20 juli Heb ik al verteldâ¦? En een gegeven woordâ¦
Ja, ik heb
al verteld dat de Mont Ventoux te zien is wanneer wij ons vanuit ons verblijf
de weg op begeven. Nu is het zo, dat we hem meestal overal kunnen aanschouwen,
waar we ook fietsen in de streek. Hij kijkt mij hoe langer, hoe uitdagender
aan. Maar hij weet nog niet dat hij dan tegen de verkeerde bezig is. Zo ook
vandaag, wanneer we vanavond om half zeven, na de ergste warmte van de dag,
besloten om een echte serieuze test van afdalen en klimmen aan te gaan.
Van
Bénivay-Ollon naar Propiac-Les-Bains , zo naar Mollans-sur-Ouvèze dan naar
Faucon, tenslotte Puymeras om terug te keren naar Propiac en zo naar onze
verblijfplaats.
Op
regelmatige tijdstippen op onze rit lag hij daar, die berg waar alles om te
doen valt.
Maar hij
weet nog niet dat ik aan enkele mensen beloofd heb speciaal voor hen de berg op
te rijden en een gegeven woord... Die mensen weten, waar ze ook zijn, dat ik
aan hen zal denken tijdens mijn trip naar boven. En onder meer voor hen wil ik
proberen te slagen in mijn opzet en daarom was de rit van vandaag weerom een
belangrijke stap.
Het was een
afdalen en klimmen van een serieus gehalte en het is me gelukt, met de nodige (korte)
rust- en drankpauzes ingelast. Na elke stevige beklimming heb ik dan ook de
dorstigen gelaafd en de hartslag de tijd gegund om tot rust te komen. Het
verstand komt dan ook met de jaren blijkbaar. Het ging om een trip van een 32
km, dat klinkt niet ver, maar mijn benen vertellen hier nu onder tafel iets
anders. Hoewel ik wel met trots kan zeggen dat het nog redelijk vlot is gegaan
en dat moedigt meer dan aan. Daarbij heb ik ook met een kenner te maken, Luc
heeft namelijk de Ventoux reeds achtmaal beklommen en kon men dan ook vertellen
dat de beklimming langs Sault niet van het niveau was van een groot deel van de
hellingen vandaag gedaan.
Als ik deze
trip dan ook nog de volgende twee weken regelmatig blijf doen, dan mag de rit
op 7 augustus geen probleem vormen en dan moet het mij lukken mijn gedane
belofte na te komen.
Ik zal zeker
aan jullie denken en weet als ik daar boven sta, dat ik er niet alleen zal
staan.
Wanneer we
s ochtends onze tanden willen zetten in een echt Frans stokbrood, zit er niets
anders op dan zon 11 km verderop naar de bakker te gaan in Buis-les-Baronnies
en wat is er geschikter dan de fiets. Ineens een goede training want we zitten
dan ook in een streek waar een helling steevast wordt gevolgd door een
beklimming. Van logica gesproken.
Dus op tijd
ons bed uit, medicatie genomen en half acht vertrokken, het beloofde weer een
hele warme dag te worden. Dus best vroeg de fiets op. Net zoals de vorige dagen
moest een topje volstaan, brrrrrrr, als het mogelijk zou zijn dan was ik uit
mijn vel gebibberd in de schaduw van de rotsen en bomen. De zon kon er nog niet
boven uit priemen en haar warmte was dus nog verre van voelbaar.
Eens op de
terugweg deed de warmte van de zon goed en men kon voelen dat er weer een warme
dag zat aan te komen. Nu zo vroeg op de fiets heeft ook wel zijn charme en is
zeker voor herhaling vatbaar. Alhoewel de benen niet waren wat ze moesten zijn.
Eén verklaring: niet juist gegeten -te beperkt- voor vertrek en voor deze rit
van slechts een groot uur geen extra medicatie genomen. Dus een volgende keer
zal het geen waar meer zijn. Ik heb dat lijkt me deze week nog al eens gezegd??
De titel
alleen al doet wellicht bepaalde vermoedens rijzen. Wat jullie ook denken, voor
mij is het een weet en voor jullie een raadsel. Ik zal er echter snel voor
zorgen dat het raadsel geen raadsel meer is, tenzij jullie liever hebben dat ik
in raadsels blijf spreken en dan blijft de titel natuurlijk raadselachtig. Maar
één troost, ik kan het woord raadsel nu al niet meer horen, dus zal ik het snel
ontrafelen. Het zit zo, vannacht heb ik nog maar eens het genoegen gehad om
kennis te mogen maken met de vloer. Tja, ik had beter moeten weten wanneer ik
s nachts om half vijf opsta om naar het toilet te gaan. In plaats van rustig
recht te komen, kon ik het weer niet laten om op zijn Chantals recht te staan
en me richting toilet te begeven. Toen ik gewaar werd dat het niet goed ging komen,
was het al te laat en hoe snel ik ook nog vroeg aan Luc om het licht aan te
doen, bij mij ging het nog maar eens uit. Luc wordt er hoe langer hoe rustiger
onder en toen hij me zag liggen en zag dat ik weer bijkwam, kreeg ik de
volgende gouden raad: Blijf maar even liggen Dus daar lag ik nog enkele minuten totdat ik dacht dat het zou gaan. Zijn
tweede gouden raad was: Anders moet ge naar de kamer en ons bed kruipen . Dat
laatste heb ik nu eens niet gedaan, stappen naar mijn bed ging ook. Hoewel
snel werd ik gewaar dat er iets was misgelopen bij het flauwvallen. Mijn kleine
teen van mijn linkervoet deedme toch
zon pijn en mijn linkerschouder was ook niet gelukkig wanneer ik mij er op
neervleide. Dus neervleien was niet aan de orde, maar een geschikte houding
zoeken des te meer. Bij het ontwaken de volgende ochtend was het overduidelijk
dat ik tenen aan mijn linkervoet had staan. Dat klopte niet, eigenlijk klopte
dat wel maar van de pijn. Afblijven was de boodschap en een gesloten schoen
werd ter ondersteuning aangetrokken. Een plezier was iets anders, maar we
zouden naar de markt gaan in Vaison-la-Romaine hadden we aan de aanwezige jeugd
beloofd. Een verdere omschrijving bespaar ik jullie, maar ik was blij dat ik
regelmatig een arm ter ondersteuning aangeboden kreeg of mocht vastgrijpen.
Stabiel zijn was die dag toch iets anders. Dus verplichte fietsrust werd verder
ingebouwd, maar enkel die dag zoals zal blijken
15 juli 2012 Van veel zon, nog meer wind, een testrit en ⦠the day after
Ik schrijf
zondag 15 juli 2012, en als ik om mij heen kijk zie ik de lavendelblauwe luiken
van onze, spijtig genoeg, tijdelijke gîteDezelfde locatie als vorig jaar, maar die vakantie van toen hebben we
nog goed te maken.Die is niet
letterlijk in het water gevallen, maar figuurlijk was iets anders.
Verklaart
dit mijn zenuwachtigheid? Want zenuwen hebben me de afgelopen week meer dan
eens de parten gespeeld. Ik kan wel enkele verklaringen geven, maar de vakantie
die er aan kwam was zeker een grote kanshebber.
Na een
voorspoedige rit van zon 1100km via rustige Franse wegen, met geen
noemenswaardige files, bevinden we ons dan ook in de Drôme Provençale. (Van le
quatorze juillet zijn we niet veel gewaar geworden, geen drukte en geen
vuurwerk). De uitgelezen plek om mij verder voor te bereiden..) Als we hier
onze neus enkele honderden meters buiten steken, zien we onze vriend liggen,
de Mont Ventoux. Wanneer ik dat allemaal zo van uit de verte aanschouw, begrijp
ik niet wat mij bezield heeft. Daar moet ik dus blijkbaar op geraken ? Ik loop
dan ook al van bij aankomst zenuwachtig rond en vandaag was ik de onrust zelve.
De twijfel slaat al de ganse dag toe. Ga ik het trainen hier wel aankunnen, is
het niet wat hoog gegrepen, ben ik niet goed zot en anderzijds Maar
natuurlijk ga ik dat kunnen, mijn conditie is zo veel beter geworden, de kilos
zijn er af en ik heb me reeds goed voorbereid Zo zwalpte ik de ganse dag van
het éne naar het andere en dus besloot ik in de vooravond dat vandaag al de
eerste test zou plaatsvinden. Rapper gezegd dan gedaan, want eerst nog enkele
voorbereidingen treffen. Chronometer van rechts op het stuur naar links
verplaatsen, houder voor horloge van hartslagmeter op de plaats monteren van de
chronometer, banden op- pompen en daarbij iets essentieels vergeten, dat me een
half uur later zuur zou opbreken. Het zal snel duidelijk worden. Iets voor
zeven vertrokken we met zn twee voor
een eerste testrit. Eén dorp verder waren we zo, wat ik aanvankelijk niet
verwacht had. Het was echter niet moeilijk, want gezeten op de fiets merkte ik
dat dat dorp gewoon veel lager lag en we dus constant aan het afdalen waren. En
daar moest ik dadelijk terug op? Hopelijk lukte me dat nog voor het donker
werd, het was namelijk al zeven uur in de avond. Niet getreurd, zorgen voor
later. Dacht ik In het dorp gekomen,
even overleg gepleegd over de richting die we uit zouden gaan. Naar rechts en
dadelijk links het bruggetje over, dat was een rustige weg en dan zou ik mij
niet zo belachelijk maken (mijn eigen woorden) als het niet zou lukken. Tot aan
het bruggetje zijn we geraakt en toen . psssssss.
Ik wist het
meteen en dadelijk ging mij een licht op. Dom, dom, dom waren we geweest.
Ik verklaar
mij nader. Om onze banden de juiste druk te kunnen geven hadden we ons
eindelijk een degelijke fietspomp aangeschaft en konden we deze dus op de
gewenste druk brengen. Dit lukte zelfs thuis niet meer aangezien onze
compressor niet meer doet wat hij zou moeten doen, druk genoeg zetten. Dus vol
van onze nieuwe pomp werd deze meteen gebruikt om eindelijk onze banden de
juiste hoeveelheid lucht te geven. Waar ik de afgelopen weken trots was dat
mijn achterband, die ik eigenhandig geplakt had (kwestie van toch iets of wat
zuinig te zijn met de binnenbanden en om te bewijzen dat ik dat ook kan), nog
steeds standhield, wist ik vandaag aan het bruggetje dat deze enkel de druk van
onze compressor aankon en niet die van onze nieuwe manuele fietspomp.
Al snel besloten
we dat Luc terug naar ons verblijf zou fietsen (mijn bril halen, vergeten
natuurlijk) en dat ik ondertussen een nieuwe band zou steken. Wellicht zouden
we beiden tegelijkertijd met onze opdracht klaar zijn. Voor hij vertrok, gaf
hij nog in de gauwte het tasje met materiaal dat aan zijn fiets hing. Ik had
enkel het ventieltje nodig om mijn band te vullen met een bommetje, maar ik
kreeg het ganse fietstasje. Dan maar aan de slag: buitenband eraf, wiel uit het
kader, binnenband eruit, nieuwe een beetje opgeblazen met de mond, binnenband
opgelegd, buitenband terug er op en nu nog het bommetje gebruiken. Twee lege
bommetjes en nog maar een half harde band later, besluit ik wijselijk te
wachten tot Luc terug te voorschijn komt. Iets doe ik duidelijk fout.
Ik moet
echter vaststellen dat terug naar boven rijden en opnieuw afdalen blijkbaar heel
wat langer duurt dan een nieuwe band steken. Weer een kwartier later, begin ik
te denken wat er gebeurd kan zijn want normaal is dit niet. Inderdaad, bijna
een uur na mijn platte band komt hij er aan met de wagen. Murphy was namelijk
mee op pad met ons en had ook Luc een platte band bezorgd, waardoor hij te voet
verder moest want zijn fietstasje met de nodige hulpstukken was bij mij
achtergebleven. Dus zat er niets beter op de resterende afstand, bergop, te
voet af te leggen en dan zo snel mogelijk met de wagen en jawel, de nieuwe
fietspomp, mijn richting uit te komen.
Ondertussen
was het reeds kwart over acht en aangezien de zon hier snel achter de bomen en
de rotsen verdwijnt, was het geen kwestie meer van nog verder te rijden (en
trouwens alleen ook minder interessant). Er zat niets anders op dan de
terugtocht in mijn eentje aan te vatten met in mijn kielzog een supporter in de
wagen. Nu had ik geen zin om mij hierdoor een opgejaagd te voelen en dus gaf ik
aan van al verder te rijden en desnoods halverwege even staan wachten. Een
beetje geven en nemen. De rit terug (en omhoog) had mij ten onrechte bang
gemaakt. Het was eerlijk gezegd een makkie (ondanks de felle Mistral, niet mis
vandaag). Plots kwam er een wagen van hogerop aangescheurd met de plaatselijke
fotografe Net de echte Tour de France.
Deze wagen kwam langszij, fotograaf ging door het raam hangen en ik stond vast
op de gevoelige plaat. Je kan het al raden, Luc was Elke met fototoestel gaan
halen en teruggekeerd. Al bij al is het dus best nog een fijne rit geworden
ondanks Murphy en vooral omdat ik tot boven aan onze gîte ben geraakt, zonder
het gevoel gehad tehebben het niet aan
te kunnen. Ik voel me dus gerustgesteld, want het laatste stuk is best steil.
Met de wagen kan men daar niet anders dan overgaan in de eerste versnelling en
jawel, ik ben er redelijk vlot opgeraakt en dit al fietsend! Dus ik zie het
zitten en heb er zin in!!
En even ben
ik vergeten dat ik ziek ben en ook mijn lichaam is het vanavond blijkbaar
vergeten
Maar aanthe
day after valt niet te ontkomen en deze wijst er me nog maar eens op dat ik
elke zware fysieke inspanning, gedaan zonder de extra medicatie die de
neuroloog me op zulke momenten heeft aangeraden, de volgende dag fysiek bekoop
met extreme vermoeidheid. We schrijven ondertussen 14.00u, maandag 16 juli en
de beentjes voelen nog steeds vermoeid aan ondanks de juiste zorgen vandaag.
Dus er zit niets anders op dan straks opnieuw een ritje te gaan maken en deze
keer met medicatie zoals aangeraden. Ik zie er reeds een aantal onder jullie
hun hoofd schudden en denken: Ze leert het ook nooit!Maar misschien is het toch zo dat men
bepaalde vermoeidheid kan laten verdwijnen door zich opnieuw in te spannen,
niet? Terwijl ik dit hier neerschrijf weet ik uiteraard dat ik mezelf een rad
voor ogen draai.
In ieder
geval, elke keer opnieuw denk ik, wanneer ik me goed voel, dat een rit zoals
die van gisteren wel zal lukken zonder. En elke keer word ik dan met de neus op
de feiten gedrukt en weet ik dat ik die vervelende mr P weer verwaarloosd heb,
waardoor hij van zijn oren maakt. Ik heb al veel geleerd, maar soms
Eén ding
weet ik wel zeker en ik beloof dan ook vooral aan onze kinderen thuis ik zal zorgen dat het veilig blijft, maar die
dekselse berg rijd ik op!!
PS 1 Ja,
inderdaad, de volgende avond, 16 juli, weer de fiets opgekropen voor een iets
langere en zwaardere rit, was weer een goede test.Duidelijk dat de ene dag de andere niet is.
PS 2 Bij
aankomst zaterdagavond spraken Limburgers Luc aan over de fietsen en hij deed
even het verhaal, zij hadden er blijkbaar al iets over gelezen en op 19 juli
kwamen zij dan ook met een nieuw artikel uit de krant naar ons toe. Het hele
verhaal wilden ze dan ook wel horen en dus hebben we er voor gezorgd.