k Lag te bed en sliep.
Alles stil doch iets dat riep.
Ogenblikkelijk schoot k wakker.
Nog steeds Oostakker waar k verbleef
en vanwaar k uit mn akelige dromen dreef.
'n Eerste sigaret, heel stereotiep.
Monotoon het verkeer en een opkomende griep.
Even dood als gisteren en almaar zwakker.
Geen enkel verweer meer tegen hoe alles verliep
en blijft verlopen want het zit allemaal te diep.
k Strompelde toen dus maar de straat op,
tot aan de uitgelezen etalage van de biologisch-dynamische bakker.
Daar keek k, arme stakker die gewend was aan koffie en beschuit,
mn vermoeide ogen uit.
Daarna kronkelde k tot aan de kantoren van de onvolprezen dop.
Doch, meisjes, jongens, wat een pech!
Een dag te vroeg gekomen, zeg!
Zouk hier morgen weder staan?
Of bleef k eerder enkele dagen weg?
Kon k nog onbekommerd gaan
met mn hoofd vrij van zorgen
uit dit gehucht in staat van beleg?
k Ging het s rustig bezien, nam k mezelve voor
en sjokte in geweifel verder
tot k aankwam bij het einde
van het bijster gelopen spoor.
Daar lag n plastiek zak en ook n overreden eend.
k Bleef staan en staarde en staarde als versteend.
In de verte sloeg een kerkklok.
Voor de derde slag alreeds
voelde k me verraden.
k Kropte dat verder op in één brok van ijsgruis,
een kilte van min 273 graden.
Want keek k niet vanmorgen, vooraleer op te staan,
door het zolderraam de wolken losweg tegemoet?
Had k niet net nog gedroomd
over ramp- en tegenspoed?
En thans, als één blok ijs,
leek de levendigheid na het ontwaken
gekrompen tot een vage herinnering
uit een ver verleden.
Opgepept omdat k de laatste droom
levend was doorgesparteld,
heb k uren aan een stuk gebeden.
Deels voor mezelve en voor alles wat k al had geleden.
En deels voor dat kindje dat werd doodgereden
na te zijn doormidden gesneden
door een vrachtwagen die door het rood was komen gevlamd,
en nee, zei men later, het kon niet
worden voorzien, laat staan vermeden.
Gelukkig is het dood, sprak een ooggetuige ongeremd,
anders was het thans voor altijd verlamd.
Zonder nog n andere aanleiding of een nieuwe reden,
heb k zwijgend verder gebeden.
Temidden van het bloedbad op dat voetpad.
Nuttiger wist 'k m'n tijd toch niet te besteden.