Als je een chronische ziekte hebt en al een leven lang met ziekenhuizen, dokters en verpleging te maken hebt dan verzamel je door de jaren nogal wat verhalen. Evaringen. Ik kan er wel honderd vertellen. Wie weet komen ze mettertijd allemaal in deze blog. Niet alleen negatieve verhalen, ook positieve, en het goede is dat de positieve verhalen het best bewaard zijn gebleven in mijn geheugen.
Er was die ene chirurg in dat ziekenhuis... Zo een warme mens... Zo één waarvan ik altijd dacht, zo moet een vader zijn... Ik noem hem dokter R. Hij was het die mij de diagnose gaf van mijn ziekte. Nogal gauw eigenlijk. Want je moet weten, toen jaren geleden, kwam deze ziekte nog niet zo veel voor zoals nu, en het gebeurde vrij veel dat men nogal eens verkeerde diagnoses stelde. Zo heb ik toch nog gelezen. Maar goed, hij vertelde het me. Ik was 17 jaar. Wat moest ik ermee? Ik wist natuurlijk toen nog niet wat me allemaal te wachten stond. Gelukkig maar. Een paar jaar later werd ik verwezen naar een andere dokter, dokter B. Die meer gespecialiseerd was in de behandeling van mijn ziekte. Best ook een goeie dokter, en heel begaan, maar door bepaalde gebeurtenissen kon ik niet onder behandeling blijven bij hem.
Maar ik ging het nu hebben voor dokter R. Hij was chirurg dus als ik een operatie moest ondergaan kwam hij weer ten tonele. Dokter R had het me bij de diagnose gezegd dat het een heel ambetante ziekte was. Vooral de manier waarop hij het zei deed me achteraf beseffen dat hij me wilde verwittigen. Behoeden voor de pijn, de geestelijke pijn. Hoe hij zijn medeleven toonde. Hoe hij tijdens mijn herstel na operaties op mijn bed kwam zitten, opbeurende woorden zei, alles positief benaderde. En zelfs zijn hand op mijn arm legde om zijn woorden kracht bij te zetten. Raar, hoe je als patiënt na jaren onder behandeling bij een dokter zo'n band kunt opbouwen... Of net niet raar? Hij weet tenslotte veel van jou... En je moet je overgeven want het zijn zij die je kunnen helpen. Eigenlijk was dokter R veel te goed, te gevoelig om dokter te zijn. Zo denk ik er nu over. Trouwens, ondertussen is hij weg uit het ziekenhuis, zomaar gestopt met 'dokter zijn', door problemen binnenskamers in het ziekenhuis. Als patiënt weet je er het fijne niet van en dat hoort ook zo. Maar zijn weggaan kwam ook net na een periode waar ik heel heel ziek geweest was, een paar operaties na elkaar ondergaan had. En waar hij me niet kon helpen en hij het ook vreselijk vond dat hij niks voor mij kon doen. Ik ben dan naar het gasthuisberg in Leuven gegaan en het is in orde gekomen, om een lang verhaal kort te maken. Maar wat ik nooit, nooit zal vergeten is het volgende. Toen ik hoorde dat hij wegging ben ik nog één keer bij hem geweest. Een soort van afscheid, en voor hem lag het ook heel gevoelig. Hij vertelde me dat hij hem nog levendig herinnerde dat ik daar als 17-jarige bij hem stond, terwijl hij me het nieuws moest vertellen van mijn ziekte. Kwam het door herinneringen of door de manier waarop hij het ziekenhuis moest verlaten? Allebei misschien? Had hij het moeilijk met afscheid nemen en loslaten? Want plots begon die daar te wenen. Stel je voor. Ik stond daar, machteloos. En ook de pijn voelende van het afscheid. Ik ben er dagen, weken, maanden niet goed van geweest. Zo een schat van een dokter...
Gisteren voor de eerste keer naar de schaakclub geweest om te leren schaken. Eigenlijjk vooral proberen. Niet zozeer proberen of het schaken wel voor mij is maar eerder of ik me daar goed zou voelen tussen die groep mensen en of ik het welgekomen-gevoel ging hebben. En dat had ik zeker en vast. Dus nu bijt ik me er helemaal verder in vast. Ik zie al uit naar de volgende zondag!