Recent
bracht Jayne Archer, docent aan de Aberystwyth University van Wales, in de
openbaarheid iets wat men al geruime tijd wist, maar tot nog toe zedig had
verzwegen om de gedachtenis aan de geniale schrijver niet te bezoedelen,
namelijk dat Shakespeare eigenlijk een graanhandelaar was en een genadeloze
woekeraar. Hij hamsterde bijvoorbeeld graan en verkocht het tijdens de toen
frekwente hongersnoden aan woekerprijzen. Bovendien deed hij aan
belastingontduiking waarvoor hij bijvoorbeeld in 1598 werd vervolgd. Offshore
belastingsparadijzen bestonden toen blijkbaar nog niet.
Voltaire
maakte kennis met de toneelstukken van Shakespeare toen hij in ballingschap in
Engeland verbleef. Voltaire vond van zich zelf dat hij een groot
toneelschrijver was, zoveel beter dan Shakespeare die hij maar een sukkelaar
vond. Maar in tegenstelling tot de werken van Shakespeare wordt vandaag geen
enkel van de melige toneelstukken van Voltaire nog opgevoerd. Maar waar Voltaire
Shakespeare wel in evenaarde, en zelfs overtrof, was zijn mercantiele
instelling en zijn frauduleus gedrag. Maar net als bij Shakespeare werd dit aspect van Voltaire om reden van Franse nationale trots bewust buiten de schijnwerpers gehouden.
Nadat
hij een fortuin had verzameld door de Franse staatsloterij op te lichten samen
met La Condamine, en nadat hij via Richelieu erin geslaagd was leverancier te worden van de kwartiermeesters van het Franse Leger en in
die hoedanigheid voedsel voor paarden en mensen, en stoffen voor de uniformen te leveren, investeerde hij met zijn immense fortuin zwaar in de graanhandel, en zette
daartoe een firma op met graanschuiten in Noord-Afrika. Als er in Marseille
graanoverschotten waren die de prijs drukten liet hij zijn schepen naar havens
in Italië of Spanje varen, waar hij hogere prijzen kon bedingen.
Hij verdiende eveens grof geld met zijn
suikerplantages in Santa Domingo waar negerslaven door zweepslagen tot hogere productiviteit
werden aangezet. Hij heeft daar geen echt probleem mee want de negers behoren
tot een inferieur ras. In zijn Essais sur les
moeurs et lesprit des nations schrijft hij:
Enfin je vois des hommes
qui me paraissent supérieurs à ces nègres, comme ces nègres le sont aux singes,
et comme les singes le sont aux huîtres et aux autres animaux de cette espèce.
Later zal hij zijn geld voornamelijk beleggen in
lijfrenten. Hierbij leent hij, via tussenpersonen, tegen een woekerrente grote
sommen aan zijn adellijke vrienden en kennissen. Levenslang zal deze gladjanus
doen alsof hij de dood nabij is zodat men denkt dat hij vlug zal overlijden en
de lijfrente een goede zaak zal worden. Helaas voor hen, Voltaire zal stokoud
worden.
|