2013 is het jaar van
Diderot (zie blog van 11/4/13). Naar aanleiding van de tricentenaire van zijn geboorte worden her en der in Frankrijk tentoonstellingen
ingericht die op een specifiek aspect van zijn carrière inzoomen. In het Musée
Fabre te Montpellier loopt aldus nog tot 12 januari 2014 een expositie die focust op de werken
(schilderijen en sculpturen) waarover Diderot zich zowel lovend als negatief
uitsprak: Le goût de Diderot: Greuze, Chardin, Falconet, David ...
(afb 1).
Diderot speelde inderdaad
een belangrijke rol in het kunstgebeuren van zijn tijd door zijn kritische commentaren
op de tweejaarlijkse Salons van 1759 tot 1781. Deze commentaren verschenen
vervolgens in de Correspondance littéraire van Grimm (zie blog van 17/11/13).
De tentoonstelling in Montpellier toont, zoveel als mogelijk was, de werken die
door Diderot besproken werden in deze Correspondance.
Er wordt hier tevens een
merkwaardig portret getoond van de oude Diderot (rond 1780) vêtu de sa vieille robe de chambre (afb
2). Dit portret is pas onlangs opgedoken uit een partikuliere verzameling. Het
toont de filosoof met een beau regard bleu, lavé par les années assorti à la
doublure de son vêtement. (http://diderotdenis.blogspot.be). We gaan hier niet verder
in op zijn blauwe ogen die eigenlijk bruin waren (zie blog van 11/4/13) maar
wel op zijn oude kamerjas.
Het moet in october 1768 geweest zijn dat Diderot
omwille van een of andere bewezen dienst aan Mme Geoffrin van wie hij overigens
niet veel moest hebben nieuw meubilair en een luxe scharlaken rode kamerjas
kreeg (afb 3). Kort daarop kreeg hij bezoek van Grimm die hem nogal ironisch
wees op de gevaren van luxe. Enkele dagen later reeds repliceert Diderot met
zijn beroemde tekst : Regrets sur ma
vieille robe de chambre. Deze tekst was bedoeld voor de Correspondance littéraire van Grimm als inleiding
voor zijn kritiek op het Salon van 1769. Geen enkele van deze salon-kritieken
van Diderot mocht worden gepubliceerd zolang de auteur nog in leven was,
vandaar dat de toon van deze kritieken zo vrijmoedig was, en niets of niemand
ontziend. Deze teksten werden pas vanaf 1798 in druk verspreid door Naigeon. De
tekst: Regrets sur ma vieille robe vormt
hierop een uitzondering en werd nog tijdens het leven van Diderot,
in 1772, gepubliceerd door eene Friedrich Ring, zeer tot ongenoegen trouwens van de
auteur. Deze tekst werd waarschijnlijk gelekt door Grimm zelf (afb 4).
We geven hier de vertaling door Martin de Haan van de eerste paragrafen van dit merkwaardige
essai. De volledige tekst kan men lezen in Raster #94, 2001 (tijdschriftraster.nl/diderot/).
Waarom heb ik haar niet
gehouden? Ze was aan mij gewend, ik was aan haar gewend. Ze volgde alle plooien
van mijn lichaam zonder het te hinderen. Ik was schilderachtig en mooi. De
andere is stijf en gekunsteld, ik lijk wel een houten klaas. Geen nood waartoe
ze zich in haar gewilligheid niet leende, want armoe is bijna altijd
gedienstig. Was er een boek met stof bedekt? Een van haar slippen diende zich
aan om het af te wissen. Weigerde de dikke inkt van mijn veer te vloeien? Ze
bood me haar zij. Lange zwarte strepen getuigden van de vele diensten die ze me
had bewezen. Die lange strepen waren de herkenningstekens van de literator, de
schrijver, de noeste werker. Maar nu zie ik eruit als een vadsige rijke. Men
weet niet wie ik ben.
Onder haar bescherming was ik niet bang voor de
onhandigheid van een knecht of van mezelf, niet voor vonken uit de haard en
niet voor spetterend water. Ik was heer en meester over mijn oude kamerjas; van
de nieuwe ben ik een slaaf geworden...
De ritsige grijsaard die zich met lijf en leden heeft overgeleverd aan de
grillen en de genade van een lustig deerntje, zegt van s ochtends vroeg tot s
avonds laat: Waar is mijn goede oude huishoudster? Van welke demon was ik
bezeten toen ik haar verjoeg voor deze hier?, en hij huilt, hij zucht... .
Deze
tekst geeft tot op heden aanleiding tot uiteenlopende interpretaties.
Zelf zien we er een pleidooi in voor authenticiteit.
Voor een uitgebreide analyse van deze tekst zie Samuel Sadaune : Louverture excentrique du Salon de 1769 ou
portrait du Philosophe en robe de chambre. (rde.revues.org/177).
 afb 1
 afb 2
afb 3  afb 4
|