Begin juni 2011 reden we met de club voor het eerst de 3 Ballons mee. Ik haalde met 7u42 en een 255ste plaats een onverhoopt goed resultaat. De wedstrijd lag me wel goed, ondanks de aanwezigheid van nog steeds 4500 hoogtemeters. Hieruit groeide het idee om in 2012 terug te komen om beter te doen. Voor mezelf stelde ik 7u30 als doel, hier moest ik absoluut onder blijven. Dit zou goed moeten zijn voor een top-150 notering. Stiekem droomde ik zelfs van top-100, al wist ik wel dat hiervoor een superdag absoluut nodig zou zijn om een tijd van minder dan 7u15 te rijden.
Eind oktober dreef ik het trainingsritme al terug op om er tegen juni te staan. Tijdens de wintermaanden trok ik vooral naar de wielerbaan in Gent om droog en warm kilometers te kunnen malen. In de weekends probeerde ik steeds een langere training af te werken. Vanaf januari ging de intensiteit nog maar eens omhoog en maalde ik bijna dagelijks mijn kilometers. Ik was gebeten door de 3 Ballons-microbe. Tijdens het Vlaamse voorjaar stak ik in een nooit geziene topvorm. Ik trok de lijn door richting Ardennen maar eind april sloeg de vermoeidheid stilaan toe. Daarom probeerde ik het de laatste maand iets rustiger aan te doen, al maakte ik natuurlijk nog steeds volop hoogtemeters. Ik moest wel vaststellen dat de topvorm van maart-april niet meer aanwezig was.
Ik probeerde me er niet druk in te maken en met een volledige rustweek in de benen had ik er een goed oog in dat ik topfit aan de start zou komen in Champagney. De donderdag verkende ik samen met Stijn de Ballon De Servance en de Planche Des Belles Filles. Uiteraard kenden we deze beklimmingen al maar eens opfrissen kan nooit kwaad. Mijn benen voelden echter vermoeid aan en ik had tijdens het klimmen last in de onderrug. Opnieuw maakte ik me er niet echt druk in want we hadden nog maar net een autorit van 6u achter de rug. Na de nodige rust zou dit wel goed komen. De vrijdag haalden we onze startnummers af en hielden we ons traditioneel bezig met fietsen afstellen, eten, compexen, eten en eten. Mijn rugpijn was wel niet echt beter en deed me twijfelen. Langs de andere kant had ik weinig andere redenen om me zorgen te maken met sinds januari al meer dan 9.000km op de teller.
Na een veel te korte nacht begon ik alvast pannekoeken met honing en peperkoek naar binnen te spelen op de kamer alvorens naar het echte ontbijt te trekken om 5u. Daar at ik nog wat muesli en brood, meer dan voldoende om met een goede carbo-lading te starten straks. Voor mijn rug nam ik voor de zekerheid een 400mg pijnstillertje. We vertrokken tijdig naar de start en namen plaats in een nog vrij leeg prioritair startvak. Na ons kwamen de toppers ook stilaan plaats nemen in het vak en om 7u20 weerklonk het startschot.
De vals platte aanloop naar de Servance is zoals een kermiskoers. Van links en rechts probeert iedereen op te schuiven met al snel een valpartij tot gevolg. Ik blijf recht maar wat verder (al in de beklimming) moet ik wel tweemaal voet aan de grond zetten door een val. Hectisch! Als het wat steiler begint te worden wordt alles wat langer uitgerekt. Ik heb geen goed gevoel in de benen en word constant voorbij gereden. Ook mijn rug doet nu al pijn. De Servance is een ellendig rotding waar geen einde aan lijkt te komen. Na iets minder dan een uur mag ik eindelijk beginnen dalen. Ik daal zonder schrik en in Le Thillot vormt zich aan de verkeerslichten een groepje. Daarmee trek ik over de Ménil en richting Col d'Oderen. Het tempo ligt relatief laag en ik laat me verleiden om vooraan mee te werken. Maar op de beklimming van de Oderen glijd ik weer naar achter in het groepje en moet 1 km voor de top zelfs lossen. Ik voel me slecht! Zelfs in de afdaling blijf ik nu last hebben van de rug en ik begin aan opgeven te denken.
Op karakter rijd ik verder maar op de Col du Bramont terug hetzelfde verhaal. Begonnen in een groepje maar de rol moeten lossen. Daarna volgt de steile Route des Américains. Het is er stil, ik rijd er zo goed als alleen. Alles doet pijn, ik heb geen honger, geen dorst,... Eenmaal boven op de Route des Crètes wacht ik op een achtervolgend groepje. Ondertussen dwing ik mezelf om te eten en te drinken. Het groepje gaat goed vooruit, maar niet super. Opnieuw laat ik me verleiden om op kop te gaan rijden. We draaien met een 5-tal mensen rond, de andere 25 blijven in het wiel zitten.Net voor de top van de Grand Ballon spring ik weg samen met 2 metgezellen. Ik heb nog pijn maar probeer die te verdringen, en mijn benen beginnen beter aan te voelen. We maken een goede afdaling en vinden aansluiting bij een voorgaand groepje. Ik zie Bruno zitten in dit groepje. We praten wat bij alvorens we aan de Hundsruck beginnen. Het lukt me om in dit groepje over deze col te geraken . Een pak van mijn hart, want in het stuk tussen Massevaux en de voet van de Ballon d'Alsace kan je jezelf leeg rijden. Nu zette ik me achteraan en kon ik gedurende een 10-tal minuten goed recupereren en tegelijk toch aan een strak tempo verder fietsen.
Op de Ballon d'Alsace kijk ik naar niemand. Hier moet je gewoon je eigen tempo fietsen en na de afdaling kan je dan bekijken met welk groepje je verder kan rijden. Zo gedacht, zo gedaan. Ik reed een degelijke beklimming en op de top stonden Waiyan en Sylvie met drinken. Na de afdaling zat er enkel een Nederlander met een spraakgebrek in het wiel. Ik keek vooruit en achterom maar in de verste verte niemand anders. Dan maar doorgaan en we reden kop over kop verder. Na een paar minuten zei ik dat ik ging wachten op een groepje, omdat ik bang was om mezelf nu al op te blazen. Hij maakte mij duidelijk dat de achterliggende groepjes ook kunnen 'maloren' waardoor het beter zou zijn om zelf door te gaan. Ik volgde zijn raad en op een lang recht stuk zagen we voorliggers rijden. We schakelden bij en na een 5-tal minuten stoempen met zijwind raakten we net op tijd bij het groepje voor de jungle van Champagney. Dat is een venijnig stukje met behoorlijk wat knikjes in. Op zich stelden die niet zoveel voor maar na 175km kon dat wel tellen. Ook in dit groepje zaten 10 slepers en 5 werkers. Ik behoorde opnieuw tot de minderheid maar had er geen problemen mee.
Aan een deftig tempo draaiden we rond naar de voet van de Planche. Ik keek op mijn teller en die gaf 6u56 aan bij het begin van de beklimming. 7u30 moest dus zeker nog mogelijk zijn. Zoals te verwachten was kwamen de slepers uit de wielen op de beklimming. Gelukkig voor hen was ik te moe om te reageren. Ik ontwikkelde nog een deftig tempo op de slotklim. Ik haalde nog redelijk wat mensen in en werd zelf amper ingehaald.
Uiteindelijk bolde ik over de mat na 7u25. Dat is een verbetering van mijn tijd met 17 minuten. Na de problemen die ik had met mijn lichaam tijdens de eerste 75km had ik dit niet gedacht. Mijn rug was wel volledig om zeep en tot vandaag heb ik er nog steeds last van. Toch ben ik blij dat ik heb doorgezet en niet heb opgegeven. Als ik het klassement bekijk zak ik van plaats 255 naar plaats 290. En dit ondanks dat ik er 17 min minder over heb gedaan. Hier stond een sterk deelnemersveld aan de start! Er waren ook veel meer deelnemers dan vorig jaar. Toen waren er maar 1400 aankomers op de lange afstand, nu waren er dat meer dan 2500.
Beter doen moet er zeker nog inzitten, want ik heb weer redelijk veel bijgeleerd na deze rit. Of en wanneer we nog eens aan de start gaan staan in Champagney, zal de toekomst uitwijzen. Nu een broodnodige rustperiode inlassen en begin september nog eens knallen in Picardië en eventueel in Luxemburg met de ploegmaats.
11-06-2012 om 00:00
geschreven door ATC
|