Tijdens het uitwerken van mijn idee voor het Vlaams Parlement was ik ook nog bezig met een ander plan. Een scenario voor een langspeelfilm, voor de Vlaamse markt dit keer. De titel: in het licht van de maan. Later kom je nog iets meer te weten over deze titel, want hij had wel degelijk een betekenis. Al vind ik de maan al onmiddellijk iets mysterieus hebben. Bij het aanschouwen ervan flitsen er al direct beelden van huilende wolven, sluipende schaduwen en dingen die het daglicht niet mogen zien voor mijn netvlies Het oorspronkelijke idee voor dit verhaal is eigenlijk ontstaan bij het maken van een mohair beer. Nu heb ik wel meerdere creatieve hobby's, maar één ervan is het maken en ontwerpen van mohair beren. Ondertussen staat deze activiteit op een laag pitje wegens overbevolking. Daar ik wil vermijden dat ze in opstand komen wegens plaatsgebrek heb ik besloten er voorlopig geen meer te maken. Maar dit allemaal terzijde. Bij het maken van een beer dacht ik ineens: waarom geen verhaal maken met de beren? Een berenfamilie die allemaal in een soort complot verwikkeld zitten. Daar wou ik dan een boek van maken. Eerst moest ik dan natuurlijk de beren ontwerpen en maken. Zo begon er een verhaal te groeien dat uiteindelijk uitdraaide op nachtclubs, mensenhandel, afpersing en moord. Niet echt beervriendelijk meer eigenlijk, ik geef het toe. Ik heb het idee dan eindelijk ook niet ten uitvoer gebracht omdat een beer toch knuffelbaar moet blijven. Een aantal jaren later heb ik wel besloten om dit idee verder uit te werken naar een scenario toe. Zelf hou ik wel van thrillers en alles wat hierboven genoemd is vind ik heel erg spannend. Ik begin dus boeken te lezen over bovenstaande onderwerpen en treed binnen in de wereld van de maffia. Gevaarlijk ....
1945 Schloss Kronberg, nabij Frankfurt, wordt opgeëist door het zegevierende Amerikaanse leger, dat de voormalige woonst van prinses Sophie von Hessen omtovert tot een country club voor Amerikaanse officieren. Avond na avond vieren de Amerikanen in dit riante kasteel hun overwinning.Prinses Sophie von Hessen kreeg nauwelijks een paar uur om het kasteel te verlaten en liet een weelde aan kostbaarheden achter. Velen kunnen dan ook aan de verleiding niet weerstaan om een souveniertje' mee te nemen. Alhoewel, het blijft allemaal nog bescheiden, wat zilveren bestek, een antiek boek of enkele flessen wijn De laconieke kolonel Jack Durant, CO van het kasteel, en de bloedmooie event-organisatrice Luitenant Kathleen Nash, koesteren echter andere plannen. Terwijl de muziek van de bigbands het kasteel doet daveren, lopen Durant en Nash elkaar tegen het lijf in de keldergangen, op zoek naar wat de prinses nog zoal heeft achtergelaten Tot hun verbijstering ontdekken Nash en Durant niet zomaar wat verstopte schilderijen of een kistje familiejuwelen, maar een heuse piratenschat, de onschatbare kroonjuwelen van Duitsland...
The Hessen Affair is een Belgisch-Canadese coproductie die niet echt een groot succes kende. Persoonlijk hou ik wel van dit soort films. De sfeer die het geheel uitstraalt spreekt me direct aan. Maar tijdens het kijken stoor ik me meermaals aan de wat slordige montage. Er zijn cuts die echt vreemd overkomen en een aantal camerastandpunten die ook wel raar aanvoelen. Daarnaast start de film veelbelovend in een kasteel tijdens WOII. De bigbands knallen van het scherm, heel gezellig vind ik. Maar als de juwelen gevonden worden en er tevens een plan nodig is om ze op de markt te krijgen, verhuist het geheel naar New York. Het concept oorlog wordt niet meer aangehaald, en was dus al vanaf de start totaal overbodig. Er zijn ook weinig intriges en het is wel duidelijk hoe het verhaal uiteindelijk gaat ontwikkelen. Dus misschien is het wel een beetje slap te noemen. Maar toch vond ik de film wel onderhoudend, al is het misschien alleen al voor de stemming waarin je wordt ondergedompeld.
"Deze tekst heb ik letterlijk overgenomen uit het boek: 501 filmregisseurs"
Harry Kümel is bij cultkenners beroemd om twee films. Les lèvres rouges (1971) begon als een weddenschap om een film met zevenhonderd Vestaalse maagden te maken, zonder subsidie, maar groeide uit tot de meest gedistingeerde film met lesbische vampiers ooit - erotisch geladen, met een overdadige aankleding en een meestelijk smachtende Delphine Seyrig als de uiteindelijke mère vampire. Malpertuis (1971) is oppervlakkig gezien een barokke thriller over een spookhuis, maar de thema's angst, marteling en verraad geven er een mythologische diepgang aan, wat wordt versterkt door de claustrofobische setting, de dramatische kleuren en de verbluffende cinematografie. Orson Welles speelde mee als pater familias en meester over de gevangen Griekse goden. Kümel was nog jong toen hij deze vermaarde films regisseerde, een een opstandige autodidact vol ideeën. In 1969 had hij de critici al in vervoering gebracht met de mysterieuze identiteitspuzzel en historische travestiefilm Monsieur Hawarden, die is opgedragen aan Josef von Sternberg en qua stijl doet denken aan F.W. Murnau en François Truffaut. En daarvoor had Kümel zelfs al een reeks kort films en tv-programma's geregisseerd. Zijn verrichtingen na Malpertius werden door het strenge filmbeleid in België en Nederland aanzienlijk belemmerd. Toch waren De komst van Joachim Stiller (1976), het soft-erotische The Secret of Love (1986) en zijn laatste speelfilm Eline Vere (1991) succesvol in de nichemarkten. In 2005 ging Harry Kümel met pensioen. Ook al zal er geen nieuwe Kümelfilm meer verschijnen, met zijn bravoure heeft hij de Belgische cinema van de broodnodige dosis stijl en persoonlijkheid voorzien.
Eindelijk is het zover, 1 juli. De hele dag blijf ik in de buurt van mijn telefoon zodat ik zeker kan opnemen als hij rinkelt. De dag kruipt voorbij en er rinkelt niets. Rond 17u30 besluit ik zelf dan maar een poging te wagen en draai het nummer van de contactpersoon in het parlement. Ik krijg een beetje een verontschuldigend antwoord over het feit dat hij nog niet gebeld heeft. Er was een beslissing genomen waarvan de kandidaten nog niet van op de hoogte mochten gesteld worden. Gelukkig begreep hij wel dat ik wou weten waar het op stond. En toen kwam het: het project ging niet door. Eerst begreep ik het nog niet zo goed en dacht ik dat mijn collega de opdracht binnen had. Toen ik hem dit dan ook letterlijk vroeg was het antwoord dat het totale project was afgeblazen. Maar dit werd direct gevolgd door: "als er iemand het zou mogen doen, was jij het wel geweest". Ik had dus de wedstrijd gewonnen en nu was er plots geen wedstrijd meer?! Een echte reden hiervoor kreeg ik niet, maar tussen de regels in kon ik wel opmaken dat het om budget ging. Enkele dagen later las ik in de krant dat het Vlaams Parlement een kunstwerk had gekocht van Arne Quinze. Kostprijs: 387.000 euro. Deze aankoop werd in de huidige crisistijd niet echt positief onthaald bij het publiek. Ik heb dan ook zo'n flauw vermoeden dat dit toch wel samenhangt met het afblazen van het project. Wel kon ik nog aanspraak maken op de 100 euro voor mijn creatieve inspanning. Die heb ik natuurlijk niet laten houden. Het geheel was deels een teleurstelling, maar anderzijds een goede leerschool. Ben ik nu ontmoedigd? Nee, ik troost mij met de gedachte dat Harry Kümel mijn ideeën goed vond. En het feit dat ik een achttal collega's met ervaring achter mij heb gelaten vind ik een hele prestatie. Al is het niets concreet geworden, het geeft me toch een positief gevoel naar mijn talenten toe.
Iedere keer er geld op de bank gezet wordt, komt het terecht in een financieel stelsel waarvan we de diepten en de reikwijdte vaak niet kennen. Wat doet de bank met ons geld? Wij laten uw geld werken voor u. Maar geld werkt niet, mensen werken. Slimme beleggers en entrepreneurs trekken ermee naar belastingparadijzen en naar lage loonlanden waar arbeidsrecht onbestaande is en ecologie nog een vaag begrip is. Spaanse bouwvakkers, Afrikaanse boeren en Indiase werknemers vermenigvuldigen ons geld terwijl ze zelf vaak straatarm blijven. De Oostenrijkse regisseur Erwin Wagenhofer (We Feed the World) trok de hele wereld rond, van Burkina Faso over Singapore tot Washington DC. Hij sprak met economische theoretici, financiële bonzen en rijke westerse ondernemers maar ook met de ondersten aan de ladder, dagloners, mijnwerkers en boeren, op zoek naar de achterliggende mechanismen en de angstaanjagende, concrete gevolgen van het hedendaagse monetaire systeem.
Zeer interessante documentaire voor wie meer wilt weten over wat er met ons geld gebeurt. Toont ineens de achterkant van onze maatschappij. Mijn maag keert in ieder geval om als ik deze toestanden zie: onrecht, machtsmisbruik en winstbejag. Het geeft je niet meteen het meest gelukmakende gevoel.
Eindelijk is het zover: 17 juni, de dag des oordeels. Ik ben heel erg zenuwachtig daar ik totaal niet weet aan wat ik me moet verwachten. Ik spoor weer naar Brussel en vind, ditmaal zonder problemen, mijn weg naar het Vlaams Parlement. Ruim op tijd kom ik in de juiste zaal, stel vast dat er slechts één persoon aanwezig is. Ik herken deze meneer niet terug van de vorige kandidaten, maar bedenk dat er misschien toch nog extra deelnemers zijn bijgekomen. Vriendelijk knik ik gedag naar deze vreemde man en neem plaats in een onhandige stoel aan een grote, ovale tafel. Druppelgewijs komen er meer mensen binnen die me allemaal vriendelijk gedag zeggen en een hand komen schudden. Ik vind dit een beetje vreemd, daar ik dacht dat er nog maar een paar gelukkigen overbleven en ik ook niemand herken van op de bezoekdag. Naast mij neemt een oudere heer plaats die enkele opmerkingen geeft over de kamer en de slechte stoelen. Eindelijk komt er een bekend gezicht binnen, de persoon die de rondleiding heeft gegeven op de bezoekdag. Hij gaat de tafel rond en schudt iedereen de hand, bij mij aangekomen krijg ik eveneens een hand en de vraag "en u bent?". Ik beantwoord deze vraag en krijg dan te horen dat ik tenmidden van de jury zit en dat ik best even buiten wacht. Het schaamrood staat me op de wangen en ik verwijder me uit de ruimte, wat een blunder weeral. Het parlement lijkt me niet gunstig gezind. Ik word naar een andere ruimte geleid en daar zit nog één dame. Deze herken ik wel van de bezoekdag en zij lijkt dus de enige overgebleven kandidaat naast mij. We slaan even een praatje, zij blijkt reeds veel ervaring te hebben als scenariste oa voor thuis, wittekerke enz. Mijn zenuwen nemen toe en zeker als zij als eerste de juryzaal binnen mag. Eindelijk is het mijn beurt, aarzelend ga ik de zaal binnen, nog een beetje beschaamd van daarnet. Ik dien plaats te nemen aan het hoofd van de tafel. De leden van de jury worden één voor één voorgesteld. Grotendeels zijn het mensen van het parlement zelf, maar ook enkele namen vanuit de filmwereld. Degene die me het meest is bijgebleven (de enige die me is bijgebleven) is Harry Kümel. Eerlijk gezegd, ik had nog nooit van de man gehoord, maar later onderzoek leerde me dat hij een zeer bekend filmmaker is. Gelukkig wist ik dat toen niet anders waren mijn zenuwen toch wel tot ongekende hoogtes gestegen vrees ik. Tijdens het gesprek worden een aantal persoonlijke vragen gesteld over oa ervaring, interesses enz. Hier waren we vlug op uitgepraat omdat ik totaal geen ervaring had. Dan over naar mijn idee dat ik wat meer mag toelichten en vragen over moet beantwoorden. Harry Kümel vond dat ik heel goede ideeën had, maar twijfelde aan het feit dat ik, door mijn gebrek aan ervaring, het idee wel goed genoeg zou kunnen uitwerken. Veel liet de jury echter niet los. Na een gesprek van ongeveer een kwartier mocht ik beschikken en spoorde ik weer naar huis. Op 1 juli zou ik telefoon krijgen met de uitslag. Het is weer wachten geblazen dus.
Een nieuwe invalshoek vinden voor mijn idee valt niet me. Daar ik helemaal in de Mission Impossible sfeer was, was het moeilijk om het even over een andere boeg te gooien. Maar ondertussen was ik ook net in een reeks boeken over Sherlock Holmes aan het lezen en dat bracht me toch enige inspiratie. Daar er vooral vragen kwamen naar de praktische uitvoering van het project en het budget besloot ik om heel MI te laten vallen zodat ook de CGI-beelden overbodig werden. Uiteindelijk kwam ik met het voorstel van een oudere man in een rolstoel, die zijn kleinzoon op onderzoek stuurt in het Vlaams Parlement. De oude man denkt dat er overal wel iets verdacht aan de hand is. En daar hij zelf niet meer uit de voeten kan, moet zijn kleinzoon alles voor hem uitzoeken. Persoonlijk vond ik dit idee beter dan het vorige, daar het toch wel origineler was dunkt mij. Benieuwd wat ze er in Brussel van vinden. Op 4 juni stuur ik mijn mail met aanpassingen door, en vanaf dan is het afwachten tot de uiteindelijke confrontatie met de jury.
Hieronder wat de jury te zeggen had over mijn idee:
informatief potentieel: de informatie wordt logisch gespreid in de afwikkeling van het verhaal, afhankelijk van de locatie.
Verhaallijn en artistieke waarde: verrassende invalshoek, die de nieuwsgierigheid prikkelt en spontaan een dynamiek op gang brengt waarbij het parlement in beeld komt en zijn werking en bevoegdheden vragen oproepen. Praktisch is dit doeltreffende maar ook zeer ambitieuze concept misschien moeilijk te realiseren. Een middelmatige realisator zou het gemakkelijk kunnen verknoeien. Bovendien is het de vraag of er niet te veel CGI-technologie aan te pas zal komen om nog enigszins betaalbaar te blijven. Eén jurylid vraagt zich af of Mission Impossible wel voldoende tot het collectieve geheugen behoort om op deze manier te persifleren. De muziek van Mission Impossible overnemen is auteursrechtelijk hoe dan ook niet haalbaar. Er valt eventueel te overwegen om een ander detectiveverhaal als invalshoek te gebruiken. Het is echter een concept met een onmisbaar potentieel.
Toen ik dat las, was ik even van mijn sokken geblazen. Dit is heel positief naar mijn gevoel. Er staan een aantal heel aardige opmerkingen in, en over de onaardige lees ik bewust overheen. Ik krijg nog tot 11 juni 20 u tijd om per e-mail oplossingen aan te reiken voor de punten van kritiek die de jury op mijn inzending heeft. Daar moet ik toch even over nadenken.
Ik weet niet meer precies hoe lang het geduurd heeft, maar een tijd na mijn inzending krijg ik een telefoontje van het Vlaams Parlement. Een vriendelijke meneer vertelt me dat ik geselecteerd ben om voor een jury te verschijnen om mijn idee verder duidelijk te maken. Er zouden niet veel kandidaten meer overschieten. Over hoeveel of hoe weinig personen het uiteindelijk nog gaat wilt hij niet kwijt. Op dinsdag 17 juni om 16 uur word ik opnieuw in Brussel verwacht. Er zou nog een mail volgen met het juryverslag en mogelijkheid tot reactie in een poging je idee te verbeteren. Natuurlijk ben ik euforisch. Niet veel kandidaten meer, en ik ben er bij. Dan komen de twijfels, wat is niet veel meer en oei een live meeting met een jury. Enkele dagen later volgt er een mailtje met het juryverslag en de bevestiging van onze afspraak voor 17 juni.
Thuisgekomen tob ik nog even of ik al dan niet ga deelnemen, daar mijn winstkansen toch wel zeer gering zijn gezien de ervaring van de overige kandidaten. Maar toch besluit ik door te zetten, al is het maar voor de ervaring, de eventuele 100 euro en vooral: ik heb nu al zo'n helse trip naar Brussel achter de rug dat het wel dom zou zijn om nu op te geven. Ik ga aan de slag met de studie van het parlement. Bestudeer de verschillende regeringen, wat zijn plenaire vergaderingen enz. Vervolgens ga ik in de bibliotheek nog op zoek naar bijkomende informatie en vind daar een interessante (?) DVD over het parlement met info, foto's en videobeelden. Langzaamaan begin ik in de juiste sfeer te komen. Nu nog op een goed idee komen. Plots valt mijn oog op een foto van de koepelzaal en begint er een bekend deuntje in mijn hoofd te spelen. Dum dum dumdum dum dum, tututoe, tututoe, tututoe, tete. Mission Impossible. Eureka, dit wordt het! En het is nog een beetje dubbelzinnig ook, leuk dus. Ik schrijf een synopsis waarin we als een echte Tom Cruise aan een kabel de koepelzaal binnenvallen en op de Vlaamse Leeuw landen. Vervolgens gaan we op onderzoek uit en leren zo gaandeweg meer over het parlement en zijn werking. Leuk idee, maar misschien is het wel iets te vernieuwend. Toch besluit ik mijn kans met dit te wagen, bij gebrek aan iets anders en kan het nog beter? Ik dacht van niet. Netjes maak ik het formulier in orde zoals het gevraagd wordt en stuur ik mijn kandidatuur in. Missie volbracht, nu kan ik alleen maar weer wachten.
Eindelijk is het zover op vrijdag 11 april 2008 word ik om 10u verwacht in de Masereelzaal van het Vlaams Parlement. Maar het is blijkbaar mijn dagje niet. Het begint al vroeg: overslapen. De wekker wel op het juiste uur gezet, maar niet laten aflopen. Ik heb nog 30 minuten om de trein te halen. Dat is kort voor mij, daar ik 's morgens echt wel een tas koffie nodig heb om mijn hersencellen in werking te zetten, maar het zal er voor vandaag niet inzitten. Ik spring in mijn kleren en hol naar het station. Daar moet ik nog kaartjes kopen, gelukkig kan ik nog mee. In de trein, neemt mijn hoofdpijn toe, het gemis aan caffeïne. Eindelijk arriveer ik in Brussel. Ik heb wel een plannetje afgedrukt, maar langs welke kant moet ik nu het station verlaten? Er zijn blijkbaar meerdere uitgangen. Op goed geluk kies ik een uitgang en oriënteer me op mijn plannetje. Spijtig genoeg lukt dit, door de zenuwen, niet zo best en loop ik dus totaal de verkeerde richting uit. De tijd begint te dringen. Dan maar een taxi roepen op een pleintje. Ik zeg dat ik naar het Vlaams Parlement moet, de chauffeur knikt en begint te rijden, ik heb nog 10 minuten. De taxi stopt voor het Vlaams Ministerie, dus op een totaal verkeerde plaats, aan een andere kant van Brussel. Ik word boos, maar heb blijkbaar niets te zeggen, daar ik de juiste straat dan maar had moeten geven. Na wat vijven en zessen kom ik toch bij het Vlaams Parlement aan. Een kwartier overtijd. Ik rep me naar binnen, in de hoop nog te mogen deelnemen. Blijkbaar heeft niet enkel het station meerdere in- en uitgangen, maar het Vlaams Parlement lijkt er ook een aantal te hebben. En natuurlijk sta ik aan de verkeerde, ik moet de hoek om zijn. Weer terug naar buiten en ik spoed me naar de juiste ingang. Daar moet ik me aanmelden en krijg ik een speciale 'visitor' sticker op de borst geplakt. De info in de vergaderzaal is reeds gestart wanneer ik binnen kom, maar gelukkig mag ik nog deelnemen. Er zijn ongeveer een tiental personen aanwezig die de uitdaging willen aangaan. Ik schat mijn kansen dus redelijk in, gezien het aantal deelnemers. Na de info krijgen we een rondleiding door het Parlement en een aanduiding over een aantal plaatsen die zeker in de film moeten voorkomen. Onderweg worden er een aantal vragen gesteld door de aanwezigen die mijn oren een beetje doen suizen. Ik zie mijn overwinningskans plots wegsmelten daar ik besef tegenover een hele ploeg getalenteerde, ervaren mensen te staan. Na de rondleiding krijgen we nog een drankje en succeswensen, die ik echt wel kan gebruiken. Ik ga weer richting station (zonder problemen deze keer) en spoor weer naar huis.
Een nieuwe uitdaging. In maart 2008 organiseerde het Vlaams Parlement een exclusieve scenariowedstrijd voor de leden van de scenaristengilde. Hieronder de oproep: "Om een groot publiek op een frisse manier te informeren over de rol van het Vlaams Parlement in onze samenleving, zal het parlement een informatieve film produceren. De film mag maximaal 12 minuten duren. Voor het scenario lanceert het Vlaamse Parlement een wedstrijd. De opdracht van de wedstrijd bestaat erin een synopsis van één pagina te schrijven.
"De totale vergoeding voor de winnende scenarist bedraagt 5.000 euro. Aan de niet-winnende deelnemers betaalt het Vlaams Parlement een vergoeding van 100 euro voor de creatieve inspanning en de kosten verbonden aan de deelname, op voorwaarde dat de jury de ingezonden synopsis als een volwaardig en verdienstelijk scenariovoorstel beoordeelt."
Even heb ik getwijfeld of ik hier wel aan zou deelnemen, een infofilmpje voor het Vlaams Parlement? Pff, leek me niet echt boeiend en daarbij wat wist ik nu over de werking van het Vlaamse Parlement. Maar toch heb ik mijn kans gewaagd, al was het maar voor de 100 euro die ik wel dacht te kunnen verdienen.
Eén van de voorwaarden was wel dat je verplicht diende aanwezig te zijn op een bezoekdag aan het Vlaams Parlement, met zijn allen daarheen dus.
Begin vorige maand kwam de sympathieke film Sunshine Cleaning in de zalen.
De film vertelt het verhaal van een alleenstaande moeder die financieel aan de grond zit en geld nodig heeft om haar zoontje naar een goede school te brengen. Samen met haar onbetrouwbare zus begint ze een bedrijf: ze gaan zich specialiseren in chemische reiniging en het schoonmaken van misdaadlocaties.
Al wordt de film geklasseerd onder de rubrieken politie en komedie, persoonlijk vind ik hem bij geen van beide eigenlijk thuishoren. Veel gelachen heb ik niet, geglimlacht maar een paar maal. En al lijkt er weinig te gebeuren en raakt de film niet direct veel op het eerste zicht, hij gaat ook niet vervelen. Ik ben er echter niet 100% zeker van, waarom hij blijft boeien. Mij dunkt het dat het de relaties tussen de verschillende personages zijn die boeiend en herkenbaar zijn. Al bij al is het geen slechte film, maar persoonlijk heb ik toch meer plezier beleeft aan Little Miss Sunshine welke van dezelfde makers is.
Daar ik het niet kon verkroppen dat mijn Amerikaanse post zoek is, ben ik op onderzoek uitgegaan. Vakkundig heb ik mijn hele berg papieren uitgemest. En ik moet toegeven, zelfs een ijverige hamster zou jaloers zijn op mijn archief. Ik passeer een aantal artikels die nog steeds de moeite zijn om ooit eens te lezen, en bedenk dat het toch maar weer goed is dat ik ze heb bijgehouden. Maar in mijn zoektocht stoot ik ook om mijn Amerikaanse post. Je kan de antwoorden van mijn Amerikaanse vrienden hier in bijlage vinden. En je zal ook ineens ontdekken wie ik in gedachten gecast had voor mijn hoofdrol. Daar het een film is in het genre van Oceans 11 dacht ik toch wel recht te hebben op een goede cast.
Eén maand later.... post uit Amerika. Spannend, een grote bruine envelop. Dit bevat vast en zeker een contract en dikke, vette cheque. Groot was natuurlijk de teleurstelling toen ik de envelop opende en ontdekte dat het enkel mijn scenario bevatte met een klein kaartje aan vastgehecht. Op het kaartje stond iets van 'Sorry, but we don't accept unsolicited material'. Daar stond ik dan. Met een ongelezen scenario in de hand en een klein, dom papiertje. Dag Amerika, dag droom. Wat ging er mis? Natuurlijk is het vooreerst echt wel dom om te denken dat je zomaar uit het niets in Amerika een agent kan vinden. Deze mensen krijgen zoveel materiaal over de vloer dat ze niet eens meer de moeite nemen om het te lezen. Je moet echt mensen kennen en via via worden aangeboden. Er zijn natuurlijk wel een aantal agents die de moeite willen doen om het werk van nieuw talent te lezen, maar deze vragen meestal geld en dat lijkt me toch wel een beetje riskant. Daarbij was mijn scenario niet volgens de standaardnormen opgemaakt. Het is totaal not done om een schoon frontje te hebben en de binnenkant maak je ook wel best volgens de regels van de kunst. Het was even een slag in het gezicht, maar toch wel nuttig om met beide voetjes op de grond gezet te worden. Niet dat ik me heb laten ontmoedigen door deze post, want dan zou ik geen echte schrijver zijn, integendeel ik heb besloten om er volop voor te gaan. Maar we blijven wel in België dit keer. En dat geeft me wel een berustend gevoel eigenlijk, want wat zou ik toch alleen in het machtige Hollywood gaan doen? Nee, laten we maar veilig in de thuishaven blijven. Ik had heel graag het kaartje dat aan het scenario hong hier in bijlage aangehangen, maar spijtig genoeg is het met de noorderzon verdwenen. Misschien duikt het ooit nog wel eens ergens op, want ik zou het heel spijtig vinden dat ik het per ongeluk bij het oud papier gedropt heb.
Tegenwoordig worden er meer en meer fiilms gemaakt voor de zogenaamde green key. Dit is een zeer groot, volledig groen scherm, waarvoor de opnames plaatsvinden. Achteraf kan men in de postproductie alles wat groen is vervangen door een beeld naar keuze. Het groene scherm bestaat uit een aantal speciale doeken die dan op stellingen worden opgehangen. Aan deze stellingen kan men ook spots en dergelijke bevestigen, want voor een goede opname dient men over voldoende licht te beschikken. Zelf heb ik me begin dit jaar ook eens gewaagd aan een dergelijk filmpje. Ik had een primitieve green key in elkaar geknutseld bestaande uit een viertal hardboard platen op een frame en het geheel had ik op wieltjes gezet. De plaatjes had ik knalgroen geschilderd. Om het scherm tot aan het plafond te laten komen had ik op de academie nog een stuk echte green key kunnen scheef slaan en dit had ik boven mijn geknutseld scherm gehangen. Dan had ik een paar verstralers op een gordijnstang gehangen zodanig dat ze op mijn groene scherm straalden. Na de opnames viel er nog heel wat te monteren en opgenomen voor de achtergronden. Hieronder kan je het uiteindelijke eindresultaat bewonderen.