Inhoud blog
  • verjaardagsbrief aan Tricia
  • Zalig Kerstfeest aan alle mensen van goede wil...
  • Bevestiging deelname huwelijksreceptie
  • Creëer je eigen stress
  • verjaardagsbrief
  • Solitaire
  • Au suivant ...
  • De boerin wordt 65!
  • Niet de eerste keer...
  • Een halve eeuw ...
  • Wotabi
  • Allemaal beestjes
  • altijd een beetje anders
  • De beurs
  • De laatste rally
  • het ontwaken
  • einde oktober 2007
  • Proloog
  • waarom mijn blog over burnout
  • Naar huis
  • De bedrijfsarts stuurt me naar huis
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Mijn favoriete links
  • burnout
    over-leven als je lichaam een nieuwe periode aankondigt
    Een dagboek gebaseerd op feiten uit mijn leven, verweven met een aantal fictieve elementen. Wat volledig echt is, zijn alle passages rond de burnout en mijn weg om deze te boven te komen.
    24-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wotabi
    Op mijn 14e werkte mijn broer tijdens de zomervakantie op een kleine manege. Op een dag mocht ik er een ritje maken op een van de paarden. Het duurde niet meer dan een tiental minuten maar toch wist ik meteen: op een dag zal ik mijn eigen paard hebben! Thuis konden we ons geen paardrijlessen permitteren, dat was iets voor boeren of rijke mensen. Ook later wanneer ik ging werken probeerde ik een aantal keer om met paarden te beginnen maar er was altijd wel iets dat me ervan weerhield. Meestal was het de prijs maar doorgaans was het een vaag gevoel van ‘op deze manier wil ik het niet’, terwijl ik niet wist hoe ik het dan wél wilde. Toen ik 30 was kocht ik mijn eigen huisje op de buiten en hoopte vooralsnog te leren paardrijden. Maar weeral moest je daar een eigen paard hebben en dat ‘kon mijne bruine niet trekken en de witte stond op stal’! Mijn paard bleef nog steeds een droom...
    Mijn broer was inmiddels verhuisd naar Ierland en had daar een merrie gekocht. Hij reed cross country en ik benijdde hem erom. We besloten ooit samen in Ierland te gaan paardrijden en daarom maakte ik eindelijk, op mijn 43e, toch de eerste stap en ging ik naar een manege om paardrijlessen te volgen. Men gaf er klassieke rijles en ik vond het allemaal niet veel voorstellen. De lesgeefster stond in het midden van de piste orders te roepen terwijl ik niet eens begreep wat ze bedoelde en, net zoals de anderen, maar wat aanmodderde op een afgetobt paard. Gevoel kwam niet aan bod, niet voor de mensen en nog minder voor de paarden die 6 tot 8 uren lesjes draaiden per dag zonder nog verder iets te willen voelen. Dit was niet wat ik bedoelde met paardrijden!

    Al vrij snel ontdekte ik Wodan, een veulen van 2 jaar oud dat daar in een kleine vuile stal stond te verkommeren zonder ook maar enige aandacht te krijgen. Hij kreeg nooit weidegang en stond altijd maar in de stal te wachten op iets wat wellicht nooit komen zou. Ik voelde telkens een vonkje overspringen wanneer ik hem aankeek en vroeg al snel of ik hem mocht buiten halen om te borstelen. Op eigen risico, zei de manegehouder want het is een hengst die stampt, steekt en bijt. Volgens mij was dat gewoon omdat hij (terecht) geen mensen vertrouwde, ik zou hem leren dat sommige mensen toch anders zijn... De eerste keer duurde het een half uur om hem  uit de stalgang te krijgen omdat hij bij de buitendeur verblind werd door het zonlicht! Hij stond al een jaar lang in kunstlicht en zijn ogen konden dit echt niet aan!  Ik maakte hem vast aan een paal en probeerde hem te borstelen, waarbij ik regelmatig zelf achter de paal moest springen om een stamp of een beet te vermijden... Na elke borstelbeurt liep ik wel telkens met hem naar een stukje gras dat wat verder lag zodat hij daar toch een beetje kon van eten.
    De manegehouder had inmiddels begrepen hoe ik meer en meer van dit veulen begon te houden en al na een paar weken gaf hij koelweg de mededeling dat Wodan op Pinkstermaandag naar de paardenmarkt zou gaan om verkocht te worden. Dat werd wellicht enkele reis naar het slachthuis! De man had geld nodig om nieuwe merries aan te kopen, met een hengstenveulen kon hij niks aan, dat kostte alleen maar. Ik had nog 5 dagen om te beslissen of ik hem zou kopen!  Voor mij was het een kwestie van alles of niets. Indien ik Wodan liet gaan zou ik nooit meer iets met paarden willen ondernemen! Maar in welk avontuur zou ik me storten: een jonge hengst en ik kende nog niks van paarden!
    Een vriendin gaf me het passend excuus: als het niet lukt kan je hem nog altijd terug verkopen... goed wetende dat, wat ik eenmaal in mijn hart geborgen heb, daar voor altijd zal blijven. Dus kocht ik Wodan en sprak af met de manegehouder dat hij minimaal 2 keer per week op de weide zou mogen staan.

    Wodan mocht inderdaad een paar keer op de weide en was gelukkig tot de nieuwe merries aankwamen waarvan er eentje ook nog hengstig bleek! Mijn jonge hengst moest nog alles over rangorde leren en wist bovendien nog niet goed hoe hij op avances van volwassen merries mocht reageren. Hij deed duidelijk niet wat van hem verwacht werd en werd al snel door de merrie hardvoetig uit de weide gestampt! Mijn arme Wodan rende terug naar het enige veilige plaatsje dat hij kende: zijn kleine donkere stalletje. Vanaf dan kreeg hij verbod om nog op de weide te komen en met die beslissing was voor mij de maat wel vol.
    Iets verder dan mijn huis ligt een bos en achter dat bos was een grote weide waar ik regelmatig een kudde van meer dan 10 paarden zag lopen: daar zou ik Wodan onderbrengen! Het was behoorlijk wat zoekwerk om de juiste boerderij te vinden en het kostte me een paar uur om de boer te overtuigen om Wodan bij hem te laten stallen maar uiteindelijk was hij akkoord. Een paar dagen later ging ik ‘s ochtends naar de stal, nam het touw, klikte het aan het halster en zei: kom mijn godje, we gaan naar huis. Alsof we nooit iets anders gedaan hadden volgde hij me rustig mee naar buiten en ging zonder aarzelen mee op de paardencamion die hem zou vervoeren. Een ganse reeks mensen die klaarstonden om me te zien sukkelen konden hun ogen niet geloven, dit hadden ze nog nooit meegemaakt!
    Niettegenstaande de waarschuwingen voor het gevaar, bleef ik de ganse rit bij mijn bange hengst in de bak van de vrachtwagen. Ik hield hem de ganse tijd vast, zachtjes fluisterend dat hij niet bang moest zijn. Het is een rit die geen van ons beiden ooit zal vergeten en die een stevige vertrouwensbasis legde voor onze verdere relatie. Wodan heeft me sindsdien trouwens nooit meer gebeten of gestampt.

    Na een paar weken leerde ik een collega kennen die bezig was met ‘natuurlijk omgaan met paarden’. Dit klonk me als muziek in de oren en samen met haar volgde ik een ganse reeks cursussen die me eindelijk een aanpak leerden zoals ik het me had voorgesteld: met geduld een echte vertrouwensrelatie opbouwen met je paard, eerst op de grond en later op de rug. Op heel korte tijd verbeterde mijn aanpak en Wodan en ik maakten heel goede vorderingen, althans op de grond.
    Indien ik zou willen rijden moest ik verderzoeken naar een volwassen, volleerd paard.

    Zo kwam ik terecht bij Tachat, een springpaard dat tot de top in België had moeten behoren en als 4-jarige de moeilijkste proef in Gesves zonder enige fout over 1m40 had gesprongen. Hij werd daarop doorverkocht aan een befaamde springstal waar hij door topruiters zo opgefokt werd tot hij stukgereden was. Zijn volledige verhaal heb ik nooit kunnen achterhalen maar in elk geval kreeg ik hem als 5-jarige aangeboden aan slachtprijs: een ruin met zeer zware hanetred brengt niets meer op in de competitie en dan is hij voor een springstal toch niks meer waard. Maar hij zou nog goed kunnen dienen als wandelpaard, zegden ze. Waarom kreeg ik in Godsnaam nu dit gekwetste paard aangeboden? Ik had constant het gevoel dat Tachat niet mijn paard was, maar dat ik hem wel moest helpen om te genezen. Met deze verwarde gedachten in het hoofd maakte ik een kort ritje. In stap voelde het eerder alsof ik op een kameel zat omdat hij zijn ene been dan altijd veel te hoog optrok. Maar in draf leek het wel alsof ik op een bom zat: zoveel kracht had ik bij geen enkel manegepaard ooit gevoeld! Zowel in draf als in galop merkte je niks van zijn probleem! Toen ik hem terugbracht naar zijn veel te lage stalletje (hij heeft meer dan 1m78 schofthoogte en moest constant met zijn hoofd naar beneden staan) begon ik zacht tegen hem te praten: jij bent zo’n grote jongen en ik zo’n klein mevrouwtje, wil jij nu echt mijn paard worden zodat ik je kan helpen? Ik bleef stokstijf staan toen hij met zijn grote hoofd knikte! O jee, nu kon ik niet terug! Je kan een paard toch niet zeggen dat je het maar zei voor de grap! Voor mijn gevoel was de deal beslist en ik kwam terug naar huis met een grote mankepoot met de zachtste ogen die ik ooit gezien had.
    Uiteraard zou ik hem niet direct beginnen te rijden maar hem eerst de nodige rust en therapie geven...

    Een maand later werd in de stal naast Wodan een hengstje geboren: Billy. Vanaf dag 1 voelde ik mij aangetrokken tot dit veulentje, dit was net mijn baby. Het was al juni en het weer was zalig zodat moeder en zoon al heel snel op een kleine weide buiten konden. Ik ging meteen mee en mocht van de merrie rustig met haar kleintje bezig zijn. Ik streelde hem overal en deed een aantal drukoefeningetjes om hem zo al meteen in te prenten dat hij beter kon wijken voor druk in plaats van er tegenin te gaan. De volgende dagen maakte ik een touwhalstertje op maat, een job die toch wel eventjes duurt en waarvoor ik verschillende malen de maat moest nemen rond zijn hals, hoofd en neusje. Eens het halster eindelijk klaar was, was het voor ons beiden reeds de normaalste zaak van de wereld om het aan te doen! 
    Elke dag hield ik me ook met Billy bezig, hij was als het ware mijn veulen. Toch twijfelde ik toen ik hoorde dat de merrie en Billy te koop kwamen omdat de eigenares zou gaan studeren en geen tijd had voor zoveel paarden.  Ik twijfelde tot wanneer ik merkte dat er slechts 1 andere persoon in hem geïnteresseerd was: een paardenbeenhouwer, op zoek naar veulenvlees...

    Voor de derde keer op rij zou ik een paard redden van de slacht waardoor ik op minder dan zes maanden tijd eigenaar werd van een raar trio: een pasgespeend veulen, een tweejarige hengst en een vijfjarig gekwetst springpaard.
    Ik zou mijn natuurlijke paardentechnieken goed kunnen oefenen, maar rijden zat er nog niet onmiddellijk in...

    24-05-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een halve eeuw ...
    Ik zat in mijn oude lederen zetel voor me uit te staren. Ik zag het meubilair in de kamer maar was me niet bewust van wat zich rond mij afspeelde. Mijn lijf voelde nog steeds gebroken en ik leefde in een constante mist waarbij een eeuwigdurende zware bastoon mijn hersens pijnigde. Ik kon alleen stilte appreciëren, een eenzame stilte die als enige balsem mijn zware hoofd zachtjes omhulde. Ik wilde niet meer denken omdat elke gedachte een zorg was. Ik was leeg, ik voelde me doodmoe, elk etmaal leek op het volgende.  Na een onrustige nacht waarin ik hooguit 3 tot 4 uur aan één stuk kon slapen (met of zonder nachtlawaai van de vliegtuigen), bleef ik gebroken in bed liggen en stond ik pas laat in de voormiddag op. Ik sleepte me naar de keuken waar ik met moeite een belegd toastje probeerde te eten. Mijn maag was constant geïrriteerd en opgeblazen  en protesteerde bij ongeveer alles wat ik innam. De vertering van zelfs het kleinste toastje kostte me zoveel energie dat ik me daarna naar de zetel moest slepen om onmiddellijk weer te rusten.
    Het huis was doorgaans stil: Johan was regelmatig op de academie waar hij leerde beeldhouwen en zat de rest van de dag voor zijn pc waar hij trachtte een aantal computertalen onder de knie te krijgen. Onze oude hond en poes lagen doorgaans bij mij, te genieten van de stilte in de warme huiskamer. Tegen de middag probeerde ik mezelf te motiveren om toch wat te koken. Zelfs al was het maar diepvrieskost die enkel moest opgewarmd worden, toch was het eten dikwijls pas klaar in de namiddag omdat mijn tempo in al mijn bezigheden zo traag was. Ik had absoluut geen zin en al zeker geen moed om aan iets te beginnen.

    Oktober ging over in november maar mijn situatie verbeterde geen zier. Ik die vroeger altijd hyperactief was en zo snel kon recupereren, bleef even moe en futloos. Op het einde van de maand zou ik 50 worden, was dit het begin van het einde? Zou ik zo de rest van mijn leven verder moeten doorbrengen, als een zwak en breekbaar dametje dat uitgeblust was, nog voor ze haar midlife had bereikt? Ik kende mijn lichaam niet meer en mijn hersenpan was te moe om te begrijpen wat er met me gebeurde. Zou dit nog ooit goedkomen? Ik kon me niet meer concentreren omdat daar teveel energie voor nodig was. Zelfs een vrouwentijdschrift moest ik terug neerleggen wanneer ik na de eerste paragraaf een barstende hoofdpijn kreeg. Weken van leegte en stilte vloeiden voorbij in een dikke mist.
    Johan begreep het allemaal niet en herkende zijn Joanna niet meer. Ben je zeker dat je niet lui bent, vroeg hij. Neen, het gaat gewoon niet, ik kan niet meer. Elke moeite is me te zwaar.

    Mijn verjaardag kwam eraan maar ik voelde me niet in feeststemming. Waar was de tijd dat ik mezelf ooit een groot feest beloofd had voor die halve eeuw? Al mijn vrienden en een aantal familieleden zou ik uitnodigen in een thermencentrum voor een dagje pure verwennerij en een groot buffet. Inmiddels waren Johan en ik echter vrijwel in een sociaal isolement geraakt en bleef er niet veel volk meer over om uit te nodigen voor mijn groots feest ... Einde idee!

    Met mijn familie had ik zo goed als geen contact meer nadat de situatie tussen de zussen in dergelijke mate verzuurd was dat ik liever wegbleef van de familiefeestjes dan me de weken tevoren erin op te jutten om me de weken erna depri te voelen.
    De relatie met Johan’s familie was al niet beter sinds vijf jaar geleden zijn internetbedrijfje de doodsteek kreeg omdat zijn broer, dé IT-specialist bij uitstek, zich er doodleuk had uit teruggetrokken aangezien ‘hij het beu was en liever ging stempelen’. We hadden niemand gevonden die ons uit deze crisis kon helpen en er was onvoldoende budget om het ganse IT-gebeuren uit te besteden. Na een aantal verwoede reddingspogingen gooiden we de handdoek in de ring en vereffenden met onze laatste spaarcentjes het bedrijf.  Voor Johan betekende het niet enkel het verlies van zijn bedrijf en zijn droominvestering maar tevens het einde van een periode als zelfstandige en daarenboven miserie in de familie. Vreemd dat opeens ook al zijn vrienden bij het volgende verjaardagsfeestje niet kwamen opdagen voor een of andere nepreden...
     
    Als ‘vrijwillige’ werkloze kreeg Johan nergens financiële of andere steun en na een honderdtal sollicitaties begrepen we dat zijn eeuwige zogezegde over- of onderkwalificatie voor een baan in dienstverband een gedoodverfd excuus was om niet te moeten zeggen dat hij ‘te oud en/of te duur’ was, of erger nog: teveel ondernemersbloed in zijn aders had. Behalve dan voor de dame bij Wurth die hem aan de telefoon droogweg meldde dat hij ‘afgeschreven’ was, begreep hij dat dan niet?
    Johan was toen net 43 geworden en neen, we begrepen het zeker niet.

    Ik kon evenmin begrijpen dat de paar interimjobs van zogezegde ‘lange duur’ niet veel langer dan een of twee weken duurden, waarbij hij soms aan 8EUR bruto per uur in een of ander call center tot tien uur ‘s avonds tickets voor dure evenementen mocht verkopen... dat was dan vakantiegeld en 13e maand inbegrepen!  Het herinnerde me aan de prijs van een tuinman die ons het jaar tevoren wou komen helpen aan 10EUR per uur, in het zwart! Er klopte iets niet in de rekening...

    Uiteindelijk waren we al gewoon geworden om de tering naar de nering te zetten en besloten we niet verder te zoeken naar een tweede inkomen. Ik verdiende een mooi loon bij de bank en moest hiervoor lange dagen beschikbaar zijn. Het was wel comfortabel om dan te weten dat Johan voor het huis en de beestjes kon zorgen wanneer ik daar niet (meer) toe in staat was. Daarenboven was zijn zelfvertrouwen al meer dan gekraakt door die ellendige sollicitaties en we beslisten dat hij voortaan huis-, tuin-, keuken- en paardenman zou zijn.

    Stilaan vielen echter, op één na, ook al mijn ‘vrienden’ weg, waarbij de ene ons meer kwetsend behandelde en de andere ons gewoon totaal in de steek liet, terwijl een derde gewoon geen interesse meer toonde.
    Zelfs mijn beste vriendin had ik al maanden niet meer ontmoet omdat ze zelf door een persoonlijkheidscrisis ging waarbij ze zich totaal van de wereld afzonderde.
    De enige vrienden die verder overbleven waren een koppel van onze buren.

    Johan besloot toch dat mijn verjaardag niet zomaar kon voorbij gaan. Om mij niet te veel te vermoeien organiseerde hij een feesttoneel in drie bedrijven: op mijn verjaardag zelf had hij het huis opgepoetst en helemaal versierd voor een kaas en wijnavondje met recente kennissen. Het was erg leuk en ik werd (als whiskyliefhebber) vreselijk verwend met een gans scala whiskyflesjes waardoor ik later nog langer rustig zou kunnen nagenieten. De dag erna vierden we rustig verder tijdens een aperitiefborrel met onze buren. Op zondag was het feest bij mijn moeder, met onze lievelingstante en nonkel, die samen met Johan een Ipod-touch voor mij hadden gekocht.
    Al bij al een leuk intermezzo op mijn vermoeid traject, vooral omdat ik het enkel moest laten gebeuren en nergens enige verantwoordelijkheid moest in nemen.
    Mijn ventje was een schat, ik kon dit alles net aan en vrijwel niemand merkte dat onder mijn jarige masker een angst schuilde dat het met mij nooit meer zou goedkomen...

    07-06-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (2 Stemmen)
    14-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Niet de eerste keer...
    Het was begin december. Ik was nu al bijna zes weken thuis en sliep nog steeds geen enkele nacht normaal door. Indien ik vier uur aan een stuk kon slapen, mocht ik me gelukkig prijzen. Dan werd ik wakker van de kou, van het geritsel van een duif op het dak, het geraas van een ochtendvlucht of het geruis van de autostrade verder weg die stilaan tot leven kwam met de eerste ochtendpendelaars. Ik lag uren wakker, met het besef dat het niets hielp om te trachten terug in te slapen: gewoon rusten en proberen weer warmte te vinden door me helemaal in te duffelen was nog de beste remedie. Soms probeerde ik wat te mediteren waarna ik doorgaans wel terug in slaap viel. Dikwijls echter had ik niet eens de moed om me recht te zetten in mijn bed, toch wel de eerste voorwaarde om een goeie meditatie te hebben. Toch viel ik tegen achten wel terug in slaap, nadat ik Johan had horen opstaan. Hem te horen gaf me een rustiger gevoel en zo sliep ik dan een gat in de dag.
    Omwille van mijn slechte slaap (en mijn gesnurk wanneer ik toch eindelijk sliep), hadden we een jaar geleden beslist om apart te slapen zodat we allebei het beste van de nacht konden maken. Dit bleek nu de meest comfortabele situatie voor beiden, al was het lang niet voldoende om mij een goeie nachtrust te verzekeren.

    Die nacht werd mijn lichte slaap weer stilaan verweven met een zacht gedonder op de achtergrond dat stilaan dreigend luider werd en dichterbij kwam.  Het aanzwellende gebrul van de motoren bracht opeens een golf van angst die me overspoelde: ik moet dekking zoeken, de bommenwerpers zijn daar!  Met een schok werd ik wakker, mijn hart sprong bijna uit mijn borstkas die vreselijk pijn deed, mijn hoofd was ijl en ik baadde in het koudzweet! Het duurde een ganse tijd voor ik besefte dat het slechts een nachtmerrie was, gekoppeld aan de zoveelste nachtkoerier die moeite had om de lucht in te geraken...
    Ik bleef rillend liggen en in mijn hoofd raasde de gedachte dat dit een bekend gevoel was. Bij elk volgend vliegtuig overviel het me opnieuw en het duurde nog een paar uur na de laatste vlucht vooraleer ik mijn evenwicht terugvond.

    ‘s Ochtends belde ik mijn huisarts voor een afspraak.
    Ik vertelde hem het ganse beleven en hoe reëel de angst mij leek. Ik werd toch niet gek of zo?  Ik had toch nooit de oorlog meegemaakt en herinnerde me enkel een aantal vage verhalen van mijn moeder of tantes die me ooit wel eens van de bombardementen van Leuven gesproken hadden? Vanwaar kwam deze reactie?
    Ik herinnerde me dat ik al van kindsaf niet tegen het geluid van geweren of eender welk oorlogsgeluid had gekund. Zelfs als volwassene moest ik het huis uit wanneer mijn man indertijd naar ‘De kanonnen van Navarone’ keek terwijl ik in de keuken bezig was. Het achtergrondgeluid dat tot daar doordrong maakte me misselijk en vreselijk onrustig zodat ik snel met de auto vertrok voor een paar uur tot de film zou gedaan zijn.  Ik kon absoluut niet tegen geweld en zelfs maar het idee eraan deed mijn maag keren.
    Ooit waren we eens met de collega’s een dag naar Ieper gegaan voor de ‘human relations activiteit’ en was het de bedoeling om daar het oorlogsmuseum te bezoeken. Ik voelde me de ganse ochtend onrustig maar hield me sterk tot we in het museum waren. De gids startte zijn rondleiding en was nog maar aan zijn tweede zin geraakt toen ik een replica zag van een soldaat uit de eerste oorlog met bajonet en al het oorlogsgerief van die tijd. Mijn maag keerde en ik voelde een zure oprisping terwijl mijn hoofd verschrikkelijk ijl werd en ik dezelfde vale kleur kreeg als de bleke pop achter het glas. Met een stil excuus vluchtte ik het gebouw uit en ging het volgende uur rondjes wandelen rond de vijver waarbij ik probeerde mijn aanval van hyperventilatie stilaan terug te dringen.

    Mijn huisarts luisterde aandachtig naar gans mijn verhaal en zocht een aantal zaken op in zijn pc op basis van de kernwoorden van mijn gevoelens. Hij mompelde iets over existentiële angst die homeopathisch kan aangepakt worden met een aantal elementen uit de tabel van Mendeliev. Hij zocht een drietal produkten uit een valiesje dat hij blijkbaar zelden moest bovenhalen en bij het kinesiologisch checken wees mijn lichaam inderdaad aan dat het sterk reageerde op een van de produkten in een 1000k potentie. Ik vroeg hem naar de naam ervan en het antwoord klonk als een donderslag bij heldere hemel: Germanium Metallica! 
    Ik geloofde al veel langer in reincarnatie en dit gegeven was een volgend stukje in de puzzel van mijn bestaan dat me overtuigde dat ik al een aantal keer op deze planeet had rondgelopen.
    Ik kreeg een drietal globulen en de raad binnen een maand zeker op controle te komen.
    Ik betaalde het consult maar vergat te vragen naar een ziektebriefje voor mijn werkgever om de verlenging van mijn arbeidsongeschiktheid door te geven.  Ik vertrok naar huis met enerzijds een totaal verward gevoel en anderzijds een vrij helder inzicht in een volgend stukje van mezelf.

    Tot mijn grote verbazing sliep ik de volgende paar nachten acht uur aan een stuk zonder wakker te worden...


    14-06-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    23-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De boerin wordt 65!
    Vandaag is het een grote dag voor Renate
    Zie je het niet? Hou haar eens goed in de gaten
    Hier loopt toch veel volk rond voor een feest?
    Oh ja, er is weer eens een jaar voorbij geweest

    Hou oud ze dan is? Het is haar niet aan te zien
    Neen, niet meer in de 50, al 60 misschien?
    Kijk, ik zal het zeggen, eerlijk en plechtig:
    Vanaf vandaag is Renate 65!

    Nu is ze dan eindelijk officieel met pensioen
    Al vrees ik dat ze nog altijd veel heeft te doen.
    Vanaf nu een beetje rust op tijd en stond
    Dan blijft ze zeker nog lang gezond.

    Gezondheid wens in haar, geluk en plezier met de beestjes
    Dan komen er later zeker nog veel meer feestjes.

    Hartelijk gefeliciteerd van Joanna en Johan
    Maar ook van Billy, Tachat en Wodan.
    De ene werkt in de tuin, de paardjes staan in de weide
    Maar in gedachten staan allen aan mijn zijde.

    Dus ondertussen
    Geef ik je 3 kussen
    En een orchidee naar goede gewoonte
    Ik weet uit ervaring dat deze bloemetjes loonden

    Geniet ervan, je weet dat het mag:
    Het is immers maar eens in je leven jouw 65e verjaardag!

    23-06-2008 om 10:35 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-06-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Au suivant ...
    Die vrijdag kreeg ik een aangetekende brief waarin ik werd opgeroepen voor controle door de adviserend geneesheer van de mutualiteit. Jaren geleden had ik gekozen voor de goedkoopste (en wellicht de kleinste) mutualiteit in Belgie. Aangezien ik al van mijn twintigste voor alternatieve geneeskunde had gekozen (in een tijdperk waarin homeopathie nog door de goegemeente als kwakzalverij werd bestempeld), wou ik zo weinig mogelijk extra betalen voor diensten die ik toch niet zou gebruiken. De ‘Hulpkas’ van het ZIV was daarom toen voor mij het beste ‘alternatief’: je betaalde bijna niets al kreeg je dan ook enkel hetgeen een mutualiteit wettelijk verplicht is uit te betalen. Haar hoofdzetel, tevens zetel voor Brabant, lag in Brussel en ik regelde altijd alles telefonisch of per brief. Tot die dag had ik nooit te klagen gehad van deze ziekenkas maar ik had hun diensten dan ook bijna niet gebruikt.

    Ik werd verzocht om mij de volgende maandag om 9u ‘s ochtends in hun kantoor te Brussel aan te melden. 
    Meteen werd ik door paniek overvallen: om 9u in Brussel en dan nog op een maandag! Angst voor het overslapen, het aanschuiven in de files, de drukte, de moeilijkheid om een parkeerplaats te vinden met daarenboven het risico om door dit alles te laat te komen... hier was ik echt nog niet klaar voor! Met de moed der wanhoop besloot ik te bellen om een latere afspraak te vragen. Tot mijn verbazing bleek het geen probleem te zijn zolang ik maar aanwezig was voor half twaalf. Wat een opluchting, tenminste al op dit punt: ik zou tot half tien kunnen slapen en dan via internet nagaan of de ochtendspits richting hoofdstad al was geminderd. Indien nodig kon ik nog altijd binnendoor rijden in de hoop dat ik zo binnen het uur op mijn bestemming zou kunnen geraken. De rit was maar 23 kilometer, hopelijk zou dat wel lukken.

    Hoewel het vervoersprobleem hiermee opgelost was, bleek mijn angst niet over: hoe zou die dokter reageren? Je hoorde altijd van die horrorverhalen over controles bij verzekerings- en mutualiteitsdokters...
    Mijn enige ervaring van die aard dateerde van zeventien jaar geleden toen ik opgeroepen werd door de verzekering nadat ik een arbeidsongeval had gehad met een dubbele hernia in de nek tot gevolg. Niettegenstaande de pijn hiervan nog jaren heeft aangesleept, verklaarde die controlearts al na zes maanden dat ik volledig genezen was en zette hij me danig onder druk om zijn verklaring met mijn goedkeuring te ondertekenen. Ik zat toen nog in mijn proefperiode bij de bank (het ongeval had zich voorgedaan gedurende de ‘onthaaldagen voor nieuwe werknemers’) en de arbeidsverzekering was afgesloten bij de verzekeringsmaatschappij binnen de bedrijvengroep.  Als je weet dat ik toen, als alleenstaande, net mijn huisje gekocht had met een zware hypotheeklening bij dezelfde bank, dan is verdere uitleg wellicht overboden waarom ik toch maar het document tekende waarin stond dat ik genezen was en geen verdere aanspraak maakte op enige vorm van invaliditeit of andere vergoeding? 
    Enige twijfel misschien waarom ik me dan zorgen maakte over de oproep van de mutualiteit?

    Mijn goede slaap van de twee vorige nachten werd uiteraard weer geweld aangedaan door alle emoties (in casu voornamelijk de angst) die me dat weekeinde overspoelden. Tegen zondagmiddag was het zover dat ik niets meer verteerde en mijn maag enkel soelaas kon vinden door het beetje eten dat ik die dag had durven binnennemen er met volle kracht weer uit te stuwen... Van zondag op maandag zag ik ongeveer elk uur van de nacht voorbijtikken. Aangezien ik toch niet meer kon slapen, stond ik al rond half acht op.
    Een zombie zag er frisser uit dan ik!

    Ik had rustig de tijd om me te douchen en aan te kleden en probeerde mijn gezicht toch een beetje te fatsoeneren. Aarzelend zette ik me achter het stuur en volgde de weg naar de ochtendspits. Alhoewel het verkeer al minder druk was (het was al goed december en er waren duidelijk al wat mensen met vakantie), had ik vreselijke moeite om mijn concentratie op een behoorlijk peil te houden. Ik besefte al snel dat het eigenlijk onverantwoord was dat ikzelf met de wagen reed in mijn conditie en op dit uur van de dag.
    Gelukkig was mijn bewaarengel alerter dan ik en geraakte ik heelhuids en zonder ongelukken in de buurt van mijn bestemming, waar ik mijn wagentje meteen in een klein  plaatsje kon parkeren van iemand die net wegreed.

    Ik vond het gebouw van de Hulpkas en vroeg waar ik moest zijn voor de adviserend geneesheer: in de loketzaal links achteraan door de rode deur. De zaal in kwestie zat bomvol volk en ik merkte meteen dat ik, op twee andere bezoekers na, de enige autochtoon was. Jeetje, zijn al die grapjes over ‘la moetoeëlle’ dan toch op waarheid gebaseerd? Ik ben normaliter tegen elke vorm van discriminatie en was er altijd prat op gegaan dat ik heel goed met alle nationaliteiten kon omgaan. Ik beschouwde mezelf trouwens altijd al als ruimdenkend maar in deze  'vreemde' omgeving voelde ik me toch net een beetje over de schreef van het goede gevoel gaan... Onwennig stapte ik door de rode deur waar het gevoel slechts kon bevestigd worden door het publiek in dat wachtzaaltje: ik was er de enige met een enigzins blanke huidskleur! Niemand maakte aanstalten tot conversatie of zelfs maar enig oogcontact en bij gebrek aan stoelen zette ik me neer op de verwarming. Na een tijdje kwam een allochtone jongeman buiten en hoorde ik vanuit de kamer ernaast ‘au suivant’! Het herinnerde me aan dat liedje van Jacques Brel waarin hij een absurde situatie in het leger bezingt met de treiterige stem van een machthebber die het volgende slachtoffer binnenroept: au suivant, au suivant... Tegen wanneer ik eindelijk ‘le suivant’ was, voelde ik me een even absurd slachtoffer dat binnengeroepen werd voor een verhoor.

    Au suivant au suivant
    Tout nu dans ma serviette qui me servait de pagne
    J'avais le rouge au front et le savon à la main
    Au suivant au suivant
    J'avais juste vingt ans et nous étions cent vingt
    A être le suivant de celui qu'on suivait
    Au suivant au suivant
    J'avais juste vingt ans et je me déniaisais
    Au bordel ambulant d'une armée en campagne
    Au suivant au suivant

    Moi j'aurais bien aimé un peu plus de tendresse
    Ou alors un sourire ou bien avoir le temps
    Mais au suivant au suivant
    Ce ne fut pas Waterloo non non mais ce ne fut pas Arcole
    Ce fut l'heure où l'on regrette d'avoir manqué l'école
    Au suivant au suivant
    Mais je jure que d'entendre cet adjudant de mes fesses
    C'est des coups à vous faire des armées d'impuissants
    Au suivant et au suivant

    Je jure sur la tête de ma première vérole
    Que cette voix depuis je l'entends tout le temps
    Au suivant au suivant
    Cette voix qui sentait l'ail et le mauvais alcool
    C'est la voix des nations et c'est la voix du sang
    Au suivant au suivant
    Et depuis chaque femme à l'heure de succomber
    Entre mes bras trop maigres semble me murmurer
    Au suivant au suivant

    Tous les suivants du monde devraient se donner la main
    Voilà ce que la nuit je crie dans mon délire
    Au suivant au suivant
    Et quand je ne délire pas j'en arrive à me dire
    Qu'il est plus humiliant d'être suivi que suivant
    Au suivant au suivant
    Un jour je me ferai cul-de-jatte ou bonne soeur ou pendu
    Enfin un de ces machins où je ne serai jamais plus
    Le suivant le suivant.

    Achter een bureau zat een dame die niet eens van haar dossier opkeek wanneer ik binnenkwam. Me duidelijk negerend bleef ze een aantal zaken in de farde bekijken, zette ergens een paraaf, klapte het dossier dicht, stond recht en ging achter mij door naar haar secretaresse in een aanpalend kantoortje die het dossier verder mocht afhandelen. Ze kwam muisstil het bureau terug binnen en terwijl ze achter mij stond zei ze opeens met luide stem: et votre nom c’est?  Ik schrok even. Joanna Willems, zegde ik zacht. Ha oui madame Willèms, je vous attendais aujourd’hui. Ze zocht mijn dossier in de stapel die nog achter haar lag en ergens voelde ik zelfs een schijntje van mededogen omdat deze zieke eens een échte Belg was. Ze bekeek mijn ziekteaangifte en ging over naar gebroken nederlands waarin ze mij vroeg wat ‘mijn problème’ was. Ik ben zes-zeven weken geleden door de bedrijfsarts naar huis gestuurd met een burnout. Hierr staat: u heeft een depressie maarr u heeft cheen depressie, besliste ze al snel. Wat doet u als werrk? Ik gaf haar mijn business kaartje en een korte uitleg wat ik op de bank allemaal deed. En welke traitement doet u, neemt u medicijnen? Voorlopig nam ik enkel rust en fytotherapie middelen maar omdat ik tot begin deze week niet kon doorslapen heeft mijn huisarts nu een homeopathisch middel gevonden waardoor ik nu wel terug doorsliep.
    Pfoeh, homéopathie, zei ze afkeurend. Maarr enfin, u kunt nu terruch slapen. D’accord, u bent dus wat moe van teveel te werrken, ik cheef u nog tot 2 januarri, maarr dan moet u wel terruch chaan naar uw werrk. In orrderr, u kunt chaan, dach mevrrouw Willèms.
    Tot 2 januari, dat was nog een drietal weken. Dat moet lukken dacht ik, nu ik toch begin door te slapen zal ik na nieuwjaar wel terug in orde zijn.
    Advies had ik van deze 'adviserend' geneesheer niet gehad, maar ik had toch het gevoel dat ik het er al bij al nog goed van af gebracht had.

    28-06-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    05-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Solitaire
    Eenmaal terug thuis nam ik mijn situatie even onder de loep. Het was begin december, ik was al zes weken thuis. Ik kon nog maar net ‘s nachts doorslapen en kreeg nu van de  mutualiteit een dikke drie weken om verder te genezen zodat ik na nieuwjaar terug aan het werk moest. Ik redeneerde dat, als mijn slaap nu verder de goeie richting uitging, ik dat toch zou moeten halen! Ik was nu al zo lang aan het rusten...

    Om mij stilaan voor te bereiden op het werk, nam ik mijn notebook en zette me hiermee in de zetel. Ik zou elke dag een beetje langer op de computer proberen te ‘werken’. Eerst zou ik proberen om mijn privemails regelmatig door te nemen en te beantwoorden. Dit was op zich geen zware klus want ik kreeg bijna geen privemails...  Ik zou trachten wat te surfen en een aantal interessante hobbysites door te nemen om te zien hoeveel mijn hersens al aankonden. Ik besefte wel dat ik minder dan een week geleden me nog niet kon concentreren op een artikel in een aftandse Libelle die in de wachtzaal van de huisarts had gelegen, maar ik maakte mezelf wijs dat de vermoeidheid van de autorit daar voor veel tussen zat.
    Vol goeie moed zette ik mijn laptop aan en bekeek mijn mailbox.
    Goed nieuws van een Sheltiefokker die ik een tijdje geleden had gecontacteerd: er was een nieuw nestje geboren, twee reutjes en drie teefjes! De fokker had een wachtlijst voor ons van drie reuen en twee teefjes en al die mensen bleven bij hun keuze. Dit betekende dat er één teefje voor ons was! Mijn hart klopte opeens een slag sneller. Wat leuk, tegen einde januari zouden wij terug een pupje in huis krijgen. Wat spijtig dat we nu nog zo lang moesten wachten, net nu ik nog thuis was... maar toch heel opwindend dat dit nieuwe leventje binnenkort deel zou uitmaken van het onze! Het was nog eventjes wachten op de eerste foto’s maar die zouden binnenkort op de site verschijnen. Meteen had ik een reden om mijn goeie voornemens waar te maken en elke dag toch even online te gaan.

    In mijn hoofd begonnen de gedachten snel rond te tollen. Zou het leven dan toch gaan beteren? Een paar dagen geleden had ik een verkoopovereenkomst kunnen tekenen voor de aankoop van een weide van een halve hectare, die grensde aan de weide waar de paarden nu stonden. Het was inmiddels mijn zesde poging om eindelijk een thuishaven voor mijn beestjes te vinden en ik hoopte dat het ditmaal wel in orde zou komen. Er was slechts één risico: er zat voorkooprecht op van de landmaatschappij en Bos & Groen kon nog steeds letterlijk het land van onder mijn voeten wegmaaien. Ik had daarom een hoge prijs vooropgesteld en al een voorschot gegeven, hopende dat de kosmos hiermee begreep dat het menens was van mijn kant. Zouden de Goden mij eindelijk goedgezind worden? Zouden mijn sterren eindelijk beginnen goed te draaien?
    Ik zag een nieuwe toekomst voor mij: goed uitgerust terug aan het werk, de paardjes op onze eigen weide en een jonge pup naast onze opa-reu en oma-poes. Dat zou pas een mooie nieuwe start zijn!
    Aan mijn mijmerende droom kwam al snel abrupt een einde wanneer een nieuwe vlaag van vermoeidheid mij duidelijk maakte dat ik eerst toch maar beter zou genezen. Ik sloot mijn computer af en permitteerde me de rest van de dag pure rust. Morgen zou ik wel eens naar wat serieuzere sites surfen.

    Ook de volgende dagen echter bleek dat mijn hersens nog niet aan eenzelfde tempo van herstel dachten dan wat ikzelf voorzien had. Ik kon me op niks serieus concentreren of kreeg binnen de kortste keren weer een aanval van hoofdpijn, stijfheid over mijn rug en nek en een maag die niets kon verteren. Stilaan begon ik echt bang te worden: stel dat ik toch niet zo snel zou herstellen, stel zelfs dat het zou uitdraaien op chronische vermoeidheid... Waar ik eerder die week mezelf al terug als een actieve dynamische persoon had gedroomd, voelde ik me nu eerder wegkwijnen naar een frêle dametje dat niet veel meer zou aankunnen zonder telkens de nodige platte rust erbij te nemen.
    Ik besefte dat ik bijna alles vergat, mijn aandacht niet kon vasthouden, altijd meteen moe was, bijna niets meer kon eten en toch altijd met een gezwollen maag rondliep... Ik geraakte in paniek en voelde dat ik IETS moest doen om mezelf te bewijzen dat ik niet stilaan naar Alzheimer toeging. Iets simpel op de computer waarbij ik mijn hersens een beetje moest gebruiken, mezelf een resultaat voor ogen kon nemen zonder dat het toch te vermoeiend zou zijn... Solitaire! Dit kaartspel had ik vroeger zo dikwijls gespeeld en het beantwoordde aan al mijn criteria. Ik opende het spel op de computer en begon de kaarten te leggen. Ik zou doorspelen tot ik minstens één keer uit was!

    Ik bekeek de kaarten kritisch vooraleer ik de eerste aflegde: het zag er me niet zo’n goed spel uit, maar ok.  Na goed drie minuten was het spel gespeeld: score 6/52, niet zo goed dus... Dan maar een nieuw spel geprobeerd. Dit keer duurde het bijna vier minuten maar de score was nog steeds maar 8/52. Ik moest wellicht beter opletten, dan zou het me toch moeten lukken. Na een viertal minuten besefte ik dat ik telkens opnieuw dezelfde kaarten omdraaide zonder dat er nog maar eentje kon afgelegd worden. Verdorie! Weer maar 7/52... Maar ik had een doelstelling: één spel uitspelen en dan mocht ik terug rusten. Het volgende spel duurde nog geen driekwart minuut en haalde slechts een score van twee afgelegde kaarten. Nog eentje: drie minuten en 9 kaarten afgelegd. Ik begon moe te worden maar weet het aan het feit dat ik nog niet had kunnen winnen. Bij het volgende spel, met weer eens een belachelijke score, duurde het weer een tijdje voor ik besefte dat ik tevergeefs een volgende kaart vroeg. Mijn hoofd voelde zwaar en verdoofd en een gevoel van triestheid overviel me: kon ik dan zelfs niet eens een spel kaarten uitspelen? Ik vocht tegen de vermoeidheid en opende een volgende spel. Deze kaarten leken iets beter te zijn en na een dikke vier minuten kon ik eindelijk de ganse reeks afleggen. Eindelijk! Dus ik kon toch nog iets!  Ik was de tel kwijt hoeveel spelletjes ik inmiddels had geprobeerd maar was blij mijn naam op de blanco lijst van hoge scores in te vullen.
    Ik sloot de computer af en legde me doodmoe neer in de zetel.

    05-07-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    10-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaardagsbrief

    Liefste Gretchen,

    Bij deze neem ik nog eens terug het woord
    Ik heb dan ook al weer een tijdje van jou niet gehoord
    Ik heb nog steeds mijn probleempjes hier, jij jouw zorgen daar
    Het was terecht voor ons beiden geen al te goed jaar

    Maar Hierboven zullen ze het misschien toch ooit leren
    Dan zullen voor jou en mij de sterren wel eens keren

    Dan komt er terug gezondheid en geluk, voor ons alletwee
    Voor jou eindelijk een afgewerkt huis met daarin peis en vree
    Dan kom je terug buiten naar je vrienden en hebt lol
    Dan zeg je op 10 juli: kom, doe de glazen nog eens vol!

    Dan besef je: Allemachtig,
    Wat is het leven soms toch prachtig!

    Want hoe je de zaken ook draait of keert
    Met elk jaartje meer dat je huid verweert
    Word je wel ouder, maar ook slimmer en zachter
    En zo kom je er ooit wel eens achter

    Dat VRIENDSCHAP het geschenk is, dat ik je graag wil geven
    Maar dat kan alleen als jij ook écht wil Léven

    Dus aub, kom uit je tent
    Vergeet je zorgen over het huis of die vent
    Zodat wij samen, met een traan en een lach
    Terug kunnen klinken op jouw verjaardag

    Want wat ik heel graag zou willen doen
    Is jou feliciteren en met een zoen
    Jou terug eens te kunnen omarmen
    En zo mede je hartje te verwarmen

    Wij wensen je alleszins een ‘Hartelijk gefeliciteerd’
    En hopen dat het tij nu heel snel keert

                            10 juli 2008

    10-07-2008 om 11:23 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    12-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Creëer je eigen stress
    De laatste paar weken van 2007 waren op mijn manier ‘druk’.
    Niet dat ik zoveel deed, dat kon ik niet omdat mijn lichaam nog steeds niet meewilde, maar ik zette mezelf onder druk omwille van de deadline na nieuwjaar terug te kunnen werken.
     
    Ik vroeg Johan om me te wekken voor hij naar de academie vertrok. Normaliter was ik tegen dan wel wakker van de geluiden in en rond het huis maar ik wilde leren om stilaan ook echt terug te kunnen 'opstaan'. Wanneer ik terug moest gaan werken, zou de wekker weer op 5.30u gezet worden en ik was nog lang niet klaar om zo vroeg al uit de veren te kunnen. Zelfs al sliep ik tot negen, dan had ik nog altijd minstens een half uur tot een uur nodig om stilaan écht wakker te worden. Ik sleepte me dan uit bed, hopende dat de gekregen nachtrust voldoende zou zijn om de dag door te geraken.

    Ik maakte een kleine toast, doorgaans met gerookte zalm. Het was een van die verwennerietjes die ik mezelf toestond omdat ik gedurende mijn tien jaar als strikt vegetariër regelmatig wel zin had gehad in deze lekkernij, maar er toch altijd van afgebleven was.  Achteraf bleek dat in alle mogelijke diëten specifiek op mij afgestemd, gerookte zalm steeds als ‘zeer goed’ voor mij op het lijstje stond. Sindsdien ben ik wellicht de grootste consument van dit goedje in België.
    Na het ontbijt was ik alweer doodmoe en zette me in de zetel waar ik de rest van de voormiddag stilletjes zat te niksen, hopend dat mijn opgeblazen maag toch het toastje zou kunnen verwerken.
    Op zich zou deze rust positief zijn, ware het niet dat ik me intussen wel zorgen maakte over alles en nog wat.
    Mijn vermoeidheid die maar niet wou verdwijnen, de zware mist in mijn hoofd, de aanhoudende pijn in rug, schouders en nek, mijn gezwollen lichaam dat duidelijk overgewicht aangaf. Allemaal tekens dat het nog niet beter ging.

    Hoe zou het met mijn werk gaan? Volgens vage berichten van een van de collega’s was het grootste gedeelte van mijn werk gewoon blijven liggen. Een paar kantoren hadden me al eens gebeld om te informeren hoe het met me ging en lieten duidelijk verstaan dat ze mij misten omdat de service opeens tot een lager niveau was teruggevallen.  Het brak mijn hart en ik vroeg me af waarom ik mezelf te pletter had gewerkt voor al die belangrijke deadlines en dringende zaken die nu opeens geen prioriteit meer waren omdat ik weggevallen was.
    Waarom had ik toen niet gezegd dat ‘trop’ teveel is? De bank draaide nog steeds verder zonder mij en zelfs al draaiden sommige dingen nu vierkant, er waren niet al te veel hanen die ernaar kraaiden... Iedereen zei me dat ik me nu geen zorgen moest maken over het werk, maar hoe moest dat dan wanneer ik terug kwam en opnieuw moest beginnen? Zou ik nog de moed hebben om de draad weer op te pikken? Waaraan zou ik dan eerst moeten beginnen?

    De financiën gingen niet goed. Ik had nog geen euro gekregen sinds ik thuis was. De bank betaalde het loon vooruit met als gevolg dat mijn laatste inkomen dateerde van begin oktober en het zou weldra Kerstmis worden!
    Ik besefte niet dat het probleem bij mij lag omdat ik een aantal documenten voor de ziekenkas nog niet had laten invullen door mijn werkgever. De gegevens daarin waren blijkbaar noodzakelijk om een vervangingsinkomen te krijgen maar er stond telkens een vakje bij met ‘datum van arbeidshervatting’ en in mijn onwetendheid meende ik dus dat ik moest wachten om deze papieren te laten invullen. Als gevolg hiervan bleef ik wachten op de mutualiteitsuitkering die er niet zou komen omdat zij wachtten op de documenten.
    Ook de groepsverzekering had nog steeds niets uitgekeerd maar ik leefde in de veronderstelling dat dergelijke dossiers wel een langere verwerkingstijd nodig hadden en realiseerde me niet dat ik niet in orde was met mijn ziektebriefjes aan de werkgever.
     
    Aangezien Johan als ‘vrijwillige werkloze’ (lees: zelfstandige voor wie het niet goed gegaan is en heeft moeten vereffenen) geen enkele vorm van vervangingsinkomen kreeg, bestond de voeding naar onze rekening enkel uit overschrijvingen vanuit de spaarrekening.
    Gelukkig had ik enkele maanden tevoren een deel financiële aandelen verkocht toen de koers vrij hoog stond omdat ik hiermee de eventuele aankoop van een weide wou mogelijk maken. Dit geld kwam nu goed van pas om te kunnen overleven.

    Dan was er het project ‘weide’. Zou dit nu eindelijk goedkomen? Op de boerderij zei men dat Bos & Natuur doorgaans niet zoveel bood op weidegrond. Een studente op de academie had Johan echter verteld dat ze tegenwoordig alles opkochten aan eender welke prijs, het geld kwamen ze wel halen bij de belastingbetaler... De notaris durfde er niets méér over te zeggen dan dat zij doorgaans pas op het laatste moment antwoordden. Wat moest ik er van denken? Het bleef bang afwachten tot hun antwoordperiode zou voorbijzijn, maar die liep nog tot begin februari! Dat betekende dat zij voor deze aankoop een eventueel overschot van het budget 2007 konden reserveren of anders de kans hadden om te wachten tot het nieuwe boekjaar.
    Ik vreesde dat ik weer eens de koop zou mislopen, dan stond er mij nogmaals een kater te wachten...
     
    Door al dat gepieker kwam ik natuurlijk geen stap vooruit en bleef mijn energiepeil steeds op het nulpunt hangen.
    Johan begreep het allemaal niet meer. Hij zag me al zolang rusten zonder enige vorm van verbetering en voelde zich machteloos in het ganse proces. Met de beste bedoelingen probeerde hij wat leven in me te krijgen met als enige resultaat dat er zich een spanning tussen ons begon op te bouwen.
    Waarom geniet je nu niet van die laatste weken, straks moet je weer gaan werken en je ziet er nog steeds niet uit! Stop met je zorgen te maken over het werk en neem nu eens vakantie! Waarom kom je niet eens buiten, ga eens wandelen met de hond. Ga naar je paarden, je weet dat je daar altijd een beter gevoel krijgt, door hier in de zetel te blijven hangen kan je hoofdpijn niet verdwijnen...
    Laat me gerust! Ik ben moe!
    Het waren allemaal goedbedoelde raadgevingen die aan mij voorbijgingen. Ik zat in mijn mist te piekeren en besefte niet dat boven de wolken de zon toch scheen.

    Ik probeerde elke middag eten te maken maar ook dat ging me niet goed af. Hoewel lekker koken een van mijn hobby’s is, bestond onze maaltijd doorgaans uit veredelde diepvrieskost. Tegen mijn eigen principes in, begon ik meer en meer de microgolf te gebruiken. Het gevolg hiervan was enkel dat ik mezelf een schuldgevoel opzadelde omdat ik het eigenlijk niet gepermitteerd vond om enkel eten op te warmen terwijl ik de ganse dag had om gezond te koken. Het eten smaakte me niet en mijn maag maakte me weer eens duidelijk dat dit niet was wat ze nodig had...

    Na de middagrust verplichtte ik mezelf nog steeds om mijn computer aan te zetten. Mails, de site van de fokker en Solitaire waren echter het enige dat me kon bewegen.
    Ik verplichtte me om stilaan langer achter het scherm te blijven (weldra zou ik terug een ganse werkdag moeten aankunnen) en wilde na een tijdje komen tot drie uitgespeelde scores. Dwangmatig bleef ik spelletjes spelen om deze doelstelling te kunnen halen. Hierbij slaagde ik erin om mezelf zo onder druk te zetten dat ik het verschil niet meer zag tussen rood en zwart!  Neen, je bent niet gek aan het worden, raasde het dan door mijn hoofd, kijk goed naar het prentje. Dit is klaveren dame, dus dat moet zwart zijn. Zoek nu naar een heer in harten of koeken, die zijn rood.

    Nooit in mijn leven was kaartspelen zo stresserend geweest.

    12-07-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    17-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bevestiging deelname huwelijksreceptie
    Hoera, Hoera, driewerf Hoera!
    Voor Pascal en Silvia!

    We moesten een datum vrijhouden, remember?
    Voor later in ‘t jaar, de 6e september

    Ze zijn van plan voor altijd samen te leven
    En willen mekaar dan het grote JA-woord geven

    Nu ja, ze hebben al zo lang van mekaar gehouwen
    Dat die twee nu toch eindelijk mogen trouwen...

    Van ons krijgen ze de zegen, we heffen een glas wijn:
    Wij zullen er die dag zeker graag bij zijn!

    17-07-2008 om 10:02 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    19-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zalig Kerstfeest aan alle mensen van goede wil...
    Het was de tweede helft van december 2007. Korte donkere dagen, slecht weer, kunstmatige feeststemming in de stad, het ging allemaal aan mij voorbij. Ik leefde in mijn eigen cocon omringd door de inmiddels vertrouwde mist en pijn die ervoor zorgden dat er niet veel van buiten naar binnen kon doordringen.

    Het enige wat wél doordrong waren angst en zorgen. Het was alsof een angst zich stilletjes in mijn wezen had ingemetseld en daar op een zeer geraffineerde manier mijn denken, doen en laten vergiftigde.
    Ik bleef me zorgen maken over alles en nog wat en besefte niet dat ikzelf de meeste problemen creëerde. Het maakte me doodmoe en ik was zelden aan te spreken. Ik zat nog steeds op mijn vertrouwde plekje in de zetel rond te staren, liefst zonder gedachten indien mogelijk. Af en toe trachtte ik te mediteren om mijn gedachten stil te zetten maar ik vond die diepe meditatieve rust niet terug die mij vroeger zo lief was.
     
    Voor Johan werd de situatie erg moeilijk en hij was blij dat hij naar de academie kon, weg van de vrouw die hij niet meer herkende. Wanneer hij thuis was verschool hij zich meestal achter zijn pc, de veiligste plek om geen ruzie te maken. Ik besefte dat ik geen aangenaam gezelschap was maar ik had niet de moed noch de kracht om mijn gedragingen te wijzigen. Het was alsof het mij teveel energie nam om te trachten de zaken wat rooskleuriger te zien, om mijn rug te rechten en het hoofd terug omhoog te steken.
    De enige reden waarom ik buiten kwam was om de paarden eten te geven op de boerderij. Dikwijls moest ik me forceren en eerst moed inpompen om mijn jas aan te doen, in de wagen te stappen en die kleine klus te klaren. Een paar keer had ik zelfs daar geen energie voor. Dan belde ik de boerin met de vraag of zij die avond kon eten geven.
    Op die momenten besefte Johan dat het menens was, dat ik niet gewoon lui was en me wentelde in een ‘gemakkelijke’ situatie. Het aantal keer dat hij me in die vijf vorige jaren niet naar de paarden had zien gaan, kon hij dan ook op één hand tellen!

    Ondertussen liep het ook naar Kerstmis toe... een periode die ik met lede ogen zag aankomen en die me nog meer teneersloeg.
    Het was al veel langer een periode waarin herinneringen mijn emoties zwaar beïnvloedden, spijtig genoeg met telkens meer negatieve ervaringen waardoor het nu een echte strijdperiode met mijn gevoelens geworden was.

    Eerst waren er de herinneringen aan de goeie tijd toen mijn vader nog leefde. Kerstmis was één groot familiefeest waar we met zijn allen genoten van cadeautjes, lekker eten, mooie muziek en uren van grapjes en spelletjes aan de eettafel. Eenmaal volwassen logeerden alle kinderen met hun eventuele gezin gedurende drie dagen in het huis van mijn ouders. Mijn moeder wilde niet dat we met de auto zouden rijden gedurende een periode waar je toch altijd teveel dronk volgens de wet.
    Het huis zat bomvol, het straalde een gezellige warmte uit en ik voelde me vrolijk omdat iedereen vrolijk was.

    Na de dood van mijn vader veranderde dit drastisch. Na enkele overgangsjaren waarin we de Kerst vierden in het huis van mijn zus of in een chalet in de Ardennen (beiden een koude en verschrikkelijk kunstmatige ervaring), werd de traditie terug opgepakt om toch maar ‘thuis’ te vieren. Inmiddels was ikzelf echter gescheiden en voelde alles nog enkel aan als eenzame drukte in plaats van gezelligheid. Ik miste mijn vader heel erg en voelde dat het voor mijn moeder even moeilijk was. Ook mijn oudste broer die intussen veel te jong weduwnaar geworden was, liep stil rond en trachtte zich te verbergen door wat met de schoonbroer of het nichtje te grappen.
    Mijn zus pretendeerde dat alles bij haar perfect liep (al wist ik wel beter). Zij was immers de ‘gelukkig’ getrouwde, succesvolle zakenvrouw met een dochtertje. Zij voelde zich de ‘mater familia’, het anker, de rots in de branding. Zij had duidelijk de plaats van mijn vader ingenomen en orkestreerde het geheel. Zijn autoriteit nam zij over: ze deelde de lakens uit en niemand durfde haar te trotseren... behalve ik dan, maar ook dat nam nog enkele jaren.

    Ik werd het stilaan beu dat zij altijd gelijk had, dat haar verhalen of interesses altijd het gespreksonderwerp waren, dat ik altijd zo dom kon reageren. Op zich zou dat laatste me niet eens veel gestoord hebben, ware het niet dat mijn interesses zo haaks op de hare stonden en door haar altijd al op voorhand minacht werden. Ze gedroeg zich alsof we nog steeds kleine kinderen waren, waar de vijf jaar die ons scheidden toen een verschil in kennis en verstand betekenden.  Zij was altijd de ‘slimme oudere zus’ en ik toch altijd maar een dom wicht. 
    Ook dat zou ik nog lange tijd slikken zonder veel tegenstand tot ze mij begon te raken in het diepste van mijn ziel: met de kinderen.

    Na een lange periode van gezondheidsproblemen bleek uiteindelijk dat ik nooit zelf kinderen zou kunnen baren.
    Een wens die ik sinds mijn 15e reeds had, werd volledig aan diggelen geslagen op mijn 30e. Ik was kapot van dit bericht maar kon op weinig of geen begrip rekenen van mijn zus. Toen zij een tweede maal zwanger werd hoopte ik gedurende de ganse zwangerschap dat ik meter zou mogen worden, maar ze vroeg me niet. Zelfs na de geboorte, toen ik informeerde naar de gelukkige, antwoordde ze mij dat ze het nog niet wist. Voor mij was het toen wel duidelijk dat ze mij niet wilde als meter!
    Al die maanden had ik gewacht en gehoopt en opeens begreep ik het: IK WAS TE MIN!
    Boos antwoordde ik haar dat ze het mij niet meer hoefde te vragen omdat ik graag de zwangerschap mee had beleefd als meter. 
    Geen antwoord.
    De dag erop wist ze trots te melden dat een nichtje aan mijn schoonbroer's kant de titel gekregen had.

    Ik had maar één zus, zij was de enige in de familie die kinderen had en ze wilde geen derde kind meer. Mijn oudste broer was weduwnaar, de jongste was nog een belhamel die lang nog niet klaar was voor een vaste relatie, laat staan voor kinderen.
    Ik voelde me door haar definitief verstoten omdat ik bij geen van haar kinderen betrokken mocht zijn, net ik die zo snakte naar klein grut om in de armen te nemen, te knuffelen, op weekeinde te krijgen.
    Nooit heb ik een van haar kinderen bij me gekregen, er was altijd wel een excuus.  Ik heb altijd voor de kinderen van anderen gezorgd, nooit voor die van mijn eigen familie. Voor hen was ik niet goed genoeg... niet als meter, niet als tante.  Zelfs veel later zou mijn jongste broer net op dezelfde manier reageren. Ik was niet te ‘vertrouwen’ met hun kinderen omdat ik sommige dingen zo anders aanvoelde en zag dan zij.

    Voor 'vrienden' was ik wél goed genoeg en daar kreeg ik wel meterschap aangeboden.
    Toen de mama van mijn eerste petekind (haar derde  zoon in rij) kort na haar vierde door haar man in de steek gelaten werd, wist zij van geen hout pijlen meer te maken. Ze woonde in de rand rond Brussel, kreeg een huisje van het OCMW in een verschrikkelijke buurt en moest avond- en weekeindshifts werken. Een ideale situatie om in de marginaliteit terecht te komen, maar niet voor MIJN petekind!
    Ik stelde voor de twee jongste elk weekeinde en elke vakantie als mijn pleegkindjes te komen halen. Ze waren toen drie en vier jaar oud en konden een rustige omgeving en mijn volle aandacht goed gebruiken terwijl ik op die manier mijn moederkloek gevoelens toch een beetje kon invullen.  ‘Mijn’ jongens gingen uiteraard met me mee naar de kerstfeestjes.  Meteen kregen zij een leuke ervaring van geschenkjes en lekker eten en ik had hen om mijn eenzaamheid weg te knuffelen.

    Dit ging goed tot wanneer de vijandelijkheid van mijn zus te zware proporties aannam.
    Aangezien ik geen meter was in de familie, was het gemakkelijk om mij te weren van verjaardagsfeestjes, waar ‘gewone’ tantes niet op uitgenodigd werden. Eén keer werd het té gortig voorgesteld, toen de birthday party van haar kinderen gecombineerd werd met het afscheidsfeestje voor mijn oudste broer die naar Ierland emigreerde. Zowel hij als mijn moeder hadden mij er al over gesproken: het zou bij mijn zus doorgaan.  Zij was de enige die me er niet over sprak.
    De avond ervoor belde ik haar om te vragen of ik eigenlijk welkom was op het feestje?
    Kijk Joanna, je moet begrijpen, de opa en de oma’s komen al en ook alle meters en peters met hun kinderen. Als jij nu ook nog naar het feest zou komen, dan zou er écht teveel volk zijn...    Slik!
    Nu ja, ze moest er geen tekening bij maken, ze kon evengoed gewoon zeggen dat ik niet gewenst was! Ik, als alleenstaande, zou het ‘teveel’ uitmaken op een feestje met meer dan een dozijn aanwezigen? Sorry, ik had het wel begrepen. 
    Vanaf die dag weigerde ik nog naar eender welk familiefeest te komen, zelfs niet meer naar de traditionele Kerstdriedaagse.

    Mijn beslissing was wel assertief, maar ik moest nu zelf een manier vinden om mijn leegte te vullen. Aangezien mijn jongens alle vakanties bij mij doorbrachten, besliste ik om vanaf dan in mijn huis een Kerstfeest te geven waarbij ik ook hun ganse familie vroeg.
    Ik begon zo mijn eigen ‘familietraditie’ op te bouwen, die nog uitgebreid werd toen ik een tweede keer meter werd bij andere vrienden.
    Ik probeerde dezelfde kerstwarmte te creëren voor mijn petekinderen die ikzelf als kind had ervaren. Ik besefte niet dat het voor die vrienden stilaan vanzelfsprekend werd dat ik ook altijd voor alle kosten opdraaide en zij er nog allemaal een kerstcadeau bovenop verwachtten.
    Ik was een ‘suikermeter’ en alle feestjes waren goed zolang ik het organiseerde & financierde in ruil voor de liefde van hun kinderen.

    Stilaan werd het mij duidelijk dat ikzelf enkel gevraagd werd op de ‘verplichte’ evenementen en dat zelfs een aantal verjaardagsfeestjes door mij georganiseerd werden omdat er anders geen zou zijn...
    Ik kreeg het gevoel dat ik moest bedelen om vriendschap en dat mijn meterschap gewoon een ‘praktische babysit/sint niklaas’ was.
    Toen mijn oudste petekind begon te studeren beperkte ik me dan ook tot hemzelf alleen en vroeg zijn familie nog enkel voor een kerstdiner.
    De communicatie van zijn moeder is sindsdien teruggebracht tot een kerstkaartje en een telefoontje op mijn verjaardag.
     
    De ouders van mijn tweede petekind gaven me twee jaar terug de doodsteek. Op de dag van zijn eerste communie kreeg ik een paar uur na de kerkdienst een sms 'dat ik niet meer gewenst was op het avondfeestje, ik hoefde niet langs te komen'.
    De reden hiervoor is nooit uitgepraat geweest maar ik vermoed dat het was omdat ik hen een paar dagen tevoren gevraagd had dat ze Johan een kleine financiële vergoeding zouden geven voor de door hen gevraagde fotoshoot van hun beide kinderen voor de communieprentjes. Hij had daar zoveel tijd en energie in gestoken en had zelfs toestemming gekregen om met de kleine foto's te nemen in een Lamborghini. Johan had nog steeds geen inkomen en deed dit graag gratis voor mijn petekind. Maar het had hem behoorlijk wat tijd en geld gekost om alles in orde te krijgen.
    Meter Jo mocht blijkbaar alleen melkkoe spelen en zeker niet voor zichzelf (of haar partner) opkomen.

    ‘Mijn’ kersttraditie stopte daarom volledig in 2006 door een tekort aan genodigden.

    19-07-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (1 Stemmen)
    24-07-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.verjaardagsbrief aan Tricia
    Hoera, hoera, hoera
    Vandaag verjaart Patricia
    Hoezo, niks van gezien?
    Is er dan geen feest misschien?
    Nu houdt zij haar leeftijd liever stil
    Nou ja, ok dan, als zij het zo wil

    Ik herinner me nog wel vroegere dagen
    Toen we mekaar veel dikwijlder zagen
    Toen maakten we regelmatig plezier
    Met buikdans, concertjes, wijn of bier
    Dat was toen ik nog ‘Meter Jo’ heette
    Maar die is blijkbaar lang vergeten

    Ik moet zeggen dat mij dat spijt
    Want we hadden toen toch een leuke tijd
    Misschien wordt het wachten op die halve eeuw
    Voor je ontwaakt en na een lange geeuw
    Roept: ‘t is mijn jaardag, kom allemaal af!
    Nu dàn staan we wel even paf
    Maar komen dan graag met toeters en bellen
    Om jou te vertellen
    Dat het leuk feesten is met mekaar
    Zeker op 24 juli, élk jaar

    Voorlopig blijft het dus bij dit kaartje
    We wachten nog wel even op dat taartje
    Maar feestje of niet, hoe je het ook draait of keert
    We zeggen je toch ‘Hartelijk gefeliciteerd’!

    24-07-2008 om 00:00 geschreven door joanna  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)

    Archief per week
  • 21/07-27/07 2008
  • 14/07-20/07 2008
  • 07/07-13/07 2008
  • 30/06-06/07 2008
  • 23/06-29/06 2008
  • 09/06-15/06 2008
  • 02/06-08/06 2008
  • 19/05-25/05 2008
  • 12/05-18/05 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Blog als favoriet !

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    movie
    www.bloggen.be/movie

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs