reizen
reiservaringen
25-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4
Klik op de afbeelding om de link te volgen Woensdag, 19 maart 2008

'Everything is okay in the end.  If it's not okay, it's not the end'.  Hindoe-filosofie op kartonnen bekertjes op het vliegveld.  Prachtig toch!  Voor mij geldt het niet, want dit is niet het einde, maar toch oké.  Een -toch maar weer- helse rit van een uurtje naar de nationale luchthaven 'Santa Cruz', waar we het vliegtuig nemen naar Ahmedabad, om van daaruit de bus te nemen -indien mogelijk- naar Mount Abu.  Vrouwen moeten apart gescreend worden.  We lazen de krant, al wachtende op het vliegveld. Volgens de krant, in voorbereiding voor het 'holifestival', binnen enkele dagen... Verfgekladder, kleurenfeest! Het enige festival dat over heel India gevierd wordt, gelijk welke religie, gelijk welke afkomst. Hier wordt dan gefeest lijk de beesten. Men raadt toeristen af om zich in een mensenmassa te begeven. Velen lopen stomdronken en/of onder invloed van drugs. Vrouwen alleen op straat is niet echt veilig want men gaat gewoon te hevig uit de bol.  In de krant lezen we dat de politie meldt, zeer streng op te zullen treden tegen automobilisten onder invloed van Bhang (een drug). 'k ben voorlopig voorzichtig nieuwsgierig...

Ahmedabad... wat een stad.  Niet zo groot als Mumbai, maar groot.  Koeien op straat... “Eindelijk…”, ben ik geneigd te denken.  We nemen een pre paid taxi naar het busstation en constateren daar dat we vandaag, helaas, niet naar Mount Abu geraken.  Op naar Udaipur dan maar.  Met de bus, een rit van 6u. We zijn de enige buitenlanders op de bus en bij aankomst in een busstation in Murasa, troepen een aantal jongens en mannen samen aan m'n venster.  Ik mag m'n naam op hun hand schrijven...  Eerst denk ik dat ze me erdoor sleuren, maar blijkbaar zijn ze echt geëerd met m'n paraf op hun hand.

Op momenten dat Erik eventjes een sigaretje gaat roken en me alleen bij de bagage laat zitten, heb ik steeds prijs.  Jongens of mannen komen allerhande vragen stellen. Ik wil het niet bepaald, maar blijkbaar trek ik door m'n witte huid veel aandacht, veel meer dan ik ooit had gedacht. Ze blijven maar vragen stellen in hun slecht verstaanbaar Engels. Nog even en ik zal 't wel beter begrijpen.  Wat later krijg ik leuk contact met reizigers in de bus. Men is blijkbaar erg nieuwsgierig. We hebben nog een halte. Erik gaat weer eventjes ene opsteken, ik heb m'n benen gestrekt en heb alweer terug plaats genomen. Ik wil nog wat schrijven alvorens we terug rijden, want dàn is het onmogelijk door het geschommel. Maar het wordt me niet gegund. Een jongeman komt bij me staan en vraagt me of ik schrijfster ben... Binnenpret genoeg. Het leuke is dat hij Spaans heeft geleerd, hier in India. Hij spreekt het nog niet vlot maar kan wel zinnen bouwen. We hebben een kort Spaans onderhoud dus.

Het land is veel droger geworden. Dromedarissen zijn nu ook meer in het straatbeeld aanwezig. Koeien en geiten lopen hier vrij rond in hun heiligdom. Reizigers in de bus die in Udaipur wonen, benadrukken dat we de komende dagen beslist in hun stadje moeten blijven hangen, voor de Holifeesten. Hun stad wordt het 'Venetië van India' genoemd, vertellen ze fier en ze geven vlot een opsomming van wat we zeker moeten doen. Een studente geeft me haar telefoonnr, zodat ik haar kan bellen als we problemen of vragen zouden hebben. Sympathiek toch...

Eens aangekomen met de bus, komt een riksjachauffeur rond ons fladderen. Hij gaat niet meer weg. Hij wil ons naar het hotel brengen. Dus, oké, waarom ook niet? Alleen, brengt hij ons niet naar het gevraagde hotel. Hij wist een veel beter. Nou, bij een ander lukt dat misschien, maar niet bij ons. Hij brengt ons dan naar het juiste, wat weer niet juist blijkt. We betalen hem de vooraf afgesproken prijs en bedanken voor z'n diensten. Hij hoeft ons niet verder te rijden naar het door ons gevraagde hotel. Met een andere riksjachauffeur, komen we wél terecht, maar het hotel is volgeboekt. Ernaast is er ook nog eentje. Daar huren we nu een ruime kamer. Heel sober, heel proper, met badkamer. We hebben geen kast, maar genoeg ruimte om ons gerief te leggen. We hebben geen airco maar 2 ventilators aan het plafond en enkele leuke versierde bogen, die de kamer heus sieren. Hier spreekt men ook Frans.

25-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


24-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5
Klik op de afbeelding om de link te volgen Donderdag, 20 maart 2008

Onze overnachting in Havely Narayar Niwas viel zo goed mee, dat we hebben besloten te blijven om hier de feesten mee te maken. We kunnen hier nog één nacht blijven, 't is volgeboekt, maar we hebben een kamer voor de volgende 2 nachten vastgelegd hiernaast, waar we in de eerste plaats wilden verblijven. We gingen kijken en het is er prachtig. Udaipur is een fantastisch stadje. In voorbereiding voor 't festival, wellicht drukker dan normaal. Muzikanten zakken af en laten zich betalen voor niks. Prachtig getooide mensen die leven van de bedelstaf trekken onze aandacht, de Saddhoe's... schrijf ik het goed?

Het contact met de mensen valt heel goed mee. Zo liepen we een steegje in dat uitkomt aan een tempel. We wilden teruggaan, maar een man zei dat we mochten gaan kijken. Hij stuurde een jongen met ons mee, die ons wees waar we onze schoenen moesten laten. Hij gaf ons de nodige uitleg met veel plezier, of, zo leek het toch althans. De smalle straten, steegjes met open riolering. Koeien op straat, die afval krijgen toegeworpen omdat de mensen geven wat ze kunnen. Rottend afval én koeienmenst. Dat in een temperatuur van meer dan 30°C en bijhorende vliegenzwermen, lijkt een beetje een overlevingstocht. Je zweet en je weet niet wie het hardst stinkt. Regelmatig richt je je schouder wat omhoog om te trachten te weten te komen of je jezelf ruikt, ja dan nee. Maar ach, dàt had ik ook al thuis op de bus, tussen mensen die hygiëne niet zo belangrijk vinden.

Eindelijk zagen we de eerste olifanten met begeleider door de smalle straten stappen. Ik stel me de vraag, is hij een attractie of hoort hij hier bij het normale leven?

The City Palace bezochten we. Ooit het paleis van de maharadja ter plekke. Met spiegels en gekleurd glas versierde kamers. Muurschilderijen, wapens met overvloed (ook geweren uit belgië), de keuken met gerief, slaapkamers. Maar toch, vooral de verschillende vertrekken met versiering en indeling. Bogen, arcades waar het maar kan. Een kanten koepel en zuilen met tegels ('t lijken wel Delftse) bezet. Vanuit het paleis zie ik het prachtige maar décadente Lake Palace Hotel. Dit hotel ligt in het meer. Je kan het enkel bereiken per boot. Bezichtigen kan enkel als gebruiker of wanneer je'r gaat dineren. Daar betaal je 70.000 roepies voor een verblijf. Wij betalen tussen de 1.000 en 1.500 roepies, om maar even te vergelijken. Ik neem een foto van de dégoutante pracht met op de voorgrond dakwerkers (mannen en vrouwen) die gehurkt in de snikhete zon, zwaar werk verrichten op het dak van een gebouw dichterbij. Zij kunnen hiermee amper hun gezin onderhouden. Gelijk waar je gaat, je wordt steeds met deze tegenstellingen geconfronteerd.

Lunch hebben we in het hotel waar we morgen naartoe gaan. We zitten in de schaduw op een terras met zicht op het meer, waar hier elke stedeling zo vol van is. Het meer is mooi, nu het water heeft, wat niet elk jaar het geval is. Wij hebben geluk dat we't zien. Zij hebben geluk, want ze nemen er een bad en ze wassen er hun kleren. Idyllisch is het alleszins. Rondom is de horizon afgemaakt met bergtoppen met hier en daar op de top een vesting. Na de lunch, hebben we terug genoeg energie voor een bezoek aan de autocollectie van de maharadje in nog één van z'n paleizen, dat nu herschapen is tot hotel.   Hij heeft daar een 18-tal luxewagens staan: mercedes, chevrolet, rolls royce, austin, ford... Allemaal in goede staat of volledig terug gerestaureerd. Ook nog een aantal koetsen en riksja's. De laatste op zonne-energie. bij het bezoek krijgen we een gratis soft-drink (lees coca of fanta), te verbruiken in het restaurant, waar men blijkbaar voor 100 roepies een menu kan krijgen. Het is nochtans een chique gelegenheid. Het bevindt zich zowat in de voortuin en is een prieelachtig gebouw (rond dus). Uit noodzaak dronk ik vandaag 3 cola's. Veel te veel, want da's 900ml. 'k Heb dus veel suiker binnen gespeeld. Niet aan te raden met dit weer. Alles plakt aan me... of is dat enkel en alleen het gevoel?

We zijn naar 't treinstation gewandeld. Niet overdreven ver, maar we passeerden de minst aangename kant van de stad. Kinderen achtervolgen ons al bedelend. Vrouwen met kleintjes, lopen ons al bedelend naast en voor de voeten. Je kàn gewoonweg niks geven, want dan word je belegerd.

Een treinticket moet je hier op voorhand reserveren. We hadden enkele alternatieven bedacht voor het geval de trip die we willen maken, niet zou kunnen. Het derde voorstel is gelukt. Eerst papieren invullen, de boel in de computer laten opslagen, betalen en dan kregen we het spotgoedkope ticket. Plaatsen op de trein zijn genummerd, maar we zullen voor 't begin van de 7 uren durende trip toch ons manneke moeten staan, want onze plaatsen zullen waarschijnlijk wel ingenomen zijn. Da's Erik 's ervaring van zijn reis, wel lang geleden. Maar da's zorg voor later.

De riksja terug naar 't hotel genomen. Weer wil de chauffeur ons naar allerhande plaatsen rijden, weer moeten we aandringen om ons naar het 'hotel-en-niks-anders' te rijden.
- Sir, you wanna visit market?
- No, we go to the hotel, we told you.
- I drive you to marketplace, yes sir?
- No, we go to the hotel.
- Other hotel? Restaurant?
- No, no, no time... to the hotel!
- No time sir?
- No... no time, straight to hotel!
- Hm... no time...
dan waarschijnlijk enkele Indische vloeken met het idee dat toeristen altijd tijd hebben, want niet werken...
- Oké sir.. No time... I bring you to hotel.
Gelaten sportief brengt de man ons en probeert wat meer te verdienen door te zeggen dat ie niet kan weergeven wanneer we betalen....

Geen muggenmoment, wordt gezegd. Ik sta gedomme vol muggenbeten. Maar naar 't schijnt kunnen deze muggen geen kwaad. Nou, een deel heb ik opgelopen in taxi's, en gisteren in de bus, alhoewel ik daar geen mug heb gezien. En ze jeuken eigenlijk net als... ahum... vlooien?

We zitten op 't dak van ons hotel. Prachtig zicht, rustig, wijd en verre kunnen we zien. De zon zakt langzaam weg achter het gebergte. We kijken neer op het meer met z'n door de bries zacht rimpelend water. Aan de rand de gebouwen en natuur. Momenteel geniet ik van het prachtige omhulsel 'India'. Alleen... moet ik seffes dringend medicatie gaan nemen voor de spijsvertering. Ik voel de Mexicokramp terug opkomen, dus tijdig beginnen met de tegenaanval. Maar toch, eerst... m'n foto'tje nemen...

24-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


23-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6
Klik op de afbeelding om de link te volgen Vrijdag, 21 maart 2008

De darmen lijken vandaag meer aandacht op te eisen dan me lief is. Ik neem medicatie maar tot hiertoe word ik daar nog niet beter van. Alhoewel de krampen in mindere mate opkomen.

Niet getreurd en dus toch de Jagdish tempel bezocht. De grootste tempel van de stad. Verschillende goden worden er geëerd. Een jonge man gaf ons uitleg over de afbeeldingen op de tempel. De olifant met slurf omhoog staat vooraan. Dat is ten teken van welkom. Op de tempel zelf staat de olifant met slurf naar beneden, ten teken van geluk. Er zijn verschillende plaatsen waar graantjes liggen, (het lijkt wel duiveneten) én een schotel met bloemenblaadjes en rode verf. Met die verf stipt men het voorhoofd tussen de ogen, ook ter verwelkoming. De bloemblaadjes (tegen betaling) strooit men ter ere van de goden. Dan is er nog een steen waar men het geluk aanroept, door met de rug tegen te wrijven.

De structuur van de tempel heeft wel degelijk een bedoeling. Het bovenste gedeelte, geeft de bergen weer. Daaronder het geluk, vandaar ook de Kama Sutra, dingen behorende tot het alledaagse leven. Daaronder het werk en daaronder de demonen.

Volk stroomt toe met massa's. Wanneer we binnen gaan (schoenen waren al uit), zien we mensen op de grond zitten. Ze zingen onder leiding van een Sadhoe. We betalen de jonge man voor z'n verschafte uitleg. Op de tempeltrappen zitten arme mensen. We geven ze allemaal wat. Ze zijn tevreden en lachen ons toe. We mogen hen fotograferen, ze vragen het zelfs. Tja, hun weerdienst voor die enkele roepies waarschijnlijk. Ze zijn arm, ze bedelen, maar niettegenstaande is hun voorkomen voor een westerling attractief, door de kleuren.

We wandelen langs de trappen aan het meer, waar de vrouwen, jonge meisjes en een enkele man, de was doen. Op zich is het mooi. Al die gekleurde stoffen die men te drogen hangt. Maar in de snikhete zon is het best hard labeur. We ontmoeten een meisje van een jaar of 8. Ze vraagt of we meekomen, na eerst enkele woordjes gewisseld te hebben. Langzaam maar nieuwsgierig volgen we haar. Mama en zus (veronderstel ik) zijn kleren aan't wassen. Zij neemt een waterspeelgoedje. We hebben al gemerkt dat vele kinderen zo'n speelgoedje hebben sinds gisteren. Ze vult het met water van het meer en spuit ons nat. We zagen het wel aankomen, maar laten haar eventjes haar gangetje gaan. Best oké, zolang het water maar niet tegen het fotoapparaat of in ons gezicht komt. Ik neem van de kleine, grappige prinses nog een foto als revange.

Nadien gaan we op zoek naar de Bagore-Ki-Haveli. Het is een hotel aan de rand van het meer, met een museum. Ik loop natuurlijk weer eerst de totaal verkeerde richting uit. Een vriendelijke man helpt ons op de goede weg. Het is niet ver. Een haveli, kan je vergelijken met een riad in Marokko, of een mirador in Portugal en Spanje. Het gebouw lijkt een paleis. Weer zien we, net als gisteren een wirwar van vertrekken. Beneden hangen schilderijen van inheemse kunstenaars, foto's van de stad met z'n maharadja en toestanden, én staan er enkele sculpturen. Hogerop zien we weer mooie vertrekken met ingerichte slaapkamer, ontvangkamer en allerhande vertrekken voor en van de rijke voorouders. Fresco's als boord, onderaan de muur of een kleine plaats waar de muur volledig beschilderd is met figuren. Balkons met de typische Indische kantfiguurtjes in de muur, gekleurde raampjes. Het is er allemaal. Gelukkig heeft deze haveli ook de nodige sanitaire fascilliteiten op het moment dat de nood het eist. Het was een aangenaam bezoek.

We besluiten rustig aan naar het nieuwe hotel terug te keren om even te rusten. Onderweg springen we binnen in een internetcafé, waar ik nog een blogje schrijf. Fijn dat internet het doet. Een mail naar de jongens schrijf ik niet. Ze moeten maar volgen op m'n blog, alhoewel het David niet zint.

Ik voel me haast uitgedroogd, dus stel ik voor om als lunch wat thee te drinken in het restaurant... Erik eet yoghurt, die is hier heerlijk. Ik hou het bij een kopje thee, zwart, zonder suiker. Nog maar een pilleke erbij en dan wat rusten in de kamer. Vanavond willen we naar een dansvoorstelling in de Bagore-Ki-Haveli, dan wil ik geen last hebben van... juist, ja!

Het dansoptreden was best leuk. Folklore uit Rajastan. 'k Zou er niet dikwijls naar gaan kijken, maar een keertje had het beslist wel wat. De kleurrijke kostuums en de elegantie van de danseressen zijn prachtig. Tijdens de voorstelling werd er vuurwerk afgestoken. Als voorbode voor de feesten morgen, het hoorde dus niet bij de dans. Gelukkig overdrijft men hiermee niet zoals bij ons, na 3 knallen was't voorbij. In de omliggende dorpen, knalt heel de avond op afwisselende plaatsen nog wat vuurwerk.

Wel leuk, tijdens het avondeten (voor mij wat yoghurt en thee... ahum) zien we hier en daar kleuren opspatten in de verte in de bergen. Nou... idyllisch hoor! Men heeft op verschillende plaatsen een dunne boomstam ontdaan van schors en takken in een speciaal daarvoor gehakt gat in de straat, getooid met bommekes en droog gras, verbrand. Ouders stappen er rond met hun baby's omdat het hen geluk zal brengen. We hebben het niet gezien omdat de dansvoorstelling bezig was, maar eerder op de dag heeft een jongen ons uitgelegd wat de bedoeling is van die stammen. Kinderen mogen mensen natspuiten met hun speeltjes... De feesten zijn dus begonnen. Maar ik, ik moet weglopen van tafel en Erik achter laten. Haasten naar de kamer om te doen wat m'n darmen van me verlangen.

23-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


22-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.7
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zaterdag, 22 maart 2008

't Is zover; 'Happy holi!' Het wordt overal gezegd, geroepen, gewenst. Iedereen verbroedert. Persoonlijk vind ik de knuffel van een onbekende, na de verfdoop en gelukwens, het leukst. We lazen raad voor de toeristen. Smeer enkele vegen op je kaken en men laat je met rust. Daar is niks van aan. Verf hebben, nodigt uit voor meer.

Aan de grote tempel is het het drukst. Daar zetten we ons even op de trap in de zon om wat te drogen. Naderhand merkt Erik op dat het veiliger is achter een groepje politiemannen op een trapje. Daar installeren we ons om rustig foto's te nemen. Deze mannen blijven ongedeerd en houden een oogje in 't zeil. Ze hebben hun stokken bij. Een kerel, misschien al wat dronken, wil een politieman aanraken met verf en die proeft gelijk de roede. Ook een toeriste wordt heus terecht gewezen, weliswaar niet met de stok. Wij mogen blijven waar we zijn, maar we tonen dan ook dat we hen niet willen besmeuren. Ze spreken me aan en willen weten wat ik van India denk en hoelang we blijven.

Kinderen gooien eerst kleine ballonnetjes water, die als ze met kracht worden geworpen, hard kunnen aankomen. Vanop de daken worden we nat gespoten. Op den duur krijg ik emmers over me. Druipend... met verf en water... De smalle straatjes zijn het gevaarlijkst voor het water, daar ontsnap je niet. Fotoapparaat zo goed mogelijk beschermen is de boodschap. Ik ben blij dat ik m'n reserve zonnebril heb opgezet, want m'n dure, nieuwste wil ik echt niet onder de verf. Die verf is een poeder. Jongemannen rijden op hun brommer voorbij en gooien de poederverf, roepend: Happy holi!!!

Eentje komt van achter ons en gooit me vol van opzij. In m'n gezicht, krijg ik een hoop poeder, recht in m'n ogen. Die zonnebril geeft geen bescherming, als de boel van opzij wordt gegooid natuurlijk. Dat was er iets te veel aan. Pijn, brandend... ik krijg m'n ogen gewoon niet meer open, dus ga ik erbij zitten, gewoon op straat. Gelukkig zijn er direct mensen die ons naar hun badkamer begeleiden. Ik mag m'n ogen goed spoelen. Het water onveilig? Bacteriën? Nou, dàt kan me op dat moment echt niet schelen. Het helpt, na een tijdje is het beter.

We besluiten om niet meer door smalle straatjes te gaan, want het wordt hier en daar wat ruwer. De drank begint wellicht ook wat door te wegen. De knuffel begint te veranderen in zoenen. 'k Heb er niks op tegen als dat op m'n wangen is, maar hier en daar is er ene die wat aandringeriger is. Uiteindelijk nemen we de riksja naar het hotel, da's het veiligst. Daar zijn onze hotelbedienden onder de verf aan't dansen. Ik ga direct wat mee huppelen. Hier blijft het nog fantsoenlijk. Toch, wanneer ik in de spiegel kijk, herken ik mezelf niet meer. Na een goeie douche is het meeste weg, maar nagelranden en binnenoor krijg ik niet proper. Net als onze kleren en schoenen.

De middag blijven we rustig op de kamer want we hebben geen zin om tussen dronkaards te lopen. Onze spullen wassen we zo goed we kunnen en dan... rusten maar. Later in de namiddag proberen we naar een hotel te geraken, waar je tegen betaling kan zwemmen. Helaas, de meeste taxi's rijden niet en de enkele, die dat wél doet, vraagt daarvoor een prijs die we niet willen betalen. We proberen te voet te gaan, want het is eigenlijk niet ver, maar jongeren willen ons terug met verf bekladden en daar hebben we geen zin meer in. Terug naar ons hotel dus en gedwongen rust nemen. We lezen wat. In feite komt het me wel goed uit, daar ik toch geen 100% ben. Niettegenstaande ga ik toch over tot grove middelen, de echte zware haltetoeroepers. Des te groter is de kans dat ik morgen voor de reis die we zullen verder zetten, beter ben. Ook Erik heeft problemen met z'n darmen. Maar tot hiertoe is het nog onder controle.

Avondeten gebruiken we in't hotel. Vandaag had ik nog helemaal niks gegeten. Witte rijst en kip tandoori, geen groenten voor me. Dan, nog eventjes m'n blog gaan bijwerken in een internetcafé en hop, naar 't hotel. Klaarmaken en inpakken wat reeds kan.

22-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


21-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Zondag, 23 maart 2008

Wat een bus, wat een bus! Deze, die we namen tot Abu Road. Voor de bus naar Mount Abu moesten we 2u wachten. Voor we vertrokken, moest ik er enkele foto's van nemen. Zo oud, zo vreselijk versleten. We leken terug naar 1950. 'k Merkte dat de chauffeur z'n bochten moest draaien zonder cervo, wat hier en daar toch wat wilde zeggen.

Eens we in de bergen kwamen, stapten er heel folkloristisch getooide mensen op. We hadden eerder deze week danseressen gezien, die rinkelden bij elke stap die ze zetten. Wel, dat was blijkbaar niet enkel voor de dansvoorstelling. De vrouwen in dit gebergte lopen echt zo kleurrijk en met fijne rinkelbelletjeskettinkjes rond de enkels rond.

De rit duurde 5u, wat echt wel lang genoeg was. Op een gegeven moment, zat de bus tsjokvol. Veel mensen met kinderen, prachtig getooid, maar toch, af en toe zaten er echte sukkelaars tussen met hun haar haast ongewild in dreadlocks.

Toen we later dan voorzien aankwamen in Abu Road, namen we daar een jeeptaxi. Driemaal had Erik herhaald, nadat de chauffeur het bedrag had gezegd: 'voor 40 roepies naar Mount Abu?', wat de chauffeur beaamde. Zowel Erik als ik voelden het aankomen, er was iets niet juist aan z'n houding. Onderweg eerst voltanken. Een stukje verder een lading uien en aardappelen van een kapotte kamion overgeladen. 'It only takes two minutes' zeiden de heren, want er reden er nog 2 mee. Bwaa... wat maakt dat beetje uit, vonden we. We zijn tenslotte in India... De chauffeur vertraagde niet in de bochten. Hij week ook vaak uit naar het midden, in die bochten. En maar babbelen en hoofd wegdraaien. Tot er een tegenligger aankwam en hij alles moest toegooien, en we slipten. Gelukkig is dat goed afgelopen, maar dit had serieuze gevolgen kunnen hebben, bedacht ik me, de afgrond naast ons inturend. Zouden hier rijscholen bestaan?

Ze brachten ons naar een ander hotel dan we vroegen, maar we stapten toch maar uit, mits we voelden dat er nog meer niet goed zat. En toen kwam de aap uit de mouw. De chauffeur vroeg 400 roepies. Dat was er wat over. Erik zei: '100 roepies, te nemen of te laten!' Ze waren niet akkoord, dus moest ik me haasten om hem bij te houden. 'Ook goed', zei hij, en vertrok me meesleurend. Eén van de heren kwam ons achterna gelopen om alsnog de 100 roepies te innen.

Tenslotte vonden we het gezochte hotel, The Connaught House. We zitten op het hoogste punt in Rajastan. Het is hier prachtig. Net als de contrasten in het land en de mensen, vind je die hier ook in de natuur. Zeer dor en even later een oase. We hebben een terras met prachtig uitzicht. We maakten een wandeling rond het Nakki Lake. Het krioelt er van de mensen. Men kan er met een bootje varen of met zo'n fietspendel wat rondtrappen. Vele mensen met kinderen staan -in wat voor een rij moet doorgaan- te dringen voor een ticket. Het parkje is hels van de drukte. Vele jonggehuwden komen hier hun wittebroodsweken doorbrengen. We zien zo'n koppeltje. Ze moeten dan worden gefotografeerd in traditionele kledij. Nou, moeten... Dat is alleszins hun uitgangspunt. Wij vragen of we ook een foto mogen nemen, maar zij willen ons eerst samen met hen op de foto. Nadien vereeuwigt Erik hen. Ik had hen eerder al stiekem gefotografeerd..

Zo zijn er nog mensen die ons vragen of we samen met hen op de foto willen. Raar toch, die Indiërs. Nog een groep in een parkje roept ons toe, nodigt ons uit. We maken wel even een praatje en nemen foto's (en laten ze ook weer nemen door hen), maar we willen niet blijven hangen. We vermoeden dat happy holi hier toch nog wat in de vorm van een lichte roes nazindert.

De wandeling rondom het meer is zeer aangenaam, eens we de drukte uit zijn. Morgen zullen we wat dieper de natuur intrekken, alhoewel er waarschuwingsborden staan voor wilde dieren. Er zijn hier prachtige rotsformaties. Water en erosie hebben hier een prachtig resultaat bekomen. Da's weer een aantal foto's waard. Op een bepaald moment, passeert ons een groepje mensen. Enkele dames uit het gezelschap, komen me de hand schudden en groeten me uitgebreid en giechelend op Europese manier. 'k Weet het, ik val in herhaling maar ze zijn heus wel grappig, die Indiërs...

Deze reis gaat me nog heel lang bijblijven, daar ben ik na 1 week heel zeker van. De avond brengen we door op het terras voor onze kamer, gezellig gepraat met onze Engelse toeristenburen. Het hoeft niet alle avonden, maar vanavond is best leuk.

21-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


20-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.9
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Maandag, 24 maart 2008

Ontbijt op het terras, de heerlijke warme zon opzoekend. Hier in de bergen is het duidelijk wat frisser en de zachte bries is voor mij al voldoende om de ochtendzon te groeten en me in op te warmen. Tijdens dit heerlijk moment, komt een (chipmunk -een soort eekhoorntje) zo dichtbij, dat ik het haast kan aaien. Het zit hier vol van deze diertjes, die zich trouwens goed laten horen. Telkens wanneer ze krijsen, beweegt hun lange pluimstaart mee. Of denk ik gewoon dat ze krijsen, en maakt die staart het geluid...?

De Dilwaratempels, die haast een pelgrimdoel hebben voor de Hindoes, en waarschijnlijk op historisch gebied voor alle Indiërs belangrijk zijn, zijn niet ver weg. We wandelen er naartoe, genietend van de rust die hier heerst, de voorbijrijdende auto's en brommers trachtend te negeren. Wanneer we aan de Dilwaratempels komen, zijn we een uurtje te vroeg. We mogen nog niet binnen. We besluiten, die langslapers negerend, een kilometertje verder te wandelen, naar het Mount Abu Wildlife Sanctuary. Daar zouden zitten; krokodillen, beren, vossen, panters, apen natuurlijk, een grote verscheidenheid vogels en vlinders met hopen. We genoten vooral van de vogelzangen, de vlinders, de natuur, de wandeling op zich en de heerlijke mensenstilte. We zagen één panter. Het was een afbeelding in plastiek of karton, die men tussen het groen had geplaatst, op reëele grootte. Dat de krokodillen zich schuil hielden, kan ik best geloven, daar Indische stadsmussen identiek zijn aan westerse. Rond het meer, verzamelden de meeste mensen taterend en kakelend alsof het markt was. Niettegenstaande vonden we zonder problemen snel prachtige, stille uithoeken. Buiten apen en mensen, zagen we er dus geen andere zoogdieren. We zagen wel pootafdrukken van katachtigen, zo groot als de palm van een hand. Het was zeker de moeite waard. Er kwamen wat wolken opzetten en er vielen wat druppeltjes, ach, niet de moeite.

Van daaruit keerden we weer naar de Dilwaratempels en achteraf bekeken, hebben we daarmee de juiste keuze gemaakt. Die tempels zijn een 'Must See!' Niet te geloven, wat een pracht. Ze zijn tussen de 1000 en 500 jaren oud. Alle zuilen, muren, nissen, plafonds, tot zelfs de treden bevatten niets dan uitgekerfde godsdienstige figuren. De zuilen lijken echt kant, zo fijn uitgesneden. Dat geldt ook voor de grootste tempel z'n plafonds. Dit is een echt huzarenstuk. De kunstenaars werden betaald volgens het gewicht aan stof afval dat ze uitkerfden. Vermoedelijk heeft dat veel te maken met de vele fantastische uitbeeldingen die de boel sieren. Wellicht zal er ook wel een onderlinge concurrentieslag geweest zijn, kan ik me inbeelden. De ene wilde beslist, wel nog beter werk leveren dan z'n kompaan. Het resultaat heeft me overdonderd. Dit moet je zeker gezien hebben met eigen ogen om te begrijpen wat ik hier schrijf. Er mochten geen foto's genomen worden, maar je mocht het aanraken. Ik ben er op een trap gaan zitten, om de tijd te nemen om het allemaal te kunnen vatten. Je kan naar een museum gaan, dan ben je omgeven door kunst. Nu, had ik het gevoel middenin een kunstwerk te zitten.

Ondertussen was het beginnen onweren. Het duurde een hele tijd. We moesten blijven om te schuilen. Tijdens dat schuilen, kon ik een geit observeren, die blijkbaar zeer hongerig was, en begon te knabbelen aan een brommer die geparkeerd stond. Niemand reageerde, men accepteert dat blijkbaar gewoon. De handvaten van het stuur, het zadel en plastiek rondom, ze at en genoot. Nou, ik ook! Daar het niet leek te willen stoppen met hard regenen, namen we een shared taxi (het woord spreekt voor zichzelf, een taxi met meerdere personen, een bustaxi op bestelling, bij wijze van spreken) naar ons hotel. Dat kostte ons maar 20 roepies, maar we merkten dat we flink wat hadden gestapt.

We meenden een lichte snack te eten, na een welkome douche in het hotel. De snack was echter zoveel, dat ik het niet op kreeg. Erik liet het zich smaken en kon mijn overschot zelfs ook nog op. Dat had hij nodig na deze wandeling. Nadien hebben we nog een flink eind gestapt in de andere richting. Erik wilde, op een door hem gisteren gespotte plaats, wat foto's nemen. En... hij had groot gelijk. De mensen blijven ons hier een bezienswaardigheid vinden en groeten ons lachend toe. Vooral kinderen genieten daar van. Heel af en toe komen we wel eens iemand tegen die een manier weet te vinden om te laten merken dat we ons maar beter kunnen uit de voeten maken. Wat me toch ook opvalt, is dat vrouwen heus wel minderwaardig worden behandeld. Na één week vind ik India een magisch land , maar zeker niet het landje van belofte.

20-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  


19-01-2009
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.10
Klik op de afbeelding om de link te volgen
Dinsdag, 25 maart 2008

Om 6u horen we een bescheiden klopje op de deur. Onze wekdienst. Mooi. We staan op, want willen de bus van 7u naar Abu Road nemen. Daar nemen we de trein naar Ajmer. Eén ding, ik heb een foutje gemaakt. We hadden langer kunnen slapen, want 'k heb me één uurtje vergist. Langs de andere kant is er het voordeel, dat het nu nog redelijk koel is om te stappen met de rugzak. Ver moeten we niet, maar met meer dan 30°C, kan een rugzak al snel zwaarder wegen dan de realiteit.

De bustrip is redelijk hels, waar we al niet meer versteld van staan. Ik denk dat ik het beter van me af kan zetten dan Erik, die nogal hard knijpt in het handvat op de rug van de zetel voor ons. Hij krijgt er kramp van. Door de vuile raampjes genieten we toch nog van het paradijs India (het lukt me zelfs alle afval te negeren). Wanneer we in Abu Road arriveren, is het al erg warm en druk. Het helse, toeterende verkeer, wil ons opzij drukken in modder en koeienvlaaien. Wij weigeren daar echter 'in te trappen'... We zijn precies 1 1/2u te vroeg in het station. We eten daar wat en kijken rustig wat rond. Alles is goed aangegeven. Alles verloopt prima. Al wat we moeten doen, is uitkijken dat de ruige, vlooienhaardendragende zwerfhonden niet te dichtbij komen liggen. D'r zitten er wel wat.

Koeien mogen dan heilig zijn, al wat hier rondloopt van dieren, mag gewoon z'n gangetje gaan, ze worden haast nooit weggejaagd. De immens grote zwermen vliegen, ontwijken we zo goed als mogelijk. We doen ons uiterste best er niet op onze Europese manier, vies van te zijn. Verder rest ons niets dan te wachten. We zijn tevreden. We horen een aankondiging over een andere verwachte trein, die iets meer dan een uur vertraging heeft, met de verontschuldiging van de spoorwegmaatschappij. Niemand zucht, niemand klaagt, men draagt gelaten. Ondertussen loopt onze trein langzaam binnen, mooi, op Indische tijd (lees, maar één uur later dan voorspeld). Van onze trein werd immers geen vertraging vermeld. Ik heb er dus geen idee van hoeveel een uur vertraging in realiteit is...

Eerder zag ik een koe met kalf rustig lopen grazen op een ander spoor. Ze kan niet weg, want het spoor ligt ongeveer 1m dieper dan het perron. Ik vraag me af, wat nu, als er een trein aankomt? Alleen ik stel me deze vraag blijkbaar. Er is veel volk, maar niemand reageert op rustig grazende, afval recyclerende, goddelijke herkauwers, op het spoor. Toch... ik vraag het me echt af. Ik kom het niet echt te weten, daar ik moet opstappen in onze trein. Het plaatsnemen op zich, vormt geen probleem.

We reizen in de slapersklasse. We zitten per 3 tegenover mekaar. Wil er iemand slapen, moet iedereen gaan liggen, tenzij die ene, de bovenste slaapbank neemt. Aan de zijwand zijn ook nog 2 slaapplaatsen. Mensen wisselen onderling van plaats, binnen dezelfde -niet afgebakende- coupé, afhangend van het wel of niet samen kunnen zitten met partner.

Tegenover me, zit een Indische schoonheid met haar man. Een jong koppel. Haar handen zijn met henna geschilderd. Ik mag haar handen fotograferen, maar de mensen in onze coupé begrijpen het 'waarom' echt niet. Ze vragen om de foto te zien, en een oudere man wijst me er op, dat enkel haar handen maar te zien zijn. Om het goed te maken, neem ik een volledige foto. Iedereen tevreden zo. A... ja... je neemt toch geen foto van handen, het gezicht moet er minstens ook op staan hé... Wij bevinden ons aan de ene kant naast een gezin met huppelende kinderen, die na een uurtje rijden, zalig liggen te ronken. Aan de andere kant, een groepje militairen (of zijn ze politiemannen?) We voelen ons veilig...

Het wordt erg warm. Alle vensters staan open. We hebben enkel al in ons coupeetje, 3 ventilatoren draaien, maar toch is het 35°C. Maar, we rijden. En rijden... en rijden. Het landschap is zeer dor, haast woestijn. Een tijdlang rijden we door een vlakte om daarna terug een bergketen als panorama te genieten. Verkopers lopen onophoudend rond. Een schoenpoetser. Een man vraagt regelmatig of we lunch willen. Wanneer we als bij regelmaat halt houden in een station, komen mensen bedelen. De ramen staan open, maar zijn getralied. Da's maar goed. Een jongen op het perron trekt aan m'n mouw. Hij wil geld. Ik geef niks. Armoede wordt te makkelijk verkocht. Wat word ik hard, hier in dit land. Nee dus, ik geef niks. Hij blijft trekken. Hij knijpt in m'n arm. Ik bedenk me, dat, wellicht zonder tralies, mensen gewoon langs de ramen de trein op en af zouden springen, als hij stilstaat. Met de nodige gevaarlijke situatie tot gevolg.

Een jongen veegt op z'n knieën vuil weg in de gang tussen de zetels. Hij vraagt geld. We geven hem iets. De Indiërs geven niks. Wat dàt betreft, is dit een vreselijk land, vind ik. De militairen naast ons, roepen een muzikant, die ook probeert in de trein z'n kostje te verdienen. Ze zeggen hem wat. Hij heeft een handtrommel bij en zingt tijdens het trommen. Wanneer hij gezongen heeft, gaat hij weg, vraagt niks en wordt ook niet betaald. Natuurlijk weet ik ook niet wat ze onderling zegden, vanwege het Hindoe. Misschien lijkt het in mijn ogen wel helemaal anders dan de realiteit... Even later komen ze met 3 tromzangers en geven een concertje voor de landmacht, die hen niks geeft. Ze willen wel geld van ons. Maar ik hou niet van die situatie. Wij hebben hen niks gevraagd. Ondertussen worden we stiekem in't oog gehouden door de glurende strijdkrachten. Dachten die nu echt dat ik dat niet zou merken? 'k Hou hen zelf al een hele tijd ook stiekem in't oog hoor. Ik ga hiermee niet akkoord, dus zeggen we stellig 'nee'. Is dat de reden, is dat de aanzet? Ik heb er geen idee van, maar de bruine uniformkes zoeken contact., vooral met Erik. Het begint met de vraag naar een sigaret, daarna vragen ze wat ik schrijf en Erik duwt bij wijze van antwoord m'n schrift in hun handen. Eén van hen schrijft er deze hindoetekst neer: (zie foto)
Aandenken van een Hindoe militair, of politieman (weet ik veel, ik ken dat verschil helemaal niet), geschreven in de trein op weg naar Ajmer-Pushkar.

Erik wil, maar kan niet ontsnappen. Ze nodigen hem uit. Ik blijf gewoon op m'n plaats zitten. Mij hebben ze niet nodig, en maar goed ook, want ik kan het echt niet helpen, maar naar mensen met deze mentaliteit kan ik maar moeilijk mijn gedachtengoed verborgen houden. De reis gaat verder. Er wordt heel wat over en weer gelopen. Ik heb altijd gehouden van het volkse karakter van mijn tramlijntje. Wel, dit heeft echt ook iets... Na een tijd ga ik op de bovenste slaapbank liggen. Dat doet goed. Een half uurke ofzo, meer is niet nodig.

Wanneer ik m'n ogen open, is het haast tijd om pak en zak te nemen, Ajmer komt in zicht. Er staan genoeg taxi's te wachten om aan een stadsverhuizing op Indisch niveau te beginnen, dus we kunnen direct richting Pushkar vertrekken. Wanneer we Pushkar binnen rijden, moeten we 15 roepies betalen. Wat is dat hier met die stadstol? We verblijven even buiten de stad in de Pushkar Bagh. Stenen muren met een tentzeil als dak. Het is een nieuw ressort, een jaar jong. We kregen de naam van onze Engelse buren in Mt Abu. De ontvangst is hartelijk. We krijgen een zegening op ons voorhoofd en bloemblaadjes over ons hoofd gestrooid. Voorlopig lijkt het of we de enige klanten zijn. Erik kreeg 1000 rps van de prijs af. Ik laat hem dus gerust zijn gangetje gaan, hij doet dat heel goed. Vanavond eten we alvast in het hotel, we zijn moe en gaan niet meer naar de stad.

19-01-2009 om 00:00 geschreven door xxxamxxx  




Foto

Het Isckon guesthouse in Mumbay

Inhoud blog
  • laatste dag
  • into the mountains
  • hot hot hot
  • chiang mai
  • hong island
  • krabi
  • Berlijn 2013
  • arizona 2013
  • New York 2012


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per week
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 29/10-04/11 2012
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 10/10-16/10 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 11/05-17/05 2009
  • 04/05-10/05 2009
  • 27/04-03/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 13/04-19/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 12/01-18/01 2009
  • 05/01-11/01 2009
  • 29/12-04/01 2009
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 26/09-02/10 2005

    Blog als favoriet !

    Mijn favorieten
  • Mieke Mots ludieke bedenkingen, en toestanden,


  • Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs