Zonnig, 17 à 22 graden.
Om 7.15 u vertrokken. Valse start. Stokken vergeten! Gelukkig zat ik nog niet ver en was het bergop: zo realiseerde ik het mij snel. Gilbert had ze al klaargezet bij de deur. Voorbij bananenbomen met bloemen en piepkleine groene banaantjes. Een zoekplaatje voor Floris en Joene. Eindelijk een typisch Cantabrisch bergweggetje, een barga. De laatste dag in Cantabrië en tot nu toe veel op asfalt gewandeld. De maan nog zichtbaar in de blauwe hemel. Zon en maan: een goed teken! Door het bos. Een nieuwe truc om te plassen met de rugzak om. Als je neerhurkt en je hebt geen paaltje of een boom om je aan vast te houden, dan val je gewoon achterover. Nu sta ik voorovergebogen, de knieën lichtjes gebogen. Het lukt ook! Morgengroet door de vogels, een koekoek in de verte.
Door kleine dorpjes, La Iglesia en Ruiloboca. Daar is het even niet duidelijk. Een mevrouw spreekt mij aan: " No te pierdas". Aan een kruising op een helling, na een wit huis, moet je rechts afslaan op de weg. Zo kom je vanzelf in Pando en vanaf de San Roquekapel zijn de pijlen weer te zien.
Daarna weer links het bos in. Dag Vlaamse gaai! Ik merk al een tijdje geen pijlen meer en spreek een jongen aan die zijn hond uitlaat. Een flink eind teruggelopen. Een hymne van de paters-trappisten blijft in mijn hoofd hangen. " Señor, guia nuestros pasos por el camino de la paz ! " ( Heer, leid onze stappen langs de weg van de vrede.) De weg van het paradijs, zei gisteren een jonge Gentenaar Steve ( vertrokken vanaf 12 april).
In Comillas doe ik inkopen. Voorbij de kerk van San Cristóbal en verder langs het paleis van Sobrellano en de tuin van de markies van Comillas. Die adellijke titel kreeg de in Cuba rijk geworden indiano van hier, Antonio Lopéz. Over de ría La Rabia. Weer de heuvels in. Een asfaltweggetje overgaand in een boerenwegel. Kruidengeur. Vlier, wilde venkel, enkele orchideeën. In Santana koeien met grote horens aan een boerderij. Een jongen tuigt een paard op met kar om te gaan werken in het hooi.
Picknick op een bank in La Revilla met zicht op de besneeuwde toppen van de Picos de Europa. In de verte is San Vicente de la Barquera al te zien met de robuuste, oude puente de la Maza. Een schietgebedje als ik over de brug loop! Pelgrims die hier niet overnachten zien niet veel van het aangename stadje aan zee. Het was in de middeleeuwen de vierde stad die handel mocht drijven met Vlaanderen. Toch een ommetje gemaakt naar de kerk Nuestra Señora de los Angeles. Met haar massieve steunberen lijkt het wel een vesting, met een romaans portaal. De albergue is er vlak naast. Ik ga er naar het toilet en tref er Swantje die zich klaarmaakt voor haar douche. Straks gaat ze naar het strand! Ik heb nog 17 km te doen en het is al 15.30 u! Ik vraag raad aan de hospitalero. Spanjaarden! Eigenlijk weet ik al wat hij gaat zeggen. Langs de weg, de N-634, over de andere brug nog 12 km naar Unquera. Langs de weg met de pijlen 16 km over de CA-843. Daar is er soms zelfs geen plaats voor voetgangers. Verdorie. Weer mijn stokken vergeten! Ik neem een redelijke beslissing: langs de N-634 is er zeker een meter vrij voor voetgangers en dan is er nog de zachte berm ( je mag je dan wel niet storen aan de lege blikjes en het plastic afval) . Nog enkele huisjes langs de weg met massa's bloemen ( o.a. boerensering), bloempotten en twee vrolijke kanaries onder het balkon. Twee keffertjes van honden, maar die blijven op afstand door de stokken. Na de ría van Tina Menor hou ik het voor bekeken. Ik kan weer de gele pijlen oppikken langs Hostal Baviera. Vier oude mannetjes in een bushokje fluiten en doen teken als ik dreig een fout straatje in te slaan. Buen Camino! Gracias!
Wat een opluchting! Weer een boerenpad. Even onduidelijk. Door een eucalyptusbos zonder pijlen. Mijn weg terug gevonden. Wat verder net niet opgedroogde modder. Met de stokken baan ik me een weg door de bramen, biezen, en doornen. Heerlijk en af en toe gele pijlen! In Unquera loopt het parkpad tussen de N-634 en de spoorweg. Er zijn bordjes met de namen van de bomen. De volgende, heel brede ría is de Deva, de grens tussen Cantabrië en Asturië. Oef! Nog maar 1 km te gaan naar Colombres langs een heel steil, nieuw aangelegd pad. Met kalksteen uit Galicië ( piedra caliza de Galicia), bromt een plaatselijke inwoner. Het is druk in de albergue: een hele vakantiekolonie kinderen, enkele pelgrims. Ik kom aan om 20.10 u en krijg onmiddellijk avondeten. Met het ontbijt inbegrepen € 23.

|