Diderot had in de jaren 1750 een vriendschappelijke verhouding met Jean Rodolphe Perronet waarover we het al hadden bij de bespreking van een dubbel portret door Roslin (blog 29-01-2014). Perronet had een gewaardeerde bijdrage geschreven voor Diderots monumentale Encyclopedie, iets over pompes à feu. Maar tien jaar later schreef Diderot over hem als een homme à qui il ne manque que le temps de déplaire ; ce petit plat sournois, un sot, qui mentira, inventera, une âme de laine, qui n a pas lombre de la sensibilité que je lui supposais. (in : Claude Vacant : Jean-Rodolphe Perronet. Premier ingénieur du Roi. Edition Presses Ponts et Chaussées, 2006).
Van waar die ommekeer? Perronet was verliefd geworden op de echtgenote van een van zijn ingenieurs, een zekere Legendre. Madame Legendre was niemand anders dan Marie-Charlotte Volland, de jongere zus van Sophie. En Diderot was eveneens verliefd op Marie-Charlotte, by proxy als het ware. In zijn brieven aan Sophie noemde hij haar Uranie, en zo is ze dan ook in de literatuur bekend geworden. De god Uranus is de ingenieur van de hemel, Uranie was een toepasselijke naam voor de vrouw van een ingenieur. In zijn eigen Encyclopedie, onder het lemma Vénus Uranie, lezen we : Cette Vénus Uranie ninspiroit que des amours chastes, au-lieu que la Vénus terrestre présidoit aux plaisirs sensuels.
Maar de kuisheid van zijn verhouding met Uranie was slechts zeer relatief. Zo lezen we in een brief van 2 juni 1759 aan Sophie : je ne permets votre bouche qu'à votre soeur, je dirois presque que j'aime, à lui succéder. De sensuele Diderot raakt opgewonden door de gedachte van het proeven van Uranies lippen op de mond van Sophie. Beide zussen waren blijkbaar bisexueel en schijnen een sapphische relatie met elkaar te hebben gehad. Een vette kluif voor de exegeten van Diderots brieven aan Sophie.
Literatuur critici, zoals Melançon (in: Diderot epistolier, Editions Fides, 1996) gewagen van een fundamentele triangularité zowel in de amicale als in de amoureuze epistels van Diderot (le triangle diderotien). Van zijn talrijke epistolaire driehoeken is die van Diderot-Uranie-Sophie wellicht het meest besproken in de Franse literatuur ad hoc. In 1762 schrijft Diderot: Je vous aime toutes les deux à la folie. Amant de l'une ou de l'autre, il est certain qu'il m'eût fallu l'autre pour amie.
In september1767 schrijft hij aan Sophie die op dat ogenblik met haar moeder in Isle sur Marne moet verblijven, terwijl Mme Legendre in Parijs blijft jai proposé à madame Legendre de jouer le rôle de son amant, de façon à éloigner ses nombreux prétendants (waaronder Perronet). Maar na het vroegtijdig overlijden van Mme Legendre eind 1768 wordt er verder met geen woord meer gerept over Uranie in de brieven aan Sophie.
Met ouder worden wordt de toon van de brieven meer platonisch, het gaat meer over faits divers, toch wordt de correspondentie voortgezet. Maar de brieven worden nu geadresseerd aan Mesdames et bonnes amies (Sophie en haar moeder).
Zelfs als hij in juni 1773 als 60-jarige via Den Haag naar St-Petersburg vertrekt, blijft hij Sophie schrijven. (Over het merkwaardig verblijf van Diderot aan het hof van Katharina II zie : Inna Gorbatov, Le voyage de Diderot en Russie, Études littéraires, vol. 38, n° 2-3, 2007, p. 215-229 integraal op internet)
In de laatst bewaarde brief aan Sophie daterend van 3 september 1774 vanuit Den Haag - stad die hij bij zijn terugreis opnieuw aandeed - schrijft hij : Jai peut-être encore une dizaine dannées au fond de mon sac. Dans ces dix années, les fluxions, les rhumatismes, et les restes de cette famille incommode en prendront deux ou trois ; tâchons déconomiser les sept autres pour le repos et les petits bonheurs quon peut se promettre au delà de la soixantaine.
10 jaar later sterft Sophie, in februari 1784; en vijf maand later Diderot, in juli van het zelfde jaar.

|