En de boer , hij ploegde voort! Eens pelgrim , altijd pelgrim!
Na mijn vorige tochten op de jakobswegen ( zie www.bloggen.be/anne_als_pelgrim ) stap ik in 2013 nu op de camino del norte onderweg naar Santiago de Compostela.
In 2014 volg ik de camino primitivo door de bergen van Asturias. Na 5 jaar kom ik weer eens aan in Santiago de Compostela zelf! Heerlijk!
15-06-2014
Naar La Mesa 20,2 km
Schitterend zonnig weer van 's morgens vroeg; ongelooflijk mooie bergtocht !
Vertrokken om 7.40 u. De weg door het dorp en daarna: geklingel van koeienbellen, gekabbel van een bergbeek. We zijn op het goeie pad ! Door een bos klimmen: zalig ! Aan een watervalletje heeft iemand een minikapelletje geïmproviseerd: onderaan rotsblokken, erboven kleinere stenen. Er staat een rode kaars in een plastic houder die al gebrand heeft ! Een muurtje van rotsblokken tegen de bergflank houdt de vallende stenen tegen. Effectief. Sommige stenen zijn al met mos begroeid.
Na het gehucht Peñaseita wordt het steiler klimmen. Zonlicht gefilterd door het bladerdak; een frisse bries waait koelte aan, een koekoek. We steken af en toe de bergbeek over op houten bruggetjes of op stapstenen.
Waar het pad de weg kruist, eindigt het bos. Woeste bergweiden, heidekruid, lage varens, stekelbrem, vingerhoedskruid. Enkel nog sparren hier en daar, een dappere eik, een enkele es. De wind heeft hier vrij spel! De mooie bruine koeien met lange horens laten ons met rust. Oef! Puerto del palo, het hoogste punt op de camino primitivo, 1146 m hoog. Geklommen van ongeveer 580 m boven zeespiegel.
Onbeschrijfelijk mooi hier. Ruige bergweiden, rotspartijen, een eindeloze rij bergketens, windmolens ... De hoogspanningskabels storen me niet. Ze brengen beschaving aan wie hier in deze onherbergzame streek probeert te overleven. We waaien bijna omver ! " De Geest waait waar hij wil" , zegt mijn witte wimpel. We kunnen best wat bescherming gebruiken ... Sint-Jakob of de H. Geest ?
Blij dat we met zijn tweeën zijn; ik heb hoogtevrees en Anne-Marie is bang van de wind. Ze woog 54 kg toen ze vertrok uit Doornik, maar ze is al veel vermagerd. Haar zware rugzak ( 14 kg ) is nu een voordeel ! Toch wel een steile afdaling op een rotspad ! Ik probeer zoveel mogelijk op het platgetrapte gras te lopen. We kruisen weer de autoweg. Wie op veilig wil spelen, kan het eerste deel van de afdaling gerust op de weg zelf lopen. Nu wandelen we tussen struikgewas. Dat geeft een veiliger gevoel ! Wolken werpen grappig bewegende schaduwen op de opeenvolgende heuvelruggen. Links van ons, op de parallelle bergkam een heel gelid windmolens, afstekend tegen de helderblauwe lucht.
We ontmoeten pelgrims die via Los Hospitales gelopen hebben. Wind met orkaankracht ginder ! We steken een stenen muurtje over. Montefurado: een pittoresk groepje huizen, een Jakobuskapelletje, een haan met zijn schare scharrelende kippen. Hier woont welgeteld nog één boer ! Hoe afgelegen !
Een hekje, we lopen over een heuvel, omhoog, omlaag, weer tussen de bomen ... Er zijn ook meteen meer veldbloemen: muskuskaasjeskruid, rode klaver, rolklaver, vijfvingerkruid, bloeiende brem.
Net voor Lago een monument van een taxusboom, meer dan 500 jaar oud ! De enige bar hier is gesloten. Een groepje zondagse motorrijders groet ons.
Over het asfalt van de autoweg. Die ene kilometer lijkt wel eindeloos in de hitte. Oef ! Links een gele schelp bij een dennenbos. Picknick in de bar van Berducedo. En ook al is het zondag, we kunnen in het winkeltje toch inkopen doen voor het avondmaal . Want in de albergue van het piepkleine gehucht La Mesa kunnen we geen warme maaltijd krijgen. Er is wel mogelijkheid tot koken. Anne-Marie heeft daar ervaring mee: ze heeft nog rijst, we kopen tomaten, tonijn, een blikje erwtjes,mayonaise.
Onze laatste klim voor vandaag. Het landschap blijft betoverend. Veel bloeiende brem en golvende heuvels met bossen en weiden. We horen het geluid van de windmolens op de top. Aangekomen om 16.30 u. De hospitalera heeft nog een kast met voeding in blik, en een frigo met yoghurt, boter, kaas en allerlei dranken. Ze noemt het haar “ tienda” ( winkeltje ). We zullen niet verhongeren. Nog 2 eieren en olijven bijgekocht. En Reiner, de Oostenrijker, trakteert met wijn. “Smakelijk!” Dat wordt vroeg slapengaan vanavond. Veel meer is hier niet te doen. Zeker geen internetsessie !
's Morgens mist, zon na 11 u, uitzonderlijk mooie tocht!
Al vroeg vertrokken om 6.55 u want in de gids staat deze etappe gemarkeerd met 3 schelpen ( moeilijkheidsgraad) . Gek! In onze gids staat 25,7 km; een andere spreekt van 32 km voor dezelfde etappe. Bijna 7 km verschil ! Iemand met een stappenteller noteerde 28 km.
We vertrekken uit de herberg en gaan via het stadje naar de kerk , daarna naar links ( korter dan terugkeren naar de kapel van San Roque). We klimmen door het bos naar Alto de Piedratecha ( 800 m). Door de mist merken we niets van de panorama's. Daarna een grindpad naast de autoweg en al snel weer een bos in. Zalig! we stappen op een bedje van humus, een hele afwisseling voor de voetzolen na alle rotsige paden met keien bij de vleet. Kwebbelende Franse pelgrims voorbijgestoken. Daarna vrolijk vogelgekwetter en het geluid van vallende druppels mist. Verkwikkend!
We maken een kleine omweg ( 2 x 500 m) naar de romantische ruïnes van het klooster van Santa María La Real de Obona, een benedictijner klooster uit de 13de E midden in het bos. Drie majestueuze oude lindes op het plein voor de kerk, ernaast geheimzinnige, bouwvallige ruimtes overgroeid door veldbloemen en kniehoge netels ... De classicistische kloostergang moet uit latere tijden dateren. Alles is vrij toegankelijk, zonder enig gevaar. Alleen het kerkhof aan de linkerkant van de kloosterkerk wordt nog gebruikt. Niemand die zich geroepen voelt om hier een albergue te openen?
Middagpauze in Bar Ricardo in Campiello, een bar annex winkeltje. Na Borres, kan je een alternatieve route nemen, de variant over Los Hospitales, zo genoemd naar de 4 plaatsen waar in de middeleeuwen pelgrimsherbergen waren. Het is de koninginne-etappe op de camino primitivo MAAR je loopt eenzaam, hoog in de bergen; het weer is hier onvoorspelbaar en er is geen enkele mogelijkheid om te schuilen. OK, misschien wel machtig van uitzichten, maar alleen absoluut niet aan te raden!!!
Anne-Marie en ik kiezen ervoor om door te stappen via de traditionele route naar Pola de Allande, ook een gigantisch mooie tocht met uitzicht over de Asturische bergen, soms langs grindpaadjes naast de autoweg, meestal langs binnenwegjes. Prachtige panorama's: golvende weiden met bemoste muurtjes en bomen in de hagen, eenzame kanjers van bomen te midden van die weiden, bruine hooilanden, beboste heuvels met gemengd loofbos, allerlei tinten groen, oplichtend in de zon. Hier en daar een bruingroene plek met eucalyptussen.
Reiner, een Oostenrijker achter ons doet ons teken dat we een weggetje rechts gemist hebben. Goed zo! Klimmen en dalen... Op naar de Alto de Porciles ( 770 m ) Een vriendelijke meneer wil ons fotograferen voor zijn "regenboog" - winkeltje met bar. Anne-Marie moet hoognodig naar het toilet, blijkbaar de badkamer van de heer des huizes, vol zalfjes en potjes met verzorgingsproducten. We gunnen hem twee ijsjes voor zijn glimlach en "bewezen diensten". Ons lanceren voor de volgende Alto de Lavadoira ( 806 m ) en daarna zoals ze het hier noemen " el tobogán", de glijbaan, een lange afdaling naar Pola de Allande, hoofdstadje van deze geïsoleerde , dunbevolkte regio.
's Avonds een menu in " La Nueva Allandesa " met uitstekende streekgerechten. We staan weer sterk voor morgen ...
Vertrokken om 7.30 u Onder de arcade door van het kasteel, de hoogte in. Je ziet al meteen het imposante viaduct tegen de bergflank die Salas domineert. De splinternieuwe autosnelweg loopt hoog in de lucht in een wijde boog boven de bomen. Vandaag stijgen we 500 m ( van 200 naar 700 ), maar het gaat langzaam. De oude middeleeuwse weg gaat door het bos met kastanjes en eiken. De werkzaamheden aan de autosnelweg zijn ook hier af. Volop genieten dus van de vele met mos bedekte bosweggetjes, niezend en snuitend weliswaar. De hooikoorts slaat toe!
In Bodenaya heeft een enthousiaste pelgrim uit Madrid zijn huis opengesteld voor de peregrino's.. Ontbijt en avondeten maakt hij klaar , samen met wie wil. Vanaf hier nog 256 km naar Compostela! Anne-Marie die al van thuis vertrokken is, reageert blij verrast ...
Overal vingerhoedskruid ... Mooie wazige panorama's. De nevel trekt maar niet op. In La Espina begint het onverharde pad net voor de rotonde aan een grote beuk. Wat verder een kapelletje, Cristo para los afligidos ( Christus voor de bedroefden). Zovele mensen op de camino hebben een verhaal ...
We zijn bijna op het hoogste punt voor vandaag: El Pedregal. Je kijkt uit over glooiende weilanden met hagen en bomenrijen. Jammer dat het niet echt opklaart ...
Op de toppen zien we de eerste windmolens, pas gebouwd. Ze werken nog niet allemaal. Tijd voor een hapje. We picknicken aan een fontein met een beeldje van Sint-Jakob en een frisdrankenautomaat.
Ultreia, ultreia y sus eia. Steeds verder, steeds hoger ... Ik zing voor Anne-Marie het 20-eeuwse pelgrimslied met het oude middeleeuwse refrein.
Hé, een voetbalveld en daarna de ermita de San Roque. Tineo is in zicht! We beginnen de pelgrims op de camino primitivo al te kennen. Ze verwelkomen ons hartelijk aan de albergue. Om kwart voor 3 aangekomen. Een douche, een wasje en nog een late menu del día om 16 u.
Daarna nog tijd om het stadje te verkennen en in de bib wat te internetten. Ik maak een nieuw e-mailadres aan met gmail. Zou het nu lukken om iets op mijn blog te posten? Afwachten ...
Morgen staat een lastige etappe op het programma. Van Roland gehoord. op het wereldkampioenschap in Brazilië speelt Spanje tegen Nederland: 1 - 5 ! Het gejuich na die eerste goal was overal in Oviedo te horen. Daarna bleef het stil ...
Oef! Er was iemand die enorm snurkte in de slaapzaal met 20 bedden. Ik sliep gelukkig op 1 van de 3 extra matrssen in de keuken. Gevolg: iedereen is heel vroeg vertrokken vanmorgen. Om 7.10 u al op weg met een andere Belgische, Anne-Marie uit Doornik, een Waalse die al op 1 april vertrokken is uit België.
Mist over het dal. Het zal heet worden! Een serieuze klim naar de bergpas van El Fresno. Helemaal boven staat er nog een kerkje met voorportaal waar vroeger ook pelgrims konden slapen.
De werken aan de autosnelweg A-63 zijn af. Je kan gewoon de traditionele route volgen, je hoeft geen omwegen te maken.
Waarom heet deze camino eigenlijk de camino primitivo? Helemaal niet omdat het een ruige, eenzame bergtocht zou zijn voor primitievelingen als ik , nee... Wel omdat het de allereerste route naar Santiago de Compostela was. Het graf van de apostel Jakobus was nog maar pas ontdekt door Pelayo in het begin van de 9de eeuw, of de koning van Asturias, Alfonso II ( tijdgenoot van onze karel De Grote - hij maakte van Oviedo zijn hoofdstad), Alfonso II dus, wou ernaar toe met zijn hele gevolg. Hij trok over de bergen het binnenland in. Koningen na hem lieten kloosters bouwen en stichtten nederzettingen om de wegen veilig te houden. ( Vergeet niet, alleen dit kleine stukje Spanje in het noorden was niet in handen van de Moren ! ) De camino primitivo is dus de oorspronkelijke weg naar Compostela.
We komen voorbij de Santa Eulaliakerk in het oude plaatsje Dóriga. Ook het eerder bouwvallige cisterciënzerklooster van San Salvador in Cornellana dateert uit die tijd. Er is nu nog altijd een albergue in een vleugel van het klooster. Kwestie van de vreemdelingen te herbergen ...!
Onderweg zie ik dezelfde gele bloem als in de Pyreneeën, een soort stalkaars die vanaf het midden breder vertakt is. Op naar Sobrerriba! We passeren een grindgroeve. Ervoor staat een caminopaaltje met een paar elegante damesschoenen met hoge hakken op. Zo geschoeid geraak je in ieder geval niet erg ver ...
Koekjespauze aan de eerste fontein van LLamas. Even verder links een half afgegraven berg die met okerkleurige stroken oplicht in de zon. Een plaats waar ertsen gedolven worden? Asturias is rijk aan mineralen: goud, koper, arseen, bismut. Al in de tijd van de Romeinen waren er hier goudmijnen .
Mooie, vierkante hórreos, groter dan in Galicië. Weinig van die typische gebouwtjes dienen nog als graanopslagplaats. Sommige zijn ingericht als houten vakantiechalets vol bloembakken. Onderaan is er een beschaduwd terras, eentje zelfs met een kinderschommel . Bosweggetjes, brugjes of pasarelas over beken ... Even opletten voorbij Casazorrina: via een viaduct onder de nieuwe nationale autoweg; dan 150 m naast de oude autoweg; die steek je over en je belandt meteen op een beschaduwd pad richting Salas. Een stadje groot geworden in de 16de eeuw toen hier Don Fernando Valdés- Salas geboren werd, grootinquisiteur !!!, aartsbisschop en stichter van de universiteit van Oviedo. Zijn paleis is nu een hotel met een schitterende patio. Er is ook een middeleeuws kasteel en een oude kloosterkerk, la Colegiata de Santa María la Mayor.
We waren hier al om 12.30 u. Tijd om het stadje te bezoeken en met Anne-Marie naar de dokter en de apotheker te gaan. Ze heeft al 3 dagen zware diarree. Opmerkelijk ! In het centro de salud is een doktersbezoek gratis !
Naar San Juan de Villapañada (Grado) Meer dan 29,5 km
Zon en wolken, 27 graden na de middag.
Roland doet mij uitgeleide, de stad uit tot het landelijke La Bolguina. In Oviedo volgen we de koperen schelpen op de grond en even verder de begeleidende gele pijlen. Bereidwillige mensen tonen ons de weg als we even aarzelen.
Eerste halte: de kapel van El Carmen bij Llampaxuga. We wandelen langs wegjes tussen hagen met liguster, hondsroos en bramen. Roland geniet van het geklingel van koebellen; van de frisse geur van bloeiende liguster en eucalyptus; van de goed onderhouden moestuintjes langs het pad. We nemen afscheid aan de middeleeuwse brug van Los Gallegos over de rivier de Nora ( 11.25 u) . Van een boer, hoor ik, krijgt Roland een gepelde stok cadeau met punt en rubbertje. Zal hij kunnen doorgeven aan een andere pelgrim voor hij het vliegtuig terug neemt ...
Al snel een onverhard pad helling af , helling op. He! de GR 65 ! Ik stop voor een foto van de boeiende bermen: paarse dopheide, zwart knoopkruid, zachtgele bloemen die lijken op paardenbloemstreepzaad bij ons , maar wel lichter van kleur hier. Even geen geluid van stokken. Voor mij huppelt een jonge hinde weg, haar witte vlek op het achterwerk vrolijk wippend ... Aan de bergpas van Venta del Escamplero draai ik me om. Oviedo is te zien in de verte. Ook een stadionachtig gebouw met een typische Calatravavleugel waar de zon op reflecteert. We zagen dit gebouw ook gisteren, toen we de Monte Naranco afdaalden. Niet het voetbalstadion, zo blijkt. Dat ligt lager, maar wel een commercieel centrum en congrespaleis, effectief door Calatrava gebouwd in Oviedo.
Voorbij Las Regueras loop ik over het middeleeuwse tracé tussen stenen muurtjes overgroeid met mos en klimop. Magische stilte, alleen tikkende stokken, de wind in de bladeren, tsjilpende krekels, een enkele vogel. Appelpauze aan de kapel van Santa Ana in Premoño. Ik mis de afslag naar het pad. Ik ben al in Valdunos, maar vraag gelukkig net op tijd naar de weg. Ik hoef niet bergop op mijn stappen terug te keren, maar kan 100 m verder een wandelpaadje rechts nemen dat op de camino uitkomt. Het hoort bij de "camino real de mesa", een wandelroute vanuit León.
Afwisselend stukken asfalt en aardewegjes vandaag. Een beschaduwd pad langs de rivier Nalón. Om 15.10 u arriveer ik aan de stenen brug in Peñaflor. Een deftig uur in Spanje .. Ik krijg nog een menu del día aan € 8. ( Vanavond kan ik niet warm eten in de albergue). Nog 7 km te gaan. Haal ik dat na een stevige kikkererwtensoep, een konijnenbout met frieten en vooral 1/2 karaf gekoelde rode wijn? ( ik kreeg een hele karaf, maar dronk maar de helft ... ) Een miniem stuk over de N-634 zonder vluchtstrook, daarna door de dorpsstraat van Peñaflor. Volledig vlak tot Grado langs weiden zonder bomen ... 27 graden ... Fout gelopen in Grado. Beter volg je gewoon de N-634 ( richting Espina) tot het einde van het stadje. Daarna nog 3,5 km heuvelopwaarts richting Acevedo. Ik wandel echt wel van boom tot boom. Dit wegje loopt parallel met de autosnelweg maar je hebt helemaal geen hinder van het autogeweld, omdat je hoger loopt.
Om 18.30 u ben ik aan de albergue achter het kerkje van San Juan de Villapañada, ik ben de allerlaatste die nog een matras krijgt. De herberg is volzet. Na mij worden andere pelgrims doorgestuurd. Oef ! ik hoef niet verder meer …
De dinsdag na Pinksteren heet hier " Martes del Bollo" of " Martes del campo". De inwoners van Oviedo ( of ovetenses) houden dan een traditie in eer die dateert uit de 15de E. Ze komen samen in het grote park van Oviedo, Campo de San Francisco en eten er een broodje " bollo" met warme chorizoworst. Ze drinken er een fles wijn bij, Vino de Balesquida ( cider, 6 graden).
Maar we zijn te vroeg te been volgens Spaanse normen ... Om Roland te ontzien nemen we de taxi naar de Monte Naranco, met de 2 unieke preromaanse kerkjes uit de 9de E. De taxichauffeur vertelt ons dat je zo´n broodje met bijhorende wijn koopt bij de bakker en dan met de hele familie optrekt naar het park. Hoog tegen de helling van de Naranco ligt het kerkje San Miguel de Lillo in Asturische preromaanse stijl. Lang voor de romaanse kunst bij ons, bouwden de Asturische koningen hier hun kerkjes en paleizen met dikke muren, weinig vensteropeningen, zware ronde bogen, slanke steunberen en simpele schuine daken.
Santa María del Naranco was het paleis van de Asturische koning Ramiro I ( de koning die voor het eerst de Moren versloeg in 844, in de legendarische slag van Clavijo waar Santiago de Matamoros verscheen, als witte ridder op een paard om de christenen te helpen bij de overwinning op de Moren.) Santa María is een hoog gebouwtje met balkons, loggia´s en staatsietrappen. Later werd het verbouwd als kerkje. Binnenin kunnen we de slanke kerkjes met hoge tongewelven niet bezoeken door de fiesta.
We dalen te voet de berg af. Op naar de fiesta! Bijna 14 u ... Lange rijen mensen staan aan te schuiven bij de bakkers. Vrolijke fanfares, Asturische doedelzakspelers in het park. Hele families met plastic zakjes in de hand ... Ik vraag een Spaanse waar ik zo´n bon voor een " bollo con vino" kan kopen. Niet te koop! ... , zegt ze en ze geeft mij zomaar een bon cadeau! Fiesta ... ook voor ons! Een feestelijke picknick te midden van de Spaanse gezinnen op het gras. Een kurketrekker en bekers hebben we niet ... Geen probleem ... We drinken van de fles. Kinderen in folkloristische kledij paraderen fier voorbij. Eén groot, gezellig familiefeest! ...
In het kerkje van Nuestra Señora de la Esperanza steek ik drie kaarsen aan ...
Geen blog deze keer ... Niet - zoals ik voorzien had - omdat er geen computers zouden zijn. Ik weet al dat ik in het buitenland niet op "www.bloggen.be" geraak. Normaal gezien kan ik via mijn hotmail berichten op de blog posten. Maar de veiligheidsmaatregelen van Hotmail zijn strenger geworden. Je moet met een veiligheidscode bevestigen dat je wel degelijk zelf je account wil openen. Stom genoeg heb ik indertijd mijn vaste telefoonnummer opgegeven en niet mijn gsm om die code te ontvangen ... Dus, een beetje gedwongen door de omstandigheden , zal ik op deze camino nog meer "loslaten", vrijer zijn ...
´s Avonds nog eens naar het park gegaan. Tijd voor "rimpelrock" ginder. Oudere Spaanse mensen genieten volop van het dansen op meeslepende ritmes. We eten een gewone menú del día in de "Bulevar de la sidra". Gek, hoe de kelners de cider uitschenken. Ze houden de fles hoog boven hun hoofd en het glas schuin ter hoogte van hun dij. Ze kijken niet terwijl ze inschenken. Waarom?, vraag ik aan de kelner. Gewoonte, zegt hij, en trouwens, als er een mooi meisje op straat voorbijkomt, zou ik ze dan niet gezien hebben ... Spanjaarden!
Gevlogen naar Oviedo via Barcelona. Toch opgelucht als mijn rugzak in de oranje regenhoes op de transportband verschijnt ...Het vliegveld van Oviedo ligt bij Avilés aan de kust. We nemen de Salsa-aerobus tot Oviedo door de beboste heuvels en bergen van Asturias. Zo maakt Roland kennis met het landschap waar ik de volgende dagen door stap.
We overnachten in Hotel Ovetense in het verkeersvrije centrum. Een Chinese pelgrim met puntige rijsthoed staat net voor ons aan de balie ?!?
Dit jaar kan ik wel de gotische kathedraal bezoeken met de cámara santa. Indrukwekkend: de slanke, romaanse apostelbeelden die dateren uit de 12de E, dezelfde tijd als de Pórtico de la Gloria in Compostela. Sint Jakob (Santiago) met de schelp op zijn tas, staat er naast de jongeling Johannes met het evangelie in de hand. De kathedraal is gewijd aan San Salvador, Chr. de Verlosser van de Mensheid.
Tijdens de Spaanse Burgeroorlog ontplofte in 1934 een bom in de 9de- eeuwse crypte van de H. Eulalia, waardoor de kapel met de schatkamer erboven bijna compleet vernield werd. De kerkschat werd gerestaureerd. Het symbool van Oviedo is een met goud belegd kruis "van de engelen" uit de 9de E, geschonken door Alfonso II, de Kuise ( jullie horen nog van hem). Ernaast het kruis "van de overwinning" van een eeuw later, allebei met kostbare edelstenen versierd. Maar vooral de zilveren Ark Des Verbonds was bekend in de Middeleeuwen. Toen bevatte die waardevolle relikwieën die in heel Spanje verzameld werden door immigranten om ze te redden uit de handen van de Moren. Je raadt het nooit!
Er was hout van Jezus´ kruis; een stukje van zijn kleed onder de Romeinse soldaten verdeeld, een brokje brood van het Laatste Avondmaal; de zweetdoek van Jezus uit zijn grafkamer, een handvol aarde uit het Heilig Land, enkele draadjes van Maria´s jurk en een paar druppels van haar moedermelk !!!
Zou je daarvoor niet speciaal naar Oviedo komen? Zeg nu zelf!
Hier in Oviedo komen 3 camino´s samen. Op de camino del norte kan je in Villaviciosa afslaan om naar Oviedo te gaan. Je kunt vanuit León op de camino francés een grote omweg maken naar hier. En de camino primitivo start in Oviedo zelf. Want zoals het liedje zegt : "Quien va a Santiago y no al Salvador,visita al criado y deja al Señor" of " Wie naar Compostela gaat en niet naar Oviedo met de Salvadorkathedraal, bezoekt de knecht ( de apostel Jakob) en niet de Heer ( Christus).
We hebben geluk. Met Pinksteren wordt hier het feest van de Balesquida gevierd door de broederschap van Maria, O-L-Vrouw van de Hoop. In het kerkje van een oud middeleeuws armenhospitaal staat haar beeld te midden van geurige bloemen. De harmonie geeft een klassiek concert in de patio van de universiteitsbibliotheek. En we besluiten de avond in een typisch Galicisch restaurantje met pulpo ( inktvis).
Vandaag de Pinkstermis gezongen met ons Tabitakoor. We kregen allemaal een witte wimpel met daarop geschreven: 'De Geest waait waar hij wil'. Die hang ik aan mijn rugzak! " Geestig" om met Pinksteren op tocht te gaan! Ik probeer mijn blog bij te houden, maar als primitieve pelgrim zonder laptop, tablet of smartphone zal mij dat enkel lukken als er in de slaapplaatsen af en toe een 'ouderwetse' computer staat. Een primitieve pelgrim op de camino primitivo ... zo hoort het!!!
Morgen maak ik mijn rugzak klaar. Met veel goesting vertrek ik op pinkstermaandag 9/6 naar Oviedo met Roland, mijn man. We bezoeken er samen de unieke preromaanse kerkjes en de 3de dag ga ik op stap, op de camino primitivo. Wind en regen? Lastige beklimmingen? Steile afdalingen? Ik ga ze met de glimlach te lijf. Ik ben dankbaar dat ik dit fysiek nog aankan, dankbaar ook dat Roland mij de vrijheid geeft om alleen op jakobspad te gaan, om deel te zijn van een groter geheel, om volop te genieten van een inspirerende natuur, om te herbronnen ... Benieuwd hoe het zal zijn om weer eens in Compostela te zijn ...
Heel vroeg vertrokken ( ik had daarvoor speciaal een kamer apart gekregen in de albergue, om niemand te storen ) voor mijn vlucht met Vueling Oviedo - Barcelona - Brussel. Wat ook had gekund: met de langeafstandsbus ALSA van Oviedo naar Santander en daar met Ryanair naar Charleroi( goedkoper. Wist ik nog niet toen ik mijn ticket boekte. )
Crisis ? vraag ik aan de taxichauffeur. " Natuurlijk, we voelen het allemaal. Taxi's, winkels, bars..." Onderweg zie je trouwens vaak huizen met een bordje ' se vende ' ( Te koop).
Terug naar huis. Blij met deze camino del norte. Heel vaak de zee gezien ( 12 dagen ). Met Pieter gezwommen en in de golven gespeeld, met Roland gepootjebaad, genoten van de buitengevwone vergezichten vanop het kustpad, soms alleen, soms in gezelschap van andere pelgrims. Twee afgelegen kloosters bezocht ( Zenaruzza en San Salvador de Valdediós) en de ruïne van San Antolín. Eeuwenlang openden zij hun deuren voor de stroom pelgrims, net zoals het dorpsklooster van Cóbreces. En ook nu nog doen ze dat ( de ruïne is niet aan te raden!). Door 4 Spaanse provincies gelopen. Guipúzcoa en Vizcayain Baskenland waren het mooist. Redelijk veel asfalt in Cantabria, maar goedkope, gastvrije albergues daar en fantastische stadjes en steden: Castro-Urdiales, Laredo, Santander, Santillana del Mar, San Vicente de la Barquera. Nog een stukje kust van Asturiaslangs de camino real, pittoreske vierkante hórreos, en tenslotte Oviedo: poort naar de camino primitivo.
19 stapdagen voor 500 km, wel wat lastig. Gelukkig had ik 1 rustdag ingecalculeerd met Roland in Santander. Beter is de 2 lange afstanden ( 40 en 39 km) te splitsen. Van Laredo naar Güemes, de volgende dag naar Santander. En van Cóbrecesnaar San Vicente de la Barquera. vandaar naar Colombres of iets verder ( wordt dan 21 stapdagen). Een praktische reisgids: " Te voet naar Santiago de Compostela, de Kustroute, Uitgeverij Elmar, 2de herziene druk 2012" . ( Ideaal als je op het goeie pad ben, maar loop je verkeerd, dan heb je toch weinig aanwijzingen !!! ). Lekkere , afwisselende menu's del día in de restaurantjes 's avonds, met geanimeerde commentaren: telkens voetbal op TV ( Acht landen, waaronder Spanje, spelen de confederatiecup 2013 in Brazilië.)
Ook in de luchthaven van Barcelona wordt mijn geduld op de proef gesteld. Arbeidsconflicten bij Swissport! Tranquilo, Ana, no problema! Ik geraak vandaag nog thuis. Tot straks, Roland! Heel misschien kan ik vanavond nog naar de koorrepetitie...
Irsazardemarguelebil Porcalasanrecoco Llanribaselaveo !!! ( Irún, San Sebastián, Zarautz, Deba, Markina-Xemein, Lezama, Bilbao / Portugalete, Castro-Urdiales, Laredo, Santander, Requejada, Cóbreces, Colombres / Llanes, Ribadesella, Sebrayo, La Vega de Sariego, Oviedo). Onvergetelijk !!!
Om 7.10 u vertrokken. De zon verdrijft de nevel over de heuvels. Onnozele schapenwolkjes achter mij. Dikke wolken voor mij. Spel van zon en wolken. Ik loop mijn schaduw achterna. Een uil zweeft weg.
Ha! een boswegje. Het leidt naar een kapel te midden van de bomen, la ermita de Nuestra Señora de la Bienvenida, protectora del camino. Hier heettte de prior van het klooster de pelgrims vroeger welkom met brood en een strozak van maïsbladeren Rode aarde, modder.
Door de stad Pola de Siero. Een wens van een oude man enkele dagen geleden. " Que el apóstol le bendiga! Moge de apostel Jacobus je zegenen..."
Een chocolate caliente ( warme chocolademelk) in El Berrón. Over asfalt van gele pijl naar gele pijl. Zondagmorgen. Hier en daar vrolijke muziek, een bandje repeteert in een garage. Grasmaaiers ( en er zijn hier zo weinig huizen met gazon!). Tegenligger een ruiter te paard. Wat verder: verse str...
Picknick op het terras van Casa Evarista. Volgens de wegbeschrijving moet ik nu door een soort krottenwijk ??? Er staat nog 1 barakje. Een meneer wenst me vriendelijk " buenos días". De andere hutjes zijn waarschijnlijk met de grond gelijkgemaakt, je ziet nog de resten onder de bomen. Voorbij een barok paleis op het platteland: el palacio de Meres. Ik hoor schoten. Wordt hier gejaagd? Nee, 'fiesta de San Pedro ' aan het kerkje van Granda. Ze schieten vuurpijlen af. Doedelzakmuziek en een orkestje met koor in het kerkje.
Druk aan de restaurants en sidrería's in Colloto. Ik nader de grote stad. Vermoeiend in die hitte. Op weekdagen moet het nog veel erger zijn. Om 16.00 u sta ik in het verkeersvrije centrum op het plein voor de kathedraal San Salvador. een herademing!
Pech !!! 's Zondags is alles gesloten, ook 's avonds. Ik had zo graag de Cámara Santa in de crypte bezocht. Want het wijsje gaat: " Quien va al Santiago y no va al Salvador, visita al criado y no al Señor" ( Wie naar Santiago gaat - naar de apostel Jacobus in Compostela - en niet naar de Verlosser - in Oviedo - , bezoekt de knecht en niet de Heer.) In de schatkamer wordt een relikwie vereerd , el Santo Sudario ( de heilige zweetdoek) van Jezus Christus. En ook het kruis van de overwinning ( La Cruz de la Victoria) , volgens de legende het kruis van koning Pelayo die tijdens de slag van Covadonga ( 722) voor het eerst de Moren versloeg en zo de Reconquista ( herovering) van Spanje inzette. een betekenisvol symbool voor de Spanjaarden...
Blanca vroeg me nog wat de camino met je doet, wat de camino je geeft. "Vertrouwen, vertrouwen in jezelf en in anderen. Rust. En geduld" , voegde ik eraan toe. Kan ik meteen in de praktijk brengen. Als ik later weer naar Oviedo kom om de camino primitivo naar Santiago te lopen, zorg ik ervoor dat ik op een weekdag vertrek !...
's Morgens bewolkt, 's middags volle zon, van 15° tot 25 °
Om 7.45 u vertrokken. stokken weer vergeten! Een bospad, waar fietspelgrims over mogen. De modder daar nog aan toe, maar de stenen ???
Villaviciosa is de hoofdstad van de cider. Veel ciderbars. een mooie laatromaanse kerk, Santa María de la Oliva. Het park is de eerste plek in Spanje die er minder verzorgd uitziet. Er staat dan ook op een muur geschilderd: " Geen politie hier! Ontspanning !!! " Wat verder een cannabisplant en de kop van Bob Marley. Voorbij een uithangbord met een man die cider schenkt. Dat doe je vanuit de hoogte in een kroes die je laag houdt. Maurizio deed dat gisteren met veel bravoure voor.
Opletten! In Villaviciosa passeeert ook de camino naar Covadongain tegengestelde richting. Wel andere bordjes. Voor Covadonga een Keltisch kruis, voor Santiago een blauw glazuurtegeltje met een gestileerde, gele schelp. Waar de stralen samenkomen, de punt dus, die geeft de richting aan.
Zaterdagmorgen. Veel wielertoeristen. Aan een brugje over de rivier Valdediós splitst de camino del norte zich. Je kunt via Oviedo aan de camino primitivo beginnen, ofwel verder de kustroute volgen via Gijón. Ook duidelijk aangegeven. Doorstappen nu, ik wil voor sluitingstijd bij het kerkje van San Salvador de Valdediósaankomen.
Porcalasanrecoco Llanribaselaveo! Klimmen. " Tous les matins nous prenons le chemin... " Ik kom om half één aan bij San Salvador de Valdediós, eenzaam gelegen in het dal van Boides. Nog tijd om te picknicken voor het bezoek met gids om 13.00 u. Het is een mozarabisch ( stijl van toen), preromaans kerkje uit eind 9de eeuw. Kleine vensteropeningen met 2 of 3 hoefijzerbogen steunend op een zuiltje. Resten van originele muurschilderingen. Ook een koninklijke loge aan de westkant, net zoals in Sint-Laurentius van Ename. Ernaast staat een cisterciënzerklooster uit de 13de eeuw, imponerend door zijn soberheid.
Daarna, in de schaduw van de bomen de bergpas over naar Alto de la Campavoorbij veel vierkante Asturische hórreos. De ruimte tussen de stenen palen onderaan wordt vaak gebruikt voor houtopslag, of voor een boerenkar. Er is er ook één met een bord 'Tranquilo: 30 km' , een ronde tafel met tafelkleed, stoelen en een waslijn waar kleren te drogen hangen. Typisch Spaanse levenskunst!
Boven de camin del monte gevolgd. Spectaculair! Je ziet 5 heuvel- en bergruggen achter elkaar. Net een japanse prent! Bij de eerste zijn de bossen en de weiden nog duidelijk te onderscheiden, de volgende zijn egaler grijsgroen. Dartele wolkjes rond de hoogste bergrug. Zelfs even de besneeuwde toppen van de Picos de Europa gezien.
De weg op naar La Vega de Sariego. Veel tractors rijden af en aan met grote hooirollen. Moestuintjes met allerlei bonen, hoge en lage. Al eens ' fabada asturiana' gegeten, een dikke soep met bonen en stukjes spek en bloedworst. Net voor La Vega de SariegoBriand kunnnen helpen, een Duitser uit de streek van Osnabrück, die alleen maar Duits spreekt en een heel klein beetje Engels. " Wrong way, malo, malo", herhaalt hij alsmaar. Hij heeft de afslag van de kustroute niet opgemerkt en is dus ook onderweg naar Oviedo. Een behulpzame jonge Spanjaard biedt aan hem met de wagen 15 km verder te brengen tot El Berrónwaar hij het treintje kan nemen naar Gijón. Toch gemakkelijker als je de taal spreekt!
Voor de verandering eens om 17.15 u toegekomen. Ik ben weer alleen in de herberg. Je moet de sleutel afhalen in de bar Casa Rufo er tegenover. Vriendelijke mensen in het dorp. Op het pleintje met de spelende kinderen schrijf ik mijn dagboek. Jammer, te veel kinderen om mijn resterende kersen uit te delen. Comida casera ( eten van het huis) pas om kwart voor 9. Spaans uur! Lekker! Ook hier geen computer in de verste verte te bespeuren.
11 graden ( 's nachts koelt het goed af) tot 25 graden. Bewolkt 's avonds.
Om 8 u vertrokken. Brug over. Langs het strand van Ayia Marina, nee, nee, Santa Marina ( inside joke). Strand en zee verlaten, schitterend in de ochtendzon! Jammer voor de fietsers. Die rijden parallel aan de dijk door de villawijk. Opletten op het einde: links en aan het kruispunt rechts, de weg naar San Pedro.
Kleurige huizen. Onderaan meestal natuursteen, erboven geschilderd: donkergroen, donkerblauw, felblauw, baksteenrood of donkerder: gloeiende houtskool, oker, wit, paars. Bloeiende struiken ervoor en een hele serie bloempotten aan de gevel. Een flinke klim naar San Esteban de Leces. Lukt me wel met een bijna lege maag ( amandelkoekjes als ontbijt). Achter mij, Blanca en Abél. Gisteren hebben ze ook in Ribadesella geslapen, ze hebben wel de Fevetrein genomen en waren er al om 16.00 u.
Door een dorpje La Vegamet weer de vierkante hórreos ( graanschuurtjes op poten). We belanden op het strand. Een eenzame reddersstoel. Een modderig paadje tussen hoge bramen, daarna gras om de schoenen weer proper te krijgen. Magisch, we wandelen over de camino real, de oude middeleeuwse weg, langs een heuvelrug met uitzichten op alsmaar meer stranden. Berbes: een man trekt een duikerspak aan om te gaan vissen met een harpoen. Arenal de Morís: een jongen speelt met zijn 2 honden in de branding. Even weer op de N-634. Opletten, geen vluchtstrook. Je met de rugzak wringen tussen paaltjes aan een afsluiting. Playa de Espasa: zonnekloppers. Een geschenk van de camino voor pelgrims zoals ik die morgen, na Sebrayo, de kust verlaten in de richting van Oviedo. Onvergetelijk azuurblauw met witte schuimkoppen!
In La Islahoef ik niet zo heel veel om te lopen om inkopen te kunnen doen, in een winkeltje in de richting van de herberg daar. Erna toch wel veel asfalt in de middagzon. Mijn tempo vertraagt. Velden met jonge maïs en appelboomgaarden. Een caminopaaltje verscholen onder bramen, raketsla en vogelwikke. Net op tijd. Het asfalt begon wel heel heet te worden. Veel winkels en ciderbars in Colunga.
Een mevrouwtje van op haar balkon: " Is het niet vervelend, zo alleen op stap?" Glimlach. In het plattelandskerkje van La Llerastaan er cactussen in potten in het voorportaal. Klimmen naar Priesca met een oud San Salvadorkerkje. Een fiere inwoner vertelt me dat het meer dan duizend jaar oud is. Hij kan het mij niet tonen binnenin, want de pastoor heeft de sleutel en die is met vakantie. Fabiola en Balduino komen ook ter sprake. Na Priesca gelukkig weer een onverhard weggetje door een bos. Diep onder de autosnelweg door. Er groeien zelfs hoge eucalyptussen onder het viaduct. Als dat geen kunstwerk is! Onoplettend ga ik omhoog en kom ik uit naast de autoweg. Wij en zij. Wij, de pelgrims, nietige slakjes met ons huisje op de rug. Zij, de snelle auto's met gierende motoren. Het kan allemaal in onze wereld. Ik vel geen oordeel. Zoveel mogelijkheden om te realiseren wat je graag wil... Een fantastische tijd waarin we leven...
Ik zie geen pijlen meer. Vraag 2x de weg. Ik mag door een maaiveld lopen en moet dan het modderwegje volgen langs de beek. Weer onder een omgevallen boom waar je bukkend net onderdoor kunt. Weer voorbij het vergane kapelletje waar een briefje onder een steen reclame maakt voor een hotel met speciale pelgrimsprijzen. En nu onder het viaduct door. Ik had inderdaad niet gezien dat je rechtdoor kon langs het beekje. Om 20.20 u pas aangekomen in Sebrayo. Geen restaurantje maar een gezellig gedoe met Italiaanse pelgrims die trakteren met pasta, wijn en cider. Ik had geen cider gekocht in Colunga, hoefde dus geen extra fles te dragen door de middaghitte, maar kan nu wel meegenieten van de fiesta. De Italianen zijn een beetje in de wind, maar wel supersociaal! Maurizio zorgt voor de ambiance. Viva la fiesta!
Bij de kerk van Llanes de gele pijlen weergevonden. Om 8 u vertrokken. Nog voor Poo hoor ik " Ana" achter mij. Abél en Blanca stappen mee, maar ze doen het wat rustiger omdat Blanca pijn heeft aan haar voeten. We kiezen voor de variant via de kust, de GR E-9. Als Madrileense geniet Blanca volop van de schitterende strandjes met een vlekkeloos blauwe lucht, een vlekkeloos blauwe zee. Het strand heet hier " la playa de las cámaras", het strand van de fotografen. De branding rond de losliggende rotsen, grotten, meeuwen aan de plassen... In België zijn we gewoon aan eindeloze zandstranden, hier begrenzen rotsen en kliffen de stroken strand, heel fotogeniek.
Via het dorp Barro( = Barru in het Asturiaans, het plaatselijk dialect) . De kerk Nuestra Señora de los Dolores van Niembro weerspiegelt zich in het water van het wad. Bij hoog water nog duidelijker. Voor de playa de San Antolínstaan de ruïnes van het cisterciënzerklooster in een drassige weide met paarden. Blanca zingt prettige kinderliedjes over zon en zee. Vamos a las playa , o o! Gelukkig kijk ik op tijd op het plannetje. We moeten het binnenland in, onder de autosnelweg door naar Naves. Aan de sidrería Cabañon zien we weer de gele pijlen. Abél en Blanca rusten hier wat. Ik ga door. Asfaltweggetjes, afgewisseld met onverharde wegen. Een klein stukje "koninklijk" weg, een oorspronkelijk middeleeuws pad tussen Naves en Villahormes. Hier staan vierkante hórreos op palen zoals in Galicië ( daar zijn ze kleiner en rechthoekig). Door het bos.
Een fata morgana: een grote, frisse pint en een belegd broodje. Het wordt uiteindelijk een pintje en een enorme bocadillo de jamón in Nueva. Door de weide omhoog naar de kerk van San Pedro de Pría. Er staan veel mensen te praten. Een begrafenis om 16.00 u. Het kerkje zit vol. De helft van het dorp staat buiten.
In Cuerres wandel ik langs plaatselijke weggetjes. Oei, prikkeldraad! 3 keer de weg gevraagd. Ge-sms't naar de collega's in Ninove. Personeelsfeest vanavond. Om er de moed in te houden zing ik " el alma que anda en amor ni cansa , ni se cansa" ( De ziel die in liefde wandelt vermoeit de anderen niet en wordt ook zelf niet vermoeid). Rotsmuurtjes scheiden de weiden. Ze zijn begroeid met muurleeuwenbek, robertskruid em campanula ( ook wel met netels). Appelboomgaarden. Vierkante hórreos.
Om 19.10 u aangekomen in Ribadesella. Hier is geen pelgrimsherberg, alleen een jeugdherberg. Daar kon je enkel reserveren als je voor 16.00 u aankomt. Zag ik niet zitten. Wat rondgelopen. Een mevrouw biedt een kamer aan voor € 15, maar ik vergeet haar nummer te noteren. Jammer. Uiteindelijk een kamer gevonden in Hotel Patiño dichtbij de kerk. € 40 voor een 2-persoonsbed maar ik vind geen eenzame peregrina om het appartementje te delen. Er is ook een minituintje op de eerste verdieping met een citroenboom. " Los limones están a punto " zal Blanca morgen zeggen. Ik bestel na mijn menú del día een glaasje cider. Onmogelijk, alleen per fles te krijgen... Daar zou Roland geen probleem mee hebben...
Om 8.15 u vertrokken. Ontbijt pas om 8 u. De pelgrims zijn allemaal al weg, de kinderen slapen nog. De albergue was opvallend blauw geschilderd. Een lichtblauw paleis in een prachtige tuin met oude palmbomen, naast de kerk, herbergt nu het archief van de Asturiërs die vaak uit armoede emigreerden naar Zuid-Amerika. Het legde hen geen windeieren. In het stadje kan je een wandeling " huellas de los indianos" ( sporen van de rijke, teruggekeerde emigranten) volgen langs statige herenhuizen.
Een eeuwenoude steeneik. Een graspad, maar de euforie duurt niet lang. Weer langs de N-634. De ruimte tussen de bergen ( sierra de Cuera) en de rotskust is erg smal hier. Vandaar. Dappere veldbloemen langs de weg. Er is hun geen lang leven beschoren. Aan de andere kant worden ze gemaaid. Frisse geur van het maaisel ondanks het verkeer. Afslag naar links. Genieten van de bloemenbalkons en de tuintjes met massa's hortensia's. Obras ! Langs het pad wordt een weg aangelegd met groot materieel. Een dreun! Rotsen worden gedynamiteerd! De pelgrims worden omgeleid door een bos. Wilde anjers, zilverschoon, vijfvingerkruid. De paarse kegelvormige trosbloem waarvan ik gisteren dacht dat het een orchidee was blijkt een lokale plant te zijn die groeit op de kalkrotsen. We komen weer uit op de N-634. De wegenwerken, tunnels incluis, zullen 3 jaar duren. Het gaat om het stuk van de autosnelweg tussen Oviedo en Santander! Ontmoeting met een Spaans koppel met een kleine rugzak: Blanca ( 58) en Abél (63) . Ze doen elk jaar een stuk van de camino. Nu zijn ze gestart in San Vincente de la Barqueraen lopen ze tot Ribadeo. Vriendelijke, praatgrage mensen. De levendige babbel doet het traject langs de autoweg snel verlopen.
Na Buelna kunnen we afslaan naar Pendueles. Daar kan je al onmiddellijk het zalige pad langs de rotskust nemen. Wij gaan eerst naar de superkleine supermercado voorbij de kerk van Pendueles en pikken dan aan op het kustpad: de GR E-9 naar Llanes. Heerlijk! Links de hoge, donkere bergen. Ervoor de heuvels met eucalyptusbossen. Wij lopen langs sappige weiden, groepjes bomen, varens, appelboomgaarden. ( Ze maken hier een plaatselijke cider)
Nootjespauze op het strand van Vidiago. Keien die overgaan in een zandstrandje. Voorbij een merkwaardig natuurverschijnsel, de geisers ( bufones) van Arenillas. Er zijn gaten in de kalkrots die in verbinding staan met grotten in de kliffen. Bij hoogtij stuwt het water hier krachtig naar buiten en vormt geisers van zeewater. Eb als wij voorbijkomen. Jammer! Picknick aan de brug over de rivier de Purón. Verder langs het kustpad ( senda costera) . Aan het uitkijkpunt La Borizakijk ik de verkeerde kant uit, richting Llanes. Niets spectaculairs te zien. Aan de andere kant, nog 100 m voorbij de parking 2 magisch blanke filmstranden, gescheiden door een enorme rots ( heb ik van horen zeggen! Slim van mij!!! ) Ik vind wel het pad over de heuvelkam dat bij een kapel uitkomt, el Cristo del Camino. Daar struikel ik, achterom kijkend naar een reusachtige beuk. Niets ergs, alleen mijn linkerdij geschaafd. Ik vind onderdak in de albergue La Portilla, bij Hotel Alonso, op 1 km van het stadje. Ik ben er de enige pelgrim.
's Avonds nog naar de Cubos de la Memoria gaan kijken, een kunstwerk van de Baskische schilder Augustín Ibarrola. Hij beschilderde de enorme, betonnen kubussen op de golfbreker voor de haven van Llanes met vrolijke hippiekleuren en dito motieven. Moet speciaal zijn om hier de zon te zien ondergaan... Leuk bericht uit Mater: Roland is goed thuisgekomen uit Santander. De kersen en de aardbeien zijn nog niet rijp...
Om 7.15 u vertrokken. Valse start. Stokken vergeten! Gelukkig zat ik nog niet ver en was het bergop: zo realiseerde ik het mij snel. Gilbert had ze al klaargezet bij de deur. Voorbij bananenbomen met bloemen en piepkleine groene banaantjes. Een zoekplaatje voor Floris en Joene. Eindelijk een typisch Cantabrisch bergweggetje, een barga. De laatste dag in Cantabriëen tot nu toe veel op asfalt gewandeld. De maan nog zichtbaar in de blauwe hemel. Zon en maan: een goed teken! Door het bos. Een nieuwe truc om te plassen met de rugzak om. Als je neerhurkt en je hebt geen paaltje of een boom om je aan vast te houden, dan val je gewoon achterover. Nu sta ik voorovergebogen, de knieën lichtjes gebogen. Het lukt ook! Morgengroet door de vogels, een koekoek in de verte.
Door kleine dorpjes, La Iglesiaen Ruiloboca. Daar is het even niet duidelijk. Een mevrouw spreekt mij aan: " No te pierdas". Aan een kruising op een helling, na een wit huis, moet je rechts afslaan op de weg. Zo kom je vanzelf in Pando en vanaf de San Roquekapel zijn de pijlen weer te zien.
Daarna weer links het bos in. Dag Vlaamse gaai! Ik merk al een tijdje geen pijlen meer en spreek een jongen aan die zijn hond uitlaat. Een flink eind teruggelopen. Een hymne van de paters-trappisten blijft in mijn hoofd hangen. " Señor, guia nuestros pasos por el camino de la paz ! " ( Heer, leid onze stappen langs de weg van de vrede.) De weg van het paradijs, zei gisteren een jonge Gentenaar Steve ( vertrokken vanaf 12 april).
In Comillas doe ik inkopen. Voorbij de kerk van San Cristóbal en verder langs het paleis van Sobrellano en de tuin van de markies van Comillas. Die adellijke titel kreeg de in Cuba rijk geworden indiano van hier, Antonio Lopéz. Over de ría La Rabia. Weer de heuvels in. Een asfaltweggetje overgaand in een boerenwegel. Kruidengeur. Vlier, wilde venkel, enkele orchideeën. In Santana koeien met grote horens aan een boerderij. Een jongen tuigt een paard op met kar om te gaan werken in het hooi.
Picknick op een bank in La Revillamet zicht op de besneeuwde toppen van de Picos de Europa. In de verte is San Vicente de la Barqueraal te zien met de robuuste, oude puente de la Maza. Een schietgebedje als ik over de brug loop! Pelgrims die hier niet overnachten zien niet veel van het aangename stadje aan zee. Het was in de middeleeuwen de vierde stad die handel mocht drijven met Vlaanderen. Toch een ommetje gemaakt naar de kerk Nuestra Señora de los Angeles. Met haar massieve steunberen lijkt het wel een vesting, met een romaans portaal. De albergue is er vlak naast. Ik ga er naar het toilet en tref er Swantje die zich klaarmaakt voor haar douche. Straks gaat ze naar het strand! Ik heb nog 17 km te doen en het is al 15.30 u! Ik vraag raad aan de hospitalero. Spanjaarden! Eigenlijk weet ik al wat hij gaat zeggen. Langs de weg, de N-634, over de andere brug nog 12 km naar Unquera. Langs de weg met de pijlen 16 km over de CA-843. Daar is er soms zelfs geen plaats voor voetgangers. Verdorie. Weer mijn stokken vergeten! Ik neem een redelijke beslissing: langs de N-634 is er zeker een meter vrij voor voetgangers en dan is er nog de zachte berm ( je mag je dan wel niet storen aan de lege blikjes en het plastic afval) . Nog enkele huisjes langs de weg met massa's bloemen ( o.a. boerensering), bloempotten en twee vrolijke kanaries onder het balkon. Twee keffertjes van honden, maar die blijven op afstand door de stokken. Na de ría van Tina Menorhou ik het voor bekeken. Ik kan weer de gele pijlen oppikken langs Hostal Baviera. Vier oude mannetjes in een bushokje fluiten en doen teken als ik dreig een fout straatje in te slaan. Buen Camino! Gracias!
Wat een opluchting! Weer een boerenpad. Even onduidelijk. Door een eucalyptusbos zonder pijlen. Mijn weg terug gevonden. Wat verder net niet opgedroogde modder. Met de stokken baan ik me een weg door de bramen, biezen, en doornen. Heerlijk en af en toe gele pijlen! In Unqueraloopt het parkpad tussen de N-634 en de spoorweg. Er zijn bordjes met de namen van de bomen. De volgende, heel brede ría is de Deva, de grens tussen Cantabriëen Asturië. Oef! Nog maar 1 km te gaan naar Colombres langs een heel steil, nieuw aangelegd pad. Met kalksteen uit Galicië ( piedra caliza de Galicia), bromt een plaatselijke inwoner. Het is druk in de albergue: een hele vakantiekolonie kinderen, enkele pelgrims. Ik kom aan om 20.10 u en krijg onmiddellijk avondeten. Met het ontbijt inbegrepen € 23.
Om 8 u vertrokken. Oei, voor en langszij het enorme complex van Solvay, een van de grootste chemische fabrieken van Spanje. De grijswitte wolken van de koeltorens stijgen loodrecht omhoog. Een neutrale geur. In een bushokje hangt een affiche van de communistische partij: " Geen toekomst voor de industrie in Europa. Uit de EU stappen is geen optie, maar een noodzaak !?! "
De heuvels in. Kegelvruchtjes van eucalyptussen op de weg. De prehistorische grotten van Altamira zijn hier vlakbij. Al snel in Santillana del Mar. Ik kan het pittoreske stadje met de kinderkopjesstraten bezoeken voor de hordes toeristen binnenstromen. De kerk, Colegiata de Santa Juliana, heeft een zeer mooie, romaanse kloostergang met gebeeldhouwde kapitelen. Een prentenboek voor de ongeletterde gelovigen van toen. Bijbelse taferelen en scènes uit het dagelijkse leven. Er is ook een kapiteel met eikenbladeren, want onder de eik vergaderden de dorpsverantwoordelijken! Prachtige herenhuizen met wapenschilden in de gevel. Veel houten balkons met geraniums. Ook wat geïnternet. Vanavond bij de paters-trappisten zal dat wel niet kunnen.
Walstro, hopklaver, guichelheil. Een enkele klaproos. Jammer dat we hier in Cantabriëhoofdzakelijk langs asfaltwegen stappen. Niet ideaal voor de voetzolen als het snikheet is in de zomer !!! Je krijgt op de duur heimwee naar de modderpaden van Baskenland.
Boven op een heuvel, tussen de weilanden, tekent het kerkje van San Pedro de Oreña zich scherp af tegen de blauwe lucht. Grappig storend de verspreide groepjes blinkendzwarte balen, gekroond met een autoband.
In San Martín de Cigüenzaverkopen een drietal bengels versgeperst en gezoet citroensap, door oma gemaakt. Vandaag de eerste dag van de schoolvakantie hier. Een verrassing: de kerk van San Martín de Tours: een kopie van een Zuid-Amerikaanse kerk uit Lima, Peru. Hier gebouwd door een rijk geworden indiano, een emigrant die gefortuneerd terugkwam uit de kolonies en zijn weelde tentoon wilde spreiden. Rechttegenover de kerk zijn herenhuis met een privé toegangspad. Gemillimeterd gras door bloemen omzoomd.
Een wirwar van dalende en vooral stijgende straatjes in Cóbreces. Ik ontmoet er Swantje, een jonge Zwitserse die op 2 april vertrok uit Keulen ( Het traject Bremen-Keulen heeft ze vroeger afgelegd. ) We slapen in de trappistenabdij, een statig blauw, neogotisch gebouw met ceders en palmbomen. Er zijn al 5 pelgrims voor ons. Nadien komt ook Gilbert aan en nog 3 bicigrinos ( = pelgrims per fiets). 's Avonds zingen de 16 paters-trappisten de vespers. Niet bijster hemels, daarvoor ligt de gemiddelde leeftijd wat te hoog. De protestantse Swantje heeft een milder oordeel: "ze zingen toch goed voor hun leeftijd ..." Geen warm avondmaal vandaag. Restaurant gesloten wegens vakantie en de bar in het dorp is al 2 jaar verlaten. Hij wordt opnieuw geopend in de zomer. Gelukkig is er nog een winkeltje...
Miezerig, 14 à 20 graden, zon en wolken na de middag.
Goed uitgerust vertrokken om 7.40 u. Roland doet mij uitgeleide. Samen nog oma opgebeld. Alles goed op het thuisfront. Irsazardemarguelebil Porcalasanre! op het ritme van de stokken. Ik probeer de ezelsbruggetjes van mijn vorige tochten uit. Ze zitten nog goed in het geheugen gegrift, behalve eentje: het stuk van Conques op de Via Podiensis. Ik kon het mij enkele dagen geleden niet meer herinneren, nu is het er ineens weer. Yucca's als bomen ( bij ons een kamerplant) aan de kleurige huizen. Een man op wandel met zijn oude moeder aan de arm, precies Roland en oma. Een innig beeld om de dag mee door te komen!
Geurende kamperfoelie, verregende rozen in Santa Cruz de Bezana. Goed gemarkeerde asfaltweggetjes. Glooiende weiden, hooi opgetast in lichtgroene en zwarte plastic balen, eucalyptusbossen op de toppen. Op de hellingen rijen uniforme bungalows.
Drie enorme knallen in Boo de Piélagos. Ze proberen het vuurwerk uit voor vanavond. Vrolijke bevrijdingsmuziek schalt uit de luidsprekers aan het kerkje. Straks mis en morgen fiesta! Eigenlijk is het al drie dagen feest sedert vrijdag: San Juan! Het overdekte podium voor de muzikanten staat klaar.
Vandaag vaak onder en boven de spoorweg en omwegen op zoek naar een brug over de Ría Pas de Mogro. Picknick op het terras van een bar aan de oude 17de-eeuwse brug van Puentearce. Oef! nog de autoweg en de spoorweg over. Een afslag naar een kapelletje: La virgen del monte. Een Spaanse familie zet een open tent op op het grasveld aan de ermita voor hun zondagse barbecue. De zon schittert in een CD opgehangen aan een kerselaar.
De torenklok van de San Martín in Mogroslaat 3 uur. Krekels. Op de bergkam is de zee weer te zien. Vanaf bar La Cantera leidt een dubbel buizenstel naar hetvolgende dorp Requejada. De brede leidingen, eerst grijs, daarna rood, met goed zichtbare gele pijlen, liggen open en bloot rechts van het pad. Ze horen bij de grote chemische fabriek hier van Solvay, de Belgische multinational. Ik ga niet naar de kleine herberg van Polanco ( slechts 6 plaatsen, geen restaurantje). Ik heb vandaag weliswaar maar 5 pelgrims gezien, maar in Requejada is er sedert dit jaar een nieuwe albergue met 12 bedden, hoor ik, heel proper voor € 5 ( en met verwarming: ideaal om de sokken droog te krijgen!) We slapen er met zijn drieën. En hier is er ook een bar en een restaurantje, wat wil je nog meer ?...
Toegekomen om 17.40 u. Toch weer 10 uur onderweg geweest. Geen vuurwerk in dit onooglijke dorp, wel wat verkeerslawaai van de N-611. Nog even teruggewandeld over de loopbrug aan het station. De buizen stralen warmte uit!!!
Roland gidst me door het elegante Santander. Leuk! Hij vertelt ronduit. Hij is hier al enkele dagen ( in de regen). Schilderachtige viskraampjes in de Mercado. Een bekende inwoner van Santander is de schrijver Menéndez Pelayo. De universiteit hier is naar hem genoemd. Even schilderachtige dames die op het bruidspaar wachten aan de kathedraal. Een stempel gehaald. Triomfantelijke orgelmuziek binnen. We wandelen de Paseo de Pereda af. Centraal het aristocratische gebouw van de Banco de Santander. Crisis ?!?
Blootvoets aan de rand van het water langs de stranden. Gratis voetmassage! Aan de andere kant van de baai, op een schiereiland, staat het paleis van La Magdalena, een geschenk van de stad aan de koninklijke familie in een prachtig park met parasoldennen en ceders. Zaterdag! 4 bruidsparen paraderen hier fier en verliefd voor hun fotografen. Roland is de vijfde fotograaf! Kaartjes geschreven.
Echt wel een rijke stad, Santander. Ooit een van de Cuatro Villas ( net als Castro-Urdiales en Laredo) die het monopolie hadden van de overzeese handel met Vlaanderen.
Morgen weer toeriste af! Roland is van plan even mee te stappen op de pelgrimsweg, als het niet regent... Hij heeft me vandaag zelfs al Spaans geleerd! "Rabas" zijn gefrituurde inktvisrepen. Smakelijk!
Vertrokken om 7.30 u Voreger kon niet, omdat de eerste boot naar Santoña pas om 9 u vaart. Langs de dijk van Laredo gelopen ( el paseo marítimo). Laredo heeft het langste strand van de Atlantische kust: 5km, nog langer dan San Sebastián: 3 km. De kleine veerboot genomen aan Puntal. De veerman biedt ook nog bokaaltjes ansjovis en bonito ( plaatselijke courante vissoort) aan.
Al babbelend met Eddy belanden we toch weer op de fietsersweg. Zo missen we het pad over het strand van Noja. We lopen op Eddy's oriëntatievermogen. Dat betekent wel enkele kilometers extra op mijn marathondag! In Nojakunnen we weer aanknopen met de gele pijlen. Verse groenten te koop aan een boerderij. Ik: " you needn't cook tonight!" ( hij gaat naar de albergue van Güemes, plaats voor 60 pelgrims met gemeenschappelijk avondmaal). Eddy: " I can't cook tonight!"
Zonnige picknick op mijn eentje ( Eddy loopt veel te snel om dat lang vol te houden) op de trappen van de kerk in Barrio de Castillo.Golvende, sappige ( de regen!) weiden, hier ook meer akkers. Over karrensporen door een veld met jonge maïs. Op de leuning van de middeleeuwse brug van Solorga zit een sierlijke, witte vogel, slanker dan een meeuw. " Une aigrette" ( zilverreiger) zeggen Fransen achter me. Een bergpas over. De meeste pelgrims die ik ondertussen al ken overnachten in de legendarische herberg van de dorpspastoor Don Ernesto in Güemes. Ik stap verder. Afspraak met Roland rond 17.00 u aan de kerk van Galizano.
Blij weerzien!!! Een verdiende rustpauze. We hebben niet meer de tijd om de variant langs het strand van Langrete stappen, want om 20.00 u vertrekt de laatste boot uit Somo naar Santander. Dus volgen we het fietspad langs de drukke CA-141. Voor Roland niet meteen een heuglijke kennismaking met de camino. We misrekenen ons. In Somo moet je nog 1,5 km over de brug stappen voor je aan de aanlegsteiger komt. Haastig getik van mijn stokken! 21 juni, de langste dag. Zucht: ook het langste traject voor mij!
Ik ben Anne Verschoore
Ik ben een vrouw en woon in Mater (Oudenaarde) en mijn beroep is lerares Nederlands en Engels met pensioen.
Ik ben geboren op 24/04/1953 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: ons plaatselijke Tabitakoor op keyboard begeleiden, Spaanse les volgen en uiteraard wandelen..