Tijdig opgestaan om eerst te ontbijten en met de eerste bus, om 8.30u naar Essaouira te rijden. Dat was een uurtje rijden zoals eerder deze week. Daar aangekomen, namen we de petit taxi naar het busstation. En daar konden we direct instappen op de bus naar Marakesh. Het werd erg heet op de bus, dat had ik min of meer verwacht door die mooie rode zonsondergang gisteren. We stopten dikwijls, dus liet ik Erik met een glimlach weten dat we op een boemelbus zaten. Overal leek het markt te zijn en in bijna elk dorp was er een drukte van belang. Op een gegeven ogenblik wilden vele mensen opstappen, waaronder een familie (veronderstel ik) met een reeks kinderen en moemoe... Zij vonden geen zitplaats en de chauffeur wilde hen terug laten uitstappen wat enkele van hen ook deden. De chauffeur nam terug plaats en om één of andere reden kwamen deze mensen terug op de bus. Ondertussen waren nog anderen opgestapt. Nog minder plaats dus op de bus, dus nog steeds tumult en een hoop mensen zonder zitplaats. Daar deze bussen in gammele staat zijn en lange trajecten afleggen, is het niet aan te raden veel staande passagiers mee te nemen. De chauffeur kwam dus maar weer op een autoritaire manier de mensen van de bus dwingen. 't Was in't Arabisch natuurlijk, maar ik begreep wel dat ze de taxi moesten nemen volgens onze chauffeur. Waarschijnlijk moesten ze niet zo ver en trok hij daarom die conclusie. Bon... ze stapten dus met z'n allen weer af.
Omdat we absoluut niet tijdgebonden waren, vond ik dit wel amusant. Je merkt wel dat er mensen zijn in de bus die geërgerd een diepe zucht nemen, maar iedereen respecteert de chauffeur zijn woord of oordeel. Even later doet een vrouw plots teken om te stoppen en ze stapt samen met een kokhalzend meisje van het vehicel. We rijden niet door berg en dal, we rijden door een heuse vlakte, maar de weg is in een niet-zo-goede conditie. Vele van deze mensen, nemen volgens mij de bus niet dikwijls en dat zorgt voor dit soort toestanden. Daar wij vlak aan de achterste deur, die zich min of meer halverwege de bus bevindt, zijn gaan zitten en er geen houvast is voor hen, die daar op- of afstappen, grijpen velen naar mijn knieën om een steun te vinden. Er zijn er ook die een steun zoeken en naar de zetel willen grijpen. Doordat wij daar zitten, zoeken ze dan maar een steunpunt op de trap zelf of de vloer. Zo dacht ik even dat het kokhalzende meisje, ze zocht immer ook een houvast, haar werk over mijn schoot zou doen. Opgelucht zag ik dat ze zich kon inhouden tot ze van de toch wel steile trap was gedaald.
We reden weer verder tot we na een tijd stil hielden aan de rand van de weg en zowel de chauffeur als de 2 begeleiders uit de bus tapten en over en weer liepen. In de bus zochten passagiers reikhalzend naar een verklaring voor dit oponthoud. Of de Marokkaanse reizigers een reden vonden, weet ik niet, maar wij vonden die alleszins niet. Maar niet getreurd want nog niet zo lang later hernamen we onze weg. Dit duurde echter niet lang. Aan een benzinestation gekomen, moest de bus door over en weer gemanoeuvreer, gedraaid worden. Op deze baan met enkel één rijvak in elke richting was dat niet zo evident. Vooral omdat er nogal wat verkeer passeert op deze enige baan. Wij dachten dat de chauffeur wilde tanken, maar bleek dat we naast een andere bus gingen staan. Onze sympathieke chauffeur ging een collega helpen die met z'n bus in panne stond. Toeschouwers hadden ze genoeg. Passagiers van 2 bussen stonden toe te kijken en het nodige commentaar te leveren. Een deel van hen was natuurlijk uiterst tevreden met de hulp, zodat ze eindelijk hun weg zouden kunnen verder zetten. Wie weet hoe lang stonde ze daar al. De andere helft, hun ongenoegen uitend over het oponthoud, want hoeveel tijd zouden we nog verliezen. Voor ons beiden maakte het niet zoveel uit. We hadden wel wat last van de warmte. Onze bus was niet zo fris en stilstaande werd het er goed heet. Uitstappen verbeterde dit euvel enkel op het gebied, dat we onze benen konden strekken en Erik z'n sigaretje roken. We waren dan wel aan een benzinestation, maar blijkbaar had er niemand bezwaar tegen.
Toen ik uitstapte en aan een ongeveer 10-jarige wilde vragen waar ik een vuilbak kon vinden, liep hij van me weg. Oei... ik had er niet bij stil gestaan dat we maar in een klein dorpje waren beland, waar men geen toeristen gewoon is waarschijnlijk. Of, ik moet er vreselijk uit gezien hebben... Ik had wel een sjaal over mijn schouders, maar blijkbaar trok ik toch net iets teveel de aandacht. Een camionette met 4 à 5 mannen stopte, toeterde en ze riepen me vanalles toe. Ze gebaarden me, maar ik wuifde hen weg. Een man die met onze bus mee reed, wees me tenslotte de vuilbak die ik niet vond, zodat ik snel en opgelucht van dat verdomde blikje af geraakte en maar beter terug bij Erik en pak en zak kon gaan plaats nemen.
Toen we onze weg verder zetten -de andere bus startte weliswaar- konden we zonder verder oponthoud rijden tot in Marakesh.
We namen een kamer in hotel Du Pacha voor 30, met airco en badkamer. Na een heerlijke douchebeurt, gingen we op stap. Eerst en vooral naar een cybercafé om te achterhalen of ons vliegtuig voor morgen op het geplande uur vertrekt. We hebben haast een uur geprobeerd op het web, maar kregen niet de gevraagde informatie. Telefonisch lukte het ook maar weer niet, dus besloten we op goed geluk het beste te hopen.
We aten in een snack goed ons buikje rond en genoten nog tijdens onze allerlaatste wandeling van de dikwijls goedgeluimde, vriendelijk Marokkaanse medemens in Marakesh. Naderhand volgden we de match tussen Engeland en Zweden in het salon van het hotel. Alles in klaarheid gebracht om morgenvroeg om 6.30u te vertrekken aan het hotel. 't Zit er op!
----------------------------------------------------------------
- Vaste prijzen zijn hier in Marokko niet, zo lijkt het. De busreisprijzen verschillen als men 2X dezelfde rit onderneemt. Hetzelfde geldt ook voor de taxi. Ook moet je goed opletten of men juist weer geeft.
Waarschijnlijk door het tekort aan geld heeft men hier hard leren onderhandelen. Armoede is er zeker, maar ook het niet juist besteden van het karige geld. Een man die met gescheurde, vuile kledij, zonder schoeisel, op straat ligt te slapen, kan evengoed wel een gsm en/of mp-3 speler bezitten. Of, ik zie het vanop een te grote afstand, dat kan ook natuurlijk. Waarmee ik bedoel dat ik de dingen niet in hun juiste context zie of geplaatst krijg... Trouwens, achteraf bekeken, zie je dat fenomeen ook bij ons. Mensen geven voorkeur aan statussymbolen...
- Vele kinderen moeten onderwijs missen en gaan de bedeltoer op, of werken mee in de zaak van hun ouders. Zij onderhandelen zo goed als volwassenen. Heel dikwijls gaat achter de vriendelijkheid een aanzet tot onderhandelen of 'trachten te verkopen' gepaard. Ook hun 'heilig boek' of godsdienst wordt gebruikt om iets verkocht, of op z'n minst wat van anderen gedaan te krijgen. Voedsel is er, maar geen grote variëteit van groenten.
- Vooral buiten de steden zijn mensen op mekaar aangewezen. Men helpt mekaar. Het is ook dikwijls noodzaak. Gehandicapten, ouderen, kunnen niet leven van het karige dat ze bezitten. Ik denk dat vrouwen alleen, met kinderen ook heel moeilijk overleven. Dus bedelt men, maar velen die niet veel lijken te hebben, geven ook. Op sociaal vlak kan nog heel veel werk verricht worden, vanuit de politiek. Op straat zijn vrouwen nederig, maar op eigen terrein (in een kraam, winkel ofzo) staan ze flink hun mannetje.
Nou, oef... het zit er bijna op. De koffer is zo goed als gepakt. Onze laatste avond in Sidi Kaouki is ingezet. Vandaag zijn we hier ook de hele dag gebleven. We bleven vanmorgen wat langer in onze kamer en terras rondhangen, want we wilden telefoneren naar de luchtvaartmaatschappij om te weten of ons vertrekuur voor overmorgen hetzelfde is gebleven, of niet. Toch hebben we na allerhande mogelijkheden te hebben geprobeerd, geen chanse gehad. Ook niet met de vaste telefoon van het hotel. Morgen zullen we dan vanuit Marakesh proberen. Eventueel met internet, als het telefonisch nog steeds niet lukt.
Daarna hebben we nog een strandwandeling gemaakt in de tegenovergestelde richting van gisteren. Het strand is oneindig lang, zo lijkt het. In deze richting was het ook beter begaanbaar en properder. Maar de wind waaide erg hard. Ik kon m'n hoedje niet ophouden, het vloog van m'n hoofd. We hadden ons voordien goed ingesmeerd tegen overdadige zon en da's maar goed ook. Gisteren heeft de zon m'n nek wat verbrand, dus had ik een sjaaltje aan en een t-shirt met mouwen en dàt was echt wel nodig. Door blootsvoets door het zachte zand te schuren, waren m'n voeten na de wandeling zeer proper. In de stad werden ze zo vuil dat ik m'n voetzolen niet schoon genoeg kreeg met douchen. We passeerden tijdens deze wandeling een kudde geiten, een kudde koeien en een groepje of 2 honden, waarnaar Erik toch éénmaal stenen moest werpen, omdat er één te agressief naderde. Die hond begreep de boodschap en liet ons dan maar passeren. De zoo op 't strand...
Terug in het hotel, hadden we een douche nodig om ons van het zand in huidplooien, haren en oren te ontdoen. We waren vandaag voor 0,5% Bedoeïenen in strandwoestenij. Het is maar al te duidelijk waarom die mensen van top tot teen zijn ingepakt. Dat heeft niets met godsdienst maar alles met zand, wind en zon te maken.
Aan de bewuste kraampjes aten we frieten met sla en brood. We hadden geen zin in kip, vlees of vis. Trouwens, de porties zijn zo groot genoeg. Het smaakte ons en verzadigd gingen we nog enkele hotels langs om te vergelijken met het onze. Zowel interieur als prijs. Conclusie is, dat we goed zitten, waar we zitten. Chiquer is duurder en niet zo chique is wat goedkoper, ze zijn aardig op mekaar afgesteld. Eigenlijk zijn de prijzen redelijk hoog als je vergelijkt met de levensstandaard. Daartegenover staat dat wanneer je vergelijkt met Londen, Parijs of Milaan, het hier stukken voordeliger is. De mensen hier zijn ook veel vriendelijker dan in die grote steden. Ook al ben je vergeleken met hen een blanke, welverdienende bluffer, men groet je vriendelijk of spreekt je aan over een kleine algemeenheid.
We raakten aan de praat met de Bedouïen, waarvan we gisteren 2 armbanden kochten. We gaven hem een pak koffie en wat kledij. Hij kuste Erik en was heel blij.
Daarna nog een laatste muntthee gaan verbruiken en genoten van een zeer vlugge, maar prachtig rode zonsondergang. Direct de wekker zetten om vroeg te ontbijten en dan te vertrekken naar Marakesh.
Tussendoor: Tom & Co, uit Wondelgem met adres en telefoonnummer. Brabantse nachten. De mooiste t-shirts uit Vlaanderen treffen we hier op de buiten, aan Marokkaanse lichamen prijkend.
Vandaag zijn we niet weg geweest uit Sidi Kaouki. Onze gastvrouw had vandaag vrij en dus hielp een andere vriendelijke dame ons aan het ontbijt. We begonnen vandaag met uitdelen van wat t-shirts die we met deze bedoeling hadden meegebracht. En onze gastvrouw mocht vanmorgen de spits afbijten. Ze was zeer blij en bedankte verschillende malen. Gelukkig heb ik nog een identiek zelfde t-shirt voor onze andere gastvrouw. Erik wil ook aan de werkmannen van het hotel t-shirts geven. De mensen hier, kunnen dat best gebruiken. Hier zie je zelden iemand rondlopen in degelijke kledij. Het is gewoon te duur voor hen om nieuwe kleren te kopen, denk ik.
We maakten een wandeling van 2 uur langs de stranddijk. Er ligt een asfaltweg parallel met het strand en via die weg vertrokken we. Na een tijdje besloten we een kleine kasseiweg in te slaan, wat dichter naar het strand toe. We zagen een bergriviertje dat uitmondt in de zee, met hoog water. Nu was de zee laag en dus konden we voorzichtig oversteken over kasseien zonder natte voeten te krijgen. We waren voorzichtig, wetende dat zowel schorpioenen als slangen kunnen nestelen in zo'n steenrijk gebied. Het was ondertussen erg warm aan't worden en ik had natuurlijk niet gedacht aan zonnebescherming. Resultaat is, dat ik nu zit te schrijven met een rood verbrande nek.
Er waadden enkele reigers in het zoetwater. Uiteraard nogal wat zeemeeuwen en nog kleine vinnige steltlopertjes die ik niet ken. We kwamen maar heel weinig mensen tegen onderweg. Het was een prachtige wandeling als ik maar niet lette op oude schoenen, verroeste blikken of plastiek flessen en zakken. Spijtig voor zo'n mooi stuk natuurgebied. Op de terugweg zagen we verschillende hagedissen en een doodgereden slang. Dat was een redelijk groot exemplaar, maar spijtig, een dood exemplaar. Dan zijn er nog de scarabeëen, die ik ondertussen heb leren kennen. We lopen her en der beten op van insecten, maar merken dat enkel aan de rode bobbels die verschijnen.
Teneinde onze wandeling zijn we dichtbij het hotel aan de kraampjes een muntthee gaan drinken. Er liepen bedoeïenen die probeerden spullen te verkopen. Erik was opgestaan om enkele foto's te nemen. Eén van deze mensen kwam naar me toe en zei me dat mijn man hem naar me had toegestuurd. Daar ik even niet had opgelet, had ik er geen idee van, maar toch bedacht ik dat de kans nogal klein was dat hij dat zomaar zou zeggen... Hij begon armbanden uit te halen die ik even aan moest proberen. Erik kwam erbij zitten en eigenlijk was het wel een leuke bedoening. De manier waarop hier ge- en afgeboden werd vond ik zeer leuk. Enfin, we hebben 2 zogezegd zilveren armbanden gekocht. Gemaakt door bedoeïenen (denken we) voor 6 't stuk en dus niet te duur (denken we).
Na een verfrissende douche heb ik eventjes genoten van een zonnebad op ons terrasje, terwijl Erik op bed lag. Deze keer had ik me goed ingesmeerd. Daarna zijn we nog gaan wandelen en genoten we met kijken naar de surfers. Vandaag was er wel wat volk op het strand, sommige mensen hadden duidelijk een vrije dag. Er was veel wind en ik voelde de zon branden. Omdat ik het niet vertrouwde en zeker niet wil verbranden (maar da's achteraf bekeken toch gebeurd) zijn we ons nog wat beter gaan aankleden, om nadien sardienen te eten aan de bewuste kraampjes.
We zijn daar dan maar wat blijven rondhangen. Erik is nog even wat t-shirts gaan halen om enkele zeer vriendelijk jongens, die zo'n shirt goed kunnen gebruiken cadeau te geven. Zalig gewoon om deze stralende gezichten te zien. We gunnen deze gasten van harte een pleziertje.
De dag koelde snel af. Om half acht keerden we naar ons hotel om op een lekker warme kamer te gaan uitbollen.
We sliepen goed in, moe van de reis en waarschijnlijk ook de wandeling en verandering van lucht (dat pleegde mijn grootmoeder vroeger altijd te zeggen). Rond 3u vannacht werd ik wakker van geritsel. Op onze schoenen -die op de vloer stonden tegen de muur- lagen 3 lege plastiek zakjes. Vandaar kwam het geritsel. Ik wilde in eerste instantie Erik niet wekken, wetende dat het nog nacht was. Een uur wist ik dus niet, maar het was nog pikdonker. Al zittend tastte ik op de muur naar de lichtschakelaar zonder hem echter te vinden. Natuurlijk werd Erik wakker. Lichtjes zuchtend hoorde hij mijn relaas aan. Denkende dat de lichtschakelaar dichter bij de deur was (vanuit bed kon ik er in dat geval niet aan), vroeg Erik me het licht aan te doen. Maar ik wilde, of beter durfde niet uit bed te stappen, daar ik zeker was dat er IETS was. Erik echter vond door één keer keer zijn arm uit te strekken, de bewuste schakelaar en knipte.
De electriciteit bleek echter alweer terug te zijn afgesloten of wat dan ook. We hadden geen licht. Dus, in het pikdonker op de tast op zoek naar het pillicht. Er lag teveel bij mekaar op die éne tafel, die we hadden. Dus die lamp vond hij ook niet. Oké, volgende oplossing waren de lucifers en kaars. Toen die eindelijk brandde was het geritsel natuurlijk afgelopen. Eens we dan maar terug in bed lagen en het donker was, begon het terug. Deze keer had Erik de lamp bij zich gehouden en had hij direct weer licht gemaakt. Nou, een monster vonden we niet direct... Erik opende de voordeur en daar onder vond hij een kakkerlak waarop hij gestaag z'n maatje 43 op plantte om het beestje daarna met veel liefde een trap te geven zodat het enkele meters verder belandde tussen de beplanting in het tuintje van ons hotel.
Naïef als wij zijn, dachten we -waarschijnlijk ook uit gemakzucht- dat we van het kwade verlost waren. Toch... geen AMEN. We lagen amper terug te soezebollen in bed en weer hoorden we het geritsel. Toch een monster dan? Oké... die wijsneus zou Erik nog wel beter leren kennen. Erik deed namelijk al het werk (waarvoor ik hem nog deftig moet bedanken). Ik, daarentegen, zegde wat ik dacht te moeten zeggen (of commanderen?) vanuit het veilige bed. De drie plastiek zakken waren al eerder gekeurd door mijn lieve man en hij had ze aan de enige kapstok aan de muur gehangen. Nu echter ging hij stuk voor stuk na waaruit het geritsel kwam. En... dat lukte. Met wat geduld en doorzettingsvermogen vindt men wat men zoekt. Het beestje zag Erik niet, maar in de donkere zak zat alleszins de oorsprong van onze zoektocht. Raus damitt!!
En toen... sliepen we verder.
We wisten dat de eerste bus naar Essaouira om 8.30u vertrok, maar haastten ons daar toch niet om. Vakantie is vakantie, hier zijn we in de eerste plaats om te onthaasten. Die bus dan maar gemist, maar rustig ontbeten om dan met veel geduld de volgende bus, waarvan we absoluut geen vertrekuur wisten, op te wachten. Ondertussen genoten we van het zicht en de beweging. Niet dat het in dit dorpje druk is, maar 't is toch leuk het komen en gaan, af te zien.
Het bewolkte en er dreigde regen te vallen, dus besloten we tijdens het wachten toch maar eventjes terug naar ons hotelletje te gaan om wat warmers aan te trekken. Net toen we bijna daar waren, zagen we de bus aankomen, typisch natuurlijk. Dan maar het zekere voor het onzekere genomen en gehoopt dat het weer niet slecht zou worden. De bus op en voor 6dh p.p. naar Essaouira.
Het is daar veel rustiger dan in Marakesh. Eerst zijn we door de soukh gewandeld. Die is groot en redelijk overzichtelijk. Je wordt er niet zo gepushed als in Marakesh en dat maakte de wandeling toch wel wat aangenamer.
Vandaag hebben we wel wat geld uitgegeven. Maar ik denk niet dat we nog veel zullen kopen. Een houten haarspeld voor Caroline, een houten armband voor Loide en een houten kam met de tanden ver uiteen voor David. Dat had ik hem ooit eens beloofd en dat komt hem goed van pas met z'n lange kullende haren. We kochten een blikken kandelaar voor 1 kaars en tegelijk 5 draagtassen, gemaakt uit verpakkingen. Best kleurrijk. De recyclagespullen beginnen erg in trek te raken. Tegelijkertijd maak je reclame voor het product waarvan je de verpakking hebt gebruikt. Door deze spullen samen te kopen, kreeg Erik er een ietsie pietsie meer af. Hij is gelukkig als hij kan en mag afbieden.
(Terwijl ik hier in het tuintje voor onze hotelkamer zit te schrijven, raak ik even geobsdeerd door een mier van wel 3 cm lang, die hier voorbij komt gestoven. Gelukkig alleen... Dat monster is een pak groter dan een vlieg. Daardoor zou ik niet graag gebeten worden. Voeten opgetrokken dus. 't Is een zwarte en legt in korte tijd een serieuze afstand af. Maar hij keert steeds weer. Verder op dit tuinterras bevindt zich nog een tweede exemplaar).
Terug naar onze uitstap...
We zagen spiegels, schotels en doosjes, heel mooi, uit blik gemaakt. Enfin, de kader van de spiegel dan toch. Erik haalde z'n trukkendoos boven, maar het mocht niet echt baten. Er werd zo rond de pot gedraaid, dat Erik enkel nog een klein cadeautje voor mij kon lospeuteren bij z'n aankoop... En dat was... een gerecycleerde draagtas. Dus nu hebben we daarvan 6 exemplaren. Ik wéét gewoon heel zeker dat we daarmee wel iemand nog een plezier zullen doen. We vonden ook een zeer aardig houten (waarschijnlijk afvalhout) schildpad. Het schild is bedekt met een stuk van een plastieken bal. Prachtig gewoon, maar toch duur betaald. Hier in Essaouira is het zeer moeilijk onderhandelen.
We aten gegrilde stukken vis en garnaal voor 60dh samen, met brood en 1 cola inbegrepen. Het was nog lekker ook, en de bediening was superbe, met een lach. Die lach behoorde tot een jongetje dat feitelijk op school zou moeten zitten.
Zowel met de heenrit vanmorgen als de terugrit vanmiddag op de bus, kregen we ticketcontrole. Dat vond ik echt wel grappig. Deze controleur doet z'n werk alleen. Hij is niet herkenbaar door een uniform, enkel door z'n autoritaire uitstraling en heeft duidelijk geen last van gelijk welke vorm van agressie.
Eens terug in het hotel deden we ons tegoed aan een douche, die blijkbaar hersteld is. We krijgen namelijk geen plas water meer in de kamer. We zijn dus weer dik tevreden en genieten verder. Nog even rustig een koffie met een koekje gaan verorberen bij één van de kraampjes dicht bij aan het strand. Terwijl we daar zaten, zagen we een scarabee rondvliegen. Nou, voor dàt beestje maak ik toch ook liever een omweg. Toen we terug naar het hotel gingen, ging de zon stilaan onder en kregen we net stroom. Zeer goed, zo konden we de batterij voor het fototoestel terug opladen, want we hebben hier de laatste foto nog niet genomen.
In Essaouira bezochten we even het hotel 'Villa Maroc'. Da's een typische riad, omgebouwd tot hotel. Een prachtig gebouw met binnentuin in vierkant en daarrond de statige patio's met gangen en kamers. Een aanrader om te bekijken.
Vandaag, vrijdag, is onze zondag. Rond 3u vannacht, werden we wakker door groepen mannen en vrouwen die pratend voorbij kwamen. Zouden zij naar de moskee gaan op dit uur? Ik heb er geen idee van, maar wel een vermoeden. Na een tijdje werd het rustig en konden we verder slapen.
Na ons ontbijt en het pakken, reden we met een petit taxi naar het busstation. Daar konden we voor 40dh p.p. de bus naar Essaouira nemen. We waren van plan een meer luxueuze bus te nemen, maar daarvoor waren we te laat. Dus, niet bij de pakken blijven zitten, de gewone bus dan maar. Het was er redelijk krap, maar we hadden een zitplaats bij mekaar, dus niet getreurd.
Het zicht was voor iemand als ik interessant nieuw. Door de vlakte is het landschap veel eentoniger dan tijdens onze vorige reis. Als we door een dorp reden, was er de normale bedrijvigheid die we hier overal zien. Hoe meer we Essaouira naderden, hoe meer we het gebruik van dieren merkten voor het vervoer van materialen. In deze streek hebben meer mensen een ezel, geiten, schapen of een dromedaris.
Bij aankomst kregen we niet de kans om uit te stappen. Inheemsen stapten al op de bus en ik moest duidelijk en kordaat laten voelen dat men mij zou laten passeren. Een andere passagier, een 50-ger, nam het voor me op en begon te argumenteren met de mensen die de uitgang van de bus versperden. Eigenlijk ging het er voor hen maar om dat ze me wat dan ook konden verpatsen. Elk van hen wilde de eerste zijn om een kamer, een hotel of vervoer van bagage aan te bieden. Waarschijnlijk is dit voor sommigen onder hen een belangrijke, zoniet, de enige bron van inkomsten.
Daar we niet in Essaouira zelf zullen overnachten, moesten we de taxi nog nemen voor een 35-tal km. Daarvoor moest Erik ook weer in het gareel gaan. Bieden en afbieden bij deze taxi's is de boodschap. Erik was zeer geduldig, hij kende dit immers al en wachtte rustig af. Nou, desnoods zouden we de bus wel genomen hebben, geen probleem.
Het uitzicht is zeer mooi. Men ziet in de verte de bergen, maar we zitten aan zee. De dorre grond is toch rijk genoeg voor wat verschillende soorten naaldbomen, doornstruiken en trossen helmgras, wat vanop afstand een waanbeeld oplevert, een groene streek te zijn. Massa's keien bezaaien de wegen en heuveltjes en/of duinen. Het strand is net als Tenerife een keienstrand. De huizen zijn hier wit gekalkt. Dit is een zeer uitgestrekt en dun bewoond gebied, waarschijnlijk omdat het niet erg vruchtbaar is. Een mooi uitgestrekt, breed strand met wit zand en keien biedt een aanblik waarvan men versteld staat.
Je vindt hier haast geen zonnekloppers. Wel mensen met dromedarissen die toeristen een rit aanbieden. Zelf bedank ik ervoor. Ik denk nog maar aan pels of andere soorten dierenhuiden en ik begin al te krabben. Zeker in deze warmte ben ik ervan overtuigd dat ik vol vlooienbeten zou staan indien ik te dicht bij deze dieren kom.
We maakten een niet te lange, maar aangename strandwandeling, luisterend naar de branding en genietend van zon en wind.
Het huis, groots met typische Marokkaanse-stijl stenen koepel, van de plaatselijke 'mariboe' priester, staat op het strand en toen we voorbij wandelden, waren daar enkele mannen, buiten voor de deur aan't bidden. Ik weet dus nu in welke richting Mekka lig, gezien vanop het strand. We aten aan een kraam met terraske (niet teveel van voorstellen, vergelijken met kamperen met versleten materiaal, maar vriendelijke mensen) dorado gegrild met friet en salade. Het was best lekker, alhoewel we veel last hadden van vliegen, bedelende katten, jangkende honden. Ondertussen kwam een herdersjongen met z'n geiten vanop het strand gepasseerd en hadden we een zicht op de dromedarissen. Ik achtte me meer in de zoo...
Ons hotel heet Villa Soleil. We hebben enkel 's avonds als de zon onder is, electriciteit. Erik vond er het warm water uit, letterlijk. Eerst moesten we genoodzaakt een koudwaterdouche nemen tot Erik vaststelde dat we de hefboom van de kraan verkeerd open draaiden. Er staat wel een plasje water in onze kamer sinds onze eerste douche, maar 't valt wel mee. We hebben een klein terrasje waar ik een kwartiertje topless kon zonnen. Langer zou gevaarlijk geweest zijn in deze hitte. We hebben geen t.v. of muziek, maar het leven kan best mooi zijn zonder.
Sidi Kaouki is de naam van het kleine gehucht waar we nu verblijven. We lazen op een bord dat hier ongeveer 260 inwoners zouden zijn...
Na ons ontbijt, pakten we ons boeltje om rustig naar het busstation te gaan, voor de terugreis naar Marakesh. Bij het vertrek rook het in de bus naar zuiver (hoe zuiver kan het zijn hé) zweet, maar eens we goed aan't rijden waren, was het best te doen. Totdat er mensen moesten overgeven. Nou, bochten zijn er natuurlijk, maar dat valt in het Atlasgebergte zeer goed mee. 'k Heb in Spanje veel erger geweten. 't Moet ook genoteerd dat de weg in goede staat verkeert. Geen putten of slecht opgevulde stukken asfalt. Het zicht is zo prachtig dat het deze trip dubbel en dik waard is.
Bedenking; Terugweg Marakesh -> landschap is een woestenij -> prachtig
-> we passeren langs vele bergwanden. Grote en minder grote rotsblokken liggen los op de wanden. Hoe dikwijls rolt zo'n gevaarte naar beneden? -> dorpen met lemen en kleihuizen -> langs de desolate baan staan hier en daar verkeersborden (schoolgaande kinderen of oversteekplaats voor voetgangers) -> ...huh? -> waterputten -> een kreng van... een geit ofzo. Ach, Atlasgebergte
Wijds en groots met je toppen en kloven Je fossielen en mineralen, elke 300m
geopenbaard Een machtig natuurelement
genietend van 't zicht daarboven een 4-urentrip waard. Je rotsen, je flora Een rijk palet van kleuren Evenwel niet genietend
van minder goede geuren van 't kotsende meisje
achter ons, in de bus gezeten Te veel snoepen in de bergen, Ze zal 't nu wel weten...
(tja, een mens houdt zich wat geestelijk bezig tijdens zo'n rit hé)
Bij aankomst in ons hotel zijn we wat gaan wandelen na het nemen van een verfrissende douche. Zo hebben we nog wat poorten geschoten! Echt een gat in de markt voor export, hier in Marokko.
We gingen stilaan op zoek naar een plaats waar we eens deftig konden eten. We vonden een restaurant waar we couscous konden eten. Erik nam een 'special' en ik nam 'met schaap'. Deze keer zaten we er echt wel groenten bij het eten. Groenten vind je hier maar matig... Het deed ons goed en we aten met veel smaak. Erik had er het plaatselijke bier 'Flag' en ik had voor amper 10dh (=1) een groot glas vers geperst sinaasappelsap. We kregen veel te veel eten en ik moest zeker de helft laten staan. Stilletjes hoop ik dat men dat dan aan één of andere sukkelaar geeft.
Na te veel gegeten te hebben, trokken we terug naar het hotel met de bedoeling om te beginnen pakken. Morgen vertrekken we immers naar Essaouira. Van dat pakken kwam niks meer in huis, we zijn op bed gaan liggen om de boel te laten verteren. Het pakken zouden we morgen dan wel doen.
O, ja... In Marakesh zijn er verschillende artgalleries, meestel met plaatselijke kunst en antiquiteiten. Men is er zich van bewust dat buitenlanders hiervoor wel geld willen neerleggen. Toch leuk om het eens allemaal te bekijken.
Oef... Het is even over 10u. en het is gelukt, we zijn vertrokken met de bus naar Ouarzazate. We waren om 9u in het station en we wilden ons wat op de bank te wachten zetten. Mensen die dachten dat ze ons een ticket naar wieweetwaar konden verkopen, en massa's vliegen, deden ons echter richting bushangar uitwijken. Daar hadden we van't zelfde laken een broek. Dus stelde ik voor om al rustig plaats te nemen in de bus. Erik lachte en zei me om dat alvast te doen, maar niet versteld te staan van wat nog komen zou.
...Ongelooflijk... 'k Heb ze niet geteld, de leurders en bedelaars en charlatans die godsdienst gebruiken om wat verkocht te krijgen. Het was me een hele bedoening, maar uiteindelijk vertrokken we dan toch even over 10u.
Hoe verder we het Atlasgebergte introkken, hoe mooier het landschap werd. De dorpen die we passeerden waren meestal een nederzetting van huizen die zeer versmolten in het landschap. Het leek of de huizen uit de bergen gesneden waren. De kleur van de buitenkant was gelijk aan die van het gesteente of de aarde. Het werd warmer, maar de mensen bleven evengoed van top tot teen gekleed. We zagen vele stallingen waar men fossielen en mineralen kan kopen. Deze streek blijkt daaraan zeer rijk te zijn. Genietend van het landschap, met zachte folkloristische muziek en een zeer stil reisgezelschap gleden de uren rijden snel voorbij.
Toen we in Ouarzazate aankwamen, was het heet en leek het stadje verlaten. We gingen op zoek naar het centrum en een leep jongetje van ongeveer 11 jaar, leidde ons rond in het oudste gedeelte. Zeer smalle straatjes met huisjes die als het ware in mekaar verlopen. Zo heb ik het ooit op t.v. gezien. Er waren ook enkele winkeltjes, maar we wilden nergens binnen, want dan geraak je bijna niet weg zonder wat te kopen en dàt, was onze bedoeling niet. Het zijn prularia, speciaal voor toeristen. We besloten het jongetje te bedanken voor bewezen diensten, een fooi te geven en dan maar terug te keren.
Een echt centrum bleken we niet te vinden. Tot we wandelend en bijna puffend van de warmte op leuke, gezellige straten kwamen.
De mensen begonnen terug buiten te komen en de winkels gingen open. We waren in de plaatselijke soukh beland. Leutig wel... Een hoop kruiden, potten en pannen, kledij en schoeisel werd ons voorgehouden. Voor Erik kochten we een paar babouchen, wat goedkoper dan in Marakesh. Het scheelt wel hoor, hier is alles wat goedkoper, ook het verteer. We betalen hier voor 2 grote cola's 10 dh, in Marakesh 20dh.
We overnachten in hotel 'La Gazelle', dichtbij het busstation 'Le Routier' voor 200dh, met ontbijt. We hebben wc en douche op de kamer. Mooi binnenin gelegen, niet langs de straatkant, met een tuin en een zwembad. Daarvan zullen we geen gebruik maken, want we hebben geen zwemgerief bij, dom van ons. Tijdens onze avondwandeling genoten we tijdens ons avondeten op 'la place' van het vele volk dat daar samenkomt om te praten. De mannen nestelden zich voor een groot scherm om de wereldvoetbal te volgen. De vrouwen keuvelden wat en de kinderen speelden.
Wij zaten op het terras van restaurant 'Le Chef' te genieten van tagine avec poulet en brochette de poulette. Na het eten moesten we -onder fel aandringen- de chef zijn nieuwe restaurantinrichting bewonderen. Zeer modern, met warme kleuren en mooi maar sober meubilair. We feliciteerden hem met de mooie inrichting en keerden stilaan richting hotel om nog even uit te bollen en al genietend onder een prachtige sterrenhemel de nacht tegemoet te gaan.
Toch zeer belangrijk om te vermelden. In deze streek maakt men prachtige metalen deuren en poorten. Bijna elke woning heeft zo'n leuke creatie. Erik heeft vandaag nogal wat van die deuren/poorten gefotografeerd. Nu maar hopen dat de foto's geslaagd zijn. Een mens zou gaan fantaseren en eventueel zelfs durven overwegen om zulks thuis uit te proberen. Eventueel zelf ontwerpen om het dan te laten maken. De prijs zal in dat geval wel aardig oplopen, hier zou dat misschien betaalbaar zijn. Maar overwegend zo'n deur hier te bestellen om mee te nemen naar huis... je steekt het niet direct in je binnenzak hé.
We bestelden reeds een ticket om morgen de terugreis te maken. Dezelfde busrit kost ons p.p. 50dh. D.w.z. dat we met z'n beidjes voor 10 terug naar Marakesh rijden, haast niet te geloven!
Na een goede nachtrust, besloten we tijdens het ontbijt wat we vandaag zoal zouden doen. Ik wilde nog eens een keertje naar de soukh om een cadeautje voor de jongens. Ook voor een geschenkje voor de nieuwe baby van m'n collega Tom. Ik had hem immers beloofd om hen te bezoeken na de geboorte. Dus planden we om vandaag naar het hotel Mmounia te gaan om het bezichtigen. Zo bleven we min of meer in de buurt hangen, om geen onnodige verplaatsingen te doen.
Het is een dégoutant chique art deco-stijl résidentie. Hier overnachten de rijken. Al glamour wat de klok slaat en dat maakt het bezichtigen de moeite waard, met z'n boutique Louis Vuitoon of Dior. Beseffende dat er heel wat armoede heerst een tweetal km verder in de stad, is dat zeer ontnuchterend. Enfin, voor de lokale bevolking, geeft het toch voor enkelen wat werkgelegenheid.
We wilden een kijkje nemen in de Menara tuinen. Een olijfboomgaard met wandelpaden, waar men 's avonds een soort klank- en lichtshow afspeelt. Hier plegen regelmatig tijdens vrije dagen, Marokkaanse families te komen picnicken. Wij hielden het echter snel voor bekeken en keerden naar de soukh om babouchen te zoeken.
Na flink wat afbieden -Erik doet dat met veel geduld en kennis van zaken- hebben we voor Angel, mezelf en twee babypaartjes gekocht. Schattig hoor, die kleintjes. Hopelijk zijn Tom en Angel met Loide er tevreden mee. Ongelooflijk maar waar, kocht Erik me zelfs een jelaba. Die ga ik thuis dragen wanneer ik languit voor TV zit of lig.
In de soukh belandden we op een binnenplaats waar nogal wat kruiden, manden en hoofddeksels verkocht werden. We dronken muntthee in het Café des herbes, op het terras en genoten van het gesluierde schouwspel.
Het weer was vandaag bewolkt en lichte motregen. We reserveerden tickets voor de bus voor morgen naar Ouarzazate. Dat is meer in het Altasgebergte en dat willen we morgen met 1 overnachting exploreren.
We haalden vandaag wat brood en kaas in een moderne supermarkt. Met wat Marokkaanse wijn verorberden we het lekkers, na het stiekem in ons hotel te hebben gesmokkeld.
Na een welverdiende, goede nachtrust,hebben we genoten van het ontbijt. In een -min of meer- typisch Marokkaans salon, lage tafeltjes dus, aten we brood met een dunne gelei en tomaat met komkommer. De koffie valt goed mee. Even later vonden we ook wat smeerkaas, dus voor mij was het ontbijt geslaagd.
Onze eerste uitstap was naar de Jardin Majorelle. Een fantastische oase van zowat alle mogelijke planten op Marokkaanse grondgebied. Deze tuin heeft Yves Saint Laurant gekocht en da's waarschijnlijk een goei zaak voor het in stand houden van het onderhoud. De tuinarchitectuur is zeer mooi. Kleurnuances van muurtjes, fonteintjes en het museum voor Islamitische kunst zijn met hoofdzakelijk kobaltblauw geschilderd. Dat, in combinaie met knalgele vazen, groene en rode omheiningen en mozaïektrappen of vloeren, geeft een paradijselijke sfeer weer.
Het museum zelf gaf zeer goed de Marokkaanse klederdracht als juwelen aan. Schilderijen van Jaques Majorelle, een Frans schilder die naar Marokko trok om te genezen van een longontsteking, en er zijn hart verloor, sierden het museum. Allemaal schilderijen die het midden vonden tussen tekeningen en schilderijen, met frisse kleuren, echt wel de moeite waard.
Daarna trokken we naar de soukh, waar ik een stoffen tas kocht (Erik heeft flink afgeboden). Ook, naar de religieuze school - nu gesloten- Ben Youssef Medersa. Een gebouw in vierkante structuur met een binnenplaats en rondom kleine kamers, voor de studenten. Zeer sober gehouden om hen te weerhouden van ver- of afleidingen. Deed me sterk denken aan het principe van onze abdijen.
Dan volgde het Marakesh museum van moderne kunst en dat was zeker en vast de moeite. Een tentoonstelling van Franse kunstenaars die ik erg indrukwekkend, fris en met leuke materialen vond. Er hing in een grote plaats -vroeger was dit gebouw één of ander paleis- een zeer grote luster. Hout als kant uitgesneden... Prachtig, waarschijnlijk zeer zwaar en zeer artistiek werk. In het midden van deze ruimte stonden 2 fonteinen en tegen de muren, zetels en hier en daar een stoel. Er weerklonk zachte, uiteraard Marokkaanse muziek en de sfeer ademde rust, zeker na de drukte in de soukh.
Een ruïne, één van de oudste overblijfselen van de 11de eeuw in Marokko, het Almoravid Koubla, bezochten we ook. Enkele oude trappen en restanten van muren met een binnenplaats. Het was op dat moment wat te warm op die plaats om daar te blijven rondhangen.
We hadden genoeg cultuur gesnoven, dus keerden we voor een heerlijke douche terug naar ons hotel. Na een dutje voelden we ons terug fitter en zijn we nog wat gaan wandelen. De Marakesh Mc Donnalds hebben we ook aangedaan. Tja, dat eten is min of meer overal 't zelfde. We zochten een bepaalde zaak uit ons boekje, maar vonden op die plaats dus de Amerikaanse foodketen. Na een muntthee voor mij en een expresso voor Erik in het Grand Café du Poste met Franse eigenaar, zat onze dag er op.
IN BETWEEN: Tijdens het ontbijt in de salon is het echt leuk om rustig de mozaïek en houtsnijwerk op muur en plafond te bewonderen en te bestuderen. Op het plafond zitten er tussen de openingen van het snijwerk, tekeningen of schilderingetjes van bloemen enzomeer. De ingelegde mozaïekstukjes op de muur zijn waarschijnlijk handwerk en zou bij ons zeer duur zijn. Met dat alleen al in het achterhoofd, heb ik een enorm respect voor deze kunstarbeid. Daarbij komt dan nog dat de patronen goed gekozen zijn en het kleurwerk zeer passend en sfeervol.
Even na 2u 's morgens uit bed om gepakt en gezakt door David samen met Caloline) naar de luchthaven in Luik gebracht te worden. Uitgaande van de wagen die we bezitten, zou dat met een Fiat Panda moeten zijn, of David 's Rover. Maar David had van zijn baas een Chrysler 300C mee gekregen omdat hij vandaag naar een Chryslermeeting wilde in Antwerpen. Wij dus met deze luxewagen naar Luik. Na een afslag gemist te hebben, desondanks het GPS-systeem (ook van mijn lieve zoon) zijn we we nog tijdig gearriveerd.
De vlucht zowel als het inchecken en aankomst in Marakesh verliep zeer goed.
We verblijven in het Marocan House hotel. De ontvangst viel heel goed mee. Men is zeer vriendelijk en da's zeer aangenaam. Na te hebben uitgepakt, zijn we even op verkenning geweest. Beneden is een zwembad, niet groot, maar het lijkt ons wel wat. Op het dak is een restaurant en terras. Men kan massage krijgen en er is een Hamam. Even een wandeling buiten gemaakt. Niet te ver want het werd al goed warm en niet alles was open. Misschien omdat het zondag is. We waren ook moe. We hadden immers maar een klein tukje gedaan, dat niet de moeite was geweest. Dus, zijn we op het heetst van de dag gaan slapen. Nadien voelde ik me veel energieker en zijn we naar het centrum van Marakesh geweest.
De grote banen oversteken, is echt wel zeer gevaarlijk en dan lossen we mekaar liever niet.
Het is hier echt een mannenwereld. Je ziet weinig vrouwen iets drinken op een terras. Op een gegeven moment zagen we een avenue waar op één oversteekplaats voor voetgangers, 3 agenten nodig waren met een hels gefluit om auto's en voetgangers in harmonie hun weg te laten volgen. Dat was dicht bij de Kutubiamoskee. Er was een mensenzee. Ongelooflijk wat een massa mensen. Zij waren gewoon buiten. Er was niks speciaals aan de hand. In het voorbijgaan, gooiden we een blik op de binnenkant van de moskee. Die is indrukwekkend groot. De tapijten of matjes zorgen voor een prachtig zicht.
Naderhand kwamen we op het grote plein waar iedereen 's avonds vertoeft om te eten of te genieten, dichtbij de Soukh. Daar aten we ook wat en na een eerste, korte kennismaking met de soukh, reden we met een petit taxi terug naar het hotel. Wij betaalden met Dirham, maar kregen weer in euro
6.544 km van Zürich naar Mumbai
vliegtijd: +/- 9.30u
tijdverschil: 4.30u voor, op onze tijd.
De vliegreis verloopt uitstekend. Tijdens de korte vlucht naar Zürich, kregen
we een koffie en een muffin. Al wachtend in de 'gate', hadden we al een
heerlijke meegebrachte croissant gegeten. Ik had dus meer dan genoeg voor
ontbijt.
Tijdens de vlucht naar Mumbai, kregen we redelijk snel een lunch
aangeboden. Ik kreeg het niet allemaal op. Met een portie rode wijn om het te
helpen binnenglijden.
We hadden elk een schermpje waarmee we
verschillende mogelijkheden hadden. Zelf opteerde ik voor een documentaire
over Matisse en Picasso, en aansluitend nog eentje over Mozart. Heerlijk
verwend een dutje gedaan. Tja, wat wil je... 2 dagen na mekaar om 4u uit
bed en toch redelijk laat gaan slapen, eist z'n tol. We kregen een koptelefoon,
om op, niet in de oren te zetten. De muziek kies ik zelf. Licht klassiek, easy,
opera, pop of rock. Wat lectuur erbij, de vakantie begint vanaf je vertrek thuis
en dat voel ik. Ik dompel me wel bewust nog even onder in het luxegevoel,
beseffende dat die -voor ons- gewone dingen, de komende dagen wellicht niet
zo gewoon zullen zijn.
We zitten in de middenrij en hebben 3 zitplaatsen voor ons tweetjes. We
hebben meer ruimte dan sommige andere passagiers. De tol die we betalen
is, dat we niet door een raampje kijken. Nee... maar vanaf morgen, zullen we
genoeg te zien krijgen.
Van het vliegveld naar het guesthouse:
Een drukte van jewelste op het vliegveld. Het eerste kwartier heeft al iemand
met z'n kar vol bagage over m'n goed geschoeide voet gereden. ( 'k Heb het
dus gevoeld, maar voor de rest hangt alles nog vast). 'k Heb ik aan de
damestoiletten al flink m'n dametje moeten staan om voorstekers te mijden en we hebben aan het loket van de pre paid tax, goed moeten opletten dat
mensen zich niet simpelweg voor ons plaatsen in de rij. M'n eerste les: Laat
je niet doen!
De taxi's... wonderbaarlijke ambassador autootjes die met hopen,
claxonnerend de straten vullen. Een Sikh rijdt ons... Links houden! Ik vraag
me af wie, wie ontwijkt... Een knoop in m'n maag door de
Sinksenfooradrenaline in het Mumbaise verkeer.
Hare Krishna, worden we begroet. Hare Krishna... Erik 's eerste
teleurstelling. Hij mag niet enkel niet roken, maar hij mag zelfs geen
sigaretten op zak hebben. Hare Krishna, antwoorden we. Twee bijbels
sieren de tafel in onze sobere, maar propere kamer met airco. Ons hotel (guesthouse) Iskcon is een doolhof van gangen. Tempel en
kamers en gangen en wachters. Nee, geen oranje gewaden en kaalkoppen
met een sliertje haar. Wel gezangen ... Hare Krishna... ook voor u!
Om 6.30u werd ik wakker gezongen door onze gelovigen. 'k Had chanse, het klonk niet vals en was niet enerverend. Om 7.30u zijn we dan maar opgestaan. Niet echt uitgeslapen, maar toch ook niet met ochtendhumeur. Vanwege de warmte is het aan te raden, het 's middags wat rustiger aan te doen, dus laat opstaan, is kostbare, koele uurtjes verspillen. We hadden 1.30u nodig om met de taxi in de stad te geraken. Nou, waar wij heen wilden, volgde de taxi de kustlijn. Zo zagen we de grootste moskee van India, volgens de taxichauffeur... of was het nu de grootste van Mumbai...? Ze lijkt een schiereilandje. Er werd een lange stenen pier voor aangelegd. Ze rijst als het ware uit het water teneinde die pier... mooi hoor. Toen we in de namiddag terukeerden, liep die pier vol mensen, richting moskee en terug. We ontbeten in Leopoldcafé, een plaats, sterk aangeraden door Lonely planet. Er zijn volgens mij heel wat Lonely planet aanhangers, want er zaten vele toeristen. Verder zagen we vandaag haast geen toeristen, alhoewel in het guesthouse nu ook een Nederlands en Amerikaans koppel vertoeven. We wandelden even door een krottenwijk. Je komt er terecht zonder het te beseffen. Zeker geen foto's genomen hoor. Zo'n ramptoerist ben ik niet. Vooral ik, voelde me niet echt gemakkelijk, dus zijn we met de eerste de beste mogelijkheid terug de andere kant opgegaan. Mensen slapen tussen golfplaten of gewoon op een lap stof op straat. Het is hier zo alledaags gewoon. Sommigen hebben te veel en anderen, haast niks. Ik voel me zo'n typisch chique, wittte madam, die hier komt rondsnuffelen in mensen hun miserie...
De warmte speelde ons parten en we keerden terug om te douchen en wat te rusten in het guesthouse. We besloten naderhand om daar nog wat rond te hangen. Er leek wat aan de hand in de bijhorende tempel. Erik overhaalde me om ook mee binnen te gaan. Schoenen uit en afgegeven, en met proper voeten mee naar binnen. Gelovigen deden hun ronde in de tempel. We zagen etalages met uitbeeldingen van passages uit hun heilig boek. Met poppen, en van die typische Indische kledij en kleurenpraal, worden de gelovigen overtuigd van hun schepper, hun god. Eerbiedig groeten, buigen, bidden ze devoot... Om buiten te gaan, passeerden we kramen met boeken en snuisterijen. We kochten niks natuurlijk, we vinden dit zuivere afzetterij. We bestelden wel een heerlijke kruidenthee. Thee, met melk en kruidnagel, gezoet met honing: masala tea. Heerlijk! Maar toch wel wat straf ongewoon spul, dat we niet volledig leeg durfden te drinken. Op een gegeven ogenblik, tijdens de wandeling, kwam plots een man af op Erik. Hij wees naar Erik 's oor en zei wat, maar we verstonden hem niet. Ik reageerde direct want dacht dat er een insect zat. Erik heeft een haartje op z'n oorlel. Eén enkel haartje maar, maar daar was het die man toch wel om te doen zeker... Plots zag ik een pincet in de man z'n hand schitteren. Allebei gesticuleerden we een duidelijk 'NO!', terwijl Erik geschrokken wegtrok. Nadien probeerde de man nog eens, maar dàt pakte niet. Naderhand namen we wat algemene foto's. Jonge meisjes, kinderen nog, droegen kruiken water op het hoofd. Een jongen was ajuin aan't pellen en snijden. Mannen aan't strijken... weer kwamen we tussen de sloppen terecht. Het is haast onvermijdelijk. De drukte werd ons teveel en we besloten om morgen een uitstap te doen, naar -hopelijk- wat meer rust.
Ik probeerde mails te sturen naar m'n knapperds, maar het lukte enkel naar David. Het programma blokkeerde steeds wanneer ik in m'n adressenbestand wilde. Ook nog snel, snel, een blogje geschreven in telegramstijl. Da's toch min of meer gelukt. Nalezen lukte echter ook niet.
We aten zeer lekker buffet in het guesthouse. Voor deze contreiën duur, maar het was overheerlijk. Trouwens, zo'n eten, bij ons klaargemaakt, betaal je zeker minstens 25. Wij betaalden nog geen 6 per persoon.
Erik heeft problemen met het nietroken. We maken een wandeling. Ik stop z'n sigaretten in m'n tas en tijdens die wandeling kan hij dan eentje opsteken. Vanavond, was hij veel te snel. Hij had z'n pakje al vast om eentje te roken en vroeg ondertussen aan de eerste de beste die hij een klein parkje zag buiten komen, of wij daar ook mochten wandelen. Die eerste de beste was een Hare Krishnavolgeling. De man bekeek Erik vies en ging verder. Ik dacht da'k stikte van de pret. Mijn man is een slecht bedrieger, da's duidelijk. Even later, toen we een wacht passeerden, dicht bij onze kamer, wilde hij de sleutel uit z'n zak nemen en liet de aansteker pardoes vallen. Volgens mij, zoekt hij het om betrapt te worden én buitengesmeten. Morgen slapen we misschien onder een brug, wie weet...
De warmte, de wandelingen, de uurverandering... het peigert een mens wel
af. We sliepen als rozen. Van het vroege vertrek naar Sanjai Gandhi
National Park, kwam niet veel in huis. We arriveerden pas rond 11u.
Voor ontbijt hadden we enkel thee. We wilden ontbijten in het guesthouse,
maar daar serveert men enkel kruidenthee. Die is wel lekker, maar gisteren
was die toch redelijk sterk. Daarom achtten we't beter, gewone thee te
drinken. Niet te krijgen bij de Hare Krishna, want men mag geen builtjes
gebruiken daar, om 'hogere-sferen' redenen. Dus, zijn we ons
verontschuldigend, weggegaan en trokken we naar een kraampje dichtbij, om
een cup of tea. Bleek dat ook kruidenthee te zijn, maar helemaal niet zo
pittig. Best te smaken hoor. Eten durfden we er echter niet...
Met de taxi reden we een uur naar het park. We passeerden een totaal
andere kant van de miljoenenstad (16 miljoen asjeblieft) Massa's
krotwoningen voorbijglijdend, wanneer we niet stil stonden in de files. Het
verkeer is enorm stresserend. Ik weet waarover ik het heb. Nogal wat
collega's zouden een tripje Bombay moeten maken om daarvoor immuun te
worden thuis. Ik heb ondertussen al goed geleerd me tijdens het rijden er niet
aan te laten vangen, en m'n ogen de kost te geven met alle andere dingen die
ik zie. Wanneer we stilstaan en er stopt een motoriksja (tsjoek tsjoek) naast
ons, zijn wij de attractie voor de Indiërs, terwijl alles hier een attractie is voor
ons.
Na het uit de taxi stappen aan het National Park, kwamen terstond arme
mensen op me af. Het is onmogelijk op zo'n moment iets te geven, dan zou
je bestormd worden. Drie vrouwen en een meisje van een jaar of 15
omsingelden me en het meisje nam me bij de arm. Ze begon aan me te
trekken. Ik moest heus kracht gebruiken om los te komen. Erik had het niet
gemerkt, hij dacht dat ik net achter hem liep. Het maant me toch aan
voorzichtiger te wezen. Deze mensen hadden geen kwade bedoelingen,
maar bedelden. Ik zou in dezelfde situatie waarschijnlijk hetzelfde doen.
Maar ik blijf nu toch dichter bij Erik, als we krotwoningen passeren. Want men
scharrelt natuurlijk naar de zwakste schakel, da's logisch. Dat
lichaamscontact zijn wij, westerlingen helemaal niet gewoon, het moet echt
wennen... Ik was verwittigd voor de armoede. Maar ik schrik toch wat van
mezelf. 'k Vind mezelf redelijk harteloos omdat ik het van me af zet. Langs
de andere kant, kan simpele 'ik' niet veel veranderen aan deze sukkelaars
hun situatie. Het wordt heel hoog tijd dat de regering wat onderneemt tegen
het kaste-systeem, zodat ook armen, onderwijs krijgen en sociale rechten.
Het National Park is prachtig. Nou, alvast de Kanheri grotten. Een
boedistische tempel uit de 1ste eeuw, uit de rotsen gehouwen. Een berg,
volledig gebruikt als tempel ter ere van Boedha. De afbeeldingen zijn dan
misschien niet in al te beste staat. Het is een prachtwerk. Zo zijn er heel wat
leefruimten uitgehouwen en enkele ruimten prachtig versierd. Het moet een
huzarenstuk geweest zijn, rekening houdend met het eenvoudige materiaal
dat daarvoor toen gebruikt werd. Door de vele trappen die we moesten
beklimmen, deed het me wel wat denken aan de Azteken. Verder zijn deze
tempels eigenlijk niet te vergelijken met de grote steden der Maya's.
We reden in een treintje door het park. Er is namelijk ook een deel safaripark.
We zagen wellicht niet alles. Een gekooide leewin. Een hert. Enkele vogels
in de verte. Het safariparkgevoel was echter zoek, niet dat het me ergerde.
Het was allemaal vreemd genoeg voor me. Ik genoot van een groep
schoolkinderen die onder begeleiding meereden. Meisjes van een
koranschool. Een gesluierde lerares sprak me aan, maar kon geen woord
Engels. De conversatie werd dus, kort en bondig geuit met een wisselende
glimlach. Apen met de vleet, toefden daar in de bomen. Die zullen we nog
wel meer zien. Er komen zoveel mensen van 't binnenland naar de stad in de
hoop op een beter leven, dat ze zich in het park vestigen. Een deel staat vol
krotten, een deel is een vuilnisstort. Gelijk waar je gaat of staat, armoede zie
je overal.
Toch deed de rust in het park goed.
De drukte van gisteren was zo
overweldigend, dat het voor mij geen 2 dagen hoefde. We aten erg lekker in
een vegetarisch eethuis, tegenover het park. Er was een aparte ruimte voor
mannen alleen. Wij werden verwezen naar de ruimte voor vrouwen en
familie. Op aanraden van Erik heb ik geen gebruik gemaakt van het sanitair.
Hij is m'n meterke 'ja' of 'nee'.
In de namiddag maakten we nog
een wandeling langs het strand.
Gewoon om naar de mensen te
kijken. Gisteren heb ik 1 man in
zwembroek gezien. Vandaag veel
volk, maar iedereen gekleed. Ook
hier gaan vrouwen en meisjes met
bedekte armen en benen in zee.
Ik zit in de lounge te schrijven. Net naast de gebedsruimte van de Hare
Krishna. Al zingend en dansend, begeleid met trom en belletjesgerinkel, zie
ik ze door het raam. 't Is eens wat anders dan StuBru... Alhoewel, de oranje
tenuekes nu toch rondlopen, met striemend staartje, prijkend aan de
achterzijde van een kaalkop.
Eén os zag ik tot hiertoe op straat. Eén schaap en ook één geit. Ik had heel
wat meer dieren verwacht. Ooit heb ik wel eens wat vernomen over de
massa's koeien die opstroppingen in het verkeer veroorzaken en dat men er
wat ging aan doen. Nou, ik heb alvast de niet bedriegende indruk, dat er hier
beslist wat is tegen ondernomen.
Nog eens een wandeling op het terrein rond
guesthouse en tempel, leverde ons een gesprek met een Amerikaans
volgeling op. De man sprak ons aan. Hij richtte z'n conversatie vooral naar
Erik. 'k Heb het vermoeden dat vrouwen hier niet kunnen gemeden worden,
en daarom 'maar' worden aanvaard. Hij vertelde over Hare Krishna in
Amerika. Men heeft ze daar niet graag. Maar hij heeft er niet echt problemen
mee. Nu is hij hier 4 maanden. Ik wilde hem vragen stellen, maar heb het
gelaten, mits hij oogcontact vermeed. Dàt gesprek heeft ons tijdens een
hapje lekkers (made by H.K.) doen filosoferen over godsdienssten, heerlijk
buiten g ezeten in de zwoele avondlucht.
'Everything is okay in the end. If it's not okay, it's not the end'.
Hindoe-filosofie op kartonnen bekertjes op het vliegveld. Prachtig toch! Voor
mij geldt het niet, want dit is niet het einde, maar toch oké.
Een -toch maar weer- helse rit van een uurtje naar de nationale luchthaven
'Santa Cruz', waar we het vliegtuig nemen naar Ahmedabad, om van daaruit
de bus te nemen -indien mogelijk- naar Mount Abu. Vrouwen moeten apart
gescreend worden. We lazen de krant, al wachtende op het vliegveld.
Volgens de krant, in voorbereiding voor het 'holifestival', binnen enkele
dagen... Verfgekladder, kleurenfeest! Het enige festival dat over heel India
gevierd wordt, gelijk welke religie, gelijk welke afkomst. Hier wordt dan
gefeest lijk de beesten. Men raadt toeristen af om zich in een mensenmassa
te begeven. Velen lopen stomdronken en/of onder invloed van drugs.
Vrouwen alleen op straat is niet echt veilig want men gaat gewoon te hevig uit
de bol. In de krant lezen we dat de politie meldt, zeer streng op te zullen
treden tegen automobilisten onder invloed van Bhang (een drug). 'k ben
voorlopig voorzichtig nieuwsgierig...
Ahmedabad... wat een stad. Niet zo groot als Mumbai, maar groot. Koeien
op straat... Eindelijk , ben ik geneigd te denken. We nemen een pre paid
taxi naar het busstation en constateren daar dat we vandaag, helaas, niet
naar Mount Abu geraken. Op naar Udaipur dan maar. Met de bus, een rit
van 6u. We zijn de enige buitenlanders op de bus en bij aankomst in een
busstation in Murasa, troepen een aantal jongens en mannen samen aan m'n
venster. Ik mag m'n naam op hun hand schrijven... Eerst denk ik dat ze me
erdoor sleuren, maar blijkbaar zijn ze echt geëerd met m'n paraf op hun hand.
Op momenten dat Erik eventjes een sigaretje gaat roken en me alleen bij de
bagage laat zitten, heb ik steeds prijs. Jongens of mannen komen allerhande
vragen stellen. Ik wil het niet bepaald, maar blijkbaar trek ik door m'n witte
huid veel aandacht, veel meer dan ik ooit had gedacht. Ze blijven maar
vragen stellen in hun slecht verstaanbaar Engels. Nog even en ik zal 't wel
beter begrijpen. Wat later krijg ik leuk contact met
reizigers in de bus. Men is
blijkbaar erg nieuwsgierig. We
hebben nog een halte. Erik gaat
weer eventjes ene opsteken, ik heb
m'n benen gestrekt en heb alweer
terug plaats genomen. Ik wil nog
wat schrijven alvorens we terug
rijden, want dàn is het onmogelijk
door het geschommel. Maar het
wordt me niet gegund. Een
jongeman komt bij me staan en
vraagt me of ik schrijfster ben...
Binnenpret genoeg. Het leuke is
dat hij Spaans heeft geleerd, hier in
India. Hij spreekt het nog niet vlot
maar kan wel zinnen bouwen. We
hebben een kort Spaans
onderhoud dus.
Het land is veel droger geworden.
Dromedarissen zijn nu ook meer in
het straatbeeld aanwezig. Koeien
en geiten lopen hier vrij rond in hun
heiligdom. Reizigers in de bus die
in Udaipur wonen, benadrukken dat
we de komende dagen beslist in
hun stadje moeten blijven hangen,
voor de Holifeesten. Hun stad
wordt het 'Venetië van India'
genoemd, vertellen ze fier en ze
geven vlot een opsomming van wat
we zeker moeten doen. Een
studente geeft me haar telefoonnr,
zodat ik haar kan bellen als we
problemen of vragen zouden
hebben. Sympathiek toch...
Eens aangekomen met de bus,
komt een riksjachauffeur rond ons
fladderen. Hij gaat niet meer weg.
Hij wil ons naar het hotel brengen.
Dus, oké, waarom ook niet?
Alleen, brengt hij ons niet naar het
gevraagde hotel. Hij wist een veel
beter. Nou, bij een ander lukt dat
misschien, maar niet bij ons. Hij
brengt ons dan naar het juiste, wat
weer niet juist blijkt. We betalen
hem de vooraf afgesproken prijs en
bedanken voor z'n diensten. Hij
hoeft ons niet verder te rijden naar
het door ons gevraagde hotel. Met
een andere riksjachauffeur, komen
we wél terecht, maar het hotel is
volgeboekt. Ernaast is er ook nog
eentje. Daar huren we nu een
ruime kamer. Heel sober, heel
proper, met badkamer. We hebben
geen kast, maar genoeg ruimte om
ons gerief te leggen. We hebben
geen airco maar 2 ventilators aan
het plafond en enkele leuke
versierde bogen, die de kamer
heus sieren. Hier spreekt men ook
Frans.
Onze overnachting in
Havely Narayar Niwas
viel zo goed mee, dat
we hebben besloten te
blijven om hier de
feesten mee te maken.
We kunnen hier nog
één nacht blijven, 't is
volgeboekt, maar we
hebben een kamer
voor de volgende 2
nachten vastgelegd
hiernaast, waar we in
de eerste plaats
wilden verblijven.
We gingen kijken en het is er prachtig. Udaipur is een fantastisch stadje. In
voorbereiding voor 't festival, wellicht drukker dan normaal. Muzikanten
zakken af en laten zich betalen voor niks. Prachtig getooide mensen die
leven van de bedelstaf trekken onze aandacht, de Saddhoe's... schrijf ik het
goed?
Het contact met de mensen valt heel goed mee. Zo liepen we een
steegje in dat uitkomt aan een tempel. We wilden teruggaan, maar een man
zei dat we mochten gaan kijken. Hij stuurde een jongen met ons mee, die ons
wees waar we onze schoenen moesten laten. Hij gaf ons de nodige uitleg
met veel plezier, of, zo leek het toch althans. De smalle straten, steegjes met
open riolering. Koeien op straat, die afval krijgen toegeworpen omdat de
mensen geven wat ze kunnen. Rottend afval én koeienmenst. Dat in een
temperatuur van meer dan 30°C en bijhorende vliegenzwermen, lijkt een
beetje een overlevingstocht. Je zweet en je weet niet wie het hardst stinkt.
Regelmatig richt je je schouder wat omhoog om te trachten te weten te komen
of je jezelf ruikt, ja dan nee. Maar ach, dàt had ik ook al thuis op de bus,
tussen mensen die hygiëne niet
zo belangrijk vinden.
Eindelijk zagen we de eerste
olifanten met begeleider door
de smalle straten stappen. Ik
stel me de vraag, is hij een
attractie of hoort hij hier bij het
normale leven?
The City Palace
bezochten we. Ooit het
paleis van de maharadja
ter plekke. Met spiegels
en gekleurd glas
versierde kamers.
Muurschilderijen, wapens
met overvloed (ook
geweren uit belgië), de
keuken met gerief,
slaapkamers. Maar toch,
vooral de verschillende
vertrekken met versiering
en indeling. Bogen,
arcades waar het maar kan. Een kanten koepel en zuilen met tegels ('t lijken
wel Delftse) bezet.
Vanuit het paleis zie ik het prachtige
maar décadente Lake Palace Hotel. Dit
hotel ligt in het meer. Je kan het enkel
bereiken per boot. Bezichtigen kan
enkel als gebruiker of wanneer je'r gaat
dineren. Daar betaal je 70.000 roepies
voor een verblijf. Wij betalen tussen de
1.000 en 1.500 roepies, om maar even te
vergelijken. Ik neem een foto van de
dégoutante pracht met op de voorgrond
dakwerkers (mannen en vrouwen) die
gehurkt in de snikhete zon, zwaar werk
verrichten op het dak van een gebouw
dichterbij. Zij kunnen hiermee amper hun
gezin onderhouden. Gelijk waar je gaat,
je wordt steeds met deze tegenstellingen
geconfronteerd.
Lunch hebben we in het hotel waar we morgen naartoe gaan. We zitten in de
schaduw op een terras met zicht op het meer, waar hier elke stedeling zo vol
van is. Het meer is mooi, nu het water heeft, wat niet elk jaar het geval is.
Wij hebben geluk dat we't zien. Zij hebben geluk, want ze nemen er een bad
en ze wassen er hun kleren. Idyllisch is het alleszins. Rondom is de horizon
afgemaakt met bergtoppen met hier en daar op de top een vesting. Na de
lunch, hebben we terug genoeg energie voor een bezoek aan de autocollectie
van de maharadje in nog één van z'n paleizen, dat nu herschapen is tot hotel. Hij heeft daar een 18-tal luxewagens staan: mercedes, chevrolet, rolls royce,
austin, ford... Allemaal in goede staat of volledig terug gerestaureerd. Ook
nog een aantal koetsen en riksja's. De laatste op zonne-energie. bij het
bezoek krijgen we een gratis soft-drink (lees coca of fanta), te verbruiken in
het restaurant, waar men blijkbaar voor 100 roepies een menu kan krijgen.
Het is nochtans een chique gelegenheid. Het
bevindt zich zowat in de voortuin en is
een
prieelachtig gebouw (rond dus). Uit noodzaak dronk ik vandaag 3
cola's. Veel te veel, want da's 900ml. 'k Heb dus veel suiker binnen
gespeeld. Niet aan te raden met dit weer. Alles plakt aan me... of is dat enkel
en alleen het gevoel?
We zijn naar 't treinstation gewandeld. Niet overdreven
ver, maar we passeerden de minst aangename kant van de stad. Kinderen
achtervolgen ons al bedelend. Vrouwen met kleintjes, lopen ons al bedelend
naast en voor de voeten. Je kàn gewoonweg niks geven, want dan word je
belegerd.
Een treinticket moet je hier op voorhand reserveren. We hadden enkele
alternatieven bedacht voor het geval de trip die we willen maken, niet zou
kunnen. Het derde voorstel is gelukt. Eerst papieren invullen, de boel in de
computer laten opslagen, betalen en dan kregen we het spotgoedkope ticket.
Plaatsen op de trein zijn genummerd, maar we zullen voor 't begin van de 7
uren durende trip toch ons manneke moeten staan, want onze plaatsen zullen
waarschijnlijk wel ingenomen zijn. Da's Erik 's ervaring van zijn reis, wel lang
geleden. Maar da's zorg voor later.
De riksja terug naar 't hotel genomen.
Weer wil de chauffeur ons naar allerhande plaatsen rijden, weer moeten we
aandringen om ons naar het 'hotel-en-niks-anders' te rijden. - Sir, you wanna visit market? - No, we go to the hotel, we told you. - I drive you to marketplace, yes sir? - No, we go to the hotel. - Other hotel? Restaurant? - No, no, no time... to the hotel! - No time sir? - No... no time, straight to hotel! - Hm... no time... dan waarschijnlijk enkele
Indische vloeken met het idee dat toeristen
altijd tijd hebben, want niet werken... - Oké sir.. No time... I bring you to hotel. Gelaten sportief brengt de man ons en probeert wat meer te verdienen door te
zeggen dat ie niet kan weergeven wanneer we betalen....
Geen muggenmoment, wordt gezegd. Ik sta gedomme vol muggenbeten.
Maar naar 't schijnt kunnen deze muggen geen kwaad. Nou, een deel heb ik
opgelopen in taxi's, en gisteren in de bus, alhoewel ik daar geen mug heb
gezien. En ze jeuken eigenlijk net als... ahum... vlooien?
We zitten op 't dak van ons hotel. Prachtig zicht, rustig, wijd en verre kunnen
we zien. De zon zakt langzaam weg achter het gebergte. We kijken neer op
het meer met z'n door de bries zacht rimpelend water. Aan de rand de
gebouwen en natuur. Momenteel geniet ik van het prachtige omhulsel 'India'.
Alleen... moet ik seffes dringend medicatie gaan nemen voor de
spijsvertering. Ik voel de Mexicokramp terug opkomen, dus tijdig beginnen
met de tegenaanval. Maar toch, eerst... m'n foto'tje nemen...
De darmen lijken vandaag meer aandacht op te eisen dan me lief is. Ik neem
medicatie maar tot hiertoe word ik daar nog niet beter van. Alhoewel de
krampen in mindere mate opkomen.
Niet getreurd en dus toch de Jagdish
tempel bezocht. De grootste tempel van de stad. Verschillende goden
worden er geëerd. Een jonge man gaf ons uitleg over de afbeeldingen op de
tempel. De olifant met slurf omhoog staat vooraan. Dat is ten teken van
welkom. Op de tempel zelf staat de olifant met slurf naar beneden, ten teken
van geluk. Er zijn verschillende plaatsen waar graantjes liggen, (het lijkt wel
duiveneten) én een schotel met bloemenblaadjes en rode verf. Met die verf
stipt men het voorhoofd tussen de ogen, ook ter verwelkoming. De
bloemblaadjes (tegen betaling) strooit men ter ere van de
goden. Dan is er nog een steen waar men het geluk
aanroept, door met de rug tegen te wrijven.
De structuur van de tempel heeft wel degelijk een
bedoeling. Het bovenste gedeelte, geeft de bergen weer.
Daaronder het geluk, vandaar ook de Kama Sutra, dingen
behorende tot het
alledaagse leven.
Daaronder het werk en
daaronder de demonen.
Volk stroomt toe met
massa's. Wanneer we binnen gaan (schoenen
waren al uit), zien we mensen op de grond
zitten. Ze zingen onder leiding van een Sadhoe.
We betalen de jonge man voor z'n verschafte
uitleg. Op de tempeltrappen zitten arme
mensen. We geven ze allemaal wat. Ze zijn
tevreden en lachen ons toe. We mogen hen
fotograferen, ze vragen het zelfs. Tja, hun
weerdienst voor die enkele roepies
waarschijnlijk. Ze zijn arm, ze bedelen, maar niettegenstaande is hun
voorkomen voor een westerling attractief, door de kleuren.
We wandelen langs de trappen aan het meer, waar de vrouwen, jonge
meisjes en een enkele man, de was doen. Op zich is het mooi. Al die
gekleurde stoffen die men te drogen hangt. Maar in de snikhete zon is het
best hard labeur. We ontmoeten een meisje van
een jaar of 8. Ze vraagt of we meekomen, na eerst
enkele woordjes gewisseld te hebben. Langzaam
maar nieuwsgierig volgen we haar. Mama en zus
(veronderstel ik) zijn kleren aan't wassen. Zij neemt
een waterspeelgoedje. We hebben al gemerkt dat
vele kinderen zo'n speelgoedje hebben sinds
gisteren. Ze vult het met water van het meer en
spuit ons nat. We zagen het wel aankomen, maar
laten haar eventjes haar gangetje gaan. Best oké, zolang het water maar niet
tegen het fotoapparaat of in ons gezicht komt. Ik neem van de kleine,
grappige prinses nog een foto als revange.
Nadien gaan we op zoek naar de Bagore-Ki-Haveli. Het is een hotel aan de
rand van het meer, met een museum. Ik loop natuurlijk weer eerst de totaal
verkeerde richting uit. Een vriendelijke man helpt ons op de goede weg. Het
is niet ver. Een haveli, kan je vergelijken met een riad in Marokko, of een
mirador in Portugal en Spanje. Het gebouw lijkt een paleis. Weer zien we,
net als gisteren een wirwar van vertrekken. Beneden hangen schilderijen van
inheemse kunstenaars, foto's van de stad met z'n maharadja en toestanden,
én staan er enkele sculpturen. Hogerop zien we weer mooie vertrekken met
ingerichte slaapkamer, ontvangkamer en allerhande vertrekken voor en van
de rijke voorouders. Fresco's als boord, onderaan de muur of een kleine
plaats waar de muur volledig beschilderd is met figuren. Balkons met de
typische Indische kantfiguurtjes in de muur, gekleurde raampjes. Het is er
allemaal.
Gelukkig heeft deze haveli ook de nodige sanitaire fascilliteiten op het
moment dat de nood het eist. Het was een aangenaam bezoek.
We
besluiten rustig aan naar het nieuwe hotel terug te keren om even te rusten.
Onderweg springen we binnen in een internetcafé, waar ik nog een blogje
schrijf. Fijn dat internet het doet. Een mail naar de jongens schrijf ik niet. Ze
moeten maar volgen op m'n blog, alhoewel het David niet zint.
Ik voel me haast uitgedroogd, dus stel ik voor om als lunch wat thee te
drinken in het restaurant... Erik eet yoghurt, die is hier heerlijk. Ik hou het bij
een kopje thee, zwart, zonder suiker. Nog maar een pilleke erbij en dan wat
rusten in de kamer. Vanavond willen we naar een dansvoorstelling in de
Bagore-Ki-Haveli, dan wil ik geen last hebben van... juist, ja!
Het dansoptreden was best leuk.
Folklore uit Rajastan. 'k Zou er niet
dikwijls naar gaan kijken, maar een
keertje had het beslist wel wat. De
kleurrijke kostuums en de elegantie
van de danseressen zijn prachtig.
Tijdens de voorstelling werd er
vuurwerk afgestoken. Als
voorbode voor de feesten morgen,
het hoorde dus niet bij de dans.
Gelukkig overdrijft men hiermee
niet zoals bij ons, na 3 knallen
was't voorbij. In de omliggende
dorpen, knalt heel de avond op
afwisselende plaatsen nog wat
vuurwerk.
Wel leuk, tijdens het
avondeten (voor mij wat yoghurt en
thee... ahum) zien we hier en daar
kleuren opspatten in de verte in de
bergen. Nou... idyllisch hoor!
Men heeft op verschillende
plaatsen een dunne boomstam
ontdaan van schors en takken in
een speciaal daarvoor gehakt gat
in de straat, getooid met
bommekes en droog gras,
verbrand. Ouders stappen er rond
met hun baby's omdat het hen
geluk zal brengen. We hebben het
niet gezien omdat de
dansvoorstelling bezig was, maar
eerder op de dag heeft een jongen
ons uitgelegd wat de bedoeling is
van die stammen. Kinderen
mogen mensen natspuiten
met hun speeltjes... De
feesten zijn dus begonnen.
Maar ik, ik moet weglopen
van tafel en Erik achter
laten. Haasten naar de
kamer om te doen wat m'n
darmen van me verlangen.
't Is zover; 'Happy holi!'
Het wordt overal gezegd, geroepen, gewenst. Iedereen verbroedert.
Persoonlijk vind ik de knuffel van een onbekende, na de verfdoop en
gelukwens, het leukst. We lazen raad voor de toeristen. Smeer enkele vegen
op je kaken en men laat je met rust. Daar is niks van aan. Verf hebben,
nodigt uit voor meer.
Aan de grote tempel is het het drukst. Daar zetten we ons even op de trap in
de zon om wat te drogen. Naderhand merkt Erik op dat het veiliger is achter
een groepje politiemannen op een trapje. Daar installeren we ons om rustig
foto's te nemen. Deze mannen blijven ongedeerd en houden een oogje in 't
zeil. Ze hebben hun stokken bij. Een kerel, misschien al wat dronken, wil een
politieman aanraken met verf en die proeft gelijk de roede. Ook een toeriste
wordt heus terecht gewezen, weliswaar niet met de stok. Wij mogen blijven
waar we zijn, maar we tonen dan ook dat we hen niet willen besmeuren. Ze
spreken me aan en willen weten wat ik van India denk en hoelang we blijven.
Kinderen gooien eerst kleine ballonnetjes water, die als ze met kracht worden
geworpen, hard kunnen aankomen. Vanop de daken worden we nat
gespoten. Op den duur krijg ik emmers over me. Druipend... met verf en
water... De smalle straatjes zijn het gevaarlijkst
voor het water, daar ontsnap je niet.
Fotoapparaat zo goed mogelijk beschermen is
de boodschap. Ik ben blij dat ik m'n reserve
zonnebril heb opgezet, want m'n dure, nieuwste
wil ik echt niet onder de verf. Die verf is een
poeder. Jongemannen rijden op hun brommer
voorbij en gooien de poederverf, roepend:
Happy holi!!!
Eentje komt van achter ons en
gooit me vol van opzij. In m'n gezicht, krijg ik
een hoop poeder, recht in m'n ogen. Die zonnebril
geeft geen bescherming, als de boel van opzij wordt gegooid natuurlijk. Dat
was er iets te veel aan. Pijn, brandend... ik krijg m'n ogen gewoon niet meer
open, dus ga ik erbij zitten, gewoon op straat. Gelukkig zijn er direct mensen
die ons naar hun badkamer begeleiden. Ik mag m'n ogen goed spoelen. Het
water onveilig? Bacteriën? Nou, dàt kan me op dat moment echt niet
schelen. Het helpt, na een tijdje is het beter.
We besluiten om niet meer door smalle straatjes te gaan, want het wordt hier
en daar wat ruwer. De drank begint wellicht ook wat door te wegen. De
knuffel begint te veranderen in zoenen. 'k Heb er niks op tegen als dat op m'n
wangen is, maar hier en daar is er ene die wat aandringeriger is. Uiteindelijk
nemen we de riksja naar het hotel, da's het veiligst. Daar zijn onze
hotelbedienden onder de verf aan't dansen. Ik ga direct wat mee huppelen.
Hier blijft het nog fantsoenlijk. Toch, wanneer ik in de spiegel kijk, herken ik
mezelf niet meer. Na een goeie douche is het meeste weg, maar
nagelranden en binnenoor krijg ik niet proper. Net als onze kleren en
schoenen.
De middag blijven we rustig op de kamer want we hebben geen
zin om tussen dronkaards te lopen. Onze spullen wassen we zo goed we
kunnen en dan... rusten maar.
Later in de namiddag proberen we naar een hotel te geraken, waar je tegen
betaling kan zwemmen. Helaas, de meeste taxi's rijden niet en de enkele, die
dat wél doet, vraagt daarvoor een prijs die we niet willen betalen. We
proberen te voet te gaan, want het is eigenlijk niet ver, maar jongeren willen
ons terug met verf bekladden en daar hebben we geen zin meer in. Terug
naar ons hotel dus en gedwongen rust nemen. We lezen wat. In feite komt
het me wel goed uit, daar ik toch geen 100% ben. Niettegenstaande ga ik
toch over tot grove middelen, de echte zware haltetoeroepers. Des te groter
is de kans dat ik morgen voor de reis die we zullen verder zetten, beter ben.
Ook Erik heeft problemen met z'n darmen. Maar tot hiertoe is het nog onder
controle.
Avondeten gebruiken we in't hotel. Vandaag had ik nog helemaal niks
gegeten. Witte rijst en kip tandoori, geen groenten voor me. Dan, nog
eventjes m'n blog gaan bijwerken in een internetcafé en hop, naar 't hotel.
Klaarmaken en inpakken wat reeds kan.
Wat een bus, wat een bus! Deze, die we namen
tot Abu Road. Voor de bus naar Mount Abu
moesten we 2u wachten. Voor we vertrokken,
moest ik er enkele foto's van nemen. Zo oud, zo
vreselijk versleten. We leken terug naar 1950.
'k Merkte dat de chauffeur z'n bochten moest
draaien zonder cervo, wat hier en daar toch wat
wilde zeggen.
Eens we in de bergen kwamen,
stapten er heel folkloristisch getooide mensen
op. We hadden eerder deze week danseressen
gezien, die rinkelden bij elke stap die ze zetten.
Wel, dat was blijkbaar niet enkel voor de
dansvoorstelling. De vrouwen in dit gebergte
lopen echt zo kleurrijk en met fijne
rinkelbelletjeskettinkjes rond de enkels rond.
De rit duurde 5u, wat echt wel lang genoeg was. Op een gegeven moment,
zat de bus tsjokvol. Veel mensen met kinderen, prachtig getooid, maar toch,
af en toe zaten er echte sukkelaars tussen met hun haar haast ongewild in
dreadlocks.
Toen we later dan voorzien aankwamen in Abu
Road, namen we daar een jeeptaxi. Driemaal
had Erik herhaald, nadat de chauffeur het
bedrag had gezegd: 'voor 40 roepies naar
Mount Abu?', wat de chauffeur beaamde.
Zowel Erik als ik voelden het aankomen, er
was iets niet juist aan z'n houding. Onderweg
eerst voltanken. Een stukje verder een lading
uien en aardappelen van een kapotte kamion overgeladen. 'It only takes two
minutes' zeiden de heren, want er reden er nog 2 mee. Bwaa... wat maakt
dat beetje uit, vonden we. We zijn tenslotte in India... De chauffeur
vertraagde niet in de bochten. Hij week ook vaak uit naar het midden, in die
bochten. En maar babbelen en hoofd wegdraaien. Tot er een tegenligger
aankwam en hij alles moest toegooien, en we slipten. Gelukkig is dat goed
afgelopen, maar dit had serieuze gevolgen kunnen hebben, bedacht ik me, de
afgrond naast ons inturend. Zouden hier rijscholen bestaan?
Ze brachten ons naar een ander hotel dan we
vroegen, maar we stapten toch maar uit, mits we
voelden dat er nog meer niet goed zat. En toen
kwam de aap uit de mouw. De chauffeur vroeg 400
roepies. Dat was er wat over. Erik zei: '100 roepies,
te nemen of te laten!' Ze waren niet akkoord, dus
moest ik me haasten om hem bij te houden. 'Ook
goed', zei hij, en vertrok me meesleurend. Eén van
de heren kwam ons achterna gelopen om alsnog de
100 roepies te innen.
Tenslotte vonden we het gezochte hotel, The
Connaught House. We zitten op het
hoogste punt in Rajastan. Het is hier
prachtig. Net als de contrasten in het land en
de mensen, vind je die hier ook in de natuur.
Zeer dor en even later een oase. We
hebben een terras met prachtig uitzicht.
We maakten een wandeling rond het
Nakki Lake. Het krioelt er van de mensen. Men kan er met een bootje varen
of met zo'n fietspendel wat rondtrappen. Vele mensen met kinderen staan -in
wat voor een rij moet doorgaan- te dringen voor een ticket. Het parkje is hels
van de drukte. Vele jonggehuwden komen
hier hun wittebroodsweken doorbrengen. We
zien zo'n koppeltje. Ze moeten dan worden
gefotografeerd in traditionele kledij. Nou,
moeten... Dat is alleszins hun uitgangspunt.
Wij vragen of we ook een foto mogen nemen,
maar zij willen ons eerst samen met hen op
de foto. Nadien vereeuwigt Erik hen. Ik had
hen eerder al stiekem gefotografeerd..
Zo zijn er nog mensen die ons vragen of we
samen met hen op de foto willen. Raar
toch, die Indiërs. Nog een groep in een
parkje roept ons toe, nodigt ons uit. We
maken wel even een praatje en nemen
foto's (en laten ze ook weer nemen door
hen), maar we willen niet blijven hangen.
We vermoeden dat happy holi hier toch nog
wat in de vorm van een lichte roes
nazindert.
De wandeling rondom het meer is zeer aangenaam, eens we de drukte uit
zijn. Morgen zullen we wat dieper de natuur intrekken, alhoewel er
waarschuwingsborden staan voor wilde dieren. Er zijn hier prachtige
rotsformaties. Water en erosie hebben hier een prachtig resultaat bekomen.
Da's weer een aantal foto's waard. Op een bepaald moment, passeert ons
een groepje mensen. Enkele dames uit het gezelschap, komen me de hand
schudden en groeten me uitgebreid en giechelend op Europese manier. 'k
Weet het, ik val in herhaling maar ze zijn heus wel grappig, die Indiërs...
Deze reis gaat me nog heel lang bijblijven, daar ben ik na 1 week heel zeker
van.
De avond brengen we door op het terras voor onze kamer, gezellig gepraat
met onze Engelse toeristenburen. Het hoeft niet alle avonden, maar
vanavond is best leuk.