reizen
reiservaringen
18-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.11
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Woensdag, 26 maart 2008

We sliepen fantastisch goed. Erik is al voor 7u op, om eventjes van de ochtendzon en vogels te genieten. Hier zitten prachtige vogels, waarvan ik de naam schuldig blijf. Dit is het eerste hotel, waar ontbijt mee is inbegrepen in de prijs. Er wordt een tafel met stoelen in de tuin gezet, en we worden daar dus geacht te ontbijten. Eigenlijk wel een beetje genant, maar terzelfdertijd ook wel leuk. Nou zouden er superwitte lakens moeten te drogen hangen, stralend wapperend in de wind, om de typische 'dreft' reclame te spelen... ofzo...

We nemen een binnenweg naar Pushkar, zo maken we een wandeling van een klein half uurtje en ontsnappen (sorry hoor) we aan de muzikant, de kamelendrijver, de riksja en anderen die ons allerhande willen aanbieden. Ze staan te wachten aan de inkom van het hotel. Bedelaars lopen een heel eind met je mee om toch maar wat te krijgen. We zijn meermaals verwittigd, ook door de mensen in het hotel; neem niks aan, geen bloemblaadjes, niks, want betalen zàl je. De vele priesters, of is het 'zogenaamde priesters' zijn soms redelijk verbaal agressief naar het schijnt. Gewapend met deze goede raad, trekken we naar de heilige stad en... het valt best mee. Men loopt mee, maar we blijven negeren en er wordt niks vervelend gedaan. Tja... hindoevloeken verstaan we toch niet.

We kopen aan een stalletje een fles koud water en een pakje sigaretten. De jongen kust het geld. We zijn z'n eerste klanten en dan brengt dat geluk. Enkele uurtjes later komen we terug voorbij en kopen we weer een fles water. Hij herkent ons natuurlijk en zegt dat hij al veel verkocht heeft. Plezierig toch! We wandelen langs de vele uitgekraamde stalletjes met allerhande. Priesters lopen her en der te bedelen, kinderen trekken in uniform en met boekentasje naar school, net als bij ons. Een processie komt voorbij, begeleid door politie en een man met een lange stok, om reclamedoeken en/of draden die dwars en te laag over straat hangen, omhoog te duwen, zodat die hoge pronkwagen er onderdoor kan. Al glimlachend denk ik aan de straten bij ons, met al die hoogtekabels voor de tram... hij zou werk hebben... De tempel waar deze processie binnen gaat, willen we na een tijdje ook betreden, maar dat mag niet. Daar hebben we alle begrip voor.

We wandelen naar het meer. We moesten onze schoenen bovenaan de trappen achterlaten. Wanneer we beneden zijn, genieten we even van de magische sfeer die er heerst. Rondom, aan de rand, zijn niks dan gebouwen en in de 4 windrichtingen, hele brede trappen, waar gelovigen bidden en zich baden. Dat bidden gaat onder leiding van een priester die déclameert en natuurlijk ontvangt die gelukkige ook de donnaties van de 'arme' gelovigen. Wij zitten niet bij hen. Een prieser komt naar ons. Hij wil ons zegenen en een bloem aanbieden. Wij willen niet en hij roept boos naar ons. Oké... schouders opgehaald en weg ermee. We zagen toch genoeg. We hebben onze foto's. We proefden de sfeer. Wat heet 'vredig' vraag ik me af...? Wat je gelooft, zit enkel maar tussen je oren...

Verder zien we een groepje mensen op de hoek van de straat. Er ligt een koe te sterven. Ze heeft stuiptrekkingen. Ook al gaat het om een koe, het doet raar. De mensen hier zijn enorm bekommerd. Iemand aait haar hoofd. Ik denk; er zijn mensen die veel eenzamer sterven dan deze koe. Maar bewonder hun diepe geloof. Wanneer we later weer voorbij wandelen, is de koe dood. Er ligt een doek half over haar hoofd. Wanneer mensen passeren, tonen ze haar respect, door eerbiedig te groeten, maar er zijn geen hilarische toestanden. Dood hoort bij leven en wedergeboorte.

Eten doen we toch maar niet in deze stad. We vinden het riskant. We drinken hier onze eerste echte expresso en... het smaakt. Wanneer ik vraag of ik naar toilet kan, verwijst men me naar een mooi ogend hotel even verder. Daar ga ik dus en merk op dat ik er voor geen geld wil overnachten. Ik moet door het slaapvertrek van (ik hoop) de eigenaar. Het is vreselijk vuil. Ik ben blij dat het een Indisch (lees franse) wc is. Da's in deze situatie het meest hygiënisch. De buitenkant is verdomd misleidend.

We passeren een winkel met muziekinstrumenten. Zo kan ik de sitar eens beter bekijken. Nee, ik begin er niet aan, om te trachten het te bespelen. Maar het is een mooi instrument, toegegeven. We kopen een paar oorbellen, zeer speciaal, echt Indisch en toch niet wat je zou noemen 'typisch'. Natuurlijk... zilver. Ik wil een foto nemen van een koe, één van de velen. Ik ben geconcentreerd op het digitale schermpje aan't kijken en voel wat waterspetten op m'n voeten. Er zijn nogal wat plassen hier en daar, en ik denk dat weer iemand wat gebruikt water heeft weggegooid. Wanneer ik de foto genomen heb, merk ik dat de spatten eigenlijk koeienurine is...

We zien een prachtig gebouw. Helemaal beschilderd met afbeeldingen en geometrische figuren. De deuren staan open, zoals haast overal. We denken dat het een tempel of een guesthouse is. We laten onze schoenen buiten en gaan binnen. We treden een prachtige overdekte plaats binnen. Er zitten vrouwen te wassen. We kijken rond. Iemand komt naar ons en wijst ons de tempel aan de zijkant. Het is hun huis met tempel. Ik verontschuldig ons voor het binnenvallen, maar eerlijk gezegd, heb ik er niet echt spijt van... Zo mooi!

We wandelen terug naar ons hotel langs de weg die we vanmorgen namen. Onderweg komt nog een groep kleine meisjes bedelen in't Engels. Ze zien er erg verwaarloosd uit. Als ik een pak koekjes zou hebben, had ik het hen zonder aarzelen gegeven, maar geld geef ik hen niet. We gaan samen op de foto en ze vragen of ze het resultaat mogen zien, zoals haast iedereen die gefotografeerd wordt. Na een verfrissende douche en opgelopen uitslag en allerhande insectenbeten (zouden het weer vlooien zijn?) te hebben verzorgd, rusten we even en overleggen onze organisatie voor morgen. We reserveerden een nachttrein, het kon niet anders naar Agra. De trein moeten we nemen om 23.30u, dwz ten laatste 21.30u vertrekken aan het hotel. We moeten geen nacht meer betalen. Als we 500 rps betalen, mogen we de kamer nog effe houden. Dan kunnen we nog douchen voor we vertrekken en onze rugzakken op de kamer laten.

We maken nog een wandeling voor het ondergaan van de zon. De hotelmanager heeft wel liefst dat we voor donker terug zijn. Hij wil niet dat we zonder verlichting in de woestijn dwalen. Nou, er zijn wel zandwegen, maar er verblijven nogal wat mensen die misschien te makkelijk verleid zijn om zo'n twee witte, onervaren maar rijke kwispeldoren, wat te ontfutselen. Het is hier om 19 à 19.30u pikkedonker. We zijn op tijd terug en nemen een lekker avondmaal en genieten van een rustige avond.

18-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


17-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.12
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Donderdag, 27 maart 2008

We slapen hier heel goed. 's Avonds worden de honden uit de omgeving wakker en houden een blaf- en huilconcert. Het duurt echter niet te lang. Ik heb kou, geraak niet in slaap. Tot ik een dekentje over me heen trek.

Goed gehumeurd, want uitgeslapen begint de nieuwe dag. Na een heerlijke douche en veel tijd nemen om goed wakker te worden, bestellen we ons ontbijt. We ontbijten een uurtje later dan gisteren en de dag begint veel warmer. De zon brandt en laat zich gelden. Er is niet aan te ontsnappen. We kunnen enkel in de hete zon ontbijten. Tot daar aan toe. Toch lukt het de vele vliegen m'n humeur een lichte kwinkslag toe te brengen. Ze manoeuvreren tot in m'n neus, de dégoutante teringlijers. Ik loop er dus in en laat me vangen door die kleine monsters om me even te laten gaan en hen de hel toe te wensen.  Wanneer we ons, na het ontbijt nog eventjes terug zetten op het terras, is er geen vlieg meer te bespeuren. Die stinkerds kwamen dus af op ons lekker ontbijt...

Het is verschrikkelijk warm vandaag. We leggen de thermometer even op de grond (beton) in de zon en hij loop zo hoog op als maar kan. Boven de 50°C in de zon dus. In de schaduw zakt ie naar 40°C. De wind is haast heet. We overwegen aarzelend om heel misschien ('k zal wel veel moed moeten verzamelen dan) met de kameel wat rond te stappen. Opgelucht ben ik, wanneer de hotelmanager het ons afraadt, vanwege de hitte. Ik hoef niet stoer te doen dus, oef! Het is 11u en we besluiten om gewapend met een fles fris water even de woestijn in te trekken. Er zijn taaie struikjes met doorntjes en boompjes van een 2m hoogte met doornen, groter dan 5 cm. De bodem ligt bezaaid met die dorens. Enkele malen steken ze door Eriks sandaalzool. Ik heb geluk met mijn schoeisel. Om zo'n doorn uit die zool te trekken, moeten we echt wel wat kracht gebruiken. Die zolen zijn immers niet kapot of versleten.

De woestenij is prachtig. We zien er weer vogels met de mooiste tekeningen en kleuren. Grote, groene en gele kevers maken het geluid van een minibrommertje wanneer ze tegen de wind in vliegen. Die diertjes werken heel hard om vooruit te geraken. We komen voorbij herders met kudden geiten. Die eten blijkbaar de doornplanten. Mekkerend tevreden met hun dis, storen ze zich niet aan de 2 passerende woestijnleken. Van ons water drinken we gretig, steeds met kleine teugjes. We smeerden ons goed beschermend in, om niet te verbranden, want het is gloeiend heet. Er komen kinderen naar ons toe gelopen. Hun moeder is wat verder met nog kindjes, en ook een kudde. Het jongetje wijst naar een lompentent en wil dat we thee gaan drinken bij hem thuis. Dat doen we niet om geen verplichtingen te scheppen. Toch ben ik heel nieuwsgierig om van dichtbij te zien hoe deze mensen leven. De jongen en z'n zusje vragen geld, maar ze doen absoluut niet vervelend. Ik zeg hen ronduit dat ze geen geld krijgen. De moeder volgt ons ook, maar blijft op afstand. Ze heeft de sluier voor haar gezicht getrokken. We zien een kudde geiten, tussen een groep buffels, aan een oase, zo lijkt het. De geiten behoren deze mensen toe, vermoeden we. De moeder roept wat naar het jongetje die prompt geluiden maakt, waarop de geiten moeten reageren. Het meisje loopt naar haar moeder en komt terug met kleine zus en een grote zak op haar hoofd, net zoals de moeder ook doet.  Wij nemen prachtige foto's aan het water met de luie, genietende buffels, vogels, geiten. Ik zeg tegen het meisje dat ik de zak zal dragen en zet hem op m'n hoofd. Zo stappen we verder. Zij vindt het best prettig en loopt leutig gibberend mee, m'n hand vasthoudend.

Wanneer onze wegen splitsen, geven we de jongen en z'n zusje elk 10 rps. De jongen vraagt nog één maal of we naar zijn woonst gaan. Wanneer het duidelijk is dat we echt niet gaan, waait hij ons uit. Wij keren terug naar ons hotel. De wandeling duurde +/- 1.30u. De fles water is leeg. Wij zijn bezweet en vuil. Wij nemen een douche. De kinderen en hun mama leven de realiteit, zij hebben geen douche.

We gaan in het ressort hiernaast vragen of we gebruik mogen maken van het zwembad. Mits betaling is dat geen probleem. We betalen. Hun zwembad is rond, niet erg diep en het water is... euh... groenig. Maar we gaan er in, mekaar belovend dat we geen water zullen slikken. Het is ijskoud, niet te geloven. We durven er niet lang in te blijven want door het koude water zouden we wel eens een zonneslag kunnen oplopen. Je voelt immers zo de zon niet branden... Daarna is het rusttijd, paktijd, snacktijd...

Terwijl we, toch badend in luxe, onze thee drinken, zien we in de verte onze arme vrienden van deze morgen. Wij hier... zij daar... onvoorstelbaar... Om +/- 21u zullen we hier vertrekken met een aangevraagde taxi. De trein vertrekt pas om 23.30u... hopen we.

De trein staat klaar, meer dan een uur op voorhand. We hebben dus alle tijd om rustig onze genummerde plaatsen te zoeken. Om de juiste wagon te vinden, hebben we tijd en inspiratie nodig. De lijsten met namen van de reizigers, worden op het laatste moment aan de wagon gehangen. We hebben allebei de bovenste slaapbank, tegenover mekaar. De boel is volzet. We zitten bij een familie met 3 kinderen en nog 2 andere mannen.

De slaapbanken zijn schandalig vuil, echt schandalig. We beginnen alvast te poetsen want dit kan echt niet! Iedereen neemt dit gelaten. Iedereen vindt dit normaal. Nou, het staat vast dat je maar beter niet de nachttrein neemt in je beste kleren. De regels hangen uit: ‘please discurrage beggars, theft or dammage of the vehicle. It 's proparty of the gouvernment’. Reizen zonder ticket wordt gestraft met een boete van 1000 rps, 5 maanden cel, of, allebei! Men weze verwittigd!

17-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


16-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Vrijdag, 28 maart 2008

De nacht duurt lang, is vuil en ongemakkelijk. Ik ga niet van die slaapbank, want heb het gevoel dat ik zo bij de mensen binnen stap. Om 2u zijn we nog wakker: We komen aan in Jaipur en er stappen nog families op. Voor iedereen z'n plaats gevonden heeft, komt er een geluidslawine door de trein. Weer stoort niemand zich aan de vuiligheid.

Wanneer we 's morgens de woonwijken van Agra doorrijden, zien we vele mensen hun behoefte doen aan de treinsporen, buiten dus. Het zijn wellicht armen die in hutten of onder de blote hemel slapen. We zien tientallen blote achtersten, gehurkt. Kleed omhoog, of broek naar beneden, hun ding doen. Over de stank kan ik het maar beter niet hebben... Net alsof men op sarcastische toon wil zeggen: 'Welkom!' Een zeer vreemd zicht.

We zien massa's koeienvlaaien, netjes gesorteerd, die liggen te drogen. Die worden gebruikt om te stoken, wellicht niet erg gezond, maar wie maalt daar om? Het valt op, dat de hardste, vuilste karweien door enkel vrouwen en meisjes worden verricht. Ik zie vrouwen de koeienmest kneden, met blote handen, om die dan in allemaal even grote, ronde vormen te laten drogen. Nu weet ik het, ik vroeg me eerder al af, hoe die vlaaien allemaal zo mooi rond en even groot komen...? India zou zonder vrouwen en hun harde en vuile werk, economisch nog veel verder achter staan. Ik bewonder deze vrouwen, die met hun handen in stront roeren, hun kinderen voeden, hun man behagen. Dat zijn ongeschoolde vrouwen met een wilskracht, waar ik, westerse, niet tegen op kan.

Ik heb van toen we in het hotel vertrokken zijn gisteren, geen gebruik meer gemaakt van sanitair, noch openluchttoestanden. Het treinstation in Agra, lijkt me te verwittigen: 'Hier niet... hier niet', dus wacht ik. We nemen een taxi naar het busstation en moeten niet wachten op de bus naar Barathpur. Het lijkt me ook niet direct uit te nodigen voor m'n plasje. De bus dus op. We denken dat het een uurtje zal duren, maar we komen pas in Barathpur tegen 11.30u. Nergens is wat aangegeven in 't Engels, alles in Hindoe... We zijn vuil en moe, dus eerst maar een hotel gezocht en gevonden. Niet duur en toch proper, met badkamer (hehe... opgelucht) en airco (ook t.v. maar die gebruiken we niet).

We willen hier het Keoladeo Ghana National Park bezoeken, hopende nogal wat prachtige vogels te zien. Het hotel is heel dicht bij het park gelegen. The Birders' Inn, uiteraard dragen veel hotels namen die verband houden met het vogelreservaat. Wanneer we buiten komen, vliegen de riksjafietsbestuurders naar ons als vliegen naar een pot siroop. Wat een concurrentiestrijd en zeer vervelend, we nemen er geen. Zo lossen we dat op. Eerst wandelen we wat. Regelmatig passeren ons riksja's en wordt gevraagd of we willen instappen. Na een half uurtje doen we dat, want de zon brandt enorm en er is geen schaduw. Nogal wat Sikh hebben hier hun hard verdedigd taxiterritorium. De man rijdt met ons wat rond in de stad. We komen aan het plaatselijke paleis (ook museum).  Een zeer opvallend maar vervallen gebouw in renovatie. We gaan het bezichtigen. Het was natuurlijk van de maharadja's. We nemen geen foto's, want hebben daarvoor niet betaald. Er is nog heel veel werk aan het gebouw. Er werkt ook veel volk. Alles wordt (zo we kunnen zien toch) manueel gedaan. Het zal dus nog een hele tijd duren voor het paleis terug in orde is. Niettegenstaande is het best interessant te zien hoe deze mensen hier te werk gaan, met hamer en beitel om dingen mooi af te werken, te versieren. Massa's bamboestokken om iets te ondersteunen. Niemand draagt veiligheidskledij, niemand draagt een helm. Het meest indrukwekkende op dit ogenbik, is de haman. We zijn de enige bezoekers en wanneer we dreigen iets over te slaan, worden we door de bewakers snel terug op het rechte pad gezet. Het gaat hem vooral om vertrekken, die nog moeten gerenoveerd worden en een tentoonstelling van de maharadja's hun wapens, jachttrofee's, luxespullen, hebbedingetjes en schilderijen of foto's van hen.

Hier komen we er achter dat het park dat we morgen willen bezoeken eigendom was van de maharadja. Daar werden dan eenden gekweekt, er kwamen er ook vele broeden. Met z'n Engelse vrienden politiekers, jaagden ze dan op die eenden. Soms liep het aantal geschoten eenden op, tot meer dan 2000 op een dag. Ik kan het me niet voorstellen, zo'n dégoutanterie...

We wandelen wat rond in de stad. Het begint te waaien. Het is een woestijnstad, we moeten ons beschermen tegen het vele opvliegende zand. We maken een lichte zandstorm mee. Voor mij valt het mee. Ik trek m'n sjaaltje voor neus en mond, maar Erik ocharme, slikt wel wat. Een man ziet ons bescherming zoeken, want het gaat er toch wel hevig aan toe. Hij biedt ons een stoel aan in z'n winkel. Ik twijfel, want denk dat men ons allerhande zal willen verkopen, maar onterecht. Wanneer de wind gaat liggen, groeten we de man en verlaten het pand.

Er zijn veel kamelen in het straatbeeld. Ook straathonden, geiten, buffels en koeien. Je kan haast niet omheen de uitwerpselen. We lopen door een smalle straat waar we met veel moeite de vliegen van ons kunnen afslaan.  Telkens weer, kijk ik de ogen uit naar de verschillend getooide mensen, toestanden, winkeltjes en kraampjes. Alhoewel het vogelreservaat toeristen trekt, lijken wij de enige toeristen te zijn in het stadje. We trekken enorm veel aandacht. Iedereen roept en zwaait enthousiast.

Wanneer we terug naar het hotel willen, vinden we de uitweg niet, en nemen dus een riksja. We leken serieus afgedwaald. We komen aan het Sikh-terrein en de taxi moet gedwongen stoppen. Ze gaan zo ver, ons te vragen over te stappen, maar we zijn haast aan het hotel en gaan te voet. Wat denken die wel... Grimmige sfeer. Hier -zo staat in de Lonely planet- werden in het verleden al moorden gepleegd onder de riksjabestuurders. We namen wat informatie om morgen het reservaat te bezoeken, want voor vandaag was het niet meer de moeite. We beginnen er liever vroeg aan, vanwege de hitte.

16-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


15-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zaterdag, 29 maart 2008

Het Keoladeo National Park.... mag er best zijn. We waren daar om 6.30u en een kwartiertje later hadden we onze gids (de man met de meest sympathieke uitstraling) en fietsen, en konden we vertrekken.

Bijna 7u, hebben we doorgebracht in het park. Al zes jaar heeft het te weinig geregend. Er is niet voldoende water, en sommige trekvogels komen daarom niet. Ook zijn op deze tijd van het jaar al andere volgels weer vertrokken. Niettegenstaande hebben we genoten van het birdwatching. Onze gids had een hele goeie telescoop, die hij met statief meezeulde op z'n fiets. Zo zagen we pas echt de prachtige kleuren van de vogels. Te veel om op te noemen, maar toch enkele dieren die we in hun normale habitat zagen; Een witte paradijsvogel met prachtige lange staart, de mareboe, de lepelaar, de ibis, jakhalzen, kingfishervogel, de uil, groene papegaai, stork, een hoop vogels waarvan ik de naam niet meer weet, én weer die kleine eekhoorntjessoort of chipmunk. We zagen waterschildpadden, grote, die met tientallen, een buffelkadaver opvraten. Deze dieren eten groen, maar ook dode dieren. Het was een agressieve bedoening. Er lopen ook damherten en antilopen rond, waarvan één is opgevoed door de dorpelingen. Hij voelt zich goed bij mensen. De antiloop volgde ons een heel eind. Natuurlijk waren er ook weer apen, ditmaal rode gezichten. Men had ons verwittigd dat ze agressiever zijn dan de zwartgezichten, maar daar merkten we niks van.  We hebben ook helemaal niets gevoederd aan de dieren. Als ze weten dat je lekkers bij hebt, zullen ze waarschijnlijk wel meer willen en agressiever worden.

Het park krijgt veel bezoekers. Met bussen komen de toeristen het park bezoeken. Ik vermoed dat wanneer deze toeristen een half uurtje in het park worden rondgereden in riksja's, deze mensen de boel al gezien hebben. Wij opteerden voor de fiets. Zelf trappen dus. De eerste 3 à 4u met de gids en nadien, zijn we er zelf nog eens op uitgetrokken. Helemaal op het laatst, heb ik m'n voet verwond aan een dor palmblad, dat op de grond lag. De wonde was niet groot, maar bloedde wel. Dus heb ik m'n voet eerst wat verzorgd, alvorens verder te fietsen. Maar nu doet die voet deftig pijn en is gezwollen. Afwachten maar hoe dat nog vordert. Wat het schieten van de eenden betreft, door maharadja en vrienden... Men heeft hier een monument gezet in de vorm van een groot bord, met de data en aantallen geschoten vogels. Elke Indiër, staat hier schuddend met z'n hoofd te lezen. Elke toerist, nou dat denk ik toch, voelt een vleug schaamte. We geraken hierover even in gesprek en besluiten dat men algauw, zich maar kan neerleggen bij het verbod om het schieten van vossen in Engeland.

Vlinders zijn zeer moeilijk te fotograferen, maar daarom genieten we er des te meer van wanneer deze kleurenpaletten voorbij fladderen. Het park is een heerlijke afwisseling met de wandeling, die we gisteren in de stad maakten, en de reis van Pushkar naar hier.

M'n voet begint erg pijn te doen en m'n schoen spant. Erik is ongerust en vreest voor ontsteking. Hij opteert voor het hospitaal. Pffffftttt... da's tegen m'n zin hoor. Maar de pijn wint en ik geef toe. Een man van het hotel gaat met ons mee met de taxi, en zorgt er voor dat alles vlotjes verloopt. Men zegt me dat deze puntige palmbaden waarmee ik kennis maakte, voor veel ongemak kunnen zorgen.

Een blanke vrouw in het plaatselijke hospitaal... dàt moet iedereen gezien hebben. Een verpleger, 3 verpleegsters, een dokter, de taxichauffeur, de man van 't hotel en Erik staan rond me in de dokterskamer. Er worden geen handen gewassen. De dokter onderzoekt m'n voet en zegt dat het oké is. Ik zal 6 dagen pijn hebben en dan zal het beteren. Ze doet verder niks. Erik springt op: Niks van! 6 dagen is veel te lang! Dat ding moet uit die voet! Waarop de dokter me naar een kleedkamer verwijst, waar een onderzoektafel staat zonder overtrek, en het lijkt wel of er net een zand- en stoforkaan heeft over geraast. Ik zet me er op. De verpleegster geeft aan de verpleger een net uitgepakte (dat heb ik gelukkig gezien) injectienaald. Het peuteren in de wonde begint. Handen werden niet gewassen. Het peuteren blijft even doorgaan. Ik bijt dapper op m'n tanden, want ik wil hier niet als Annemie-de-flauwe-wittebees gekenmerkt worden. Het lukt niet. De man van het hotel neemt de naald over en gaat zich heel vriendelijk roeren in de kleine, maar toch dieper wordende wonde. Een wachtende man, die in de gang zat, komt ook kijken. Dan komt de dokter terug binnen, en neemt een paar plastieken handschoentjes, een verse injectienaald en... ik weet hoe laat het is. Er zit niks van het palmblad meer in de wonde, enkel wat zand. De boel wordt ontsmet en toegeplakt. Ik zucht en krijg een brief met wat ik allemaal moet innemen. Antibiotica, nog wat inentingen, en nog 5 pillen/dag, een week lang... Slik!

Wij opteren voor niks, ik ben immers gezond en had thuis m'n injecties. Ontsmettingsmiddel hebben we bij en pillen tegen pijn en ontsteking ook. We wachten dus af, maar ik zal nog enkele dagen een gezwollen voet en pijn hebben. Wanneer ik mankend naar de wagen buiten huppel, wuiven de verpleegsters me uit, want ondertussen hadden we al een leuk onderonsje. Lieve mensen allemaal. Toch zouden de witte schorten van het hospitaalpersoneel naar mijn mening iets sneller moeten worden gereinigd. Maar ach, wie ben ik... we zijn immers toch maar in een klein stadje in India. Ik ben al blij dat we niet ver moesten voor het hospitaal.

Het avondeten was subliem. Gisteren waren we al zeer tevreden, maar vandaag vond ik het een feestmaal. Ik had eerst wat soep en nadien een typisch Rajasthanschotel. Een soort kaaskroketten... mmm... met lookbrood! Daarna ontstekingsremmer en pijnstiller ingenomen voor het voetje. We lieten wat kledij wassen. Dat klusje was geklaard (gewassen en gestreken) in enkele uurtjes.

15-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


14-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.15
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zondag, 30 maart 2008

Wauwww, wat sliep ik goed na het nemen van die straffe pijnstiller. Met de voet gaat het al wat beter. Heel rustig kan ik stappen. Da's beter dan niks. Ik opteer dus voor actie. Onze planning zal doorgaan mits een kleine wijziging. We overnachten één nachtje langer in the Birders Inn. 't Is hier niet te duur, het eten en de service zijn wat mij betreft perfect, en zo kan ik iets beter uitrusten na een dag toeristen.

Erik regelde een taxi met chauffeur voor een dag. We rijden eerst naar Agra. Wanneer we de eerste wijken van Agra binnenrijden, herkennen we de armoedige buurt met openbaar toilet. Hier is echt armoede troef. Dit is dus de stad waar de beroemde Taj Mahal staat. Een werelderfgoed, prijkt in een omgeving van mensen in lompen en stront op straat... denk ik dan toch maar. Natuurlijk is in de nabije omgeving, helemaal niks te merken van zulke armoede. Ook in India weet men maar al te goed dingen te verbergen voor het oog van de naïeve toerist, die per bus met gids arriveert vanuit z'n vijfsterrenhotel. De inkomprijs is schandalig, als je't vergelijkt met wat de Indiërs betalen. Indiërs: 20 rps buitenlanders: 750 rps.

Daar het gebouw zo bekend is, zijn er uiteraard verwachtingen. De entré is indrukwekkend. Eigenlijk is de boel zodanig opgezet dat je nieuwsgierigheid wordt aangewakkerd. Je komt aan en moet je vehicel (watdanook) op de parking achterlaten. Die is nog redelijk ver van het gebouw en je ziet dus nog helemaal niks. Dan kan je per riksja naar de ingang van 'het monument', -denk je-, of met de pendelbus. Die nemen we. Dan is het nog een heel stuk te voet. Dapper schuifel, hinkel ik, aan Erik hangend, voorbij allerhande kraampjes, winkeltjes, waar men tracht je te verleiden tot de aankoop van al wat je maar kan bedenken ivm de Taj Mahal. Wanneer je dan aan de inkom van het monument komt, koop je je begeerde ticket. Je gaat door de controle en wordt gefouilleerd.  Sigaretten afgeven, boekjes afgeven, drank afgeven. Je krijgt wel een klein flesje water mee als toerist (waarvoor we dankbaar zijn, alhoewel het wel mee in de prijs zal zitten hé). Dan zie je nog steeds niets van het gebouw. Wanneer je dan binnen mag, ga je langs een mooi, sober aangelegde tuin met een brede wandellaan, naar de eigenlijke ingang. Hoe dichter je nadert, hoe meer mensen.

De eigenlijke ingang is een gebouwde structuur in rode steen, een soort omwalling met poorten. Dàt heeft het effect van het doek dat opengaat in het theater. Wanneer je (nou, ikke toch) die muur, poort, boog, gewelf staat te bewonderen, kom je naar die poort toe en dàt moment is het prachtigste. Daar zie je dan de Taj Mahal, mooi gepresenteerd verschijnen. Dàt, is het mooiste moment van de bezichtiging van het geheel. Niettegenstaande is de graftombe ook weer formidabel afgewerkt. Altijd maar weer, zie je in India, bewerkt marmer... Het is groot, het lijkt groot, tot op een gegeven moment. Hoe dichter je nadert, via de aangelegde tuin, hoe kleiner het gaat lijken. Het zicht vanuit de tuin en smalle watergeul is prachtig, ook al was de hemel overtrokken. Met een helderblauwe lucht, komt het marmerwitte gebouw wellicht pas echt tot z'n recht.

Eens je binnen bent, besef je dat het niet meer is dan een graf. Je loopt mee met de massa, in een cirkel rond de tombe. Want, 'gelieve niet stil te blijven staan’; zie ik een bewaker iemand die iets beter wil bekijken, aanmanen. Je vraagt je werkelijk eventjes af, 'is dat alles?' Het krioelt er van de mensen. Alle soorten Indiërs lopen er rond, wat op zich een ware attractie is. Het ene moment, zeggen ze, dat je maar wat opzij moet, want je staat in hun zicht voor een foto, terwijl het niks uithaalt, want er is een overhoop van mensen. Het andere moment, moet je met hen op de foto, want het is een eer om met een toerist op de foto te staan. Maar het valt echt wel mee.

Wanneer we uit het gebouw komen en rustig langs de zijkant van de tuin willen wandelen, zien we een groepje mensen met glitter in Indische outfit. Maar dat klopt niet. Ze zijn er net iets over. Net iets té opzichtig gekleed en opgemaakt. Erik neemt een foto van hen en ik vraag me af of zij Sikh zijn of wat...? Er staat een gids bij hen en ik hoor hem Spaans spreken, dus ik spreek hen aan. Ze blijken Mexicaanse toeristen te zijn. Wat een leutig groepje.

Wanneer ik op het grote grasveld in de tuin kijk, merk ik hardwerkende vrouwen, die, ook vandaag, zondag, voor een hongerloontje het gras afsnijden met sikkeltjes, en het in grote hopen op hun hoofd, afvoeren. Voor hen is de Taj Mahal geen attractie, maar hard labeur! Steeds weer die contrasten. Ik kijk om me heen, naar de mensen en niemand lijkt deze arme mensen te zien... Heel misschien, is er nog iemand die vaststelt wat ik ook denk. Maar ik heb het gevoel de enige te zijn, met deze gedachte.

We stappen op het tempo van schuifelende oudjes, maar zo lukt het me minstens. Het voordeel? Zo hebben we nog meer tijd om te kijken. We nemen dezelfde pendelbus terug naar de parking. Alleen, worden we, net als met het heengaan, gevolgd door mannen, kereltjes en jongetjes, die ons allerhande willen verkopen. De truuk is, eerst charmeren en dan ten aanval. Maar ze geven absoluut niet op. Twee jongens maken onderling ruzie. Ik zeg hen dat ze niet moeten bekvechten, want dat ik toch niks koop. Plots komt een agent op motor onze richting uit. Ze stuiven weg. Het ging zo snel dat Erik zich afvroeg wat er aan de hand was.

Onze taxichauffeur rijdt ons naar een restaurant. Men staat er in kostuum van de maharadja-periode, aan de deur. Er komt al een muzikant onze richting uit en we zijn niet eens uitgestapt. We houden ons hart al vast, want we wilden gewoon een kleine versnapering. Erik zegt dus direct tegen de chauffeur dat we daar niet zullen eten. We willen een restaurant voor-en-van-Indiërs, simpel en goed. Waar we uiteindelijk eten, zitten geen Indiërs, maar nogal wat Japanners. Het eten is erg lekker. Verder geen tamtam, eten en wegwezen, want we willen naar Fatehpur Sikri. De verlaten stad waar een drukte heerst van belang.

Ook hier komen toeristen met bussen. Wij doen het wat rustiger aan. We nemen geen gids, kopen geen armbandjes, maar wandelen rond. We lezen her en der de aanwijzingen en nemen vooral veel foto's.

De Moghuls hadden beslist verstand van architectuur, dat is vandaag voor ons bewezen. Er is ook de moskee, die de moeite is. Ik kan er niet binnen, want draag een te korte broek. Daarenboven is m'n voet te erg gezwollen om m'n sandaal uit, en daarna weer aan te doen. Erik gaat binnen, staat na een minuutje terug bij me, om te zeggen hoe prachtig het is. Maar hij kan me niet overhalen, trouwens, als ik de plakkaatjes lees, zal de toegang me toch geweigerd worden door die 'te korte broek naar moskeemaatstaven'. Ik wacht hem op, gezeten tussen mensen en geiten op de trappen voor de moskee. Regelmatig wil men me wat aansmeren, ik zeg vlakaf dat ik niets koop. 't Is wat hard, maar zo dringt men tenminste niet aan.

Ik zie een jongen die boeken en postkaarten wil verkopen, als een hazewind uit de moskee van de trappen lopen. Beneden wordt hij tegen gehouden door politie. Men neemt hem alles af. Er wordt druk geargumenteerd. Ook hier geven bedelaars het direct op, als een politieman of iemand van de toezichters zich laat zien. Een vrouw vraagt me haar te fotograferen, ik doe het en nadien wil ze geld... De trukendoos raakt niet uitgeput.

Onderweg naar Barathpur zien we veel pelgrims, veel meer nog dan vanmorgen. Ze trekken met z'n allen naar feesten bij een tempel, verder weg. Velen zijn getooid met rode doeken of slingers met goudkleurige franjes. Ook dragen velen een rode vlag met het swastikakruis. Er zijn mensen die 3 à 4 dagen te voet gaan om de tempel te bereiken. In deze hitte wil dat echt wel wat zeggen. Op vele plaatsen zijn rust- en drankpunten opgezet, met kleuren en franje en muziek. Erik kan niet nalaten een vergelijking te maken met Werchter.

Tussen Agra en Barahtpur rijden ook vehicels, die met restanten van kapotte wagens in mekaar zijn gezet. Prachtige rijwielen zijn het, jugar genaamd, waarmee je geen rijbewijs nodig hebt, om op de baan de boel nog wat gevaarlijker te maken. We zien onderweg zowel strooien als lemen hutten. Spijtig genoeg, is het te druk om de taxi te stoppen. Foto's nemen, gaat dus niet. Vandaar, dat ik het gewoonweg moet noteren.

14-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


13-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.16
Klik op de afbeelding om de link te volgen
maandag, 31 maart 2008

Vertrek hotel: 7.30u, met een taxi richting treinstation. Ik zie blote kinderbillen ontlastend langs de weg. Zoals ik een sarcastisch welkom meende te ontwaren, lijkt dit hetzelfde in tegengestelde zin. Ons ticket bestellen, loopt vrij vlot. Naar Indische normen is dit een rariteit. We moeten anderhalf uur wachten voor de trein. Dus maar weer neergezeten en naar mensen gekeken. Toch raar, dat het helemaal niet gaat vervelen.

Erik moet zo nodig, hij zoekt dus het plaatselijke sanitair op, waarvoor ik toch maar bedank. Hij heeft een geldbeugel met o.a. geld en kleine dingen, die belangrijk zijn, veilig aan z'n broeksriem hangen. Bij het losmaken van die riem, schuift de beugel er af, recht in... ja hoor... Gelukkig heb ik vochtige doekjes bij de hand, waarmee de boel kan schoongemaakt worden. Die hebben gisteren ook gediend om na het bezoek aan de Taj Mahal, een Japanse jongedame van een appelflauwte te redden. Deze morgen ligt het doekjesdoel in de reinigingssector.

Het is om het even, hoe je het draait of keert, bedenk ik me. Tijdens je leven wordt je 't meest geconfronteerd met eten. Het 2de belangrijkste is wat daarop volgt, volgens de logica der natuur. Wij westerlingen verdoezelen al wat met ontlasten te maken heeft. We praten er zelfs op een verdoken manier over. Hier kan je er niet onderuit, je zit er letterlijk en figuurlijk middenin. Wanneer ik nu dus schrijf dat ik een strontvakantie heb, bedoel ik dat letterlijk... euh… figuurlijk… ach…

Ik zie een man met een grote hamer, geleund op de ene schouder, en een enorm grote engelse sleutel op de andere, over de sporen stappen. De boel controlerend. Af en toe, klopt hij op enkele bouten. Onderhoud van de sporen, vraag ik me af? Een man komt voorbij. Hij bekijkt me. Hij blijft even staan om me op te nemen (met z'n ogen...) Dan gaat hij in m'n omgeving zitten. Hij bedenkt zich en komt aan m'n voeten zitten. Hij brabbelt wat. Hij bedelt, maar niet met uitgestoken hand. Ik negeer hem. Even later gaat hij verder zitten. Een andere man komt me demonstratief bekijkend, ook voor me staan. Hij hoort bij een groep. Ze praten over me, da's duidelijk. Ik kijk naar hen, zij naar mij. Wanneer Erik terug naast me komt zitten, voel ik me wat opgelucht. Zij, gaan wat verder. Dit zijn dingen die blijven voorvallen, wanneer Erik eventjes gaat wandelen en ik alleen blijf zitten. Sfeer aanvoelen is belangrijk op zo'n moment. Ik weet heus wel dat ik regelmatig een bezienswaardigheid ben, maar niet altijd persé in positieve zin.

Eens we vertrokken zijn, wil ik, moet ik kijken, kijken, kijken... In deze streek zijn grote velden. Ze worden nog manueel bewerkt. Het landschap is vlak, met hier en daar verspreid, wat groene bomen. Het geheel is prachtig groots... Een mens is hier zo klein. Het lijkt groener te worden. Ook zie ik grote plassen. Gisteravond heeft het gestormd. Bij ons in Barathpur, heeft het effe hard geregend, vijf minuten misschien. Zou het hier veel harder geregend hebben? We rijden een station binnen, langzaamaan, Mathura Junction. Mannen laten -in het land waar vele vrouwen gesluierd lopen en knieën noch schouders blootgeven-, hun penis in de hand, ongegeneerd zien, bij het staan plassen op de zijsporen. Straathonden lopen tussen mensen te zoeken naar iets eetbaars tussen het afval op de sporen. Eén hond met 3 poten kwakkelt er zich werend overlevend tussen. Mens en dier lijden dezelfde miserie. Ook een ezel doet zich te goed aan de grassprieten tussen de keien. Er ligt een hoop grint op het eind van 't perron. 3 vrouwen hebben er zich op gevleid, net of ze liggen op een watermatras. Zouden ze echt slapen?  Er zijn spoorwerken aan de gang. Een grote zaag, bediend door 2 gehurkte mannen, aan elk uiteinde één, wordt gebruikt om een rail doormidden te zagen.

Het landschap wordt algauw erg dor. Maar de korenvelden blijven voorbij glijden. Er zal heel hard moeten gewerkt worden om dat allemaal af te snijden met de hand, voor de monsoon start. We rijden door een streek van steenbakkerijen. De Indische Rupelstreek. Ballabahgarh is de naam van het stadje waar we even halt houden. Vele schoorstenen te midden van de bakstenen hopen in de woestijn. Op een reclamepaneel lees ik: Build a stonestrong house!

Aangekomen in Delhi, is er ook de chaos die we verwachtten. Van zodra we buiten het station komen, zwermen de taxichauffeurs rond ons. Ze duwen mekaar weg en lopen ons voor de voeten. Eerst een sigaretje, rustig opgestoken (da's voor Erik) en hen weggestuurd, om de boel even rustig te kunnen overwegen. Ik zie een verwijzing naar een pre paid taxi. Erik gaat naar het loket terwijl ik bij de rugzakken blijf wachten. Erik wil niet dat ik m'n rugzak draag. Met die dikke voet is het haast niet te doen. Hij draagt dus beide rugzakken en ik de kleine tasjes, wanneer we toch proberen een geschikte taxi te vinden. Want, wat de pre paid taxi betreft, is er wel een loket, maar geen pre paid taxi.

Weer zwermen de taxichauffeurs met ellebogenwerk rond ons. Erik vraagt naar een bepaal hotel, maar ze draaien rond de pot. Ze willen je niet brengen naar het hotel dat je vraagt, nee, ze weten een beter. Wanneer ze, ieder voor zich, te erg overdrijven in wedijveren om ons te kunnen rijden, zegt Erik hen duidelijk dat hij een taxi kiest, hij en niemand anders. Wat verder staat een man van rond de 50 jaar bij z'n taxi. We gaan naar hem en hij brengt ons naar het hotel dat we willen. Nou, dat tracht hij toch, want hij weet het niet juist. Uitgestapt dan maar. We moeten niet ver meer te voet. Al direct staan er andere chauffeurs ons hun rijtuig aan te bieden. Nee, nee en nog eens NEE!

De hotels in Delhi zijn niet veel zaaks. Veel te duur voor wat ze te bieden hebben. Zeker als we vergelijken met de hotels waar we al verbleven. Maar oké, we wisten het. We hadden het gelezen in onze reisbijbel. We vonden het Hotel Fifty five. Een kleine kamer met badkamer zonder ontbijt, maar, proper, voor 2.800 rps. We hebben airco. De receptionist is zeer vriendelijk en correct. We rusten even uit en maken een wandeling. M'n voet is fel gezwollen. Als ik zeer traag stap, heb ik niet echt veel pijn. Het gaat best, naargelang de omstandigheden. We besluiten om het vanaf nu heel rustig aan te gaan doen.

Morgen zullen we naar Goa vliegen, dus zoeken we naar een kantoor om te boeken. Regelmatig loopt ons wel iemand tegen het lijf, die ons de verkeerde kant wil opsturen of ons ergens wil binnenlokken met de bedoeling ons wat te laten kopen. Het is zeer vermoeiend. Soms, als we de weg vragen en men heeft blijkbaar niet veel zin, stuurt men je een totaal verkeerde richting uit, zonder aarzelen. We vinden geen straatnamen. We hebben wel een plan. Wanneer we ons plan gebruiken, is er altijd wel iemand die je zegt hoe je moet gaan. En toch kom je soms ergens helemaal anders uit.

Ik wil graag wat spulletjes kopen voor m'n gezinnetje. Het is allemaal zo'n vreselijke toeristenrommel. Uiteindelijk koop ik een leuk setje potloden en mooi gebonden schriftjes met rijstpapier, mooi versierd. Ik zoek henna, maar vind niet echt wat ik zoek. We gingen naar de Government & State Emporiums, waar je spullen koopt aan vaste prijs. Hier wordt niet afgeboden. De winkels deden me aan Habitat op z'n Indisch denken. We gingen langs de Janpath Market met z'n drukke en vele kraampjes en kleine winkeltjes. Je mag niet te lang naar goederen kijken, want dan wordt direct gevraagd om te kopen. Zeer gretig worden de spullen aangeboden en om geld gevraagd.

Wanneer we moe geslenterd, terug in het hotel komen, gaat Erik stante pede onder de douche staan, terwijl ik m'n gezwollen voet omhoog leg en rust. 's Avonds heeft Erik wat leuk in petto. We huren een taxi voor enkele uurtjes. Hij rijdt met ons langs de mooiste plaatsen in Delhi. Het presidentieel paleis, het parlement, het hooggerechtshof, het museum voor moderne kunst, het Gandhi museum en mausoleum, het planetarium, het rode fort (groots!), de Indische Poort (doet me lichtjes denken aan de Arc de Triomphe) en een deel van oud Delhi. Hij rijdt ons naar het Parikrama restaurant. Dat bevindt zich op het 24ste verdiep, 't is rond en draait. Het uitzicht op Delhi by night, gezeten met een lekker avondmaal, is natuurlijk een prachtige manier om dit korte Delhiavontuurtje te beëindigen. Al zachtjes draaiend bewegend, terwijl we genieten, zien we de mooi verlichte Connaught Place , het centrum van de stad, voor ons verschijnen... Dit heeft Erik echt heel goed bedacht, ik wist van niks, het is dus een heel leuke verrassing!

Eerder vanmiddag dronken we een heerlijke kop koffie met appeltaart in het United Coffee House. Het leuke is, dat we niet echt tussen de toeristen zitten. Nogal wat Indiërs komen hier ook verteren. Delhi is druk, chaotisch, hectisch, hilarisch. Voor ons er wat over, maar voor een dag toch best verteerbaar.

13-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


12-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.17
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Dinsdag, 1 april 2008

Wake-up-call at 7.30 am. 'k Was al wakker, maar zo wisten we dat we nog een half uurtje hadden, voor ons vertrek met de taxi naar de luchthaven. De rit gaat goed. We hielden rekening met de heuse verkeersknoop in Delhi. Telkens weer wil ik me geruststellen in de verantwoordelijkheidszin van een chauffeur die ik niet ken. Deze chauffeur echter, rijdt helemaal niet agressief. Ik kijk nog eens de ogen uit, naar de presidentiële residentie en de hele wijk rondom. Volgens mij wonen hier nogal wat ministers. Grote huizen met tuinen rondom, sieren de omgeving. We rijden duidelijk door de villawijk van de hoofdstad. Uiteraard ontsnapt het me niet, dat enkele straten verder, mensen leven in de meest barre omstandigheden.

Wanneer we boven Goa vliegen, kunnen we genieten van de prachtige kustlijn en het heuvellandschap in het binnenland. Het is zeer mooi. Eens aangekomen, verwachten we de wantoestanden die we telkens meemaakten, na vlieg- bus- en treinreizen, maar deze keer is het helemaal niet zo. Af en toe, benadert iemand ons, trachtend een rit aan te bieden. Maar helemaal niet op de wijze als in de vorige plaatsen. Men probeert wel wat, bijv. een taxistand in de aankomsthal, waar men zegt, pre paid taxi te vertegenwoordigen en dat niet zo blijkt te zijn. Wanneer we buiten informeren, is het haast 200 rps goedkoper voor een pre paid taxi. Binnen, is het een gewone maatschappij, die goedgelovige toeristen om de tuin leidt.

We vonden een hotel waar we één nacht zullen blijven in Colva. Tijdens een wandeling vonden we iets leukers. Meer Indische toeristen en minder tooghangende, tattoo-engelsen, zoals in het hotel waar we nu verblijven. Alhoewel we over de service niet moeten klagen. We maakten een kleine strandwandeling. Er is wel een drukte, maar het valt heel goed mee. Wat een rustige plaats, vergeleken met de plaatsen waar we vandaan komen. Erik haalde bij de plaatselijke apotheek een klein flesje dettol voor 11 rps, ocharme. Ik doe een scheut in warm water en baad m'n voet. Het wordt hoog tijd dat die zwelling mindert. Na het baden, gooi ik het water over de vloer in onze badkamer. Zo... die is ook weer ontsmet.

We eten zeer goedkoop, zeer lekker. Alhoewel, Erik z'n eten is verdomd pikant. Hij eet het, maar moet tussendoor effe bekomen. Ik had eraan gedacht, te vragen om mijn schotel zeker niet pikant te maken. Maar Erik heeft niks gevraagd, met als resultaat een mond die haast in brand staat. Da's nog niet erg, maar de maag reageert daarop niet altijd goed...

12-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  




Foto

Het Isckon guesthouse in Mumbay

Inhoud blog
  • laatste dag
  • into the mountains
  • hot hot hot
  • chiang mai
  • hong island
  • krabi
  • Berlijn 2013
  • arizona 2013
  • New York 2012


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 29/10-04/11 2012
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • Mieke Mots ludieke bedenkingen, en toestanden,


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs