. Tegen de ochtend heb ik gedroomd dat ik in Campo Marino was, eigenaardig genoeg in een lijnbus met mijn moeder en zus.We reden door het centrum, ik zag de borden met de dolfijnen die het maritieme karakter van het dorp weergeven, en we passeerden een shopping center dat aan het vernieuwen was, zo vertelde ik hen. De winkels verkochten allemaal uit.
En dat was de droom. Met moeite stond ik om 9 u op.
De kleren van de dienst lagen al klaar: mijn nieuwe wollen lichtgrijze kleed, de parelsnoer, jouw eerste cadeau aan mij, een nep-glitter armband en natuurlijk zwarte kousen.
Eerst met het hondje van Laura naar de bakker, snel en tegen mijn zin een croissant en koffie binnenwerken. De twee bijbelverzen die ik moet voorlezen nog even nalezen en de juiste intonaties aanduiden. Dan het kleedje aan. Plots vraag ik mij af of je mij dit ooit hebt zien dragen? Ik pijnig mijn hersenen, maar helaas schiet het mij niet te binnen. Ik ben zeker dat je mij in je armen zou hebben genomen en had gezegd, oh schat je bent zo zacht!
Dat streelde mij niet alleen aan de buitenkant, maar ook aan de binnenkant...
Ik ga de dochter van je beste vriend oppikken, en samen rijden we naar zijn huis. Haar gepraat onderweg doet mij goed, en ik ben dankbaar dat je zoveel fijne mensen kent. Bij aankomst dank ik hen nogmaals voor alles wat ze doen: zonder hen was dit nooit gelukt. Berthe zegt dat het toch normaal is, en dat jij hen ook in vele moeilijke momenten hebt bijgestaan.
Dan naar de aula, waar al mensen in de zaal zitten. Aan de ingang zit Susan, je Engelse nichtje. We praten even, en ik geef haar de tekst die ze in haar zuster's plaats zal lezen: die ligt in het ziekenhuis na een heupoperatie. Ook mijn lieve buurvrouw komt binnen en zet zich discreet achteraan. Ook mijn zus en moeder zijn er. Ik heb nauwelijks de tijd om met hen te praten, het zal voor na de dienst zijn.
Ik lees twee teksen, om jou eer te doen. Als liedje heb ik "You're in My Heart, You're in My Soul" gekozen van Rod Stewart omdat het zo goed beschrijft hoe onze relatie is begonnen en hoe je over mij dacht. De aantrekkingskracht bij jou was inderdaad "physical", je zei me steeds dat ik het meisje was, waarvan je droomde toen je jong was.
Al je vrienden en buren waren erg vriendelijk en vol wil om mij te steunen. Het is belangrijk dat je dat weet.
Wat pijn doet is, dat wij, zoals gebruikelijk was na eender welke activiteit waaraan we deelnamen, ik er met jou niet over kan praten. Wie wat heeft gezegd, wat er is afgesproken, en onze indrukken over de dag.
Dus hoewel ik mij wel omringd voel, mis ik je erg. Tijdens de koffietafel kan ik niet naar rechts kijken, naar de foto die daar op een zijtafel is gezet en mij aanstaart.
Het doet pijn.
Waar je wel smakelijk om zou kunnen lachen, moest je het weten, is het feit dat je vriend Rudi mij voorstelt om samen te bidden, en dat ik daar op inga!
Het is een vreemd intiem gebeuren: hij bidt om sterkte voor mij. Wat zou je daar van denken? Misschien: met mij heb je nooit willen bidden, en nu doe je het wél??
Misschien zou je gewoon blij geweest zijn omdat je dacht dat ik "herboren" was?
Nadien ga ik nog even naar je huis, het huis dat niet meer onze cocon is. Nu is het gewoon een wachtend huis. Ik roep de poes en ze komt onmiddellijk op mij af om gestreeld te worden. Ze zit ocharme veel alleen. Ik geef haar te eten, als plots de bel gaat. Rita en Angelika staan voor de deur elk met een kaartje voor innige deelneming.
We praten zeker een uur over wat ons is overkomen, en ook over verlies aan hun zijde, over een andere buurvrouw die kanker heeft en van wie het einde nabij is.
Rita vraagt of ik alleen ben vanavond, maar ik zeg dat ik gelukkig mijn dochter heb, anders zou ik wellicht in een donker gat vallen. Ze knikken allebei en nodigen me allebei uit om zeker langs te komen mocht ik nood hebben aan een babbel.
Oh Robert kon je dit maar allemaal meemaken! Ik mis je
Sinds je ziekte droom ik bijna elke nacht van je. De eerste dromen waren hoopvol: in een ervan zat je op de rand van je ziekenhuisbed, aangekleed en helder van geest en net zo actief als je 4 jaar geleden was, voor je ziekte. In een andere waren we in Engeland, in het British Museum, we stonden op het punt het hotel te verlaten (zo gaat dat in dromen), toen ik merkte dat je je mondmasker was vergeten. Dus namen we de lift naar de kamer om het op te halen.
De laatste droom had ik gisterenavond voor de TV, toen ik even in slaap was gevallen. Je stond ver weg van mij, half met je rug naar mij gekeerd, in de blakende zon op iets wat een stationsgebouw leek. Het was slechts een flits.
En nu ben je 3 dagen dood. Helaas is dit de realiteit. 5 dagen heb je naar adem liggen snakken. De dokters en verpleegsters verzekerden mij, dat je er niets van merkte en er geen last van had. Maar voor mij was het een nachtmerrie terwijl ik wakker was. Ik probeerde het je zo comfortabel mogelijk te maken, streelde je armen, handen en wangen, en kuste je af en toe. Elke morgen zei ik goeiemorgen in je hoor en "ik zie je graag". Ook zei ik welke dag het was en wat voor weer. Ik zocht op de radio naar de muziek die je graag hoorde, die uit de jaren 60 en 70, en zette de radio luider als het nieuws was, en 's avonds zette ik de TV aan voor het nieuws. En de hele dag door bleef je naar adem happen. 's Nachts werd ik soms met een schok wakker, omdat je adem plots stokte; dit gebeurde meer en meer naarmate de tijd verstreek. De verpleegsters kwamen je 2-3 keer per dag van positie veranderen, en wasten je elke ochtend. Het leek tegelijk absurd en hoognodig. Ik wilde dat er constant aandacht aan je werd besteed. Ik hoopte op een mirakel, ik hoopte dat een dokter op een dag zou binnenkomen en zeggen dat ze nog een laatste poging gingen doen om je leven te redden.
Iedereen vroeg me steeds hoe ik me voelde, wat ik een belachelijke vraag vond: de zieke was jij, jij lag op sterven, niet ik.
Dus ik zei steeds, goed.
Ik was blij met elk bezoek van je dochter, kleindochter en je beste vriend, maar genoot van de intimiteit tussen ons beiden wanneer ze vertrokken, en van de rust die er 's nachts heerste. Ik voelde me dichter bij jou en stond regelmatig op om je een kus te geven en te zeggen dat je niet alleen was.Jij genoot er op jouw manier ook van, het was een geruststelling, tenminste dat hoop ik.
Aan de ene kant wenste ik dat je snel en zonder pijn zou overlijden, aan de andere kant was ik bang voor dat moment: je zou voor altijd uit mijn leven verdwijnen.
Het moment bracht groot verdriet en ook een opgelucht gevoel. Bij de laatste 3 ademstoten deed je eindelijk je ogen open en keek me recht aan.
Ik streelde je gezicht en hals, en zei in je oor, dat je kon loslaten, wat je deed. Ik zag in je hals hoe je hart plots stopte. Het was alsof de grond voor mij openbarstte en ik in een diep ravijn keek.
Sindsdien heb ik het gevoel dat ik in een raket naar de maan zit tegen mijn wil en compleet verloren. Machteloos.