Ik ben Peter, gelukkig getrouwd met Daisy, en we hebben drie reeds volwassen kinderen ; Robby, Elke en Davy. Ik ben geboren op 25 januari 1957, en ben nu dus 54 jaar jong. Mijn hobby's zijn : De Natuur, Fauna & Flora, wandelen aan zee of in de bossen en me amuseren met mijn Blog. Ik wens je veel leesplezier, maar bovenal een prettige dag!
Korte biografie van Remi (de eerste letter wordt in het frans uitgesproken als
'Her), Georges (de eerste letter wordt in het frans uitgesproken als 'gé',
samen Hergé dus).
Georges Remi wordt geboren te Brussel op 22 mei 1907. Als jonge
snaak gaat hij naar het Sint-Boniface college in Brussel waar hij zich al
snel blijkt te vervelen. In 1921 komt hij via het college in aanraking met
de scouts waar hij de bijnaam "nieuwsgierige vos" krijgt. Ze eerste
tekeningen dateren van deze tijd en verschijnen voor het eerst in "Jammais
Assez", het schooltijdschrift van de scouts. Vanaf 1923, Remi is dan 16,
verschijnen er ook regelmatig tekeningen in "Le Boy-scout", het maandblad
voor de Belgische scouts. Vanaf nu signeert hij al zijn tekeningen met
Hergé, de initialen van Remi Georges.
Na zijn militaire dienst wordt Hergé benoemd tot hoofdredacteur
van "Petit Vingtième", welke een bijlage is voor jongeren van het weekblad
"Vingtième Siècle". Het eerste nummer verschijnt op 1 november 1928. Enkele
maanden later, namelijk op 10 januari 1929, verschijnt in dit weekblad een
nieuw personage, Kuifje. Door het feit dat Hergé ondertussen ook Quick en
Flupke heeft bedacht, een stripreeks gebaseerd op twee Brusselse kwajongens,
moeten we een jaar wachten op het eerste album van Kuifje, "Kuifje in de
Sovjetunie".
Ondertussen is Casterman de uitgever van de avonturen van Kuifje
geworden en wat tot nu toe een spelletje was voor Hergé, begint serieus te
worden. Hergé is overtuigd van de belang- rijkheid om een goed scenario te
hebben en de noodzaak om zich grondig te documenteren. In 1935, Hergé is nog
altijd maar 28, tekent hij voor het franse weekblad "Coeurs vaillants" een
nieuwe serie met nieuwe helden: Jo, Suus en Jokko. Er zullen in totaal 5 albums
verschijnen.
Op 10 mei 1940 wordt België bezet door duitse troepen. Het tijdschrift "Le vingtième Siècle" en ook "Le petit Vingtième" verdwijnen. De
publikatie van "Kuifje en het zwarte goud" zal 8 jaar uitgesteld worden.
Hergé begint ondertussen aan een ander verhaal. "De krab met de gulden
scharen" welk verschijnt in het dagblad "Le Soir", een van de enige dagbladen
die toegelaten zijn door de Duitse bezetters. Als op 3 september 1944 België
wordt bevrijdt komt er een einde aan de publikaties in Le Soir.
In 1950 gaat Hergé de verbintenis aan om het album "Mannen op de
Maan" te maken, het eist veel technische precisie en de noodzaak om zich
zeer goed te documenteren. Hergé neemt een paar mensen onder de arm en richt
de studio Hergé op. Dat Hergé enorm geliefd was in eigen land bewees de
Belgische vereniging voor sterrekunde die, om Hergé's 75ste verjaardag te
vieren, een toen recentelijk ontdekte planeet tussen Mars en Jupiter de naam
Hergé mee gaf.
Op 3 maart 1983 sterft Georges Remi. Hij zal 76 jaar worden.
Drie jaar na zijn dood verschijnt het weliswaar nooit voltooide album
"Kuifje en de Alfa-kunst". Het was Hergé's wens nooit een opvolger aan te
duiden, waardoor zijn oeuvre nooit zal verdergezet worden.
Er is ook een Hergé Genootschap waar je op de hoogte wordt gehouden van de laatste nieuwe weetjes, of maak een mooie daguitstap en ga eens naar het Hergé-museum
orta wordt in 1861 geboren in Gent. Zijn vader, een ambachtelijk schoenmaker, brengt hem de zin voor keurig werk bij én de volharding van de perfectionist: hij gunt zichzelf soms amper drie uur slaap per dag. Victor voelt zich sterk aangetrokken tot de muziek. Hij heeft een passie voor viool, maar het Muziekconservatorium stuurt hem van school: te weinig discipline! Hij schrijft zich dan maar in voor architectuur... Een echte meevaller!
Vanaf 1878 verblijft Horta in Brussel, waar hij les volgt aan de Academie voor Schone Kunsten, maar tegelijk ook werkt voor de kost. Architect Alphonse Balat (de man achter de majestueuze Serres van Laken), neemt hem in dienst in zijn atelier, en Horta zal hem zijn leven lang bijzonder erkentelijk blijven. Nadat hij in het Jubelpark een paviljoen heeft voltooid waar het monumentale beeldhouwwerk De Menselijke Driften van Jef Lambeau wordt ondergebracht, vertrouwen twee van zijn logebroeders in de vrijmetselarij, Eugène Autrique en Emile Tassel, hem het ontwerp van hun herenhuis toe. Een strak omlijnde opdracht is er niet, en Victor Horta kan nu zijn ambitie waarmaken: in alle vrijheid persoonlijke werken creëren waarin de grote principes van zijn kunst tot hun recht komen: rationaliteit en kracht, maar ook schoonheid en gastvrijheid. Dit is de echte start van de lange reeks juweeltjes waar Brussel - terecht - zo trots op is: van bouwwerken tot revolutionaire ruimtes, heldere glaspartijen, tegenpolen van de banaliteit.
De art-nouveaustroming breekt dank zij Victor Horta op grote schaal door in heel Europa.
Een nieuwe kunst - art nouveau - is geboren
Een rebels karakter ligt aan de basis van de inventieve geest van Horta. Typische principes: weigeren met de mode mee te heulen; liever zélf iets nieuws creëren. Men noemt hem wel eens de 'archisec' voor zijn uitgesproken meningen en dodelijke oneliners die korte metten maken met alle 'neo-stijlen' die hem voorafgingen. Hij wil bouwen voor iedereen: bouwwerken vol licht, enthousiasme en energie, als reactie tegen de industriële omknelling die het tijdperk versombert. Zijn gevels stappen af van dikke stenen muren: hij vervangt ze door smeedwerk. Strenge vormen maken plaats voor krullen en arabesken. Fauna en flora veroveren de stedelijke glas-in-loodramen en balkonnen. Hij richt ruimtes zo in dat ze uitnodigen om ze te delen. En als het gebruik van steen onvermijdelijk is, giet hij in gips de curven die steenhouwers moeten uitkappen uit graniet of witte steen. Om zijn werk volledig af te maken laat Victor Horta zijn artistieke visie ook los op het meubilair, het bouwbeslag, het behang, tot en met de decoratieve voorwerpen. De art-nouveaustroming breekt op grote schaal door in heel Europa. Ze vormt een revolutie in de architectuur en de plastische kunsten van die tijd, maar is op haar beurt van korte duur. De geometrie, die in feite de vormen van de art deco aankondigt, eist haar rechten op, maar handhaaft de nieuwe harmonie die de creatievelingen van het begin van de eeuw hebben doorgevoerd. Ook daar bewijst Horta zijn grootmeesterschap: dit gedeelte van zijn werk is minder bekend bij het grote publiek, maar verdient ontdekking.
De ommekeer in een carrière
De Eerste Wereldoorlog doet Victor Horta vier jaar lang als balling in de Verenigde Staten verblijven. Als hij naar Brussel terugkeert, zit hij financieel aan de grond. Hij stort zich noodgedwongen opnieuw op zijn werk. Een totaal andere soort opdrachtgevers wacht hem op. Voortaan worden hem zeer grote bouwwerken toevertrouwd: het Museum voor Schone Kunsten in Doornik, in Brussel het Brugmannziekenhuis, het Paleis voor Schone Kunsten en het Centraal Station, het Belgische erepaviljoen voor de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1925, en het Paleis voor de Volkenbond in Genève. Deze gigantische constructies dragen bij tot de luister van ons land. In 1932 beloont Koning Albert I hem daarvoor met het Erelegioen en de titel van Baron. Ondanks die unanieme erkenning zal zijn leven in het teken van de somberheid eindigen. Horta beklaagt zich dat hij zich niet de moeite heeft getroost om zijn werken te publiceren en beslist helaas - paradoxaal genoeg - om het grootste deel van zijn archieven en schetsen te vernietigen. Dankzij zijn memoires, die hij in 1939 schrijft, blijft er gelukkig een herinnering aan zijn grote ideeën en aan de levensloop van de geniale architect. Horta overlijdt op 8 september 1947.
Pater Damiaan (1840-1889) was een Belgische priester en missionaris, bekend geworden door zijn werk onder leprapatiënten op het Hawaïaanse eiland Molokai. Op 11 oktober 2009 werd hij heilig verklaard.
Jozef de Veuster
Damiaan werd op 3 januari 1840 geboren als Jozef De Veuster in het Vlaams-Brabantse gehucht Ninde (gemeente Tremelo). Hij was het zevende kind in een boerengezin met acht broers en zussen. Voor zijn priesteropleiding was hij werkzaam in de graanhandel van zijn vader.
Broeder Damiaan
De Veuster ging naar het college van 's-Gravenbrakel en trad vervolgens in bij de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria (SS.CC.) in Leuven, waarbij hij de religieuze naam Damiaan koos.
Hawaï
Na zijn studies kreeg frater Damiaan toestemming om als missionaris te gaan werken op de Hawaï-eilanden. Hij vervulde daarmee de droom van zijn broer, die zelf niet kon gaan. In 1864 arriveerde hij in Honolulu. Daar werd hij in datzelfde jaar tot priester gewijd. Vervolgens werkte in verschillende parochies op het eiland Oahu.
Damiaan temidden van jonge leprapatienten
Leprozenkolonie
Damiaan vroeg zijn bisschop om toestemming om als priester te mogen werken in de leprozenkolonie in het noorden van het eiland Molokai. In 1873 kwam hij op het eiland aan. Op dat moment verbleven daar ongeveer 600 lepralijders. Hij reorganiseerde de verwilderde gemeenschap en begon met de bouw van een kerk en de aanleg van wegen. Naast zijn werk als priester vervulde hij ook de rol van dokter. Ook maakte hij doodskisten en fungeerde hij als doodgraver. Zijn werk was een keerpunt voor de kolonie.
Bekendheid
Toen prinses Lydia Liliuokalani de nederzetting bezocht om Damiaan namens de Hawaïaanse koning David Kalakaua I een eretitel te overhandigen, werd ze geraakt door wat ze zag. Zij bracht de wereld op de hoogte van haar ervaringen en van Damiaans werk. Hierdoor werd zijn naam bekend in de Verenigde Staten en Europa. Amerikaanse protestanten brachten grote sommen geld bijeen. Ook de Anglicaanse Church of England stuurde voedsel, medicijnen en kledij naar Molokai.
Het oorspronkelijke graf van Damiaan in Kalawao - Molokai
Overlijden
In 1884 werd bij Damiaan lepra vastgesteld. Waarschijnlijk was hij al vanaf 1876 besmet. Met de hulp van vier anderen bleef Damiaan echter verder werken tot veertien dagen voor zijn dood op 15 april 1889. Hij stierf toen hij 49 jaar oud was.
Stoffelijk overschot
Vijf jaar na zijn dood werd in Leuven een standbeeld van hem onthuld. Tot ongenoegen van veel Hawaïanen werden zij stoffelijke resten in 1936 per schip overgebracht naar Antwerpen. Een tussenstop in San Francisco trok grote kerkelijke en maatschappelijke aandacht. Na aankomst in België werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar Leuven en plechtig bijgezet in de crypte van de Sint-Antoniuskerk.
Zaligverklaring
In 1938 startte zijn zaligverklaringsproces. In 1977 werd Pater Damiaan door paus Paulus VI tot venerabilis servus dei (eerbiedwaardige dienaar Gods) verklaard. In 1995 werd hij, mede op aandringen van Moeder Teresa, door paus Johannes Paulus II zalig verklaard nadat de medische commissie van de Congregatie voor de Heiligverklaringen in 1991 de genezing van de Franse kloosterzuster Simplicie Hué in 1895 had erkend als mirakel. Ongeveer honderd Hawaïanen, onder wie zes lepralijders, waren bij die plechtigheid aanwezig. Daarna werd de rechterhand van Damiaan als relikwie overgebracht naar Molokai en uiteindelijk begraven in de plaats Kalawao.
Plaatselijke verering
De zaligverklaring betekende dat Damiaan plaatselijk mocht worden vereerd en aangeroepen, te weten in België, op Hawaï en binnen de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria. Damiaans feestdag op de liturgische kalender werd 10 mei, de dag waarop hij in 1873 voor het eerst voet aan wal zette op Molokai.
Tweede genezing op voorspraak Damiaan
Audrey Toguchi uit Hawaï genas in 1998 op onverklaarbare wijze van longkanker nadat ze had gebeden op het graf van Damiaan in Kalawao. Haar arts stond versteld en stuurde de longfoto's naar Rome. De genezing werd erkend als wonder zodat pater Damiaan in aanmerking kwam voor heiligverklaring. Paus Benedictus XVI ondertekende daartoe op 3 juli 2008 een decreet.
Heiligverklaring
Op 11 oktober 2009 werd pater Damiaan in de Vaticaanse Sint-Pietersbasiliek samen met vier andere zaligen door paus Benedictus XVI heilig verklaard. Dit gebeurde in aanwezigheid van Godfried kardinaal Danneels, koning Albert en koningin Paola, de eerste minister Herman Van Rompuy en vijfhonderd Hawaïaanse pelgrims, onder wie de wonderbaarlijk genezen Audrey Toguchi.
Canonisering
De heiligverklaring betekent dat pater Damiaan aan alle gelovigen ter wereld ten voorbeeld wordt gesteld en dat zij hem om voorspraak bij God kunnen vragen. Damiaan wordt waarschijnlijk patroonheilige van lepra- en aidspatiënten.
Grootste Belg
Pater Damiaan heeft een standbeeld in Leuven en Tremelo en is een van de weinige niet-Amerikanen met een standbeeld in het Capitool te Washington. In 2005 werd hij verkozen tot de Grootste Belg in een televisieprogramma van de Vlaamse televisieomroep VRT.
Vandaag is het de geboortedag van Guido Gezelle. ... wat mij weerom danig in de tijd verzet, meer bepaald zo'n 40 jaar geleden. Dan doorliep ik met veel horten en stoten het lagere onderwijs in de Broederschool te Sint-Niklaas, en kwam ik in de 'ezelsklas' terecht, nl. het 7é studiejaar, bij Mr. Van den Borght... Geen nood, want men had mij het eerste studiejaar laten overslaan, naar 't schijnt omdat ik een 'slim' manneke was, en kon het me dus wel permiteren :) Het was een tof jaar, dankzij die toffe meester! Ter afscheid van dat allerlaatste schooljaar moesten wij een gedicht uit het hoofd leren, om dan gezamelijk als een soort toneelvoorstelling aan de ouders voor te dragen ... 't was een hele klus! Bloed, zweet, tranen en vallen en opstaan hoorde daar allemaal bij, want als een hobby kon ik het niet ervaren. maar uiteindelijk kreeg ik het klakkeloos in mijn koker .. om dan als boomtronk die ik spelen moest zonder tekst te eindigen .. en maar loeren, en maar roeren!!
Als ik daar vandaag aan terugdenk is het toch met een brede glimlach, want wat wás die tijd toch mooi!
BOERKE NAAS (1868)
Wie heeft er ooit het lied gehoord, het lied van Boerke Naas? 't En ha', 't is waar, geen leeuwenhert, maar toch, 't en was niet dwaas.
Boer Naas die was twee runders gaan verkopen naar de stee en bracht, als hij naar huis toe kwam, zeshonderd franken mee.
Boer Naas, die maar een boer en was, nochtans was scherp van zin, hij ging en kocht een zevenschot, en stak daar kogels in.
Alzo kwam Naas, met stapkes licht, en met de beurze zwaar; hij zei: "Och 'k wilde dat ik thuis en in mijn bedde waar!"
Al met nen keer, wat hoort boer Naas, juist bacht hem in den tronk? Daar roert entwat, daar loert entwat: 't docht Naasken dat 't verzonk!
En, eer dat 't veintjen asem kreeg, zodanig was 't ontsteld, daar grijpen Naas twee vuisten vast, en 't ligt daar, neergeveld.
't En hoorde noch 't en zag bijkan, 't en voelde bijkans niet, t'en zij dat 't een pistole zag, en zeggen hoorde: "...Ik schiet!"
"Ik schiet, zo gij, op staanden voet, niet al uw geld en geeft; en g' hebt, van zo gij roert, me man, uw laatsten dag geleefd!"
Boer Naas, die alle dagen vijf zes kruisgebeden bad, om lang te mogen leven, peist hoe hij in nesten zat!
"Wat zal ze zeggen," krees boer Naas, wanneer ik t'huiswaard keer? Hij heeft het weerom al verbuisd! die zatlap, nog nen keer!
"Hoort hier, mijn vriend, believe 't u, toogt dat gij minzaam zijt, och, schiet ne kogel deur mijn hoed en spaart mij 't vrouwverwijt!
"'k Zal zeggen, als ik thuis geraak: men heeft mijn geld geroofd, en, letter scheelde 't, of ik had nen kogel deur mijn hoofd!"
De dief, die meer van kluiten hield als van boer Naas zijn bloed, schoot rap ne kogel deur end deur de kobbe van z'nen hoed.
Bedankt! zei Naas, en greep zijn slep: "schiet nog een deur mijn kleed!" De dief legt aan en Naasken houdt zijn pitelerken g'reed.
"Schiet nog een deur mijn broek," zei Naas, "toen peist me wijf, voorwaar, als dat ik, bij mirakel, ben ontsnapt aan 't lijfsgevaar."
De rover zegt: "Nu zal 't wel gaan, waar is uw beurze, snel: 'k en heb noch tijd noch kogels meer..." "Ik wel," zegt Naas, "ik wel!"
Zijn zevenschot haalt Naas toen uit en spreekt: "Is 't dat ge u niet, in een- twee- drie, van hier en pakt, gij galgendweil, ik schiet!
"Ik schiet, van als gij nader komt, uw domme kop in gruis, en, zo gij Naas nog roven wilt, laat uw verstand niet thuis!"
En lopen dat die rover dei, de benen van zijn lijf, zo snel dat 't onbeschrijflijk is, hoe snel ook dat ik schrijf!
Hier stoppe ik. Dichte een ander nu ne voois op boerke Naas; 't is waar, 't en was geen leeuwenhert, maar toch, 't en was niet dwaas!
lfons Maria Mucha (1860-1939) werd op 24 juli 1860 geboren in Ivancice (Moravië) in de toenmalige Oostenrijks-Hongaarse dubbelmonarchie. Hij had korte tijd een baan als gemeenteambtenaar maar zijn voorliefde ging uit naar de teken- en schilderkunst.
In 1879 verhuisde hij naar Wenen om daar als schilder van theaterdecors te gaan werken. In 1885 ging Mucha naar München en studeerde aan de Kunstacademie aldaar. Vervolgens vertrok hij in 1887 naar Parijs, het toenmalige Mekka van de kunst. Zijn eerste affiche in 1894 voor het toneelstuk Gismonde, met de Franse actrice Sarah Bernhardt in de hoofdrol, maakte Mucha in één klap beroemd. Sarah Bernhardt was de ster van het Parijse theater. Behalve affiches ontwierp hij ook decors, kostuums en juwelen voor haar. Spoedig werd zijn stijl bekend als Le Style Mucha. Dit geeft een indruk van zijn bekendheid en invloed in die tijd. Het contract met Sarah Bernhardt liep tot 1900. Toen was Muchas naam definitief gevestigd. In Parijs werden de affiches zelfs van de straat geroofd. Kenmerkend voor de Le Style Mucha zijn de sensuele, vaak halfnaakte rondborstige vrouwen, met een weelderige haardos, vrolijke pastelkleuren en weelderige bloemmotieven.
De Oostenrijks-Hongaarse regering gaf hem de opdracht om het paviljoen voor Bosnië-Herzogowina te ontwerpen voor de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs. Mucha ging in 1906 naar Amerika om geld te verzamelen voor zijn droom: de Slavische geschiedenis uitbeelden. Hij verdiende de kost met lesgeven en portretschilderen. Zijn idealen van vrede en harmonie in samenhang met het schone en het goede kwamen tot uitdrukking in het Slavische Epos, een meesterwerk waaraan hij sinds zijn terugkeer in 1910 naar zijn geboorteland werkte. De officiële overdracht van de complete cyclus van het Slavische epos, bestaande uit 20 schilderijen, aan het Tsjechische volk en de stad Praag vond in 1928 plaats. Mucha heeft dan 18 jaar aan zijn levenswerk besteed.
In het Brooklyn Museum in New York zagen in 1921 600.000 bezoekers het werk van Mucha.
Mucha heeft meer werk afgeleverd dan alleen maar posters. Zo heeft hij meegewerkt aan de inrichting van het Praagse Obecni Dum (Namesti Republiky). Na de onafhankelijkheid van Tsjechoslowakije ontwierp hij voor de nieuwe staat postzegels en bankbiljetten. Hij heeft ook glas in lood ramen geschilderd voor de St. Vituskathedraal in Praag.
Na de Duitse inval in Bohemen en Moravië (1939) werd Mucha door de Gestapo gearresteerd. Hij werd weliswaar weer spoedig vrijgelaten maar zijn gezondheid verslechterde snel. Hij stierf op 14 juli 1939 in Praag. Alfons Mucha werd 78 jaar.
Hij was getrouwd en had een dochter Jaroslava en een zoon Jiri. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Vyehrad, waar vele Tsjechische grootheden hun laatste rustplaats hebben.
Zijn populariteit herleefde in de jaren zestig van de vorige eeuw. Menig studentenkamer werd toen opgesierd met reproducties van de meester.
Israel Kaʻanoʻi Kamakawiwoʻole (Kaimukī (Oahu) (Hawaï), 20 mei 1959 Honolulu (Hawaï), 26 juni 1997) was een populaire Hawaïaanse zanger. Hij vergaarde mondiale roem na het uitbrengen van zijn album: 'Facing Future'; met het nummer "Somewhere over the Rainbow/What a Wonderful World". Dit lied, waarin hij zichzelf begeleidt op de ukelele, is ook veel gebruikt in films, waaronder: You've Got Mail, Finding Forrester, Meet Joe Black en 50 First Dates en een bewerkte versie in de BBC reeks South Pacific.
Door zijn almaar ontwikkelende carrière werd Kamakawiwoʻole bekend als de voorvechter van de rechten voor Hawaïanen en voor de Hawaïaanse onafhankelijkheid, beide middels zijn muziek (welke vaak betrekking hadden op de onafhankelijkheid) en middels zijn leven.
In 1997 werd Iz opnieuw geëerd door de HARA op de jaarlijkse Na Hoku Hanohano prijsuitreiking, voor de beste mannelijke zanger van het jaar, voor de meest favoriete entertainer van het jaar, voor het beste album van het jaar en voor het beste Hawaïaanse album van het jaar. Hij volgde de prijsuitreiking vanuit een ziekenhuiskamer.
De Indiase industriereusTatais een samenwerking begonnen met het prestigieuze MIT-lab om een batterij op water te ontwikkelen. Het wil daarmee drie miljard mensen van energie voorzien. Tata slaat de handen ineen metDaniel Nocera, wetenschapper aan het prestigieuzeMassachusetts Institute of Technologyen oprichter vanSun Catalytix, een startend bedrijf dat energie uit water haalt.
Het onderzoeksteam van Nocera slaagde erin om energie te produceren, simpelweg door velletjes silicone met een laagje artificiële kobalt en fosfaat in een emmer water onder te dompelen. Op die manier slaagden ze erin om fotosynthese in de natuur te imiteren en met behulp van zonlicht water in zuurstof en waterstof te splitsen, waarbij energie vrijkomt. Het prototype bleek niet alleen te werken, het haalde meteen ook een hogere efficiëntie dan de huidige zonnepanelen.
Tata en Nocera dromen nu van een "mini-energiecentrale" ter grote van een koelkast, die in ontwikkelingslanden voor een revolutie kan zorgen. Het water hoeft immers niet helder te zijn, waardoor afvalwater gebruikt kan worden. De apparaten zouden drie miljard mensen van stroom kunnen voorzien die het nu zonder elektriciteit moeten stellen.
Nocera hoopt binnen anderhalf jaar een eerste prototype van de centrale klaar te hebben. Daarvoor moeten nog een groot aantal technische hindernissen genomen worden, zoals verwerking van de afvalgassen, en de ontwikkeling van een productiemethode die productie op grote schaal toelaat.
Ooit had Eckhart Tolle dezelfde problemen als de meeste mensen. Ook hij ging bijna ten onder aan de stress van het moderne leven. Maar op een nacht gebeurde er iets wonderlijks. Net als zoveel nachten daarvoor had hij badend in zijn eigen angstzweet liggen woelen en draaien, toen het ineens tot hem doordrong dat al zijn problemen niets anders waren dan zijn eigen gedachteconstructies en dat hij daar ieder moment uit kon stappen.
Volgens Eckhart Tolle bestaan er geen problemen. Maar iedere keer dat ik tegenover hem zit, heb ik toch écht een probleem. In zijn aanwezigheid verdwijnen niet alleen al mijn gedachten, maar ook mijn vragen. De vriendelijke man met het ringbaardje straalt zoveel rust en stilte uit, dat ik me alleen maar wil overgeven aan het eeuwige NU waarin alles goed is. Lastig als je een interview moet doen... Om te voorkomen dat ik na twee uur op straat sta en me afvraag hoe ik in godsnaam in het NU blijf, heb ik een blocnote vol lastige vragen meegenomen.
Ooit had Eckhart Tolle dezelfde problemen als de meeste mensen. Ook hij ging bijna ten onder aan de stress van het moderne leven. Maar op een nacht gebeurde er iets wonderlijks. Net als zoveel nachten daarvoor had hij badend in zijn eigen angstzweet liggen woelen en draaien, toen het ineens tot hem doordrong dat al zijn problemen niets anders waren dan zijn eigen gedachteconstructies en dat hij daar ieder moment uit kon stappen. Tolle zag dat hij misschien wel een hoop negatieve emoties had, maar dat dat nog niet betekende dat hij die emoties ook was.
Het inzicht ging zo diep, dat hij van de ene op de andere dag uit zijn stressvolle bestaan stapte. Hij gaf zijn baan op, verkocht de meeste van zijn bezittingen en ging op een parkbankje zitten glimlachend om de waanzin van het hectische leven waaraan ook hij eens had meegedaan. Tolle zag in dat ieder streven naar succes, geluk of erkenning een illusie is die de mensheid gevangen houdt in een destructieve levensstijl. Wie streeft naar succes, geluk of erkenning, zal er nooit arriveren. Succes, geluk en erkenning bestaan namelijk niet ergens anders of in de toekomst, maar alleen in het hier en nu.
Nu we tegenover elkaar zitten in een Amsterdams hotel, valt het me op hoe weinig er voor Tolle is veranderd sinds hij op dat parkbankje zat. De serene rust van een mens die zich niet druk maakt om de toekomst en volkomen tevreden is met het heden, is voortdurend voelbaar. Dat maakt hem uniek, ook in de wereld van spirituele leraren, waar niet iedereen bestand is tegen de egoboost die wereldfaam met zich meebrengt. Tolle is wat hij verkondigt en leeft zijn filosofie.
Wat nog het meeste opvalt, is hoe open en ontvankelijk hij is. Hij is geen moment bezig met mij te overtuigen of voor zich te winnen. Hij is er gewoon, stelt zich open voor iedere vraag en antwoordt alsof hij het onderwerp voor de eerste keer bespreekt. Aan vrijwel ieder antwoord gaat een korte stilte vooraf waarin hij niet zozeer nadenkt over de vraag, als wel afstemt op de stille ruimte van waaruit de antwoorden als vanzelf in hem opborrelen. Voor Tolle is die open, ontvankelijke levenshouding hetzelfde als leven in het hier en nu. En gelukkig kun je dat leren.
Leven in het hier en nu is niet moeilijk, zegt hij. Het is zelfs heel makkelijk. Het probleem is dat wij makkelijke dingen moeilijk maken en moeilijke dingen makkelijk. Wat is er nu makkelijker dan gewoon hier te zijn? Het is bovendien de enige realiteit die bestaat. De toekomst is er nog niet en het verleden is al voorbij. Toch leven de meeste mensen met hun gedachten in de toekomst of in het verleden.
In september 2004 trokken journaliste Annemie Struyf en fotografe Lieve Blancquaert naar Kenia voor de voorbereiding van hun boek Mijn status in positief. Het begon met een eenvoudig idee: een fotoboek over gewone mensen, in Europa en Afrika, allemaal seropositief. Lieve zou de fotos maken, Annemie de onderschriften. Maar de fotos werden beelden en de teksten verhalen. En voor ze het goed en wel beseften, verzeilden beide vrouwen in Kenia bij Achieng, een 36-jarige vrouw die hiv niet als een straf maar als haar opdracht ziet. My status is positive, zei ze, en ze nam hen mee naar de zwarte prostituees Deborah, Lucy, Mbaika, Benta en Winie. In het gezelschap van de verkrachter Abed en de moordenaar Kush leidde ze hen door de sloppenwijken tot ze, op een onbewaakt moment, te lang in de ogen van een klein meisje keken. Plots stond de wereld stil. En voor het eerst, na al die verre reizen, waren ze niet meer in staat zich zomaar om te draaien en terug naar huis te gaan. Om een lang en ingewikkeld verhaal in enkele woorden samen te vatten: Hope, een zwart meisje van veertien maanden, heeft hen verrast en verleid.
Nikola Tesla, hij is zo goed als vergeten. Toch was hij in zijn tijd minstens zo beroemd als Edison, die hij waarschijnlijk ook in genialiteit verre overtrof. Marconi, nog zo'n naam, een tijdgenoot van hem, die wel bekend is gebleven. De uitvinder van de radio, zal iedereen onmiddellijk opdreunen. Maar vrijwel niemand weet dat Tesla hem voor was geweest, een feit dat pas na jarenlang slepende processen en na zorgvuldige bestudering van de octrooiaanvragen door een Amerikaanse rechtbank werd erkend.
Maar eigenlijk is hij de uitvinder van de wisselstroom, al mag je dat niet zo stellen: hij was de eerste die een goede methode ontwierp om er gebruik van te maken. Zijn grootste prestatie op dit gebied was de inductiemotor of asynchrone motor, die hij al bedacht toen hij zestien was, maar pas op tweeëndertigjarige leeftijd, in 1888, in produktie kon brengen. Verder construeerde hij talloze nieuwe toestellen - dynamo's, een hoogspanningstransformator (zgn. teslatransformator), inductiespoelen, condensatoren, lampen, enzovoort. Praktisch de hele huidige elektriciteitsvoorziening van de wereld komt tot stand met behulp van toestellen die hij in eerste instantie heeft bedacht. (Voor een volledige beschrijving van Tesla's uitvindingen zie het boek van Thomas Commerford Martin.) Maar wie weet dat allemaal nog? Of wie interesseert het? Zijn naam komt tegenwoordig hoogstens nog ter sprake als de SI-eenheid van magnetische inductie, de 'tesla'.
Dan Nocera en zijn MIT onderzoekers hebben een nieuwe katalysator ontwikkeld, bestaande uit kobaltmetaal, fosfaat en een elektrode. Als de katalysator in het water wordt geplaatst en er elektriciteit door de elektrode loopt, dan wordt er zuurstof geproduceerd. Als er een andere katalysator wordt gebruikt om waterstof te produceren, dan kunnen het zuurstof en de waterstof in een brandstofcel gecombineerd worden en een CO2-vrije elektriciteit opwekken om daarmee dag en nacht een huis of een elektrische auto van stroom te voorzien.