Erik is vroeg wakker. Goedgeluimd staat hij te grappen en zingt hij de
ochtend tegemoet. Zelf heb ik het wat moeilijker, maar het werkt
aantstekelijk. Het duurt niet lang of ik ben al even goedgeluimd, fris gedoucht
en klaar voor onze laatste dag in India. We profiteren van het aangeboden
ontbijt, dat eigenlijk niets bijzonders is, maar daarom nog niet slecht. We
checken uit, maar mogen de bagage in het hotel achterlaten om later op te
pikken. Dan trekken we de stad in.
Het is ondertussen 9.30u en we nemen een taxi naar de 'potten- en
pannenmarkt'. 't Is al inox wat de potten slaan... Het is en blijft altijd leuk om
te zien. Die superkleine winkeltjes en werkplaatsen. Smalle straatjes met
voor de verandering, geen druk verkeer. Af en toe een auto, maar wel veel
volk. Volgens mij zitten we nu echt in de oude stad. De kant van de stad,
dichter bij Victoria trainstation, wat trouwens een prachtig Engels koloniaals,
of moet ik zeggen 'victoriaans' gebouw is. Het wordt gerenoveerd. Niet ver
daar vandaan, is het grote postgebouw in dezelfde stijl. Gelukkig worden
deze gebouwen niet met de grond gelijk gemaakt. Het hoort ook bij India, net
als de prachtige marmeren tempels, fijn uitgensneden, die men trouwens ook
renoveert.
Vandaag zagen we daarvan ook de verschillende fasen. De
marmeren plaat met de uit te snijden figuur in potlood getekend. Daarna over
het potlood zachtjes de figuur ingekrast, om dan verder uit te snijden en te
bewerken. Zeer leuk, om die verschillende stadia te kunnen zien.
We kochten allerhande spulletjes. Op een gegeven ogenblik waren we via
steegjes en winkeltjes bij een tempel gekomen. Erik wilde wat fotograferen,
tot één van de priesters teken deed dat hij moest volgen. Achter de tempel
was een stal met koeien die er heel erg verzorgd uitzagen. Er wordt gras en
voer verkocht. De gelovigen kopen en gaan het dan naar de koeien brengen.
Een man was het hooi in de stal aan't verversen. Erik werd uitgenodigd om
alles te fotograferen, op een min of meer dwangmatige manier... De priesters
zijn baas hé. Het gaat zo van: ahaaa manneke, gij wilt een foto? Ik zal je es
leren foto's te nemen se. Neem daar ook nog maar eentje, jaja, doe maar, ik
neem geen nee als antwoord, neem die foto nu toch maar. En daar, en daar,
en daar ook nog! En vergeet dàt niet te fotograferen hoor!...
We wandelden heel wat af. Het wordt erg druk, maar vooral door
voetgangers en mannen die lange, smalle stootkarren, vooruit duwen met al
hun kracht. Enkele meter bij me vandaan, zie ik plots een oude vrouw vallen.
Zomaar, ze struikelde niet, ze viel gewoon. Ze blijft wat trillend liggen. Het is
echt geen fantasie, maar er loopt bloed uit haar mond. Ik wil reageren maar
Erik houdt me tegen en trekt me wat mee naar de overkant van de straat. Er
zijn direct mensen rondom haar. Ik kan m'n ogen niet afwenden. Ik zie dat
men zich om haar bekommert. Even later zit ze recht. De meesten doen
verder hun ding. Het zindert wat na, maar ik kan haar toch niet helpen, 'k
moet realistisch blijven. Wij gaan dus ook verder, maar ik hoop dat de vrouw
geholpen wordt. Toch vraag ik me af... Misschien helpt men haar er boven
op. Misschien krijgt ze gepaste hulp en zelfs de nodige medicatie, om dan
weer verder op straat in hopeloze armoede te moeten overleven, zoals de rest
van de 60% van de bevolking.
Wanneer we onze bagage ophalen en ons nog wat wassen in het hotel, loopt
het stilaan tegen 16.30u. Tijdens de rit naar het vliegveld van 28 km, met de
taxi, waar we een uur voor nodig hebben, passeren we o.a. langs hele
krottenwijken. Ik begrijp het maar niet, dat zoiets 'gewoon' kan zijn. Zij
hebben nog geluk want ze hebben nog 'iets'. Een plaat boven hun hoofd.
Een piepklein, stinkend haventje om de karige spulletjes die ze met veel
moeite bemachtigd hebben, in onder te brengen. Ondertussen, probeer ik het
te vatten...
De portier van het hotel dat we net hebben verlaten, heeft zich
veel moeite getroost, zodat de taxichauffeur ons niet in 't zak zou zetten. Zeer
duidelijk heeft hij de chauffeur gemaand een afgesproken prijs en niks meer
aan te rekenen. Zo heeft hij natuurlijk van ons een in zijn ogen fikse fooi
verdiend. Ik probeer die twee tegenstrijdigheden steeds maar af te wegen,
maar ik kom er niet helemaal uit. Het is goed! Het is zeer goed, dat we van
het sprookjesachtige Goa nog eventjes terug de harde Indische realiteit zien,
alvorens huiswaarts te keren.
Achteraf:
Indiërs zeggen niet 'nee'. Beambten e.d. doen niet liever, want zij voelen hun
ego gestreeld, op die manier. Maar de gewone mens zegt niet nee. Het 'ja'-
knikken is ook iets dat ze niet kennen. Ze knikken, zo lijkt het, wat onzeker
zijwaarts met het hoofd. Ze zijn niet onzeker, het lijkt alleen maar zo. Dat
zorgt soms voor rare situaties. Ik ben niet lang genoeg in India geweest om
het te wennen, wel om het te leren kennen.
Indiërs hebben zeker een goede keuken. Wel is er overmatig gebruik van
kruiden. De simpelste dingen moeten scherp of pikant zijn. Misschien
hebben ze daarvoor een goede reden... ik durf het me inbeelden, maar zeker
ben ik niet.
Armoede is er in hele grote mate. Bedelen is spijtig genoeg een
broodwinning. Sommigen gaan zo ver zich te verminken om meer geld te
krijgen met de bedelstaf. Armoede wordt soms verkocht, soms tot vervelens
toe. Ik kan en wil niet wennen aan het idee dat, zij die rijk genoeg zijn, het
maar normaal vinden, dat haast bij hun voordeur, mensen op straat slapen.
Ieder zijn plaats? Waarmee ik het caste-systeem veroordeel.
Overleven maakt van een mens een egoïstisch wezen. Voor Indiërs is dat
niet anders. Ieder voor zich, in de eerste plaats, is zeer duidelijk in het
verkeer, of als er -waar dan ook- moet aangeschoven worden. Aan loketten
bijvoorbeeld, of aan een kraampje, het maakt niet uit. Niettegenstaande, is de
zorg voor mekaar ook zeer groot. Ze hebben mekaar nodig om te kunnen
overleven en zijn heel erg verdraagzaam tegenover mekaar. 't Lijkt een
tegenstrijdigheid, maar het is een logisch gegeven.
Wanneer we enkele uren wachten voor onze doorreis naar Brussel, in de
transitzone in Zurich, voel ik me bekeken. Ik ben gekleed in enkele lichte
truitjes over mekaar en m'n losse, makkelijke reisbroek, die ik in India droeg,
telkens we een trein of busreis maakten. Eén schoen heb ik los, vanwege
m'n nog steeds pijnlijke voet. Met m'n sandalen kon ik al wat beter overweg.
Maar ja, hier is het echt geen sandalenweer. Het is hier 30°C kouder dan
gisteren in Mumbai.
Wanneer ik langzaam naar de hele, moderne en propere toiletten wandel,
word ik door goedgeklede reizigers bekeken in der minne. Met deze kledij
was ik in India een 'Madam', hier... een vagebond.
Erik loopt wat rond. Hij
vertelt me dat we seffes maar beter een koffie gaan drinken, waarop ik hem
vraag hoeveel dat eigenlijk kost, hier in het dure Zwitserland. Als w'er een
koekje of iets bijnemen, betalen we een nachtverblijf in India... de wereld op
z'n kop... of, mijn logica op z'n kop?
De laatste dag in India, in Mumbai dus... Omdat er toch zoveel afval in de
straten ligt, heb ik zowat de hele vakantie nieuwsgierig uitgekeken naar gelijk
welke soort vuilnisophaaldienst. Ik heb vele mensen afval zien wegvegen,
enkele meter verder, meer uit de weg. Ik heb het echter helemaal niet zien
wegruimen of ophalen. Alleen... die allerlaatste dag. Het lijkt wel of het de
ultieme clou van de vakantie moest zijn. Het ecologische hoogtepunt bij
uitstek. Heb ik 3 vuilniswagens gezien. Zowat de modellen die we thuis ook
zien rijden, een beetje ouder misschien. Let wel, ik heb ze gezien, maar niet
in werking. Toch vond ik een zekere soort bevrediging. Gerustgesteld dat er
toch iets bestaat als een ophaaldienst, kan ik veel te vroeg naar m'n zin, de
reis terug naar huis, aanvatten.
Bijna een maand, is veel te kort. Wanneer ik de kans krijg, en het fysiek
aankan, wil ik best nog terug naar India. Maar minstens voor een half jaar tot
een jaar, zodat het lichaam eerst rustig kan wennen aan klimaat en
verandering van eten en omstandigheden. Nu moest het allemaal veel te snel
om toch maar een heel klein deeltje te kunnen zien, van dit grote, grootse
land. Er leven, zou ik zeker niet willen. Als vrouw, vind ik India niet
uitnodigend genoeg. Toch, is het prachtig, dat een cultuur, je zo aan't denken
kan zetten.